Les 1.3: Het haar

Wat heb je nodig? 

Laptop

Koptelefoon

Kleurenkaart

Spiegel

Strookje haar

Blondeerpoeder

Waterstofperoxide 6%

Verfbakje

Kwast

Weegschaal

Aluminiumfolie

Theelepel

Welke haarkleur heb jij? 

Pak de kleurenkaart en de spiegel erbij! 

Onderzoek welke haarkleur jij hebt? 


Haarkleur


Dit komt door de pigment, pigment zijn kleurstoffen. Het zijn kleine bolletjes met kleur, ze geven kleur aan je haar.

 

Hoe meer pigment je hebt hoe donkerder het haar. Er zijn drie kleuren pigment in je haar: blauw, rood en geel.


In zwart haar zitten veel blauwe pigmenten:

In rood haar zitten veel rode pigmenten:

In blond haar zitten veel gele pigmenten.

Blonderen 

Pas op doe heel voorzichtig met blondering. 

Stap 1: Doe een schort voor.
Stap 2: Wanneer je lang haar hebt, doe je het in een staart.
Stap 3: Pak 1 strookje haar (het donkere strookje). 
Stap 4: Doe 2 gram blondeerpoeder in het verfbakje.
Stap 5: Doe 2 gram waterstofperoxide 6% bij de blondeerpoeder.
Stap 6: Meng het blondeerpoeder en de waterstofperoxide 6% met de kwast goed door, zodat het een gladmengsel is.
Stap 7: Pak één strook aluminiumfolie erbij (ongeveer net zo groot als het strookje haar).
Stap 8: Smeer het strookje haar goed in met de blondeerpoeder.
Stap 9: Vouw de strook aluminiumfolie dicht.
Stap 10: Zet de wekker voor 5 minuten. Controleer elke 5 minuten het strookje haar en schrijf in het tabel wat je ziet. Bekijk ondertussen het filmpje over grijs worden.
Stap 11: Spoel het haarstrookje uit en was het met shampoo, doe er ook conditioner in. 
Stap 12: Bespreek de uitkomst met je docent. 

Vragen beantwoorden 

Schrijf de antwoorden op en laat het door je docent controleren. Zoek de antwoorden op via internet. 


Pak de werkkaarten over haarverzorging erbij (in de rode map) en maak de opdrachten.