Les 1.2: De spieren
Wat heb je nodig?
Laptop
Koptelefoon
A3 papier
Stiften
Tafel
Whiteboard
Whiteboard stift
Karton
Rietjes
Touw
Lijmpistool
Koppige vinger
Je kunt veel doen met je vingers. Eenvoudige dingen zoals iets aanwijzen of ingewikkelde dingen zoals pianospelen. Jouw vingers doen precies wat jij wil. Of toch niet?
Tafel
Stappen
1. Buig de middelvinger van je rechterhand
2. Leg je rechterhand op tafel zoals op het plaatje
3. Til de wijsvinger van je rechterhand op
4. Til de ringvinger van je rechterhand op
5. Wat gebeurt er? Hoe komt dit?
Filmpje
Je gaat dit filmpje bekijken, maar let op! Tussendoor beantwoord je de vragen, dus lees eerst de vragen goed door.
Bekijk het filmpje:
Pak het whiteboard en stift, schrijf de antwoorden op:
Wat is je grootste en dikste spier?
Waar zit je langste spier?
Waar zit je kleinste spier?
Welke spier is het belangrijkst?
Wat gebeurt er met je spier als je je arm buigt?
Hoe kan het dat die mevrouw zo schrok toen ze het ei kapot kneep?
Hoe krijg je je spieren dikker en sterker?
Laat de antwoorden controleren door je docent.
De spieren
Je spieren zorgen er voor dat je kunt bewegen, je spieren zitten met pezen aan je botten vast. Een spier kan samentrekken, dan wordt hij korter. Op deze manier trekt je spier botten naar elkaar toe.
Praktijkopdracht
Trek op een karton je hand over.
Knip het uit.
Plak kleine stukjes van het rietje op de plek waar bot zit.
Lijm het stukje touw vast op het vingerkootje.
Doe het touw door de rietjes.
Maak aan het uiteinde van het touw een lusje.