Siregar, Maidman, Sabin, Knight, Mortimer, Warenne.
░
1e generatie 1915
*4 april 1915 Donggala Sulawesi
†23 oktober1973 Doetinchem
∞
*27 juni 1929 Salatiga Java
†17 januari 2015 Terborg
2e generatie 1889
Robert (Siregar Maidman Schlechter)
*9-04-1889 Tandjoeng Padang Sumatra
op 26-08-1893 naam Schlechter
†23-08-1956 te Batavia
/
*1895 Manado
†19-09-1934 Soerabaja
Robert en zijn zus Selina zijn geadopteerd door Heinrich Jacob Schlechter. Zoon en dochter van Adeline Alison Maidman.
Selina en Robert waren eerder erkend als Maidman, 5-4-1882 en 9-04-1889 en op 26 augustus 1893, huwelijksdag van Heinrich Jacob en Adeline Alison kregen ze wettelijk de achternaam van Heinrich Jacob Schlechter.
De vader van Robert en Selina is een inlander, afstammeling van de Siregar-clan. Siregar-clandorp ligt aan de rand van het Tobameer, Noord-Tapanuli Sumatra.
Volgens de geschiedenis van de Batak-genealogie is Toga Siregar de vierde generatie afstammelingen van Siraja Batak. Toga Siregar is de jongste afstammeling van de koning van Lontung.
3e generatie 1857
*14-7-1857 Singapore; †31-7-1912 Batavia
∞
Huwelijk: 26-8-1893 Kota Radja met
*19-11-1862 Essen a/d Ruhe
†29 okt.1917 Maastricht
zoon van Jacob Schlechter en Christina Randel uit Duitsland.
Adeline Alison Maidman leefde daarvoor te Padang samen met een inlandse man van wie zij twee kinderen kreeg:
Selina (Siregar-Maidman-Schlechter); geboren op 5-4-1882 als Maidman, naam moeder, te Padang en op 26-8-1893 als Schlechter naam stiefvader; Selina overleden op 31-01-1963. Seline trouwt met Louis Carl Helmuth Trense
Robert (Siregar, Maidman, Schlechter) *9-04-1889 als Maidman, naam moeder, te tandjoeng Padang Sumatra en op 26-08-1893 als Schlechter naam stiefvader; Robert overleden op 23-08-1956 te Batavia
Maria Hubertine Christine Johanna Schlechter *5-7-1894,Kotaradja, +11-1962, Haarlem 68 jr. Dochter van Adeline Alison Maidman en Heinrich Jacob Schechter. Maria trouwt op 26-2-1913, Batavia met Herman Belle *30-3-1888, Bogor +27-8-1985 Velp Nederland.
Selina. Robert. Maria Hubert.
4e generatie 1828
William Maidman *1828 Tapanoeli Sumatra; zeilmaker
∞1e:11-2-1862 Singapore: Johanna Henreka Hartwick *14-1-1819 Semarang †17-11-1876 Batavia.
∞2e:13-4-1891 Padang: Rosina Wilhelmina Williams *Padang 1845, †22-6-1925 te Padang.
Kinderen:
1. Adeline Alison Maidman *1857 ↑
2. Jane Harriet Maidman *Singapore 11-6-1861, +Singapore 5-1- 1862
Maidman
Bijzonderheden over de Natal Concern, die afwisselend bekend stond onder de namen van de partner - Broff & Co., Maidman & Co., Prince & Co., Braham & Co., Prince & Spratt. Prince werd aanvankelijk aangesteld als assistent onder de hoofdinspecteur, en nadat hij andere functies had bekleed, werd hij op 31 maart 1790 benoemd tot assistent van de resident in Natal (Maidman). Na de Franse verovering van de noordelijke nederzettingen in 1794 nam hij de plaats van Maidman in als waarnemend resident, die post die hij bekleedde van juli 1794 tot april 1798. Braham volgde hem Natal op in 1798 (in welk jaar Maidman stierf, waardoor de zaken van de Natal Concern in chaos achterbleven). In september 1802 stierven zowel Braham als Cudlipp. De handelsposten Natal en Tappanooly werden geëxploiteerd als een particuliere commerciële onderneming en dit wordt vaak de Natal Concern genoemd. De handelsonderneming stond bekend onder de titels van de verschillende partners enz. Hoewel ze privé opereerden, werden ze gesubsidieerd door de Oost-Indische Compagnie. Er werden permanent troepen geleverd vanuit het Bencoolen-garnizoen om de twee handelsposten te verdedigen, maar een bijdrage in de kosten van het detachement moest worden geleverd door de particuliere handelsmaatschappijen.
5. jaar 1794
Richard Robert Maidman 1794 Natal Sumatra; pakhuismeester
Letitia Agatha White, Nias Sumatra
Richard Robert Maidman , geb. Natal 9 juni 1794, assistant te Natal (1811), 230 op de inwonerslijst van Tapanoeli (Sumatra’s Westkust) (1830-1831), Natal (Sumatra’s Westkust) (1832) en Padang (1833-1834), koopman (9 sept. 1833), verbleef in 1835 en begin 1836 in Bengalen, pakhuismeester van het civiele gouvernements pakhuis te Padang (1838-1847), wnd. civiel gezaghebber (1848-1852) en civiel gezaghebber (1853-1854) te Aijer Hadjie (Zuidelijke Afdeling van Padang), eervol ontslag uit ’s-lands dienst met recht op pensioen 5 okt. 1855, pensioen van 900 gulden per jaar 19 jan 1856, op de inwonerslijst van Padang (1856-1867), overl. Padang 14 aug. 1867, tr. Padang 30 (ondertr. ald. 11) mei 1844 LETITIA AGATHA (NIASSE VROUW), geb. Nias omstr. 1799.
Zijn erkende en door het huwelijk van hun ouders gewettigde kinderen (ex matre de NIASSE VROUW LETITIA AGATHA):
1. MARIJ ANNE MAIDMAN, geb. Tapanoeli 17 nov. 1819 en ged. Fort William236 (Calcutta) 27 maart 1836, overl. Padang 14 okt. 1891.
2. ELISABETH FRANCIS MAIDMAN, geb. Tapanoeli 7 juni 1821 en ged. Fort William 27 maart 1836, overl. Padang 18 sept. 1891.
3. EMILIJ CATHERINE MAIDMAN, geb. Tapanoeli 23 sept. 1826, overl. Padang (ondertr. ald. 18 dec. 1847) 15 jan. 1848 JOSEPH ADAM KOOPMANS, geb. Bolsward 5 dec. 1809, sergeant-majoor der infanterie O.I.L., wnd. commies-ontvanger bij de inkomende en uitgaande rechten te Aijer Bangies (Sumatra’s Westkust), alsmede haven, pakhuismeester (1841-1843), idem in de residentie Tapanoeli (1844-1847), pakhuismeester te Padang (1848-1854), algemeen brandspuitmeester te Padang (1854-1855), twee jaar verlof naar Nederland 26 nov. 1854 na terugkeer van verlof pakhuismeester te Padang (1859), eervol ontslag 24 juni 1859, eigenaar van de schoeners “Betje” en “Emelie” (1864), meesterdiploma van de loge La Charité te Amsterdam, mede-oprichter en thesaurier van de loge MataHari te Padang zn. van Adam Isac Koopmans en Rachel Salomons van Straten.
4. Arthur Maidman, geboren te Padang 8 sept. 1833; op de inwonerslijst van Grissee, Soerabaja 1867; Sidajoe, Soerabaja 1868, 1870-1872; Soerabaja,1873); Pasoeroean 1874-1876 en Soerabaja 1877-1878; loods bij het loodswezen te Soerabaja -1878; eervol ontslag uit zijn betrekking wegens ziekte 1878; eervol ontslag uit ’s-lands dienst met behoud van recht op pensioen 1879, goedkeuring verleend op zijn pensioen 13 nov. 1880, molenbaas bij de werken tot behoud en verbetering van het vaarwater in de noordelijke ingang van straat Madoera 28 aug. 1885; op de inwonerslijsten van Soerabaja en Sidoardjo Soerabaja 1886-1892; overleden te Soerabaja 13 maart 1892.
5. Adelina Jessy Maidman, geboren te Padang 19 sept. 1836; overleden te Batavia 23 mei 1926, trouwt te Padang 18 jan. 1864 met William Townsend, geboren te Padang 6 juni 1810, koopman en reder te Padang, haven- en bootmeester, gezagvoerder van de bark “Diederieka”,1833; eigenaar van de schoeners “Effie” 1854-1864, “Benkoelen” 1855-1864; “Toop”, 1864 en “Rosali” 1864; mede-ondertekenaar van het verzoek tot oprichting van de vrijmetselaarsloge “Mata Hari” te Padang 27 febr. 1858, bij de installatie van de loge op 14 mei 1859 vermeld als eerste opziener, overl. Brisbane 11 aug. 1893; zoon van Edward James Townsend en Cornelia Johanna Dederingh.
Uit dit huwelijk een kind.
6. William Maidman *10-5-1828 Tapanoeli, Sumatra †30-3-1893 Padang
7. Allison Ellina Maidman, geboren te Padang 21 juni 1838; overleden te ’s-Gravenhage 1 mei 1908. Trouwtte Padang op 23 sept. 1860 met Adolf Hugo Jan Diemont, geboren te Groningen 22 mei 1825; reder op de kust van Sumatra te Padang, mede-oprichter van de Amsterdamse kininefabriek; Hij verbleef tot uiterlijk eind 1877 te Padang terwijl reeds op 5 februari 1878 te Arnhem een dochter werd geboren. Overleden te Arnhem op 6 juli 1885; zoon van Jan Jacob Diemont en Maria Dina Johanna de Wagner.
8. Robert Walter Maidman, geboren te Padang 21 mei 1840; opziener 3e klasse bij de cultures ter Sumatra’s Westkust te Batangkapas 1869; griffier bij de rapat te Moeara Laboe,Sumatra 19 febr. 1877 en Deurwaarder aldaar bij de Raad van Justitie te Padang 1885; commies-boekhouder bij het verrekenkantoor te Padang 19 mei 1892; eervol ontslag wegens volbrachte diensttijd met een pensioen van 675 gulden per jaar 1896; overleden te Padang 20 okt. 1896; trouwt te Padang 17 juli 1894 met Si Poelang, maleise vrouw, geboren te Alahan Pandjang omstr. 1864; overleden te Padang op 10 sept. 1894; drochter van Si Toemboh en Si Koentji.
6. jaar 1762
Richard Maidman Esq., *Bombay 17-8-1762 †Fort Marlborough Sumatra 2-2-1798.
∞Inlandse vrouw Nona Giering; ∞Inlandse vrouw Nona Soei
kinderen:
Zijn dochter; ex matre de Inlandse vrouw Nona Giering:
Catharina Maidman, *Natal omstr. 1791 +Padang 13 mei 1871.
zoon; ex matre:
John Butter Maidman *Natal 2 sept. 1792, +Padang 3 juli 1883.
Vermoedelijk zijn dochter (ex matre):
Elisabeth Maidman *Fort Marlborough,Sumatra 22 aug. 1802
Zijn zoon (ex matre de Inlandse vrouw Nona Soei):
Richard Robert Maidman 1794
7. jaar 1731
Richard Maidman Esq. 1731 Titchfield Hampshire; Sheriff/rechtelijk macht
∞Isabella Woodrow, t. Mary’s Wickham *24-1-1744 +8-2-1817 Wickham
dochter van: dr. van Dr. Mr. William Woodrow en Isabella Perchard.
kind (ex matre een onbekende vrouw): Richard Maidman Esq., *Bombay 17 aug. 1762
Richard Maidman Esq: 1760-1763 de leiding over de marine opslagplaatsen in India, keerde omstreeks 1764 naar Engeland terug, woonde eerst te Portsea, Hampshire, waar hij op 1 aug. 1765 een heraldisch wapen, nieuwe familie wapen aanvroeg bij het College of Arms dat in het najaar van 1765 werd toegekend; sheriff voor het graafschap Southampton,1769-1778. Plaatsvervangende luitenant van de militia te Wickham, Hampshire 1787, legde op 12 sept. 1787 de eed af als Justice of Peace en was vervolgens magistrate rechtelijk macht te Wickham.
8. jaar 1701
Richard Maidman *Titchfield, Hampshire, 6 maart 1701,
∞Ann Robinson, *1 maart 1733, †Portsea, St. Mary’s 16-11-1775,
kinderen:
William Maidman, * Portsmouth, 22-2-1725, +1-12-1754, Wimborn, Dorset
Richard Maidman Esq 1731 *Crubthorne, Titchfield
9. jaar 1660
William Maidman *ca 1660 †28 juli 1719, Alverstoke Hampshire
∞Sarah Saben/Sabine 24 sept. 1692 te Titchfield; † 6 sept. 1748
kinderen
Sara Maidman, *15 aug.1693, +Titchfield 27 jan 1748.
William Maidman *26 dec 1694, +Titchfield 1 jan 1695.
Elisabeth Maidman * 16 jan. 1696, +Alverstoke 26 okt. 1720.
Mary Maidman *Titchfield 2 febr. 1699, + Warblington
∞30 mei 1721 Henry Adams, *Titchfield 1-3-1697, +Titchfield 28-2-1727
Richard Maidman *Titchfield (Hampshire) 6 maart 1701
Alverstoke, St. Mary een parochie, bestaande uit de zeehavenstad Gosport, de waterplaats genaamd Anglesey, en de kapel van Forton, in de vrijheid van Alverstoke en Gosport, Fareham en S. divisies van het graafschap Southampton . Er zijn verschillende kerken en kapellen in de parochie; één in Gosport, ingewijd in 1696, en gewijd aan de Heilige Drie-eenheid; een kleine kapel die nauw grenst aan de vrijheid van Gosport; een andere in Elson, aan de noordkant van de parochie; één, onlangs gebouwd, vlakbij de parochiekerk, tussen de nieuwe gebouwen in Anglesey; en één bij Forton. De kerk in Elson is gewijd aan St. Thomas.
De Kerk van Engeland (Anglicaans) werd in 1534 de officiële staatsgodsdienst, met de regerende monarch als hoogste gouverneur.
Familie wapen: Maidman/
Maidment
10. jaar 1640
Samuel Sabin sgr. *1640 +1699 Rehoboth, Bristol; Sergeant, Planter en molenaar.
xMary Billington *1640
11. jaar 1609
William Sabin / Sabine 1609-1686 Titchfield, Hampshire; molenaar
∞Mary Elizabeth Wright, 1618-1660 North Riding
catnip13.tripod.com/Ormsby.html
12. 1583
Richard Samuel Sabin 1583, 1-6-1641 Titchfield
Mary Elizabeth Bushe, +14-10-1644, Titchfield
13. 1560
Joseph Sabine 1560 Titchfield, +1610 Titchfield
Elizabeth Knight *1560, huw. 1588 Titchfield +1630 Titchfield
William Sabin.
Familie wapen
Sabin/Sabine
14. jaar 1535
Sir William Knight IV *9-9-1535; +21-4-1569 Romsey Hampshire
1e huw: Elizabeth Wild *1543 +27-4-1570, Romsey Hampshire
2e huw: xJane Langburne; *1555 in Chippenham, Wiltshire; +1613 in Romsey
Romsey, England (josephknightfamily.org)
15. 1515
John Knight III *1515 +8-9-1560 Romsey, Hampshire
Katherine Wild, 1510 Romsey
edwardthesecond.blogspot.com/2012/07/when-genealogy-goes-wrong.html
16. 1470
John Mortimer Knight II 1470 +9-9-1549 Wymondham, Norfolk
xElizabeth Smythes
xMaude Knight, 1470-1555 Romsey
17. 1440
Sir John Mortimer Knight I 1440-1470 Worcestershire
xMargaret Wharton 1450 Worcestershire
18. 1410
Sir William Mortimer Knight Jr. 1410-1498 Effingham, Surrey
Eleanor Mortimer Knight (geboren Iwardly) 1412 Worcestershire
digital.library.adelaide.edu.au/dspace/bitstream/2440/127004/1/Bailey2020_PhD.pdf
cris.winchester.ac.uk/ws/portalfiles/portal/2498292/Stockdale_PhD.pdf
19. 1380
William Mortimer Knight Sr. 1380-1412 Effingham
Alice Worthington 9 januari 1380 Worchester
20. 1350
Sir Ralph Mortimer Knight 1350-1391 Nottinghamshire, †21-4-1431 Effingham, Surrey
Faith Dickinson *1366, Rotherham, Yorkshire
21. 1320
Sir William Alfred Mortimer Knight *1320 Worcester, Angleterre †1350 Cheadle (Angleterre),
∞Ethel May Mortimer Knight (geboren Dyer) 1320-1358
William Alfred Mortimer Knight: wordt nog steeds door de meeste geleerden geaccepteerd dat Isabella Engelse gravin, ten tijde van de executie van Roger De Mortimer zwanger was van zijn kind. In het officiële verslag staat dat ze de baby verloor in het kraambed. Er zijn berichten dat de baby uit het kasteel werd gesmokkeld door Isabella's vriend en supporter Adam Orleton, de bisschop van Worcester, en aan een sympathieke familie werd gegeven. Het zou logisch zijn, omdat een mannelijk kind van deze unie vrijwel zeker als een bedreiging voor de troon zou zijn gezien en niet zou hebben mogen leven.
22. 1287
Roger de Mortimer Roger IV, 3de Baron Mortimer, 1st Graaf van March de Mortimer/ 8th Baron Mortimer *25 april 1287 Thornbury, Hereford, +29 november 1330;
Lord Jultice of Ireland. Opgehangen wegens verraad in Tyburn
∞Isabella (geboren Capet De Artois) *1292, Paris, +22 August 1358, Hertford Castle,
∞Joan Geneville, 2 Feb 1286, Ludlow Castle, Shropshire, Married 6 Oct 1306 Shropshire +19 Oct 1356, Kings Stanley, Gloucestershire,
Roger de Mortimer, 1st Earl of March, door zijn huwelijk kon hij zijn bezittingen uitbreiden tot in de Welsh Marches (Ludlow Castle), en in Ierland. In 1318 werd hij lid van de oppositie tegen Edward II en zijn gunstelingen, vooral tegen Hugh le Despenser. Hij moest zich in 1322 aanbieden bij de koning te Shrewsbury en werd gevangen genomen. Hij kon ontsnappen naar Frankrijk. Aan het Franse hof ontmoette hij, Isabella van Frankrijk, de echtgenote van Edward II van Engeland, en de twee werden minnaars. Door het schandaal diende het paar naar Vlaanderen te vluchten en bereidde een invasie in Engeland voor. Zij ontscheepten in Suffolk en verdreven samen met Hendrik van Lancaster de Despensers en koning Edward II. Zij doodden de Despensers en namen de koning gevangen en zetten hem af. Het koppel zou ook verantwoordelijk zijn voor de moord op de koning in 1327. Na de machtsovername door Edward III werd Roger gevangen genomen, aangeklaagd wegens machtsovername en verraad van de koning en in 1330 opgehangen in Tyburn. Zijn bezittingen werden door de kroon geconfisqueerd, geboren op 25-04-1287, overleden op 29-11-1330 te Tyburn, begraven te Wigmore Abbey. Gehuwd in 1301 met: 6062111. Joan de Geneville
*
Roger Mortimer (1287-1330) leidde de opstand tegen de hopeloos onhandige Edward II. Mortimer ging echter te ver; hij speelde een belangrijke rol bij de barbaarse moord op Edward II (nadat de koning tot troonsafstand was gedwongen) en hoewel hij standaard als 'regent' regeerde vanwege zijn overspelige affaire met koningin Isabella, werd zijn vergunning om te regeren door andere edelen van de opstand al snel overbelast en ze lieten hem arresteren en ter dood brengen op Tyburn Hill. Rogers heldendaden werden later beroemd gemaakt door het toneelstuk 'Edward II', geschreven in 1592, door Christopher Marlowe. Hij wordt in eerste instantie afgeschilderd als oprecht loyaal aan het concept van de monarchie, maar wordt door zijn eigen macht vernederd en wordt een harteloze en berekenende verrader.
Joan de Geneville, na het overlijden van haar vader in juni 1292 werd zij een van de rijkste en meest begeerde huwelijkskandidaten van het land. Na de executie van haar echtgenoot in 1330 werd zij gevangengezet in Hampshire en werden haar kinderen vastgezet. Zij kreeg haar bezittingen terug toen koning Edward III van Engeland haar in 1336 een volledig pardon gaf voor de misdaden van haar echtgenoot, geboren op 02-02-1286 te Ludlow Castle in Shropshire, overleden op 19-10-1356, begraven in Wigmore Abbey naast haar echtgenoot. De abdij werd verwoest tijdens de zogenaamde Dissolution of the Monasteries (tussen 1536 en 1541).
*
Graaf Roger van Shrewsbury (25 april 1287-29 november 1330), ook wel bekend als Roger Mortimer was de graaf van Shrewsbury van 1304 tot 1307, als opvolger van graaf Edmund van Shrewsbury en voorafgaand aan Edward II van Engeland . Hij was een machtige marsheer en samen met zijn geliefde Isabella van Frankrijk viel hij in 1326 Engeland binnen en onttroonde Edward. Hij werd echter gedood bij de staatsgreep van Edward III van Engeland in 1330.
Roger werd geboren op 25 april 1287 in het Huis van Mortimer , een dynastie van Engelse katholieken . Roger volgde zijn vader Earl Edmund van Shrewsbury op in 1304 na zijn dood, en hij trouwde met Joan de Geneville , waarmee hij landgoederen verwierf in de Welsh Marches en Ierland . In 1307 nam koning Edward II van Engeland het graafschap Shrewsbury over en Roger werd een vijand van koning Edward. In 1316 werd hij benoemd tot Lord Lieutenant of Ireland , waardoor hij meer macht kreeg, en in 1321 leidde hij de grote opstand tegen koning Edward (de " Despenser-oorlog ") vanwege zijn vriendjespolitiek met Hugh Despenser .en zijn slechte heerschappij. Roger werd opgesloten in de Tower of London in 1322 na het mislukken van de opstand, en hij werd later verbannen naar Frankrijk . In 1325 vertrok Edwards vrouw Isabella van Frankrijk naar Frankrijk onder het mom van een diplomatieke missie, en ze ontmoette Roger, en de twee leidden een leger van huurlingen en rebellen bij een invasie van Engeland. Ze zetten Edward af en doodden de familie Despenser; de twee werden de regenten van Engeland voor koning Edward III van Engeland van 1327 tot 1330. In 1330 greep Edward III de macht, en hij liet Roger executeren en zijn moeder gevangen zetten, waarbij hij de macht voor zichzelf overnam
.
Een buste van Roger Mortimer bij Caerphilly Castle
De jeugd van Roger Mortimer kwam tot een abrupt einde toen zijn vader dodelijk gewond raakte tijdens een schermutseling nabij Builth in juli 1304. Aangezien Roger minderjarig was bij de dood van zijn vader, werd hij door koning Edward I onder curatele gesteld. van Piers Gaveston, 1st Graaf van Cornwall. Echter, op 22 mei 1306, tijdens een uitbundige ceremonie in Westminster Abbey met tweehonderdnegenenvijftig anderen, werd hij geridderd door Edward en kreeg hij de livrei van zijn volledige erfenis.
Zijn volwassen leven begon serieus in 1308, toen hij persoonlijk naar Ierland ging om zijn gezag af te dwingen. Dit bracht hem in conflict met de de Lacys, die zich voor steun wendden tot Edward Bruce, de broer van Robert Bruce, King of Scots. Mortimer werd op 23 november 1316 door Edward II benoemd tot Lord Lieutenant of Ireland. Kort daarna, aan het hoofd van een groot leger, dreef hij Bruce naar Carrickfergus en de de Lacys naar Connaught, waar hij wraak nam op hun aanhangers wanneer ze werden gevonden. Hij keerde terug naar Engeland en Wales in 1318 [7] en hield zich daarna enkele jaren bezig met adellijke geschillen aan de grens met Wales.
www.luminarium.org/encyclopedia/rogermortimer.htm
Roger Mortimer, 1e graaf van March (1287-1330) (luminarium.org)
23. 1252
Edmund de Mortimer, Knight II Baron de Mortimer 7th Lord Wigmore
* 30-10-1252 Wigmore,+17-7-1304 in Wigmore, Abbey
∞Joan de Grey *1260 Wilton +1285
∞Margaret de Fiennes, Baroness *1262 in Wigmore +7-2-1334 Castle at Radnor,
Congleton
Edmund Mortimer, 2de Lord Mortimer was de tweede zoon en uiteindelijke erfgenaam van Roger Mortimer, 1st Baron Mortimer. Zijn moeder was Maud de Braose. Als jongste zoon was Edmund bestemd voor het geestelijk of monastiek leven en was hij gestuurd om te studeren aan de universiteit van Oxford.
In 1265 werd hij penningmeester van York. In 1268 wordt vermeld dat hij theologie studeerde in het huis van de aartsbisschop van York. Koning Hendrik III toonde gunst door zijn dieet aan te vullen met de luxe van hertenvlees.
https://fr.wikipedia.org/wiki/Edmond_Mortimer_(2e_baron_Mortimer_de_Wigmore)
De plotselinge dood van zijn oudere broer, Ralph, in 1274 maakte hem erfgenaam van de familiebezit; toch bleef hij studeren in Oxford. Maar de dood van zijn vader dwong uiteindelijk tot zijn vertrek.
Hij keerde in 1282 terug naar de March als de nieuwe Lord Mortimer van Wigmore en raakte onmiddellijk betrokken bij de politiek van de Welsh Marches. Samen met zijn broer Roger Mortimer, Baron of Chirk, John Giffard en Roger Lestrange bedacht hij een plan om Llywelyn ap Gruffudd in de val te lokken. Edmund, een achterkleinzoon van Llywelyn de Grote, stuurde een bericht naar zijn bloedverwant Llywelyn, kleinzoon van Llywelyn de Grote, om hem te vertellen dat hij Llywelyn te hulp zou komen en regelde een ontmoeting met hem in Builth. Bij Irfon Bridge raakte de prins van Wales gescheiden van zijn leger. Edmunds broers doorwaadden in het geheim de rivier achter het leger van Llywelyn en verrasten de Welsh. In de resulterende strijd werd Llywelyn gedood en onthoofd. Edmund stuurde toen zijn broer Roger Mortimer van Chirk om het afgehakte hoofd van Llywelyn te presenteren aan koning Edward I van Engeland in Rhuddlan Castle.
In ruil voor zijn diensten werd Edmund in 1283 geridderd door koning Edward in Winchester. In september 1285 trouwde hij met Margaret de Fiennes, de dochter van Willem II de Fiennes en Blanche de Brienne (zelf de kleindochter van Jan van Brienne bij zijn derde vrouw Berenguela). van Leon), de familie in koninklijk bloed.
*
Edmund de Mortimer, 2nd Baron of Wigmore. Als tweede zoon was Edmund voorbestemd voor een kerkelijke loopbaan en studeerde hij aan de universiteit van Oxford. Hij werd aangesteld tot schatbewaarder van York in 1265. Door de plotselinge dood van zijn oudste broer, Ralph, in 1276, werd hij erfgenaam van de familiebezittingen. In 1282 keerde hij terug als de nieuwe baron Mortimer van Wigmore en raakte onmiddellijk betrokken in de politieke kwesties van Wales. Samen met zijn broer Roger, John Giffard en Roger Lestrange beraamde hij een plan om Llywelyn de Laatste te laten vallen. Mortimer zond een boodschap aan Llywelyn om hem te melden dat hij hem ter hulp kwam, maar Lluwelyn werd in een hinderlaag gelokt en gedood. Mortimer zond vervolgens zijn broer Roger naar Edward I van Engeland om hem het hoofd van Llywelyn te tonen. Edmund werd tot ridder geslagen door Edward in Winchester en stond de koning bij in diens krijgstochten naar Gascogne en Schotland. Hij raakte dodelijk gewond in een schermutseling bij Builth en stierf in het kasteel van Wigmore, geboren in 1251, overleden op 17-07-1304 te Wigmore Castle, begraven in de abdij van Wigmore Castle. Gehuwd in 1285 met: Margaret de Fiennes, geboren in circa 1272 te Wigmore, Herefordshire, overleden op 07-02-1333.
Microsoft Word - kwartierstaat_webversie.doc (sroeling.info)
*
EDMUND de MORTIMER (overleden in 1304) werd voortdurend verzocht maatregelen te nemen tegen de opstand van Rhys ap Maredudd van Ystrad Tywi, 1287-88. Zijn zoon, ROGER de MORTIMER, later 1e graaf van maart, combineerde met zijn machtige oom Roger van Chirk en maakte van de familie een belangrijke macht in Welshe zaken. Uit angst voor de invloed van hun grote rivalen, de Despensers, in Zuid-Wales, kozen ze de kant van de graaf van Hereford in zijn ruzie met de Despensers over de verwerving van Gower in 1321. Ze voerden een succesvolle militaire campagne in Zuid-Wales, maar in januari 1321/2, nadat ze de wapens tegen de koning hadden opgenomen, werden ze verslagen en gevangengezet. Met de troonsbestijging van Edward III genoot Roger Mortimer van Wigmore echter meer gunst dan ooit. Op 20 februari 1326/7 werd hij benoemd tot rechter van Wales en van het bisdom Llandaff tijdens het genot van de koning. Dit laatste ambt werd op 4 augustus 1328 verlengd en op 27 augustus 1328 werd hij voor het leven berecht. De benoeming tot rechter van Wales werd verlengd op 4 november 1328, na zijn verheffing tot het graafschap maart, en op dezelfde dag werd hij benoemd tot rechter in het bisdom S. Davids voor het leven. Hij had in juni 1327 de voogdij gekregen over de landen van ' Glamorgan en Morganwg ' tijdens het plezier van de koning, en in september 1327 kreeg hij land ter waarde van £ 1.000 per jaar, waaronder het kasteel van Denbigh en de gescheurde landen van de graaf van Arundel in Wales. Zijn officiële positie, verbonden met zijn grote landeigendommen, maakte hem bijna oppermachtig in Wales tot zijn dood in 1330, toen hij als verrader werd geëxecuteerd.
De volgende erfgenaam was de kleinzoon van de 1e graaf, ROGER de MORTIMER (1327? - 1360), en hij kreeg, ondanks het verraad van zijn grootvader, geleidelijk zijn landgoederen terug in de Welsh March.
Hij overleed op 1359/60 februari. Gedurende de rest van de 14e eeuw lijkt de familie geen enkele noemenswaardige rol te hebben gespeeld in welshe zaken. Ze raakten echter verbonden met de opstand van Owain Glyndŵr aan het begin van de volgende eeuw. Toen Roger de Mortimer, 4e graaf van March, in 1398 stierf, was zijn zoon, EDMUND, nog minderjarig, en bijgevolg werd Rogers broer, ook wel EDMUND genoemd, de belangrijkste vertegenwoordiger van de familie in de Welsh March. Toen de Glyndŵr-opstand uitbrak, werd hij geassocieerd met zijn zwager, Henry Percy, in maatregelen tegen de opstand.
Gevangen genomen door Glyndŵr in 1402, trouwde hij echter met de dochter van zijn ontvoerder, Catharina, en nam moedig deel aan zijn plannen. In het beroemde verdelingsverdrag tussen Mortimer, Glyndŵr en de graaf van Northumberland zou Mortimer de zuidelijke helft van Engeland ontvangen. Alles kwam echter op niets uit en Mortimer kwam om bij het beleg van kasteel Harlech, 1409? Edmund de neef stierf in 1425 en de landgoederen gingen nu over op Richard, hertog van York, zoon van Anne Mortimer en Richard, hertog van Cambridge.
Auteur: Griffith Milwyn Griffiths
EDMUND de MORTIMER (overleden in 1304) werd voortdurend verzocht maatregelen te nemen tegen de opstand van Rhys ap Maredudd van Ystrad Tywi, 1287-88. Zijn zoon, ROGER de MORTIMER, later 1e graaf van maart, combineerde met zijn machtige oom Roger van Chirk en maakte van de familie een belangrijke macht in Welshe zaken. Uit angst voor de invloed van hun grote rivalen, de Despensers, in Zuid-Wales, kozen ze de kant van de graaf van Hereford in zijn ruzie met de Despensers over de verwerving van Gower in 1321. Ze voerden een succesvolle militaire campagne in Zuid-Wales, maar in januari 1321/2, nadat ze de wapens tegen de koning hadden opgenomen, werden ze verslagen en gevangengezet. Met de troonsbestijging van Edward III genoot Roger Mortimer van Wigmore echter meer gunst dan ooit. Op 20 februari 1326/7 werd hij benoemd tot rechter van Wales en van het bisdom Llandaff tijdens het genot van de koning. Dit laatste ambt werd op 4 augustus 1328 verlengd en op 27 augustus 1328 werd hij voor het leven berecht. De benoeming tot rechter van Wales werd verlengd op 4 november 1328, na zijn verheffing tot het graafschap maart, en op dezelfde dag werd hij benoemd tot rechter in het bisdom S. Davids voor het leven. Hij had in juni 1327 de voogdij gekregen over de landen van ' Glamorgan en Morganwg ' tijdens het plezier van de koning, en in september 1327 kreeg hij land ter waarde van £ 1.000 per jaar, waaronder het kasteel van Denbigh en de gescheurde landen van de graaf van Arundel in Wales. Zijn officiële positie, verbonden met zijn grote landeigendommen, maakte hem bijna oppermachtig in Wales tot zijn dood in 1330, toen hij als verrader werd geëxecuteerd.
Auteur: Griffith Milwyn Griffiths
MORTIMER familie, van Wigmore, Herefordshire | Woordenboek van Welsh Biografie (biography.wales)
.
Edmund Mortimer
24. 1231
Sir Roger de Mortimer I Baron Mortimer *1231
III, Lord of Wigmore Roger de Mortimer, ld Roger de Mortimer;
Sir Roger de Mortimer, 6e Lord Wigmore, Constable van clun & Herford Castles Sheriff van Herefordshire; Heer van Kerry en Cydowain, kapitein-generaal van de Marken *1231 in Cwmaron Castle, Radnorshire, Wales. +26-10-1282 in Kingsland, Herefordshire,
∞Maud de Briouse/Braose *1226 Bramber Castle, Breconshire, Wales +20 maart 1301
Sir Roger de Mortimer, 1st Baron Mortimer of Wigmore, beroemde en beloonde ridder van Wigmore Castle in Herefordshire. Roger was een trouwe dienaar van koning Hendrik II van Engeland. Soms was hij een vijand en soms een bondgenoot van de laatste prins van Wales, Llywelyn ap Gruffydd (the Last). In 1256 leverde Roger een gevecht met Llywelyn toen deze zijn Lordship te Gwrtheyrnion (Rhayader) aanviel. Beiden bleven strijd voeren totdat zij beiden in 1282 overleden. Zij waren beide een kleinzoon van Llywelyn ab Iorwerth. Mortimer vocht aan de zijde van de koning tegen de rebellerende Simon de Montfort, 6th Earl of Leicester. In 1264 verloor hij bijna zijn leven tijdens de Battle of Lewes toen hij tegen Montfort’s manschappen vocht. In 1265 hielp zijn echtgenote, Maud de Braose, bij een reddingsoperatie voor Prins Edward (Edward I van Engeland). Roger en de prins sloten hierop een bondgenootschap tegen Simon de Montfort. In augustus 1265 werd het leger van Simon de Montfort aan drie zijden door de manschappen van Roger omringd nabij de River Avon. Het leger van Prins Edward sloot hem in door zijn manschappen naar de vierde zijde te sturen. Roger liet de enige ontsnappingsroute blokkeren, de Bengeworth bridge. Hierop brak de Battle of Evesham uit. Toen een hevige storm boven het slagveld losbarstte en de manschappen van Simon de Montfort naar de brug renden werden zij allen vermoord. Roger de Mortimer wist zelf Simon de Montfort te vermoorden, waarna hij het ernstig verminkte hoofd en andere ledematen van hem cadeau kreeg van de prins. Hij stuurde deze naar Wigmore Castle als gift voor zijn echtgenote. Op de grafsteen van Roger te Wigmore Abbey staat: “Here lies buried, glittering with praise, Roger the pure, Roger Mortimer the second, called Lord of Wigmore by those who held him dear. While he lived all Wales feared his power, and given as a gift to him all Wales remained his. It knew his campaigns, he subjected it to torment.”, geboren in 1231, overleden op 30-10-1282, begraven te Wigmore Abbey. Gehuwd in 1247 met: Maud de Braose, geboren in circa 1226 te Bramber Castle, overleden vóór 20-03-1301.
Microsoft Word - kwartierstaat_webversie.doc (sroeling.info)
*
Roger Mortimer, was een beroemde en geëerde ridder van Wigmore Castle / Ludlow Castle in Herefordshire. Hij was een trouwe bondgenoot van koning Hendrik III van Engeland. Hij was soms een vijand, soms een bondgenoot, van Llywelyn ap Gruffudd, Prins van Wales.
https://fr.wikipedia.org/wiki/Roger_Mortimer_(1er_baron_Mortimer_de_Wigmore)
*
ROGER de MORTIMER werd in 1179 twee jaar gevangen gezet omdat zijn volgelingen betrokken waren geweest bij de dood van Cadwallon ap Madog, en in 1191 werd hij voor drie jaar verbannen, dit keer op beschuldiging van samenzwering met de Welsh tegen de koning. Hij keerde te zijner tijd terug en verdreef in 1195 Cadwallons zonen uit Maelienydd, maar in 1196 werden hij en Hugh de Say van Richards kasteel zwaar verslagen door Rhys ap Gruffydd bij Radnor. In de eerste helft van de 13e eeuw werd Llewelyn ap Iorwerth een van de machtigste prinsen in Wales, en in 1230 associeerden de Mortimers zich met deze prins toen RALPH de MORTIMER trouwde met zijn dochter Gwladus Ddu. Hun zoon, ROGER de MORTIMER, breidde de territoriale bezittingen van de familie in Wales aanzienlijk uit door zijn huwelijk in 1247 met Mathilde, de oudste dochter van William de Braose, voorheen heer van Brecon. Mathilde was ook mede-erfgenaam van de maarschalkslandgoederen rechts van haar moeder Eva, dochter van William Marshal, graaf van Pembroke (zie maarschalkfamilie). Aan de Mortimers bracht ze daarom een derde van de grote eer van Brecon, de heerlijkheid Radnor, en landerijen in Carmarthenshire en Pembrokeshire. Met dergelijke territoriale aanwas nam de familie nu een dominante positie in als marcher lords. Rogers grote tegenstander in Wales was zijn bloedverwant, de Welshe prins Llewelyn ap Gruffydd. Er werd met tussenpozen gevochten en wapenstilstanden gesloten totdat beiden in 1282 om het leven kwamen. De strijd tussen marcher lord en Welsh prince werd op dit moment samengevoegd in de grotere strijd tussen de baronnen en Henry III, en later in de campagnes van Edward I tegen Wales. In 1262 en 1266 werd Mortimer zwaar verslagen door Llywelyn en in september 1267 werden door het Verdrag van Montgomery grote delen van zijn land aan die prins overgegeven. In november 1276 werd Mortimer benoemd tot kapitein voor Shropshire, Staffordshire en Herefordshire, en de aangrenzende districten, in Edward I's campagne tegen de Welsh. Hij slaagde erin veel land van zijn tegenstanders te ontfutselen. In deze tijd was hij ook zeer actief in de dienst van de koning in gerechtelijke zaken. Hij overleed in 1282.
.
In 1256 ging Roger ten strijde met Llywelyn ap Gruffudd toen deze zijn heerschappij van Gwrtheyrnion of Rhayader binnenviel. Deze oorlog zou met tussenpozen doorgaan tot de dood van zowel Roger als Llywelyn in 1282. Ze waren allebei kleinzonen van Llywelyn ab Iorwerth.
Mortimer vocht voor de koning tegen de rebel Simon de Montfort, 6e graaf van Leicester, en verloor bijna zijn leven in 1264 in de Slag bij Lewes terwijl hij vocht tegen de mannen van Montfort. In 1265 hielp de vrouw van Mortimer, Maud de Braose, prins Edward te redden; en Mortimer en de prins sloten een alliantie tegen de Montfort.
In augustus 1265 werd het leger van de Montfort aan drie kanten omsingeld door de rivier de Avon en aan de vierde kant door het leger van prins Edward. Mortimer had zijn mannen gestuurd om de enige mogelijke ontsnappingsroute te blokkeren, bij de Bengeworth-brug. De Slag bij Evesham begon serieus. Boven het slagveld raasde een storm. De Welshe soldaten van Montfort braken en renden naar de brug, waar ze werden afgeslacht door Mortimers mannen. Mortimer doodde zelf Hugh Despencer en Montfort en verpletterde het leger van Montfort. Mortimer ontving het afgehakte hoofd van Montfort en andere delen van zijn anatomie, die hij naar Wigmore Castle stuurde als cadeau voor zijn vrouw, Lady Mortimer.
Mortimer nam deel aan de campagne van Edward I in 1282 tegen Llewelyn the Last en kreeg de leiding over de operaties in Midden-Wales. Het was een grote tegenslag voor Edward toen Mortimer stierf in oktober 1282.
25. 1190/95
Ralph, Ranulf, Roger de Mortimer, 1st Baron la Zouche II *7-9-1195 Wigmore, Herefordshire †6 -8-1246 Wigmore Abbey,
∞Gwladus de Galles, *1205, Caemarvonshire Cymru, Wales +1251, Windsor, Berkshire.
Sir Ralph de Mortimer, 5th Baron Mortimer, volgde zijn broer op vóór 23-11-1227, bouwde in 1240 de kastelen Cefnllys en Knucklas, geboren vóór 1198, overleden vóór 02-10-1246. Gehuwd: Gwladys Ddu (the Dark), begeleidde waarschijnlijk haar broer Dafydd ap Llywelyn naar Londen in 1229, geboren in circa 1205 te Gwynedd, Wales, overleden in 1251 te Windsor, Berkshire. Gehuwd (1) circa 1215 met Reginald de Braose, Lord of Brecon and Abergavenny, overl in 1228, zoon van William de Braose, 7th Baron Abergavenny en Maud de St. Valery, Lady de la Haie.
.
Ralph de Mortimer, broer en erfgenaam van Hugh. In 1216 was hij een van de deputaties geweest die door koning John naar William de Briwere was gestuurd, na zijn gedwongen toetreding tot de baronnen tijdens hun bezetting van Londen, om zijn terugkeer in dienst van de koning te regelen; en in september 1217 was hij in Lambeth getuige geweest van de artikelen die waren opgesteld tussen Hendrik III en Lodewijk van Frankrijk. Op 23 november 1227 schonk hij £ 100 als verlichting voor het land van zijn broer Hugh, en de koning nam zijn eerbetoon; en op 8 juli 1229 kreeg hij voor zijn trouwe dienst gratie voor alles behalve £ 500 van de schulden van zijn vader en broer. In oktober 1230 verkreeg hij een charter voor een kermis in Knighton en een vrije warren in Stratfield, en in 1231 werd hij bewaarder van Clun Castle en eer tijdens plezier. In juni 1233, met de andere Lords Marchers, Ralph wisselde gijzelaars uit met de koning de trouwe dienst, quousque regnum sit ita securatum quod firma pax sit in regno Anglie. Op 7 november daaropvolgend getuigde hij een handvest van Hendrik III in Hereford. Hij was op 28 januari 1235/6 aanwezig bij de bevestiging van Magna Carta in Westminster, en in hetzelfde jaar claimden hij en de andere Lords Marchers het recht om de verzilverde speren te vinden en te dragen die de luifels ondersteunden die boven de koning en de koningin werden gehouden in hun kroningsstoet; maar omdat het recht van de Baronnen van de Cinque Ports om beide luifels te dragen was toegestaan, werd de claim van de Marchers afgewezen als lichtzinnig. In 1241 was hij de eerste van de toezeggingen aan de koning voor zijn schoonzus Senana, de vrouw van Griffith ap Llewelyn; maar in augustus van dat jaar sloten Meredith ap Howel en de andere Welshe heren van Kerry een permanente vrede met Henry III, of ze in oorlog zouden moeten zijn met Ralph de Mortimer of niet. In juni 1242 werd hij ontboden om de koning zo spoedig mogelijk te hulp te komen in de Gascogne.28). Hij stierf op 6 augustus 1246 en werd begraven in Wigmore. Zijn weduwe stierf in 1251. [Compleet Peerage IX:275-6, (getranscribeerd door Dave Utzinger)]H Henry III [1228], die £100 betaalde voor zijn hulp, had al zijn landerijen in de cos. van Gloucester, Southampton, Berks, Salop en Hereford. Deze edelman, die van huwelijkse aard was, richtte verschillende sterke kastelen op waardoor hij zijn bezittingen tegen de Welsh kon uitbreiden, zodat prins Llewellyn, die zag dat hij hem niet met succes het hoofd kon bieden, hem zijn dau schonk., Gladuse Duy, weduwe van Reginald de Braose, getrouwd, en door deze dame kreeg hij een probleem, Roger, zijn opvolger; Peter John, een grijze monnik in Shrewsbury; Hugh, van Chelmersh; en een dau. Isolda, m. 1e aan Walter Balem, en 2e aan Hugh, Lord Audley. hij d. in 1246, en was s. door zijn oudste zoon, Roger de Mortimer. [Sir Bernard Burke, Slapende, afgeschafte, verbeurde en uitgestorven Peerages, Burke's Peerage Ltd, Londen, Engeland, 1883, p. 383, Mortimer, Barons Mortimer, van Wigmore, graven van maart]
De Mortimers waren een van de belangrijkste families in de mars. Tegen de tijd van Roger Mortimer (1287–1330) bezaten ze uitgestrekte Engelse en Welshe landen, met als middelpunt Wigmore Castle
26. 1153/58
Lord of Wigmore Knight Roger de Mortimer *1158 in Wigmore, Ludlow, Herefordshire, †19-8-1214 Wigmore Abbey,
∞Isabel de Ferriers *1166 in Oakham Hall, Rutlandshire †29 april 1252 in Lechlade, Faringdon, Gloucestershire,
Roger Mortimer, oudste overlevende zoon en erfgenaam van Hugo en Maud. Tijdens het leven van zijn vader verschijnt hij op de Pipe Roll als houder van terrae datae in Worcestershire en Salop. Hij was een weldoener van gloucester abbey, van Kington, St. Michael, Wilts, van Cwmhir, van Jumièges, en Saint-Victor-en-Caux. Tussen 1182 en 1189 getuigde hij in Rouen van een oorkonde van Hendrik II aan de monniken van Barbey (bisdom Bayeux). In 1191, op beschuldiging van samenzwering met de Welsh tegen de koning, werd hij gedwongen zijn kastelen op te geven en het land voor drie jaar te verlaten. In april 1194 was hij weer in Engeland en was getuige van een charter van Richard I, na zijn tweede kroning in Winchester. In 1210 dienden enkele van zijn ridders bij de invasie van de koning in Ierland.
Roger trouwde met Isabel, dochter van Walkelin de Ferrières, heer van Ferrières-Saint-Hilaire en heer van Oakham. Roger stierf voor 19 augustus 1214, nadat hij, met toestemming van de koning, zijn landerijen had afgestaan aan zijn zoon Hugo toen hij ziek werd en werd begraven in Wigmore.
Zijn weduwe Isabel trouwde, 2e, Piers Fitz Herbert, van Blaen Llyfni, die stierf op 1 juni 1235. Ze behield de Engelse landen van haar vader tot aan haar dood. Ze stierf voor 29 april 1252 en werd begraven in de kapel, die ze had gebouwd aan het hof van het hospitaal van St. John van Lechlade.
Roger en Isabel zijn ook de ouders van Ralph en Isabel.
*
Roger de Mortimer, Baron of Wigmore, zou volwassen geweest zijn toen hij in 1174 aan de zijde van Hendrik II van Engeland vocht tegen de opstand van zijn zoon Henry (the young King). In 1179 speelde Roger een belangrijke rol in de moord op Cadwallon ap Madog, de prins van Maelienydd en Elfael. Beide streken voegde Roger aan zijn bezit toe. Tot juni 1182 werd Roger voor deze moord gevangen gehouden te Winchester. In 1195 viel Roger, met hulp van troepen van Richard I van Engeland (Leeuwenhart), Maelienydd aan en herbouwde Cymaron Castle. In 1196 sloot hij een verbond met Hugh de Say. Samen verloren zij de Battle of New Radnor tegen Rhys ap Gruffydd, waarbij zij veertig ridders en een ontelbaar aantal soldaten verloren. In circa 1200 had Roger alsnog Maelienydd veroverd. In de zomer van 1214 werd hij ernstig ziek en kocht hij van koning Jan zonder Land het recht om zijn zoon, Hugh de Mortimer, te laten erven terwijl hij nog in leven was, geboren vóór 1153 te Wigmore Castle, overleden vóór 08-07-1214. Gehuwd (1) in circa 1189 met Milicent de Ferrers, geboren in circa 1173 te Derbyshire, Engeland, dochter van William de Ferrers, 3rd Earl of Derby en Sibilla de Braose. Gehuwd (2) vóór 1196 met:
Sabel de Ferrers, geboren in circa 1166 te Wigmore, Herefordshire, Engeland, overleden vóór 29-04-1252. Isabel was een halfzus van Milicent.
*
In de tijd van de Normandiërs waren het betrekkelijk eenvoudige heren, en hun landgoederen verzekerden hen van een plaats in de derde of misschien wel lagere tweede rang van de adel. In het begin van de twaalfde eeuw veroverden ze een groot deel van Midden-Wales, Maelienydd, dat ze daarna als magnaten regeerden. Ze doodden of verblindden regelmatig Welshe prinsen die in de strijd waren betrapt en handhaafden de grens met geweld. Diplomatie was echter niet buiten hen, en een groot succes werd behaald toen een van de meest strijdende Mortimers, Roger (overleden 1215), het eigendom van Maelienydd voorgoed vestigde met Llywelyn de Grote.
Microsoft Word - kwartierstaat_webversie.doc (sroeling.info)
https://www.genealogieonline.nl/richard-and-charlotte-allen-cosby-ancestry/P30305.php
27. 1125
Lord of Wigmore Hugh/Hugues de Mortimer *1125 in Chelmarsh, Bridgnorth +29-9-1181 in Cleobury Mortimer, Shropshire
∞Maud le Meschines de Longespee. *1120/31 in Skipton-in-Craven, Yorkshire, +1190 Harringworth, Northamptonshire
Hugo noemt zijn vader Hugh Mortimer (ongeveer 1098-26 februari 1148) en grootvader van vaderskant in een oorkonde van bevestiging aan Saint-Victor-en-Caux. In 1144 initieerde hij de herovering van de Door de Welsh veroverde Marken na de dood van koning Hendrik I, waarbij hij Rhys ap Howel in 1145 gevangen nam, Meredith ap Madog in 1146 doodde en de eerste in 1148 verblindde.
Hugh trouwde en kreeg een zoon die ook Hugh heette. Hugh de Mortimer was een Normandische Engelse middeleeuwse baron, Heer van Wigmore Castle, Cleobury Mortimer en soms Bridgnorth, Bishop's Castle en Maelienydd
Tijdens de anarchie van koning Stephen's regering was Mortimer een vurig royalist tot 1148. Dit kwam omdat Wigmore Castle van zijn vader was geconfisqueerd door koning Hendrik I.
Hij maakte wel heftig ruzie met zijn naburige Lords, meestal met Miles, graaf van Hereford, zijn zoon Roger en Josse de Dinant, heer van Ludlow.
Hugo was een van de baronnen die bezwaar maakte tegen de eis van Hendrik II voor de teruggave van koninklijke kastelen in 1155. Hendrik II lanceerde in mei 1155 een campagne tegen Hugo en belegerde tegelijkertijd zijn drie belangrijkste kastelen van Wigmore, Bridgnorth en Cleobury. Op 7 juli 1155 diende Hugo zich formeel in bij Hendrik II tijdens het Concilie van Bridgnorth. Hij mocht zijn eigen twee kastelen houden (hoewel Cleobury tijdens het beleg was verwoest), maar Bridgnorth keerde terug naar de kroon
Rond 1148 trouwde Hugh met Maud Le Meschin, dochter van William Le Meschin, heer van Skipton, Yorkshire, en Cecily de Rumigny. Mathilde was de weduwe van Filips Belmeis van Tong. Hun zoon. Roger Mortimer van Wigmore volgde zijn vader op als heer van Wigmore.
*
Hugh de Mortimer, Baron of Wigmore, keerde terug van zijn Normandische landgoederen in circa 1137. Herbouwde Cymaron Castle in 1144 waardoor dit de residentie van de familie bleef. Voerde veel oorlogen met zijn buren, met name Miles, Earl of Hereford en Josse de Dinant, Baron of Ludlow. Josse zette Hugh gevangen na een hinderlaag en liet hem pas vrij na betaling van een grote som geld. Gedurende deze tijd bezette Hugh ook het koninklijk kasteel te Bridgnorth. Hugh was één van de baronnen die in 1155 weigerde de koninklijke kastelen terug te geven aan Hendrik II van Engeland. In mei 1155 viel Hendrik II de kastelen Wigmore, Bridgnorth en Cleobury aan en op 07-07-1155 erkende Hugh het gezag van Hendrik II. Hij mocht zijn twee eigen kastelen behouden (Wigmore en Cleobury, hoewel het laatste tijdens het beleg was vernietigd), maar moest Bridgnorth teruggeven aan de kroon, geboren in circa 1085, overleden in circa 26-02-1180. Gehuwd tussen 1148 en 1153 met: Maud Le Meschin, geboren in circa 1118, overleden ná 1190.
Microsoft Word - kwartierstaat_webversie.doc (sroeling.info)
28. 1082
Lord of Wigmore Hugh/Hugues lord de Mortimer *1082 in Wigmore +26-2-1145
xMaude de Meschin/Briquessart *1083 in Wigmore, huw. 1132 te Normandie +1157 Wigmore
Hugh wordt verondersteld te zijn geboren in Normandië in de jaren 1090, mogelijk eerder. Hij was de kleinzoon van de eerste Mortimer, (de Mortimer) Roger die zijn naam ontleende aan het kasteel van Mortemer in de siene-maritime regio historisch in Haute-Normandie (Haute-Normandie). Het is niet duidelijk of Roger in 1066 bij Hastings vocht naast Willem hertog van Normandië, maar zijn zoon Ralph was zeker aanwezig in Engeland in de jaren na de verovering van Engeland. Na de opstand van Roger FitzOsbern, de tweede zoon van William FitzOsbern, 1e graaf van Hereford die Ralph mogelijk heeft helpen onderdrukken, verwierf de familie Mortimer het kasteel van Wigmore dat de hoofdzetel van de familie zou blijven totdat Ludlow Castle het geleidelijk verving in de jaren 1300.
Ranulph I de Mortimer (Ralf, Ralph, Raoul de Mortemer) (geboren voor ca. 1070/82 - overleden in/ na 1104/1145) was een Marcher Lord uit de Montgomery-landen in de Welsh Marches (grensgebieden tussen Wales en Engeland). In Engeland was hij heer van Wigmore in Herefordshire. In Normandië was hij de seigneur van St. Victor-en-Caux. Ranulph was de stichter van het Engelse Huis Mortimer van Wigmore. Hij verwierf Wigmore Castle nadat William Fitz Osberns zoon Roger de Breteuil zich aansloot bij de Opstand van de Graven van 1075. Zijn landerijen en bezittingen in Herefordshire en Shropshire werden hem vóór 1086 door Willem de Veroveraar toegekend.
Na de dood van Willem de Veroveraar werden het Koninkrijk Engeland en het hertogdom Normandië verdeeld. Ranulph van Mortimer voegde zich bij de opstand van 1088 tegen de nieuwe koning van Engeland, William Rufus. Samen met Normandische, Engelse en Welshe Marcher Lords vielen ze de landen Hereford, Gloucester en Worcestershire binnen en veroverden ze. Een jaar later mislukte de opstand en waren de marsen van Normandië, van Maine naar de Evrecin, in wanorde. Koning Rufus maakte van deze gelegenheid gebruik om zich aan te sluiten bij de baronnen van Hoog-Normandië door hen om te kopen. Van deze baronnen behield Ranulph zijn land door steekpenningen van de koning aan te nemen waarin hij zijn steun aan Engeland moest geven. Hij deed dit door zijn kasteel te garnizoenen en omliggende vijandelijke gebieden te plunderen als een aanval op de nieuwe hertog van Normandië, Robert Curthose. De Normandische baron-trouw vormde het toneel voor een race tussen de erfgenamen van Willem I, waarbij de hertog van Normandië en de koning van Engeland zoveel mogelijk steun van machtige en invloedrijke huizen tegen elkaar probeerden te krijgen.
Tijdens de machtsstrijd tussen Normandië en Engeland in de vroege jaren 1090, wisselde Ranulph uiteindelijk van kant en onderwierp hij zich aan de hertog van Normandië. Bij de Welsh Marches in 1093 sloot Ranulph zich aan bij normandische troepen, leidend met Graaf Roger van Shrewsbury, Ralph Tosny van Clifford Castle en Philip de Braose van Radnor. Ze vielen het oude Welshe graafschap Radnorshire binnen, dat nu Powys is, en plunderden het koninkrijk Cynllibiwg. Dit gebied stond bekend als Rhwng Gwy a Hafren, gelegen tussen de rivieren Wye en Severn. Ze stichtten de kastelen van Dinieithon, in de buurt van het huidige Llandrindod Wells, en Cymaron in Maelienydd, gelegen tussen Llanbister en Llangunllo. Een eeuw later, na de ineenstorting van het Normandische gezag, werden de afstammelingen van Mortimer uiteindelijk uit dit gebied verdreven door de Cynllibiwg-opstand van 1148.
Ranulph de Mortemer werd voor 1070 in Normandië geboren en stierf in 1104 of daarna, op een onbekende datum. Hij was de zoon van de Normandische baron Roger de Mortemer en Hawise. Zijn vader nam de naam Mortemer aan nadat hij het kasteel en dorp Mortemer in het Pays de Bray in bezit had gekregen, soms Morte-mer sur Eaulne of en Brai genoemd. Na de Slag bij Mortemer in 1054 verloor Roger echter het land en werd hij uit Normandië verbannen omdat hij er niet in slaagde een vijand van de hertog Willem gevangen te nemen. Decennia later werd het pand teruggegeven aan de familie Mortemer, namelijk door Ranulph, die het verwierf. Ze waren verwant aan William de Warenne, 1e graaf van Surrey, en afstammelingen van een zus van Gunnor, de vrouw van Richard I van Normandië.
Ranulph trouwde met Millicent, wiens afkomst momenteel onbekend is. Hun dochter Hawise de Mortemer (overleden in 1127) huwde graaf Stefanus van Aumale voor 1100. Ranulph steunde de zaak om zijn schoonzoon Hendrik I van Engeland te laten vervangen; Hendrik had echter de controle over zowel Engeland als Normandië tot 1135.
Wigmore Castle bleef het familiehuis van de Mortimer-dynastie in Engeland. Ralph had twee zonen, Roger (fl. 1137) en Hugh de Mortimer, die trouwde met Maud (Matilda) de Meschines.
Startpagina - Mortimer History Society
*
Hun oorsprong in Normandië
Zoals zoveel oude Engelse families, waren de Mortimers Noormannen die in Engeland aankwamen in de nasleep van de invasie van Willem de Veroveraar van 1066. Maar het is nogal verrassend om te horen dat ze de naam 'de Mortemer' slechts een paar jaar voor de Slag bij Hastings hebben aangenomen. De Mortimers maakten eigenlijk deel uit van de Warenne-familie, een andere dynastie die na de verovering in Engeland bloeide. Vaste data uit deze periode zijn moeilijk te vinden, maar een Ralph de Warenne is zowel in 1035 als in 1050 in Normandië te vinden. Als familielid van hertog Willem had hij minstens twee zonen. De oudste, een andere Ralph de Warenne werd geboren rond 1020 en zijn zoon, William de Warenne vocht in de Slag bij Hastings en werd vervolgens graaf van Surrey.
De eerste Ralph had een jongere zoon genaamd Roger de Warenne die heer werd van Mortemer-sur-Eaulne (ook bekend als Mortemer-en-Bray), een dorp ongeveer halverwege tussen Rouen en Amiens, en hij werd bekend als Roger de Mortemer. Deze eerste 'Roger Mortimer' zou in de fout gaan met hertog Willem en het gebeurde zo. Naast de heerlijkheid Mortemer had hij nog andere landen, waarvan sommige in handen waren van Ralph de Montdidier aan wie hij feodale plicht verschuldigd was. In 1054, toen Hendrik I, koning van Frankrijk, Normandië binnenviel, was Roger een van de leiders van een Normandische strijdmacht die de Fransen versloeg in de Slag bij Mortemer. Er werden gevangenen genomen en Roger bevond zich in de beschamende positie dat hij zijn feodale heer, Ralph de Montdidier, die met de Fransen had gevochten, gevangen had genomen. Hij besloot hem vrij te laten, maar toen hertog Willem hoorde dat hij dit had gedaan, was hij woedend en nam alle bezittingen van Roger in Normandië in beslag. Ze werden vervolgens verzoend en Roger kreeg al zijn land terug, behalve Mortemer, dus het eigendom van de Mortimers van de plaats waaraan ze hun naam ontlenen was inderdaad kort.
Na 1066 stichtte Willem de Veroveraar drie graafschappen langs de grenzen met Wales: Chester, Shrewsbury en Hereford. Het kasteel in Wigmore werd gesticht als een van een reeks kastelen langs de Welsh Marches door William's grote supporter, William fitzOsbern, de graaf van Hereford, ergens voor 1070. Binnen een paar jaar was het echter aan de Mortimers toegekend en dit kasteel bleef hun belangrijkste zetel of caput totdat de belangrijkste mannelijke lijn in 1425 uitstierf. Het is niet bekend of Roger de Mortemer ooit naar Engeland is gekomen en de eerste Mortimer die enige tijd in het land heeft gewoond, was zijn oudste zoon, Ralph, van wie er schriftelijk bewijs is tussen de jaren 1070 en 1115.
Voordat het verhaal van de Mortimers in Engeland begint, is het echter belangrijk om een paar gerelateerde zaken te introduceren. Misschien verrassend, de Mortimers van Wigmore waren niet de enige Mortimers in Engeland in de 12e eeuw. De Mortimers van Chelmarsh maakten deel uit van de familie Wigmore, maar er waren ook Mortimers van Richard's Castle; van Attleborough; van Aberdour; van Coedmore en ga zo maar door. Geen van deze families kan definitief verbonden zijn met de Mortimers van Wigmore. Gegevens uit deze periode zijn onvolledig en het is mogelijk dat de Mortimers van Attleborough bijvoorbeeld een jongere tak van de familie waren, maar stevig bewijs ontbreekt. Als de Attleboroughs en de Wigmores deel uitmaakten van dezelfde familie, dan moeten ze vrij nauw verwant zijn geweest, gezien het feit dat de naam Mortimer al heel lang niet meer in gebruik was geweest. In dat geval zou men enig bewijs van de familieband verwachten. Maar dat bewijs is er niet – ze waren bijvoorbeeld niet getuige van elkaars handvesten, zoals je had kunnen verwachten.
De wapenschilden van deze andere Mortimers zijn heel anders dan die van de Wigmore Mortimers, maar er moet aan worden herinnerd dat de heraldiek zoals we die kennen pas echt ingeburgerd raakte in de tweede helft van de 12e eeuw, tegen die tijd, nemen we aan, had er al een splitsing plaatsgevonden.
Zoals we hebben gezien, komt de naam Mortimer van een dorp genaamd Mortemer in Frankrijk. Het woord Mortemer brengt twee Franse woorden samen, mort betekent dood en mer betekent zee of water. Het woord Mortemer betekent dus letterlijk dood water, verwijzend naar een moerassig of moerassig gebied. Inderdaad, in Latijnse documenten worden de Mortimers van Wigmore meestal aangeduid met de naam de Mortuo Mari. Nu is het probleem met die naam dat gebieden met nat, drassig land ook op veel andere plaatsen voorkomen. Slechts 40 mijl ten zuiden van Mortemer-en-Bray ligt het cisterciënzerklooster van Mortemer en dit heeft geen verband met 'onze' Mortimers. Er zijn inderdaad minstens drie andere Mortemers in datzelfde deel van Frankrijk. Iedereen die uit een plaats komt die Mortemer heet, zou heel goed de Mortemer kunnen worden genoemd, dus we blijven achter met het probleem dat sommige of al deze andere Mortimers in Engeland mogelijk verwant zijn, maar dat ze dat waarschijnlijk niet waren. Het is veiliger om aan te nemen dat deze andere Mortimers helemaal geen familieband hadden met 'onze' Mortimers.
29. 1058
Ralph/Raoul de Mortimer Lord of Wigmore *1058 in Saint-Victor-en-Caux, Seine-Inferieure, Normandy †4 augustus 1137 in Wigmore,
∞Millicent Melisande De Ferrers *1064, Ferrières Normandie; huw. 1082 Herefordshire,+30 maart 1088, Wigmore Castle
∞Mabel
Ralph de Mortimer, Baron of Wigmore, Herefordshire en heer van Victor-en-Caux, Normandië, stamvader van het Engelse geslacht Mortimer of Wigmore. Ralph was een Marcher Lord en ontving zijn bezit in Engeland van Willem de Veroveraar. Zijn belangrijkste bezit was Wigmore Castle. Zoals de meeste Marcher Lords nam ook Ralph deel aan de opstand van 1088 tegen Willem II. In 1089 kocht Willem II hem echter om, waardoor hij zijn landgoederen behield toen de opstand werd neergeslagen. In de jaren 1090 speelde hij een belangrijke rol bij de verovering van de Welsh in Rhwng Gwy a Hafren. En stichtte de kastelen van Dinieithon (nabij de Llandrindod Wells) en in 1093 Cymaron te Maelienydd (tussen Llanbister en Llangunllo). Hij kwam opnieuw in opstand tegen de kroon gedurende de regering van Hendrik I van Engeland en probeerde hem te laten vervangen voor zijn schoonzoon Stephen. Ralph werd geboren in circa 1054 te Normandië, overleden kort ná 04-08-1137. Gehuwd met: Melisandra (Millicent), geboren in circa 1064.
Microsoft Word - kwartierstaat_webversie.doc (sroeling.info)
*
Ralph de Mortimer, de vermoedelijke zoon van Roger de Mortimer, die de hertog van Normandië vergezelde op zijn expeditie tegen Engeland, was een van zijn belangrijkste bevelhebbers in de beslissende slag bij Hastings; en kort daarna werd hij, als de meest machtige van de kapiteins van de overwinnaar, naar de marsen van Wales gestuurd om Edric, graaf van Shrewsbury, te ontmoeten die nog steeds weerstand bood aan het Normandische juk. Deze edelman onderwierp, na veel moeilijkheden en een lange belegering in zijn kasteel van Wigmore, Mortimer en gaf zich over in de handen van de koning, toen hij, als beloning voor zijn goede dienst, een schenking kreeg van alle landgoederen van Edric en zich voortaan in Wigmore vestigde. Onafhankelijk van deze grote territoriale bezittingen van Wales, genoot Ralph Mortimer, door de schenking van zijn koninklijke meester, diverse heerlijkheden en landhuizen in andere delen van het rijk die hij bezat ten tijde van het algemeen onderzoek. In het begin van het bewind van Rufus nam Mortimer deel aan Curthose, maar hij wisselde vervolgens van kant en, als generaal van de troepen die door koning Hendrik I waren gestuurd om die prins in Normandië te weerstaan, joeg hij de vijand volledig op de vlucht en bracht Curthose gevangene naar de koning. Deze dappere persoon m. Millicent, dau. van ---, door wie hij een probleem had, Hugh, zijn opvolger; William, Heer van Chelmhersh, en later van Netherby; Robert, voorouder van de Mortimers, van Richard's Castle; en Hawise, m. aan Stephen, graaf van Albemarle. Hij was s. door zijn zoon, Hugh de Mortimer. [Sir Bernard Burke, Slapende, afgeschafte, verbeurde en uitgestorven Peerages, Burke's Peerage Ltd, Londen, Engeland, 1883, Mortimer, Baronnen Mortimer, van Wigmore.
www.stirnet.com/genie/data/british/mm4fz/mortimer01.php
Raoul de Mortemer kwam op verkenning van de autorité du duc de Guyenne, en kwam uit Normandië Guillaume le Conquérant. Op 10/14/1066, het commando van het contingent van de Haut Poitou, en het plaats van het plan van de aanval, onder bevel van de vicomte de Thouars, Aimeri IV. Niet tevreden met de overwinning, Raoul probeert de strijd tegen Edric aan te gaan, dit is de sauvage, die past bij de gevangene. Herstel de terres du Nord-Est du Pays de Galles, il les offrit à Guillaume le Conquérant. Pour le remercier, ce dernier offrit à Raoul de Mortemer (per après 1074), la terre de Wigmore, au comté de Hereford. Ce fut ainsi que Raoul fonda une dynastie anglaise.... sources: exposé sur le village de Morthemer (Vienne)(présenté lors de la réunion du 16/04/2005, de l'antenne francilienne à Paris) présenté par Mme Yvette Bourumeau - Dupuis, le père Moins et M. jean-Henri Calmon.
Roger de Mortimer, door sommigen beschouwd als zoon van William de Warren, en door anderen, van Walter de St. Martin, broer van die William, was stichter van de abdij van St. Victor, in Normandië. "Er wordt gemeld", zegt Dugdale, "dat in het jaar 1054 (dat was twaalf jaar voor de Normandische verovering), toen Odo, broer van Hendrik, koning van Frankrijk, het grondgebied van Evreux binnenviel, hertog Willem deze Roger stuurde, vervolgens zijn generaal (met Robert, graaf van Ewe en andere stevige soldaten), om zijn pogingen te weerstaan; die Odo ontmoette in de buurt van het kasteel van Mortimer, hem ten strijde trok en een glorieuze overwinning behaalde. Het is verder waarneembaar van deze Roger dat hij door bloedverwantschap verbonden was met de Normandische hertog (later koning, met de naam Willem de Veroveraar), zijn moeder was nicht van Gunnora, vrouw van Richard, hertog van Normandië, overgrootmoeder van de Veroveraar. De vermoedelijke zoon van deze Roger, Ralph de Mortimer, die de hertog van Normandië vergezelde tijdens zijn expeditie tegen Engeland, was een van zijn belangrijkste bevelhebbers bij de beslissende slag bij Hastings. [Sir Bernard Burke, Dormant
Roger I van Mortemer (Roger de Mortemer, Roger de Mortimer, Roger Mortimer) (fl.1054 [1] -Aft. 1078), stichtte de abdij van St. Victor en Caux[2] in het Pays de Caux van Haute-Normandie al in 1074.[3] Roger claimde het kasteel van Wigmore, Herefordshire dat werd gebouwd door William FitzOsbern, 1e graaf van Hereford. Dit kasteel werd de hoofdbaronie van Rogers nakomelingen.[4] Hij was de eerste Normandische voorouder die de naam Mortimer aannam,[2] zoals in de plaatsnaam Mortemer-en-Brai, het land waarop het dorp en het kasteel lag.[1]
In 1054 werd het grondgebied van Évreux binnengevallen door Franse legers onder leiding van Odo, de broer van koning Hendrik I van Frankrijk.[2] Als reactie stuurde hertog Willem II van Normandië zijn generaal Roger "fili Episcopi", samen met andere commandanten, om zich tegen de troepen van Odo te verzetten. Ze ontmoetten elkaar op het kasteel in Mortemer, Seine-Maritime waar de slag bij Mortemer volgde.[5] Roger won van Odo, waarbij Guy Comte de Ponthieu gevangen werd genomen. Roger nam vervolgens bezit van het kasteel in Mortemer en nam de naam ervan aan. Zijn greep op het pand was echter van korte duur vanwege plichtsverzuim jegens hertog Willem.[4] Roger had een vijand van de hertog vermaakt,[3] die een Franse agent was die bekend stond als graaf Ralph III "de Grote".[4] Graaf Ralph was Rogers schoonvader,[6] en gaf de graaf dus drie dagen onderdak in zijn kasteel in Mortemer totdat hij veilig naar zijn eigen gebieden kon terugkeren. Toen hij het nieuws ontdekte dat Roger een veilige haven bood voor een vijand, verbande hertog Willem Roger uit Normandië en confisqueerde zijn bezittingen en gaf ze aan zijn neef, William de Warenne.[4] Uiteindelijk kreeg Roger gratie van de hertog, maar kon het kasteel in Mortemer nooit behouden.[7] Pas toen Rogers zoon, Ranulph de Mortemer, het bezit kon terugnemen door schenking van hertog Willem. Hij is voor het laatst gezien in een document dat dateert uit 1078 en 1080.[8]
De oorsprong van Roger van Mortemer is onderwerp geweest van veel wetenschappelijk debat. Slechts twee vroege bronnen geven informatie. Orderic Vitalis noemt William de Warenne consanguineo ejus (zijn neef/bloedverwant), terwijl Robert de Torigny verwarrend drie verschillende versies van zijn afkomst geeft die hem, hoewel inconsistent, allemaal broer of zoon maken, van Willem de Warenne. Historicus Thomas Stapleton zou hem identificeren met Roger filius Episcopi (bisschopszoon), die kind was van Hugo, bisschop van Coutances, en hij maakt Rodulf de Warenne een andere zoon van Hugo, waardoor Roger de Mortimer oom wordt van Willem de Warenne.
L.C. Loyd toonde echter aan dat de twee Rogers verschillend waren en dat Radulf, hoewel verwant aan Roger filius Episcopi, niet zijn broer was. Loyd wijst naar een Rogeri filii Radulfi de Warethna (Roger, zoon van Rodulf de Warenne) die voorkomt in een paar charters uit de jaren 1040. Loyd aarzelde om hen met elkaar in verband te brengen omdat Willem de Warenne de zoon van deze Rodulf zou zijn geweest, maar er zijn aanwijzingen dat hij niet de broer van Roger was.[9]
Katherine Keats-Rohan concludeerde dat twee Rodulfs ten onrechte tot één waren samengevoegd, en dat Roger de zoon was van Rodulf (I) de Warenne en zijn vrouw Beatrice, terwijl William de Warenne zijn neef was, zoon van Rodulf (II) en Emma, en omdat dit veel van Loyds zorgen wegneemt, identificeert ze Roger de Mortimer met Roger, zoon van Rodulf.[10] C.P. Lewis noemt deze hypothese de "meest plausibele" oplossing.[8] Robert de Torigny noemde Rogers moeder, die niet bij naam wordt genoemd, een van de nichtjes van Gunnor, hertogin van Normandië. Dit zou Beatrice schijnbaar dat nichtje maken. Keats-Rohan identificeert haar met een latere weduwe, Beatrice, dochter van Tesselin, vicomte van Rouen.[10]
Roger trouwde met Hadewisa, een Dame die de Mers-les-Bains erfde aan de riviermonding van Bresle en het district Vimeu. Haar vader zou Ralph III "De Grote" kunnen zijn geweest, graaf van Amiens.[3] Roger en Hadewisa kregen minstens drie kinderen: Ranulph, Hugh en William.
Achternaam: Mortimer
Vastgelegd in verschillende spellingen, waaronder Mortimer en het meer ongewone Mortimore, is dit een van de grote achternamen van de geschiedenis. Het is vaak Engels, kan Schots zijn en is soms Iers, maar in alle gevallen is de oorsprong Normandisch-Frans. Het werd in 1066 in Engeland geïntroduceerd in de persoon van Roger de Mortemer, een van de bevelhebbers van Willem, de Veroveraar. Zijn succes was zo groot dat hij werd beloond met grote landsubsidies, voornamelijk in de Welsh Marches. In het beroemde etymologische boek "Patronymica Brittania" staat opgetekend dat "het kasteel en de baronie van Mortemer in het arrondissement Neufchatel in Normandië liggen". Zeker na 1066 speelden de naamhouders een belangrijke rol in de Britse geschiedenis, met William de Mortimer als kroongetuige toen Willem, De Lyon, in 1165 tot koning van Schotland werd gekroond. Later dwong Roger de Mortimer, de graaf van March, koning Edward 11nd van Engeland in 1327 om af te treden ten gunste van zijn zoon, Edward 111rd. Vroege voorbeelden van de achternaamopnamen zijn: Ralph de Mortimer van Lincoln en Hugh de Mortuomari (een gelatiniseerde vorm), beide in de Honderd Rollen van 1273, terwijl de feodale wapenlijst bekend als de Derings Roll, vermeldt dat Sir Hugh de Mortimer van Richmond Castle, droeg bij de slag bij Falkirk in 1298 en bij het beleg van Carlaverock in 1300, een wapenschild met de blazoengeulen, twee staven vair. Er wordt gezegd dat de naam een beschrijving is van een gebied in Normandië dat laaggelegen en moerassig was, en daarom mort-mer, of een dodelijk water. De eerste geregistreerde spelling van de familienaam zou die van Hugo de Mortemer zijn, die gedateerd 1055 was, toen hij de bisschop van Coutances was, in Frankrijk.
https://www.surnamedb.com/Surname/Mortimer#ixzz7wK5SbRXg
washington.ancestryregister.com/WARENNE100006.htm
www.englishmonarchs.co.uk/plantagenet_50.html
De Mortimer
https://www.geneajourney.com/wrrene1.html
freepages.rootsweb.com/~janet/genealogy/Mortimer.html
sites.google.com/a/picton.us/main/biddle/ancestors-of-martha-biddle
mortimerhistorysociety.org.uk/the-mortimers/about-the-mortimers/the-first-two-mortimers/
www.royalforestofdean.info/mortimer-trail.shtml
www.kyrackramer.com/2017/11/06/edmund-de-mortimer-rightful-king-of-england/
https://mortimerhistory.com/tag/roger-de-mortimer/
mortimerhistory.com/medieval-mortimers/chapter-1/
https://genvagar.nu/show.asp?PersonId=550702
https://lavender.polishfamilytree.com/getperson.php?personID=P6592&tree=lavender
http://www.thehennesseefamily.com/ahnentafel.php?personID=I46476&tree=hennessee&generations=
https://www.mortimer.co.uk/family/outlinelineage.pdf
mortimerhistorysociety.org.uk/the-mortimers/mortimer-castles/
familypedia.fandom.com/wiki/Mortimer_Family_Ancestry
Roger de Mortimer, door sommigen beschouwd als de zoon van William de Warren, en door anderen van Walter de St. Martin, de broer van die William, was de stichter van de abdij van St. Victor in Normandië. "Het is gemeld", zegt Dugdale, "dat in het jaar 1054 (dat was twaalf jaar vóór de Normandische verovering), toen Odo, broer van Henry, koning van Frankrijk, het grondgebied van Evreux binnenviel, hertog William deze Roger stuurde, toen zijn generaal (met Robert, graaf van Ewe en andere dappere soldaten) om zijn pogingen te weerstaan, die Odo ontmoette nabij het kasteel van Mortimer, hem de strijd aanbood en een glorieuze overwinning behaalde. door bloedverwantschap gelieerd aan de Normandische hertog (later koning, Willem de Veroveraar genaamd), zijn moeder was een nicht van Gunnora, de vrouw van Richard, hertog van Normandië. David Lloyd uit de Ludlow Castle-gids
De Mortimers waren afstammelingen van Roger de Mortemer van Mortemer-sur-Eaulane in Normandië, een aanhanger van Willem de Veroveraar. Hun belangrijkste kasteel was in Wigmore , acht mijl ten westen van Ludlow. Ze hadden voornamelijk land in Herefordshire en Shropshire, waaronder Cleobury (Mortimer) aan de rand van het jachtbos van Wyre. Door te trouwen met Joanna de Geneville, verzekerde een latere Roger Mortimer (1287-1330) zich van Ludlow Castle . Dit werd de belangrijkste machtsbasis van de familie voor de volgende zes generaties.
Roger Mortimer was een zeer krachtige en ambitieuze Marcher Lord . Hij was de eerste van verschillende leden van zijn familie die probeerde de troon van Engeland te grijpen. Hij vocht in de Schotse oorlogen en deed pogingen om de favorieten van de koning te verwijderen, aanvankelijk met enig succes. In 1323 werd hij opgesloten in de Tower of London, maar ontsnapte naar Frankrijk, een gebeurtenis die hij later herdacht door de Sint-Pieterskapel te bouwen op de voorburcht van Ludlow Castle.
In Frankrijk sloot Mortimer een alliantie met koningin Isabella, die haar verwijfde echtgenoot, koning Edward II van Engeland, in de steek had gelaten. Ze richtten een leger op, vielen Engeland binnen en dwongen Edward af te treden ten gunste van zijn jongste zoon, de toekomstige Edward III. Mortimer vermaakte Isabella in zijn kastelen aan de grens met Wales en ze werden beroemde minnaars. Ondertussen werd Edward II op wrede wijze vermoord in Berkeley Castle in 1327.
Na de dood van Edward was Mortimer, die optrad als regent, de virtuele heerser van Engeland, maar hij overtrof zichzelf en wekte de woede van andere baronnen op. In oktober 1330 werd hij in Nottingham gearresteerd en ter dood veroordeeld. Hij werd geëxecuteerd in Tyburn in Londen.
Later werden de ambities van de Mortimers onderdeel van de grote dynastieke strijd van het midden van de 15e eeuw, die bekend werd als de 'War of the Roses'.
http://www.castlewales.com/wigmore.html
https://www.genealogieonline.nl/stamboom-homs/I6000000000437137217.php
30. 1030
Roger de Mortimer Raoul II "The Great" graaf van Valois & Vexin *1030 Mortimer -sur-Eaulne, Seine-Inferieure, Normandy, †1086 in Saint-Victor.
Guillaume I de Varennes Warenne, 1e graaf van Surrey
ROGER geboren uit THOUARS (heden in Hastings), heer van Saint-Victor-en-Caux (76, Saint-Victor-l'Abbaye), van Mortemer (76, Mortemer-en-Bray) MORTEMER
∞xHawise De Valois Vexin/Crepy, *30 Jan 1035, Vexin Normandy,+18 Jun 1086, Hereford.
∞Adele de Bar-Sur-Aube *1015 in Vexin, Seine Inferior, Normandië,+1043
Hij heeft misschien nooit een voet in Engeland gezet, maar was de stamvader van de familie Mortimer, wiens belang in de Engelse geschiedenis duurde totdat de mannelijke lijn in het begin van de vijftiende eeuw uitstierf. Zijn afkomst is niet zeker en er zijn verschillende theorieën naar voren gebracht om het bewijs te verklaren, in het bijzonder een charterverklaring door een "Roger, zoon van Ralph de Warenne", en de verklaringen van de vroegste genealoog van de familie, Robert de Torigny, in het begin van de twaalfde eeuw. Het meest plausibel was Roger de zoon van Ralph de Warenne en zijn vrouw Béatrice, die een nicht van hertog Richard van Normandië blijkt te zijn geweest door de latere verklaring van aartsbisschop Anselmus dat de Warennes en de hertogen toen een voorouder deelden vier generaties terug aan de ene kant en zes aan de andere kant. Die afstamming zou Roger de Mortimer tot een achterneef maken die ooit was verwijderd van hertog Willem, de veroveraar van Engeland. In ieder geval was hij op de een of andere manier verwant aan het hertogelijke huis.
*
Roger de Mortimer, bezat het kasteel van Mortemer te Normandië, verloor deze in 1054 door Willem de Veroveraar te irriteren na de Battle of Mortemer, overleden vóór 1086. Gehuwd: * Advisa/,Hawise geboren in circa 1032.
*
Hij was een van de leiders van de Normandische strijdkrachten in de slag bij Mortemer in 1054, maar nadat hij hulp had verleend bij de ontsnapping van een van de Franse gevangenen, Ralph, graaf van Montdidier, werd hij verbannen en werd zijn land in beslag genomen. Hij werd later verzoend met hertog William die een deel van zijn land herstelde, maar niet Mortemer; daarop werd Saint-Victor-en-Caux de caput van de Normandische eer van deze familie. Hij zou daar de abdij St. Victor en Caux hebben gesticht. Hij leefde nog in 1078 of later, maar stierf in 1086. Zijn vrouw Hawise, die verder niet wordt geïdentificeerd in Complete Peerage , lijkt hem te hebben overleefd.
*
Hij verloor zijn kasteel in 1054 voor de vrijlating van de gevangene Raoul graaf van Valois, bekend als Montdidier die hem was toevertrouwd na de slag bij Mortemer. De familie Mortimer is een belangrijke familie van de Anglo-Normandische baronie, afstammelingen van de adel van het hertogdom Normandië. Het ontleent zijn achternaam aan het gelijknamige dorp Mortemer (Seine-Maritime), dat later verengelste tot Mortimer in Groot-Brittannië.
*
Hij wordt verondersteld mogelijk een broer of naaste verwant te zijn geweest van Rodolf/Ranulf de Warenne en Guillaume/William de Warenne, 1e graaf van Surrey
homepages.rootsweb.com/~cousin/html/p352.htm#i6733
remparts-de-normandie.eklablog.com/les-remparts-de-mortemer-seine-maritime-a130429074
www.geneajourney.com/mortimr.html#roger1
2 vroegste voorouder(s) in 63 generaties op een totaal van ~3373 voorouders: Cainan Kenan ben Enos Vierde Patriarch, geb. 3679 v.Chr., Eden, Vind alle personen met Mualeleth bint Enos , geb. 3769 v.Chr., Eden.
lavender.polishfamilytree.com/getperson.php?personID=P11615&tree=lavender
De familie van Warenne is afkomstig uit Normandië, Frankrijk. De achternaam de Warenne is afgeleid van het kasteel met die naam aan de rivier de Varenne die door het gebied stroomt dat Willem in Hoog-Normandië verwierf. Ruïnes van dit oude kasteel uit de 11e eeuw zijn tegenwoordig gevonden in de buurt van Bellencombre, Seine-Maritime. Aangenomen wordt dat deze familie afstammelingen zijn van Scandinavische Vikingen.
De periode vanaf de vroegste geregistreerde invallen in de jaren 790 tot de Normandische verovering van Engeland in 1066 staat algemeen bekend als het Vikingtijdperk van de Scandinavische geschiedenis. Vikingen gebruikten de Noorse Zee en de Oostzee voor zeeroutes naar het zuiden. De Noormannen waren afstammelingen van Deense en Noorse Vikingen die in de 10e eeuw feodale heerschappij kregen over gebieden in Noord-Frankrijk - het hertogdom Normandië. Wat dat betreft bleven afstammelingen van de Vikingen invloed uitoefenen in Noord-Europa. Evenzo had koning Harold Godwinson, de laatste Angelsaksische koning van Engeland, Deense voorouders.historytheinterestingbits.com/tag/warennes/ fmg.ac/Projects/MedLands/ENGLISH%20NOBILITY%20MEDIEVAL2.htm#_Toc196023995
31. jaar 998
Ralph -Rodulf -Ranulph-Raoul I De Warenne *998 Varenne, Bellencombre, Seine-Inferieure,Normandy; +1058/1074 in Varenne,Seine-Inferieure
∞Beatrice Rouen de Vascoeuil/de Saint Martin *1004 in Vascoeuil, Seine-Inferieure +1053 Normandy. Vader: Vautier de Saint Martin
Ranulf I de Warenne (998-1058) , is de vroegst gedocumenteerde patriarch van de Warren Family. Hij was een Normandische ridder - woonde in Castle de Warenne in Frankrijk. Hij had twee zonen; Rodulf, vader van de familie Warenne, en Roger van Mortimer , vader van de familie Mortimer.
Hij kreeg land als bruidsschat buiten de muren van Rouen, bij Vascoeuil, (net ten oosten van Rouen en in het Pays de Caux. Het cartularium van de abdij van St. Amand bevat een record dat de identiteit van Roger bewijst, zoon van de bisschop, en die van zijn broer Ralph, als zonen van Hugo, bisschop van Coutances.
Kinderen van Ranulph I de Warenne en Beatrice de Vascoeuil waren:
.Ranulph II de Warenne geboren omstreeks 1012.
.Roger de Mortimer de Warenne *1030/32. zie hierboven.
https://www.geneajourney.com/wrrene1.html
Kasteel Bellencombre en de Mortimer en Warenne
https://chateau-de-bellencombre.com/chateaux-forts-du-talou/
Roger DE WARENNE (voorouder van Mortimer) zoon vanRodulf I DE WARENNEenBeatrice DE VASCOEUIL, werd geboren rond 1030 in Mortemer-sur-Eaulne, Seine-Inferieure, Normandië, Frankrijk en stierf vóór 1086 in Saint -Victor-en-Caux, Seine-Inferior, Normandië, Frankrijk. Een andere naam voor Roger was Roger DE MORTIMER
washington.ancestryregister.com/WARENNE100006.htm
RODULF (e) DE WARENNE ontleende zijn naam aan het gehucht Varenne (dept. Seine-InfÈrieure) aan het riviertje de Varenne in Normandië. Zijn afkomst is onbekend. Er wordt gezegd dat hij land bezat buiten de muren van Rouen onder Robert I, hertog van Normandië (overleden in 1035), en het Cartularium van de abdij van de Heilige Drie-eenheid op de Mont de Rouen bewijst dat hij een aanzienlijk gebied bezat aan beide oevers van de Seine stroomopwaarts van Rouen. Hij bezat ook land in Vascoeuil (dept. Eure), dat hij omstreeks 1053 schonk aan de abdij van St. Pierre de PrÈaux (b), en in het pays de Caux, ten noorden van Rouen, waar hij 4 kerken met tienden verkocht aan de Holy Trinity in 1059, en schonk een andere kerk, ook met tienden, in 1074. Hij trouwde met Beatrice, wiens moeder vrijwel zeker een zuster was van Gotmund Rufus DE VASCOEUIL, dochter van Tesselin, burggraaf van Rouen. Ze leefde omstreeks 1053.
Zijn voornaam is gelatiniseerd zowel als Rodulfus als als Radulfus (Ralph). Deze verwarring doet zich voor in andere families (bijv. de stichter van de "Tancarvilles") en is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat twee enigszins vergelijkbare namen tot één zijn samengevoegd; bijv. Ranulf (van Hrabenwulf) en Randolf (van Randwulf). Schriftgeleerden zouden Rodulfus dan waarschijnlijk veranderen bij het kopiëren van vroege charters.
Vóór mei 1055 verkocht Rodulf land aan de monniken in Blosseville en Eauplet, op de rechteroever van de Seine, en Sotteville op de linkeroever. Vervolgens verkocht hij ze al zijn rechten in Blosseville, Mesnil-Esnard, Neuvillette, Lescure en Eauplet.
https://familytrees.genopro.com/Azrael/2582920/Mortimer-RogerDe-I136497.htm
https://familytrees.genopro.com/
32. jaar 970
William (Earl) Gautier de Warenne, Guillaume de Varennes, de Saint-Martin
*970 -+1055 Normandie
xBéatrice de Torta , de Crepon *980 +1001
32. jaar 950
Gautier/Guillaume/Willem de Warenne, /Raoul de Verennes, baron St. Maritime, Haute Normandië, *950 Varenne, Bellencombre +1020 Varenne, Seine-Maritime, Normandië
∞Emma de Torta do Pont Audemer, de Varenne, comtesse, *circa 960 Normandy, France +04-11-1022 Bellencombe, Seine Inferieure, France
Guillaume de Varenne (ca 950 - ca 1020) huwde in 995 met Emma Torta (*ca 960 +4 nov. 1022), nicht van Gauthier of Vautier (Waltherius, Gallerius) Torta (7 juli 941), bisschop van Parijs in 936, prelaat van groot karakter hoewel half geestelijke omdat hij kan lezen maar niet schrijven, kanselier van Hugo de Grote (898 - 956) , graaf van Parijs, en van Saint-Martin van Tours. Ze is de kleindochter van Raoul Torta , seneschal en gouverneur van Normandië tijdens de minderheid van hertog Richard Sans-Peur (942 - 946). Hertog Richard jaagt op hem als verrader bij zijn terugkeer naar Normandië in 946. De Torta of Tourte, wiens achternaam Ferdinand Lot aangeeft dat de achternaam een Normandische oorsprong onthult, dragen: Losangé d'or et d'azur.
33. jaar 925
William /Waltimus/ Gautier Warenne de Saint-Martin; heer de Saint-Martin-sous-Bellencombre; graaf de Warenne, Guillaume de Varennes *925 +980 Amiens, Somme, Picardy, St Martin, Puy-de-Dôme, Auvergne Normandië
x Sebill de Crepon Sint Maarten *ca 930 Normandy +St Martin, Puy-de-Dôme, Auvergne, France. Ze was de dochter van Herfaste V (of Herbastus) de Saint Crepon die werd geboren rond 920 en stierf na 980.
Tweede man van Sebill de Crepon:
De vader van William Warren, die uiteindelijk eerste graaf van Surrey werd, heette ook William, maar hij was nooitgraaf van Normandië maar graaf van Varenne. Er waren geen graven in Normandië, hoewel de titel van graaf vanvergelijkbare status is en een exacte woordenboekvertaling is.
De grootvader van de eerste graaf was Walter de St.Martin en zijn grootvader was Herstafus , zijn vader was Rollo A Danish Knight.
abbeyclock.com/wellington/rollo.html
HALL VIKING LINEAGE - Hall Familiegeschiedenis (hallfamilyname.com)
Walter de St. Martin wordt ook gespeld als Gautier de St. Martin. De familie warren ontleent zijn naam aan het leengoed van Varenne in St-Aubin-le-Cauf, arrondissement Dieppe, en stamt af van Gautier de St-Martin.
Het 'Normandische volk', een zeer hoge autoriteit, herleidt inderdaad de Mortimers en de Warennes tot Walter de St. Martin.
Walter de St Martin, onderwierp Edrich, graaf van Shrewsbury, genoot daarop van Wigmore-Castle, en was de voorouder van de Mortimers, oude baronnen van Engeland, en van de graven van maart en Ulster.
www.tng.famille-morin.com/descendtext.php?personID=I6000000000232597777&tree=Ross&generations=12
Bronnen:
www.ffish.com/family_tree/descendants_charlemagne/d1.htm
chateau-de-bellencombre.com/familles-warren/
thomasharrisofvirginia.wordpress.com/author/genealogy1066/
remus80.eklablog.com/varennes-en-croix-a149029758
https://www.geneajourney.com/wrrene1.html
http://washington.ancestryregister.com/WARENNE200006.htm#i845
RODULF (e) DE WARENNE ontleende zijn naam aan het gehucht Varenne (dept.Seine-Inférieure) aan het riviertje de Varenne in Normandië. Zijn afkomst is onbekend. Er wordt gezegd dat hij land bezat buiten de muren van Rouen onder Robert I, hertog van Normandië (overleden in 1035). Seine stroomopwaarts van Rouen. Hij bezat ook land in Vascoeuil (dept. Eure), dat hij rond 1053 schonk aan de abdij van St. Pierre de Préaux (b), en in het pays de Caux, ten noorden van Rouen, waar hij 4 kerken verkocht met tienden aan de Holy Trinity in 1059, en schonk een andere kerk, ook met tienden, in 1074. Hij trouwde met Beatrice, wiens moeder vrijwel zeker een zus was van Gotmund Rufus DE VASCOEUIL, dochter van Tesselin, Vicomte van Rouen. Ze leefde omstreeks 1053.
Zijn voornaam is gelatiniseerd zowel als Rodulfus als als Radulfus (Ralph). Deze verwarring doet zich voor in andere families (bijv. de stichter van de "Tancarvilles") en is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat twee enigszins vergelijkbare namen tot één zijn samengevoegd; bijv. Ranulf (uit Hrabenwulf) en Randolf (uit Randwulf). Schriftgeleerden zouden Rodulfus dan waarschijnlijk veranderen bij het kopiëren van vroege charters.
Vóór mei 1055 verkocht Rodulf land aan de monniken in Blosseville en Eauplet, op de rechteroever van de Seine, en Sotteville op de linkeroever. Vervolgens verkocht hij ze al zijn rechten in Blosseville, Mesnil-Esnard, Neuvillette, Lescure en Eauplet.
Noordelijke stamboomlijn van William John Schlechter.
De grootvader van de eerste graaf was Walter de St.Martin en zijn grootvader was Herstafus , zijn vader was Rollo A Danish Knight.
HALL VIKING LINEAGE - Hall Familiegeschiedenis (hallfamilyname.com)
Noordelijke stamboomlijn van William John Schlechter.
34. jaar 893
Guillaume de Normandie *893- +17-12-942)
Guillaume (William I) "Duke of Normandy, Longsword / Willem Langzwaard
William (Longsword) Longu-Espee, 2de Hertog van Normandië
x Sprote Bretagne
x Luitgarde Vermandois
Hertog Richard van Normandië, I: De families Stevens en McKay (mckaystevens.us)
William longsword hi-res stockfotografie en afbeeldingen - Alamy
Vlaanderen, Bretagne, Bourgondië, Anjou, Normandië, Blois, Champagne, Toulouse, enz. (friesian.com)
William Longsword, 2e hertog van Normandië (893-942) | Familypedia Fandom
Guillaume Normandie - Historische gegevens en stambomen - MyHeritage
Hertog Richard van Normandië, I: De families Stevens en McKay (mckaystevens.us)
Meer informatie: Guillaume de Normandie *890 - +17-12-942)
Willem I Langzwaard (Frans: Guillaume Longue-Épée, Latijn: Willermus Longa Spata, Scandinavisch: Vilhjálmr Langaspjót) (893 - 17 december 942) was de tweede hertog van Normandië vanaf de dood van zijn vader tot aan zijn eigen moord. De titel dux (hertog) was op dat moment niet in gebruik en is met terugwerkende kracht toegepast op vroege Normandische heersers. William gebruikte eigenlijk de titel komt (tellen).
Er is weinig bekend over zijn vroege jaren. Hij werd geboren in Bayeux of Rouen als zoon van Rollo en zijn vrouw Poppa. Het enige dat van Poppa bekend is, is dat ze een christen was en de dochter van Berengar van Rennes, de vorige heer van Brittania Nova, dat uiteindelijk West-Normandië werd. Volgens de planctus van William was hij een christen gedoopt.
William volgde Rollo ergens rond 927 op en kreeg aan het begin van zijn regering te maken met een opstand van Noormannen die vonden dat hij te verfranst was geworden, en ook van Bretons. Volgens Orderic Vitalis was de leider Riouf van Evreux.[1]
Nadat hij de opstand had neergeslagen, viel William Breton aan en verwoestte het gebied. Het verzet tegen de Noormannen werd geleid door Alan Wrybeard en Beranger, maar eindigde kort toen de Wrybeard naar Engeland vluchtte en Beranger verzoening zocht. Het was echter niet door een invasie dat hij Bretons grondgebied verwierf, maar door politiek, waarbij hij Contentin en Avranchin ontving als een geschenk van de Rudolph, koning van Frankrijk.
In 935 trouwde Willem met Luitgarde, dochter van Herbert II van Vermandois wiens bruidsschat hem het land van Longueville, Coudres en Illiers l'Eveque opleverde. Zijn uitbreiding naar het noorden, inclusief het fort van Montreuil, bracht hem in conflict met Arnulf I van Vlaanderen.
In 939 raakte Willem verwikkeld in een oorlog met Arnulf I van Vlaanderen, die al snel verweven raakte met de andere conflicten die het bewind van Lodewijk IV verontrustten. Het begon met Herluin die een beroep deed op William om hulp om het kasteel van Montreuil terug te krijgen van Arnulf. Het verlies van het kasteel was een grote tegenslag in de ambities van Arnulf en William's aandeel daarin leverde hem een dodelijke vijand op. Hij werd op 17 december 942 in een hinderlaag gelokt en gedood door volgelingen van Arnulf in Picquigny aan de Somme tijdens een bijeenkomst om hun geschillen bij te leggen.
Zijn zoon Richard the Fearless, kind van zijn eerste vrouw, Sprota, volgde hem op.
35. jaar 845
Frans: Robert Rognvalsson, Noors: Hrolf Ragnvaldsson, Oud Noors: Gange-Hrólfr Ragnvaldsson
x Gisela (Carolingian) de Normandie
x Poppa van Bayeux *circa 872 évreux, Eure, Normandie, France +11-8-930 Rouen
Poppa werd gevangengenomen tijdens een inval en trouwde met Rollo van Normandië.
Het hertogdom Normandië ontstond in 911, toen de West-Frankische koning Karel de Eenvoudige de Noormannen onder leiding van Rollo een stuk grond in leen gaf aan de Seinemonding, met Rouaan als hoofdstad. De bedoeling van het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epte, waarin dit werd bepaald, was dat zij andere Noormannen buiten de deur zouden houden. Al gauw wisten deze “Normandiërs” echter grote delen van de Frankische kuststreek te veroveren, hoewel zij zich ook tot het katholieke christendom bekeerden en daarna geleidelijk verfransten.
Rollo de Noorman, oftewel Rollo Rognvaldsson later gedoopt als Robert, was een Viking-krijgsheer. Mogelijk dient hij vereenzelvigd te worden met Hrolf Ganger (Oudnoords voor Hrolf de Wandelaar). Hij zou zo genoemd zijn omdat hij een grote en zware man was en geen paard sterk genoeg was om hem te dragen en hij dus altijd moest lopen. In ieder geval is Rollo een Latijnse of Franse versie van de naam Hrolf.
Rollo zou een zoon zijn van Rognvald Eysteinsson en Ragnhilda. Na de dood van zijn vader moest hij vluchten uit Noorwegen. Hij is eerst naar familie op de Orkney-eilanden getrokken, en daarna naar familie op de Hebriden. In deze tijd is hij met een onbekende Keltische vrouw getrouwd. Uiteindelijk vestigde hij zich in Deens Engeland. Van daaruit gaf hij leiding aan een gezamenlijk Deens-Noors-Engelse plundertocht in Groter-Friesland en langs de benedenloop van de Rijn.
In 885 was hij een van de aanvoerders van de Vikingen tijdens het beleg van Parijs. Nadat het beleg was opgeheven leidde hij een plundertocht door Bourgondië. In 896 doodde hij graaf Berengar van Bayeux (markgraaf van Neustrië), die eerdere Vikingaanvallen had afgeslagen, en nam zijn dochter Poppa tot vrouw.
In 911 werd Rollo tijdens een nieuwe rooftocht verslagen bij Chartres. Koning Karel de Eenvoudige besloot echter zaken met Rollo te doen en gaf hem met het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epte het gebied rond de Seine-monding in leen, met Rouen als hoofdstad. Rollo nam daarmee de verplichting op zich om de rivier (en dus de stad Parijs) te verdedigen tegen andere Vikingen. Rollo liet zich dopen, scheidde van Poppa en trouwde met Gisela – een dochter van Karel. Volgens de overlevering was er een groot protocollair probleem: om leenman te worden moest Rollo knielen voor de koning en zijn voet kussen maar hij weigerde dat te doen. Bij wijze van compromis zou een van zijn ondergeschikten dat doen, maar die wilde ook niet knielen maar bukte, pakte de voet van de koning en tilde die zover op dat de koning zijn evenwicht verloor en achterover viel. Rollo trouwde in 919 weer met Poppa nadat Gisela was overleden. Rollo was driemaal gehuwd.
*
Volgens latere Scandinavische sagen zeilde Rollo, die zichzelf onafhankelijk maakte van koning Harald I van Noorwegen , weg om Schotland , Engeland , Vlaanderen en Frankrijk te overvallen op piraterijexpedities. In het begin van de 10e eeuw viel het Deense leger van Rollo Frankrijk aan, en hij vestigde zich in een gebied langs de rivier de Seine .Karel III de Eenvoudige van Frankrijk hield zijn belegering van Parijs tegen, versloeg hem bij Chartres en onderhandelde over het verdrag van Saint-Clair-sur-Epte, waardoor hij het deel van Neustrië kreeg dat Normandië ging heten; Rollo stemde er in ruil voor in om zijn bandeloosheid te beëindigen. Hij gaf zijn zoon,Willem I Langzwaard, bestuur van het hertogdom (927) voor zijn dood. Rollo werd in 912 gedoopt, maar zou als heiden zijn gestorven.
nl.findagrave.com/memorial/8195891/rollo-rognvaldsson
johnooms.nl/keizers-koningen-en-hertogen/nazaten-noormannen/
the45thsurg.freeservers.com/PDF_files/Descendants%20of%20Rollo%20Rognvaldsson.pdf
fasg.org/projects/henryproject/data/rollo000.htm
timeslipsblog.wordpress.com/category/clive-standen-as-rollo/
Afstammeling voor Poppa DE BAYEUX: Reid-Schroeder Stamboom
www.geni.com/people/Gange-Hr%C3%B3lfr-Rollo-Ragnvaldsson/2915061
William Longsword, 2nd Duke of Normandy (893-942) | Familypedia | Fandom
Rollo (ca. 846 - ca. 931), gedoopt Robert en daarom soms Robert I genoemd om hem te onderscheiden van zijn nakomelingen, was een Noorse edelman van Noorse of Deense afkomst en oprichter en eerste heerser van het Viking-vorstendom in wat al snel bekend werd als Normandië. Zijn nakomelingen waren de hertogen van Normandië.
De naam "Rollo" is een Latijnse vertaling vanwege de geestelijken van de Oudnoorse naam Hrólfr, de moderne Scandinavische naam Rolf (vgl. de latinisering van Hrólfr in het gelijkaardige Roluo in de Gesta Danorum), maar Normandiërs noemden hem Rouf, en later Rou ook (zie Wace's Roman de Rou).[1] Hij trouwde met Papa. Het enige dat van Poppa bekend is, is dat ze een christen was en de dochter van Berengar van Rennes, de vorige heer van Brittania Nova, dat uiteindelijk West-Normandië werd.
Rollo was een machtige Vikingleider van omstreden afkomst. Dudo van St. Quentin vertelt in zijn De moribus et actis primorum Normannorum ducum (Latijn) over een machtige Deense edelman die op gespannen voet stond met de koning van Denemarken, die twee zonen had, Gurim en Rollo; na zijn dood werd Rollo verdreven en Gurim vermoord. Willem van Jumièges vermeldt ook Rollo's prehistorie in zijn Gesta Normannorum Ducum, maar stelt dat hij uit de Deense stad Fakse kwam. Wace, die zo'n 300 jaar na de gebeurtenis in zijn Roman de Rou schrijft, noemt ook de twee broers (als Rou en Garin), evenals de Orkneyinga Saga.
Noorse en IJslandse historici identificeerden Rollo in plaats daarvan met Ganger Hrolf (Hrolf, the Walker), een zoon van Rognvald Eysteinsson, graaf van Møre, in West-Noorwegen, gebaseerd op middeleeuwse Noorse en IJslandse sagen. De oudste bron van deze versie is de Latijnse Historia Norvegiae, geschreven in Noorwegen aan het einde van de 12e eeuw. Deze Hrolf viel in overtreding met de Noorse koning Harald Fairhair en werd een Jarl in Normandië. De bijnaam "de Wandelaar" kwam van het feit dat hij zo groot was dat geen paard hem kon dragen.
De kwestie van Rollo's Deense of Noorse afkomst was een kwestie van verhitte discussies tussen Noorse en Deense historici van de 19e en vroege 20e eeuw, vooral in de aanloop naar het 1000-jarig bestaan van Normandië in 1911. Vandaag de dag zijn historici het er nog steeds niet over eens. vraag, maar de meesten zijn het er nu over eens dat er nooit een bepaalde conclusie kan worden getrokken.
In 885 was Rollo een van de mindere leiders van de Vikingvloot die onder Sigfred Parijs belegerde. Volgens de legende werd er door de koning een afgezant gestuurd om de hoofdman te vinden en over voorwaarden te onderhandelen. Toen hij om deze informatie vroeg, antwoordden de Vikingen dat ze allemaal op zichzelf staande stamhoofden waren. In 886, toen Sigfred zich terugtrok in ruil voor eerbetoon, bleef Rollo achter en werd uiteindelijk afgekocht en naar Harry Burgundy gestuurd.
Later keerde hij met zijn volgelingen (bekend als Denen of Noormannen) terug naar de Seine. Hij viel het gebied van Noord-Frankrijk binnen dat nu bekend staat als Normandië.
In 911 lanceerden Rollo's troepen een mislukte aanval op Parijs voordat ze Chartres belegerden. De verzoeken om hulp van de bisschop van Chartres, Joseaume, werden beantwoord door Robert, markies van Neustrië, Richard, hertog van Bourgondië en Manasses, graaf van Dijon. Op 20 juli 911, tijdens de Slag bij Chartres, versloegen ze Rollo ondanks de afwezigheid van veel Franse baronnen en ook de afwezigheid van de Franse koning Karel de Eenvoudige.[2]
In het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epte (911) met koning Charles beloofde Rollo feodale trouw aan de koning, veranderde zijn naam in de Frankische versie en bekeerde zich tot het christendom, waarschijnlijk met de doopnaam Robert.[3] In ruil daarvoor schonk koning Charles Rollo land tussen de Epte en de zee, evenals Bretagne en de hand van de dochter van de koning, Gisela. Hij was ook de titulaire heerser van Normandië, gecentreerd rond de stad Rouen. Er bestaat enige discussie onder historici over de vraag of Rollo een "hertog" (dux) was of dat zijn positie gelijkwaardig was aan die van een "graaf" onder Karel de Grote.
Volgens de legende weigerde hij, toen hij de voet van koning Charles moest kussen, als voorwaarde van het verdrag, zo'n grote vernedering uit te voeren, en toen Charles zijn voet uitstak naar Rollo, beval Rollo een van zijn krijgers om dat te doen in zijn plaats. Zijn krijger tilde vervolgens de voet van Charles op tot aan zijn mond waardoor de koning op de grond viel.
Na 911 bleef Rollo trouw aan zijn woord om de oevers van de Seine te verdedigen in overeenstemming met het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epte, maar hij bleef zich ook gedragen als een Vikingleider met aanvallen op Vlaanderen.
Nadat Charles door Robert I was afgezet, beschouwde Rollo zijn eed aan de koning van Frankrijk als voorbij. Het begon een periode van expansie naar het westen. De onderhandelingen met Franse baronnen eindigden toen Rollo Le Mans en Bayeux kreeg en werden voortgezet met de verovering van Bessin in 924. Het jaar daarop vielen de Noormannen Picardië aan.
Rollo begon het land tussen de rivieren Epte en Risle te verdelen onder zijn stamhoofden en vestigde zich daar met een de facto hoofdstad in Rouen. Uiteindelijk [wanneer?] Rollo's mannen trouwden met de lokale vrouwen, en raakten meer gesetteld als Noormannen. [verduidelijking nodig] Op het moment van zijn dood strekte Rollo's territorium zich uit tot aan de rivier de Vire.
Rollo trouwde twee keer:
1. Poppa, de dochter van Berengar II van Neustrië en Kinderen:
- William Langzwaard
-Gerloc
- Crispina, die trouwde met Grimaldus I van Monaco
- Gerletta
- Kadlin, die trouwde met een Schotse koning genaamd Bjolan, en in ieder geval een dochter had genaamd Midbjorg, ze werd gevangen genomen door en trouwde met Helgi Ottarson.
2. Gisela van Frankrijk (overleden 919), de dochter van Karel III van Frankrijk.
Ergens rond 927 gaf Rollo het leengoed in Normandië door aan zijn zoon, William Longsword. Rollo heeft daarna misschien nog een paar jaar geleefd, maar stierf zeker vóór 933. Volgens de historicus Adhemar: 'Toen Rollo's dood naderde, werd hij gek en liet honderd christelijke gevangenen voor zijn ogen onthoofden ter ere van de goden die hij had aanbeden, en tenslotte verdeelde hij honderd pond goud rond de kerken ter ere van de ware God in wiens naam hij de doop had aanvaard.' Hoewel Rollo zich tot het christendom had bekeerd, kwamen aan het einde enkele van zijn eerdere religieuze wortels naar boven.
Rollo is de betovergrootvader van Willem de Veroveraar. Via William is hij een voorouder van de huidige Britse koninklijke familie, evenals een voorouder van alle huidige Europese vorsten en een groot aantal pretendenten om Europese tronen af te schaffen. Een genetisch onderzoek naar de overblijfselen van Rollo's kleinzoon Richard I en achterkleinzoon Richard II is aangekondigd, met de bedoeling de oorsprong van de beroemde Viking-krijger te achterhalen.
De "Clameur de Haro" op de Kanaaleilanden is, zogenaamd, een beroep op Rollo.
36. jaar 830
Ragnvald I The Wise The Eysteinsson; *830 Maer, Norway; +890 Orkney Islands, Scotland
xHiltrude Hrolfsdottir *852
xGravinne Ragnhild Hrolfsdatter "Hild" van Möre *845-895
Kinderen: Rollo, zie boven, Torf-Einarr, Thorir Rögnvaldarson, Hallad Rognvaldsson, Hrollaugur Rögnvaldsson
Ragnvald Eysteinsson, graaf van Mar (thehennesseefamily.com)
Ragnvald "de Wijzen": Lowell en Block Genealogie en Sociale Geschiedenis (connectedbloodlines.com)
Ragnvald I The Wise The Eysteinsson
Ragnvald "The Wise" Eysteinsson is de stichter van het graafschap Orkney in de Noorse sagen. Er zijn drie heel verschillende verslagen over de oprichting van het Noorse graafschap op Orkney en Shetland. De bekendste is die gevonden in de Heimskringla, maar andere oudere tradities zijn te vinden in de Historia Norvegiae en de Fragmentary Annals of Ireland.
De saga-verslagen zijn de bekendste en de nieuwste van de drie overgebleven tradities over Rognvald en de oprichting van het graafschap Orkney. Opgenomen in de 13e eeuw, zijn hun opvattingen gebaseerd op de toenmalige Noorse politiek. Eens konden historici schrijven dat niemand de realiteit ontkende van Harald Fairhair's expedities naar het westen, zoals verteld in Heimskringla, maar dat is niet langer het geval. De Noorse wedstrijd met de Kings of Scots over de Hebriden en het eiland Man in het midden van de 13e eeuw ligt ten grondslag aan de sagen.
In de Heimskringla is Rognvald graaf van Møre. Hij vergezelt Harald Fairhair op zijn grote expedities naar het westen, naar Ierland en naar Schotland. Hier wordt Rognvalds zoon Ivarr vermoord. Ter compensatie schenkt koning Harald Rognvald Orkney en Shetland. Rognvald keert zelf terug naar Noorwegen en geeft de noordelijke eilanden aan zijn broer Sigurd Eysteinsson.
De Heimskringla vertelt andere verhalen over Rognvald. Het vertelt hoe hij ervoor zorgt dat Harald Finehair zijn bijnaam Fairhair krijgt door zijn haar te knippen en aan te kleden, dat tien jaar lang niet was geknipt vanwege Haralds gelofte om het nooit te knippen totdat hij heerser over heel Noorwegen was, [3] en het maakt hem de vader van Ganger-Hrólf, door sageschrijvers geïdentificeerd met de Rollo (Hrólfr), voorvader van de hertogen van Normandië, die naar verluidt in 931 door koning Karel de Eenvoudige als graaf van Rouen was aangesteld.
Graaf Rognvald wordt vermoord door Haralds zoon Halfdan Hålegg. De dood van Rognvald wordt gewroken door zijn zoon, Earl Turf-Einar, van wie latere Orkney-graven beweerden dat ze afstamden, die Halfdan op North Ronaldsay vermoordt.
Het verslag van de Historia Norvegiae over Rognvald en de stichting van het graafschap Orkney is het volgende oudste, waarschijnlijk daterend uit de 12e eeuw. Dit verslag bevat veel merkwaardige details over Orkney, waaronder het vroegste verslag van de Picten als kleine mensen die zich overdag verstopten, maar het heeft weinig te zeggen over Rognvald.
In de dagen van Harald Fairhair, koning van Noorwegen, vertrokken bepaalde piraten, van de familie van de krachtigste prins Ronald [Rognvald], met een grote vloot en staken de Solundische zee over ... en onderwierpen de eilanden aan zichzelf. En omdat ze daar waren voorzien van veilige winterse zetels, gingen ze in de zomer tirannie werken tegen de Engelsen en de Schotten, en soms ook tegen de Ieren, zodat ze vanuit Engeland Northumbria onder hun heerschappij namen; uit Schotland, Caithness; uit Ierland, Dublin en de andere kustplaatsen.
Het oudste verslag van de Rognvald en het graafschap Orkney is dat gevonden in de Fragmentary Annals of Ireland. De annalen zijn alleen bewaard gebleven in onvolledige kopieën gemaakt door Dubhaltach Mac Fhirbhisigh in de 17e eeuw, maar de originele annalen dateren vermoedelijk uit het leven van Donnchad mac Gilla Pátraic (overleden in 1039). Het is bekend dat de annalen invloed hebben gehad op latere geschriften in IJsland.
Volgens de annalen is Rognvald de zoon van 'Halfdan, koning van Lochlann'. Algemeen wordt aangenomen dat dit Halfdan de Zwarte betekent, wat de Rognvald van de annalen de broer van Harald Finehair zou maken. De sagen beweren echter dat de grootvader van Rognvald Halfdan heette.
Deze gebeurtenissen zijn geplaatst na een verslag van de verwoesting van Fortriu, gedateerd rond 866,en de val van York, betrouwbaar gedateerd eind 867. Een dergelijke vroege datum maakt het echter moeilijk om de beweringen van de sage dat Harald Fairhair was betrokken bij Rognvalds verovering van de noordelijke eilanden.
De overwinning van Harald Finehair in de Slag bij Hafrsfjord, die hem de heerschappij over delen van Noorwegen gaf, wordt traditioneel gedateerd in 872, maar was waarschijnlijk later, misschien zelfs in 900. Het weinige dat bekend is over Schotse gebeurtenissen in de periode vanaf de Chronicle of the Kings of Alba zou even goed overeenkomen met Haralds aanvallen op Schotland tijdens het bewind van Domnall mac Causantín (regeerde 889-900). Dit zou echter niet overeenkomen met de volgorde in het vroegste verslag van de oorsprong van het graafschap Orkney, dat dit een generatie eerder plaatst.
Nadat Rognvald zijn graafschap aan Sigurd had gegeven, stierf de laatste volgens de Orkneyinga Saga op een merkwaardige manier na een gevecht met Máel Brigte van Moray. Sigurds zoon Gurthorm regeerde hierna voor één winter en stierf kinderloos.
Naast Hrólfr / Rollo en Turf-Einar had Rognvald een derde zoon genaamd Hallad, die vervolgens de titel erfde. Omdat hij echter niet in staat was de Deense aanvallen op Orkney te bedwingen, gaf hij het graafschap op en keerde terug naar Noorwegen, waarvan "iedereen dacht dat het een grote grap was". Thorir en Hrolluag. Hij voorspelde dat het pad van Thorir hem in Noorwegen zou houden en dat Hrolluag voorbestemd was om zijn fortuin te zoeken in IJsland. Turf-Einar, de jongste, kwam toen naar voren en bood aan om naar de eilanden te gaan. Rognvald zei: "Gezien het soort moeder dat je hebt, als slaaf geboren aan elke kant van haar familie, zul je waarschijnlijk niet echt een heerser worden. Maar ik ben het ermee eens, hoe eerder je vertrekt en hoe later je terugkeert, hoe gelukkiger ik ben." zal zijn. " Zijn vader'
37. jaar 800
xAscrida Ragnvaldsdottir (815 - 865), zij was de dochter Ragnvald 'van Agder' Olafsson (790 - 850) en Thora Sigurdsdottir (799 - 815)
De Heimskringla Saga stelt dat Eystein Glumra de vader was van Rognvald Eysteinsson en Sigurd Eysteinsson. En dat hij grootvader was van Guthorm Sigurdsson en Torf-Einarr. Hoewel de Saga een paar Ivars noemt, zou geen enkele de vader van Eystein zijn.
De eerste graaf van de Orkney-eilanden heette Sigurd, een zoon van Eystein Glumra en broer van Ragnvald, graaf van More. Na Sigurd was zijn zoon Guthorm een jaar lang graaf. Na hem nam Torf-Einar, een zoon van Ragnvald, het graafschap, en was lang graaf, en was een man van grote macht.
Volgens de Orkneyinga Saga was Eystein de luidruchtige de zoon van de graaf van Ivar de Uplanders en kleinzoon van Halfdan the Old. Hij was ook de vader van Rognvald de Wijze.
Heiti, de zoon van Gorr, was de vader van Sveiði de zeekoning, de vader van Halfdan de oude, de vader van Ivar de graaf van de Hooglanders, de vader van Eystein de luidruchtige, de vader van graaf Rognvald de machtige en wijze in raad.
Orkneyinga Saga maakt zijn kleinzoon Hrolf identiek aan Rollo, veroveraar van Normandië, en dus voorvader van Willem de Veroveraar en de resulterende koninklijke families van Engeland.
thelivesofmyancestors.wordpress.com/generations/
Europese koninkrijken Noord-Europa
Jarl van Oppland Hedmark Eystein III Glumra Ivarsson, Heidmark Ynglinger
*800 Maerrenes, Nord-Trondelag, Norway; +875 Maerrenes,
xJocunda (Hunthiofsdatter) Hunthiofsdottir married 862 in Maer, Norge
xAseda Rognvaldsdatter de Vestfold, * 812, Moer, Norway
Kaart: Noorse kleine koninkrijken rond 872: Oppland ligt in het midden van het rood gemarkeerde gebied, ten noorden daarvan ligt Trøndelag
38. jaar 780
Ivar Opplendingejarl Halvdansson *780 in Oppland, Norge +824 Borre, Vestfold, Norway
xGundella Eysteinsdottir
xAseda Eysteinsdatter 785–850
39. jaar 755
Halvdan II Oysteinsson Milldi (le Débonnaire) de Vestfold, Roi de Vestfold, Romarike *c 755, +802
xLiv Dagsdottir de Vestmar, *ca 755 - Vestmar(Norvége)
Halfdan werd geboren rond 755 in Vestfold, Noorwegen en stierf rond 802 in Borri, Noorwegen.
Halfdan wordt in de Orkneying-saga opgenomen als de zoon van Sveidi (Sveiði) de zeekoning, die in de Ættartolur Svadi (Svaði) wordt genoemd. Sveidi / Svadi in beide teksten was de zoon van Heiti, de zoon van Gór die de broer van Nór was.
Halfdan the Old is vader van Jarl Ívar of the Uplands die trouwde met een dochter van een zekere Eistein en zo vader werd van Eystein the Clatterer (Eysteinn Glumra) die vader was van Jarl Rögnvald van Møre en van Rögnvalds broer Sigurd Eysteinsson, en ook van twee dochters: Svanhild die een van de vrouwen van koning Harald Fairhair was en een andere dochter genaamd Malahule. Volgens verschillende bronnen had Jarl Rögnvald drie onwettige zonen: Hallad (Hallaðr), Hrollaug (Hrollaugr) en Torf-Einarr. Later, door zijn vrouw Ragnhild (Ragnhildr), dochter van Hrólf Nose (Hrólf Nefja), was Rögnvald vader van drie wettige zonen: Hrólf, Ívar en Thórir (Þórir) de Zwijger. Thórir erfde het land van zijn vader. De eerste vier Jarls van Orkney waren achtereenvolgens Rögnvalds broer Sigurd, Sigurds zoon Guthorm (Guttormr), Rögnvalds zoon Hallad, en Rögnvalds zoon Turf-Einar. Van Turf-Einar daalden de latere Jarls af. Hrollaug en zijn vrouw en zonen vestigden zich in IJsland.
Hrólf, ook wel Ganger-Hrólf (Gǫngu-Hrólfr 'Hrólf de wandelaar') genoemd, wordt door IJslands / Noorse historici geïdentificeerd als de Rollo die Neustrië veroverde, dat vervolgens werd omgedoopt tot Normandië, waardoor hij de overgrootvader werd van Willem de Veroveraar en de stamvader van elke koninklijke familie in het huidige Europa en Groot-Brittannië.
www.ffish.com/family_tree/Descendants_Halfdan_Sveidasson/D1.htm
40. jaar 725/30
Eystein Halvdansson Freet *725/30, in Raumariki, Vestfold, Norway. +780 Jarslo Jerseoy, Noorwegen
xHild Havdanson (geboren Eiriksdatter). *740 +838
Eystein Halfdansson (Oudnoors: Eysteinn Hálfdansson) was de zoon van Halfdan Hvitbeinn van het Huis van Yngling volgens Heimskringla. Hij erfde de troon van Romerike. Ari Thorgilsson noemt hem in zijn Islendingabok Eystein Fart, zonder commentaar, in zijn koningslijst, waarbij hij alleen zijn vader en zijn zoon noemt. Snorri noemt hem niet bij deze bijnaam, maar geeft ons wel een kleurrijk verhaal over zijn leven. Zijn vrouw was Hild, de dochter van de koning van Vestfold, Erik Agnarsson. Erik had geen zoon, dus kreeg Eystein Vestfold als erfenis van zijn vrouw. Eystein stierf tijdens plunderingen in Varna. Koning Skjöld van Varna, een groot krijgsheer, arriveerde op het strand en zag de zeilen van Eysteins schepen. Hij zwaaide met zijn mantel en blies erin, waardoor een giek van een schip slingerde en Eystein raakte, zodat hij overboord viel en verdronk. Zijn lichaam werd geborgen en begraven in een heuvel. Eystein werd opgevolgd door zijn zoon Halfdan de Milde.
*
Eystein stierf tijdens plunderingen in Varna. Koning Skjöld van Varna, een grote tovenaar, arriveerde op het strand en zag de zeilen van Eysteins schepen. Hij zwaaide met zijn mantel en blies erin, waardoor een giek van een schip slingerde en Eystein raakte, zodat hij overboord viel. Zijn lichaam werd geborgen en begraven in een heuvel
41. jaar 715/20
Halfdan "Gamle" Sveidasson, “the Aged” "Halvdan "Gamli" Sveidasson" *715/20 Svitjod Värmland, Sweden.
+795 in Toten Norway.
Halvdan «Whiteshanks» /Kvitbein/ King of Solør / Hedmark / Toten (Halvdan «Whiteshanks») "Hvitbein = The Meek" Hadeland King of Solør / Hedmark / Toten / Hadeland / Vestfold (Norway)
xÅsa (Aasa) Eysteinsdotter ± 718-± 803
Halfdan Hvitbein werd een grote koning. Hij was getrouwd met Aasa, een dochter van Eystein the Severe, die koning was van het Upland-volk, en regeerde over Hedemark. Halfdan en Aasa had twee zonen, Eystein en Gudrod. Halfdan onderwierp een groot deel van Hedemark, Toten, Hadeland en een groot deel van Westfold. Hij werd een oude man en stierf in zijn bed in Toten, vanwaar zijn lichaam naar Westfold werd vervoerd, en werd begraven onder een heuvel op een plaats genaamd Skaereid, in Skiringsale. Zo zegt Thjodolf: - 'Halfdan, gewaardeerd door vrienden en vijanden, ontvangt eindelijk de diepe rust van het leven: de oude man eindelijk, hoewel laat, gaf in Toten toe aan strenge Bij Skiringsale hangt een rots aan zijn graf, die lijkt te rouwen om de dappere Halfdan, dierbare leiders en mensen, Van allen een stille traan ontvangen.
42. jaar 682
*682/690 in Värmland, SwedenVärmland, Sweden; +710 in Romerike, Buskerud, Norway.
xSolveig (Solva) Halfdansdotter.
Koning van Vermaland in Zweden; offerde zijn eigen volk in tijden van hongersnood.
*650 in Badelunda Sverige; +751 in Röning
Slechte heerser", koning van Uppsala in Zweden; de laatste in Fray geboren heidense sacrol "vredeskoning" met mensenoffers in zijn eigen familie.
xGauthild (Gauthildur) Algautsdotter.
www.finnfalla.se/forsk/anor/adeln/index.htm?/forsk/anor/adeln/000/0076/553.htm
Hij was een zeer woest persoon met een totaal onaangename persoonlijkheid. Toen zijn vader stierf, liet hij een grote zaal bouwen en een groot feest voorbereiden voor het begin van zijn regering, en daarvoor nodigde hij de zes andere plaatselijke koningen uit: Algaut, zijn schoonvader; Yngjvar, koning van Fjadrydaland, en zijn twee zonen; Spornsjall, koning van Nerike; Sughvat, koning van Aattundaland; en Granmar, koning van Sondermanland, die niet aanwezig was. Die avond sprak hij deze Brage: "Ik zal mijn heerschappij met de helft vergroten, naar alle vier de hoeken van de wereld", en later, nadat iedereen dronken was en plezier had, liet Ingjvar het nieuwe vuur aansteken hal en verbrandde iedereen tot de dood. Degenen die erin slaagden naar buiten te rennen, werden ter plekke gedood.
Hij en zijn compagnie werden bij Reaning omsingeld door het leger van Ivar Vidfavne, en toen ze geen uitweg zagen en geen kwartier verwachtten, staken hij en zijn mannen en dochter de hal om hen heen in brand en pleegden massale zelfmoord. Een andere Yngling-koning in Zweden was Ingjald Illrade. Uit zijn verhaal leren we iets over hoe koningen werden gekozen. Als een koning stierf, moest zijn opvolger het begrafenisfeest bijwonen en daar aan de voet van de troon zitten. Er werd een enorme beker van hoorn binnengebracht. De erfgenaam moest beloven een machtige daad van moed te zullen verrichten en vervolgens de beker naar de bodem laten leeglopen. Na deze ceremonie werd hij naar de troon geleid en tot koning uitgeroepen.
Toen Ingjald de begrafenis van zijn vader Anund de Cultivator plande, nodigde hij alle kleine koningen en jarls (graven) van de aangrenzende gebieden uit om het feest bij te wonen. Daar stond hij op, deed de gelofte om zijn koninkrijk aan alle kanten met de helft te vergroten en dronk de beker leeg. Vervolgens liet hij zijn gasten drinken totdat ze dronken werden. Op dit punt verliet hij de hal, omsingelde het met zijn mannen, stak het in brand en doodde zo al zijn potentiële rivalen. De mensen haatten hem vanwege zijn verraad en noemden hem Ingjald Illrade, of slechte heerser.
Koning Ingjald zou de laatste koning van de Yngling-dynastie zijn geweest die in Zweden regeerde. Volgens de sagen stierf hij rond 600 na Christus door zijn paleis aan het Malarenmeer in brand te steken en zo zowel zichzelf als zijn dochter te vernietigen. Het was een passend einde voor een man die zijn vazallen op dezelfde manier had vermoord.
Ingjald Illrade werd in Zweden opgevolgd door Ivar Vidfamne (Wide Reacher). Ivar begon een nieuwe dynastie, genaamd Ivarska naar hemzelf.
De lijn van de slecht regerende Ingjald stierf echter niet uit. Zijn zoon Olof Tretelgia (Olaf Tree-Hewer) ontsnapte naar Noorwegen, waar hij de stamvader werd van de Noorse Yngling-koningen.
Koning van Svea.
Geboren 655 in Uppsala (C).
Kleine koning van Svealand, Svitjod 640-655. Geboren 600 in Badelunda. Overleden 655 te Fogdö (D). Ingjald was zoon van 'Bröt-Anund', die werd vernoemd naar het feit dat hij moeite deed om het platteland in de uitgestrektheid van het koninkrijk te ontruimen bossen en het aanleggen van wegen over heel Svitjod. Als jongen kreeg Ingjald een wolvenhart te eten. en werd zo wreed en wreed. Bij het graf van zijn vader liet hij zes gasten verbranden. kleine koningen en leg hun koninkrijken onder hen. (Bron: De Zweedse geschiedenis, Bonnier Lexikon) Koning Anunds zoon Ingjald werd nu koning van Uppsala. De Uppsala koningen waren de beste van de koningen van het Svea-koninkrijk, waar in die tijd ook veel districtskoningen waren. Alles uit die tijd toen Odin het stamhoofd van het koninkrijk Svea was, was de koning die in Uppsala zat de autocraat overal Het koninkrijk Svea tot Agne stierf. Daarna werd het koninkrijk verdeeld onder de broeders. Dan stroom en koninklijke namen werden doorgegeven in de geslachten terwijl ze zich vertakken. Toen Ingjald koning werd, was er er veel districtskoningen. Ingjald bereidde vervolgens een groot gastenaanbod in Uppsala om te drinken erfstuk naar Koning Anund, vader de zijne. Hij liet een nieuwe zaal bouwen en daar werden zeven hoge stoelen neergezet. Koning Ingjald nodigde koningen, graven en andere heersers uit. Tot dat erfenisbeest kwam Ingjalds schoonvader koning. Algot van Västergötland, koning Yngvar van Fjädrundaland met zijn zonen Agnar en Alf, koning Sporsnjall van Närke en koning Sigverk van Attundaland. Koning Granmar van Södermanland was uitgenodigd maar niet gekomen. Het feest begon en Ingjald deed een gelofte dat hij zijn koninkrijk zou maken. dubbel groter in elke richting of ook sterven. En toen dronk hij de hoorn op de bodem. Maar toen de mannen 's nachts dronken waren, zei Ingjald tegen zijn volk dat ze zich moesten bewapenen. Ze gingen Toen naar buiten en stak de nieuwe hal in brand, en al snel begon het huis te branden in het kaarslicht. Waar verbrand toen werden de zes koningen binnen met al hun volk, en degenen die probeerden uit te breken, snel gedood. Toen onderwierp koning Ingjald alle koninkrijken die deze koningen bezaten en nam schatten van hen af. Koning Hjörvard bekend als Ylvingen trouwde met Granmar's dochter Hildegunn en omdat Granmar Hjörvard miste zonen en mocht met hem over Södermanland regeren. Tegelijkertijd Koning Ingjald verzamelde een leger en was van plan de twee bloedverwanten aan te vallen. De steun van Granmar werd ondersteund door daarnaast koning Högne en zijn zoon Hilder die over Östra Götland regeerden. Högne was de vader van de Hild die Granmar als zijn vrouw had. Koning Ingjald ging met zijn hele leger aan land en had een enorme suprematie. Ze braken uit elkaar, en hard was het, maar voor een tijdje hadden ze vocht voordat de leiders van Ingjald met hun hele leger vluchtten en ze vertrokken weer naar hun schepen. Ingjald voelde zich ongemakkelijk bij zijn reis. Toen was er grote onenigheid tussen koning Ingjald en koning Sparren. Nu dat nog lang zo was, verzoenden ze zich en sloten ze vrede. Die vrede was verbonden met jouw. Maar toen koning Granmar en zijn schoonzoon koning Hjörvard een gastbezoek brachten aan het eiland Selö, koning Ingjald met zijn leger en viel hen midden in de nacht aan en verbrandde hen binnen. Toen zette hij hun land onder hun koninkrijk. Koning Högne en zijn zoon Hilder reden vaak op in het koninkrijk Svea en doodden de mannen van koning Ingjald. Koning Ingjald had twee kinderen, van wie de oudste Åsa heette en de jongere Olaf houtsnijwerk. Åsa trouwde in Skåne met koning Gudröd. Ze was net als haar vader en veroorzaakte haar man doodde zijn eigen broer Halfdan. Tot slot zorgde Åsa er ook voor dat haar eigen man Gudröd gestorven. Halfdan was de vader van Ivar vidfamne, en hij kwam naar Skåne na zijn oom GuDröd's zaak en onmiddellijk contracteerde hij een enorm leger, waarmee hij naar het Svea-koninkrijk stuurde. Koning Ingjald was bij de gastboodschapper in Ränninge toen hij hoorde dat Ivar hier en vloot al dichtbij waren. Ingjald had niet sterke punten genoeg om te vechten. Daarna dronk hij zijn volk dronken op en liet toen vuur stoken. in de hal. Iedereen die daar was, werd samen met Ingjald van binnen verbrand. Ivar vidfamne vervolgens gelegd onder zelf het hele Svea koninkrijk. Hij wijdde zich ook aan het hele Dana-rijk en een groot deel van Saxland en alles wat het oostenland en het vijfde van Engeland. Uit zijn geslacht stammen ze dana koningen af en sveakungar die vervolgens macht had over de koninkrijken. Met de dood van Ingjald verviel de macht. De afstamming van de Ynglings. De nakomelingen van zijn zoon Olaf trätälja werden echter regenten van Noorwegen voor een lange tijd te komen.
Brøt-Anundr (Oud-Oost-Noors) of Braut-Önundr (Oud-West-Noors) (wat baanbreker Anund of Anund de landopruimer betekent) was een legendarische Zweedse koning van het Huis van Yngling die regeerde in het midden van de zevende eeuw. De naam zou Proto-Noors *Anuwinduz zijn geweest, wat "winnende voorouder" betekent.
*
In zijn Ynglinga-sage vertelt Snorri Sturluson dat Anund zijn vader Ingvar opvolgde op de Zweedse troon, en na de oorlogen van zijn vader tegen Deense Vikingen en Estse piraten heerste er vrede over Zweden en waren er goede oogsten. Anund was een populaire koning die erg rijk werd, niet alleen vanwege de vrede en de goede oogsten maar ook omdat hij zijn vader in Estland wreekte. Dat land werd heinde en verre geteisterd en in de herfst keerde Anund terug met grote rijkdommen.
In die tijd werd Zweden gedomineerd door uitgestrekte en onbewoonde bossen, dus Anund begon wegen aan te leggen en land te ontginnen en uitgestrekte districten werden bevolkt door Zweden. Daarom werd hij Bröt-Anund genoemd. Hij maakte in elke wijk een huis voor zichzelf en logeerde in veel huizen als gast.
Op een herfst reisde koning Anund tussen zijn zalen (zie Husbys) en kwam op een plaats genaamd Himinheiðr (luchtheide) tussen twee bergen. Hij werd verrast door een aardverschuiving die hem doodde.
www.duo.uio.no/bitstream/handle/10852/34207/AndersenEBx-xMaster.pdf
45. jaar 616
Ingvar "de lange" Östensson. Geboren 616 in Uppsala. Overleden in Stone, ESTLAND.
Ingvar of Yngvar Harra, Proto-Noors * Ingu-Hariz (d. begin 7e eeuw) was de zoon van Östen en eiste de Zweedse troon op voor het Huis Yngling nadat de Zweden in opstand waren gekomen tegen Sölvi.
Snorri Sturluson vertelt in zijn Ynglinga-saga dat koning Ingvar, de zoon van Östen, een groot krijger was die vaak tijd doorbracht met patrouilleren langs de kusten van zijn koninkrijk tegen Denen en piraten uit het oosten. Koning Ingvar kwam uiteindelijk tot een vredesakkoord met de Denen en kon zich ontfermen over de Estse piraten.
Hij begon vervolgens te plunderen in Estland als vergelding, en op een zomer kwam hij aan op een plaats genaamd Stein (zie ook Sveigder). De Esten (sýslu-soort) verzamelden een groot leger in het binnenland en vielen koning Ingvar aan in een grote veldslag. De Estse troepen waren te machtig en Ingvar viel en de Zweedse troepen trokken zich terug. Ingvar werd begraven in een heuvel op een plaats genaamd Stone of Hill fort (bij Steini) aan de oevers van Estland (Aðalsýsla).
46. jaar 594
Östen Adilsson. Geboren 594 in Gamla Uppsala. Overleden te Gamla Uppsala.
Er is geraden dat zijn heerschappij zich uitstrekte. tussen de jaren 520-535 na Christus. Hij is vooral bekend omdat hij werd gedood in Vendel in Uppland. Concreet zou hij zijn gedood door twee Deense graven uit Zeeland. De reden hiervoor was dat de Denen met geweld hun intrek hadden genomen in het koninklijke landgoed van Huseby. Ottar probeerde het met zijn mannen gooi de indringers eruit, maar in de daaropvolgende strijd werden bijna alle Zweden gedood. Later zijn zoon Adils wreekte de dood van zijn vader door Zeeland aan te vallen. Er wordt gezegd dat een van de graven gevonden in Vendel wordt verondersteld te behoren tot Ottar Vendel kraai. De naam "vendelkraai" zou een uitdrukkingen gebruikt over de inwoners van Vendel. Zoon van koning Egil Aunsson 'Tunnadolg' van Ynglingaätten in Svitjod, die in 515 in Svitjod door een os werd gedood en in Uppsala werd neergestoken; kind: Adil's 'de Machtige' van Uppsala. Tussen de kleine koningen Egil en Adils worden de Zweden geregeerd door een monarch genoemd in beide bronnen; Beowulfkvädet noemt hem Ohthere en Snorri noemt hem Ottar met de bijnaam Vendelkråka. Zijn historische bestaan wordt beschouwd als aldus bewezen; Hij is de eerste Zweedse koning aan wie serieuze historische geleerden durven. zeg dit.
Ottar was koning van de Zweden in de vroege jaren 500. Er is geraden dat zijn regeerperiode uitgerekt tussen de jaren 520-535 na Christus. Hij is vooral bekend omdat hij werd gedood in Vendel in Uppland. In het bijzonder zou hij zijn gedood door twee Deense graven uit Zeeland. De reden hiervoor was dat de Denen met geweld hun intrek hadden genomen in het koninklijke landgoed Huseby. Ottar probeerde met zijn mannen de indringers eruit te gooien, maar viel in de daaropvolgende strijd bijna. alle zweden. Later wreekte zijn zoon Adil de dood van zijn vader door Zeeland aan te vallen. Er wordt gezegd dat een van de graven gevonden in Vendel moet behoren tot Ottar Vendelkråka. Alleen de naam "vendelkraai" zou een uitdrukking zijn die wordt gebruikt over de inwoners van Vendel.
47. jaar 572
Adil's "de machtige" Ottarsson. Geboren 572 in Uppsala. Overleden te Uppsala. Koning van Svea
xYrsa Helgesdatter Leire. Geboren 565 in DENEMARKEN. Koningin van Denemarken en Uppsala
Småkung in Uppsala. Geboren omstreeks 520 in Uppsala, Svitjod. Overleden 575 te Uppsala, Svitjod. Adils waren getrouwd met Rolf Krake's moeder Yrsa, zegt Snorre in zijn Edda. Toen de Zweedse Koning gevechten had met een koning van Noorwegen genaamd Ale, stuurde hij een bericht van zijn stiefzoon in Lejre en vroeg hem om een help tegen het feit dat hij drie schatten in Svitjod mag kiezen. Nu kon Rolf geen gevaar lopen omdat hij had elders aanranding, maar stuurde in plaats daarvan Adils zijn twaalf berserkers. Met de hulp van Ze wonnen de koning van Svea, maar toen ze hun salaris wilden en eisten ook om te kiezen kostbaar voor zijn koning weigerden de Adils. Een van de uppsala koningen die ze wilden koppelen aan Uppsala mounds, Ottars zoon Adils, overtreft in naam zowel zijn voorgangers als zijn opvolgers voor de komende eeuwen. Net als zijn vader en andere zwervende figuren naast het Ynglingatal en andere IJslandse koninklijke records wordt hij ook genoemd in het Oudengels. het gedicht Beowulf. Adils werd de zoon van koning Ottar genoemd, die het koninkrijk na hem innam. Hij had grote geschillen met een Noorse koning genaamd Åle de Opplandic . Ze hielden slagen op het ijs van het Vänernmeer en daar viel koning Åle en koning Adils ontving de overwinning. Koning Rolf Krake van Denemarken kwam later naar Adils om het goud terug te halen dat door de Zweden betaald moest worden. Adils betaalde schoorvoetend, maar wanneer Rolf Krake was onderweg, ze zagen dat ze vervolgd werden. Rolf Krake liet zich vervolgens weggooien het goud en zo kwamen ze weg, want de achtervolgers stapten meteen van hun paarden af om hun weg naar boven te vinden. Goud. Adils 'de Machtige' Ottarsson van Uppsala. Koning in Uppsala. Hij stierf door val van het paard op een vlekkenfeest rond 575 en daarna werd hij opgevoed in Uppsala; zoon van Ottar 'Vendel kraai' Egilsson; kinderen: Östen Adilsson van Uppsala.
48. jaar 557
Ottar "Vendelkråka" Egilsson. Geboren 557 in Uppsala. Overleden te Vendel, Uppsala.
xHelge Halfdansson. *528 in DENEMARKEN.
Ottar was koning van de Zweden in de vroege jaren 500. Er is geraden dat zijn heerschappij zich uitstrekte. tussen de jaren 520-535 na Christus. Hij is vooral bekend omdat hij werd gedood in Vendel in Uppland. Concreet zou hij zijn gedood door twee Deense graven uit Zeeland. De reden hiervoor was dat de Denen met geweld hun intrek hadden genomen in het koninklijke landgoed van Huseby. Ottar probeerde het met zijn mannen gooi de indringers eruit, maar in de daaropvolgende strijd werden bijna alle Zweden gedood. Later zijn zoon Adils wreekte de dood van zijn vader door Zeeland aan te vallen. Er wordt gezegd dat een van de graven gevonden in Vendel wordt verondersteld te behoren tot Ottar Vendel kraai. De naam "vendelkraai" zou een uitdrukkingen gebruikt over de inwoners van Vendel. Zoon van koning Egil Aunsson 'Tunnadolg' van Ynglingaätten in Svitjod, die in 515 in Svitjod door een os werd gedood en in Uppsala werd neergestoken; kind: Adil's 'de Machtige' van Uppsala. Tussen de kleine koningen Egil en Adils worden de Zweden geregeerd door een monarch genoemd in beide bronnen; Beowulfkvädet noemt hem Ohthere en Snorri noemt hem Ottar met de bijnaam Vendelkråka. Zijn historische bestaan wordt beschouwd als aldus bewezen; Hij is de eerste Zweedse koning aan wie serieuze historische geleerden durven. zeg dit.
Ottar was koning van de Zweden in de vroege jaren 500. Er is geraden dat zijn regeerperiode uitgerekt tussen de jaren 520-535 na Christus. Hij is vooral bekend omdat hij werd gedood in Vendel in Uppland. In het bijzonder zou hij zijn gedood door twee Deense graven uit Zeeland. De reden hiervoor was dat de Denen met geweld hun intrek hadden genomen in het koninklijke landgoed Huseby. Ottar probeerde met zijn mannen de indringers eruit te gooien, maar viel in de daaropvolgende strijd bijna. alle zweden. Later wreekte zijn zoon Adil de dood van zijn vader door Zeeland aan te vallen. Er wordt gezegd dat een van de graven gevonden in Vendel moet behoren tot Ottar Vendelkråka. Alleen de naam "vendelkraai" zou een uitdrukking zijn die wordt gebruikt over de inwoners van Vendel.
www.finnfalla.se/forsk/anor/adeln/index.htm?/forsk/anor/adeln/000/0076/555.htm
49. jaar 530
Egil "Tunnadolg" Aunsson. Född 530-590 i Uppsala (C). Kung av Svea.
Koning. Geboren voor 400 in Gamla Uppsala (C). Overleden 515 te Gamla Uppsala (C). Egil was geen mimiek maar regeerde in vrede. Hij had een thrall genaamd Tunne die de penningmeester van zijn vader was geweest, maar toen Egil aan de macht kwam, moest Tunne terugkeren naar de andere thralls. Daarvoor had Tunne gestolen. een deel van king Ane's chattels en begroef het. Nu vluchtte hij samen met enkele anderen thralls, groeven de schat op en deelden het onder hun mannen. Ze maakten hem tot hun stamhoofd. En hij verzamelde allerlei slechte mensen om zich heen. Ze beroofden, plunderden en doodden en al De buit verdeelde hij onder zijn mannen. Koning Egil nam de strijd aan tegen Tunne. Het werd een bittere strijd en koning Egil werd gedwongen te vluchten. Egil verzamelde er hier een en ging de strijd aan met Tunne. Het werden acht felle veldslagen en koning Egil verloor ze allemaal. Hierna ontvluchtte Egil het land, tot koning Frode de Stoute op Zeeland. Hij beloofde Frode de schat van de Zweden als ze hem zouden helpen om weg met Tunne. Toen Egil thuiskwam, had hij een groot leger van koning Frode's mannen en sekteleden. met hen. Er was een enorme klap waar Tunne uiteindelijk viel. Egil herwon zijn koninkrijk en Frodes mannen aten thuis. Daarna stuurde Egil elk jaar geweldige geschenken naar Frode, maar hij geen belasting verschuldigd zoals hij had beloofd. Toch bleef de vriendschap bestaan. Na de dood van Tunne regeerde Egil nog drie jaar, maar toen gebeurde het dat een te vegen stier werd helemaal volks en vluchtte naar het bos. Koning Egil, die een groot jager was, ontmoette de stier in het bos tijdens een jacht, proberen het te doden. De koning brak zijn speer tegen de stier, de stier omvergeworpen het paard van de koning, de koning trok zwaarden, maar de stier rechtte de hoorns in zijn borst. De mannen van de koning uiteindelijk lukte het om de stier te doden, maar de koning stierf aan zijn verwondingen. Opgestapeld in G:a Uppsala, waarschijnlijk in de zogenaamde Freyheuvel (tussen de heuvel van Aun in het zuiden en de heuvel van Adil in het noorden). Opgravingen daar toonden op vreugdevuur resten uit de jaren 520. Egil overleed na verwondingen opgelopen tijdens het jagen op een stier die ontsnapte uit een vlek. De stier had het paard aangevallen en toen Egil van het paard viel, stootte het paard de stier zijn hoorns in de borst van Egil die na korte tijd stierf.
50.
Aun, de zoon van Jaarund, werd de volgende koning van de Svearne. Hij stond bekend als Aun den Gamle (de oude) omdat hij een zeer oude man was. Hij was tien jaar verkocht toen hij koning werd. Hij woonde vijfentwintig jaar als koning in Uppsalir, en toen koning Halvard van Denemarken hem uit Uppsalir verdreef en zelf de troon bezette, ging hij naar Vestergautland, waar hij nog eens vijfentwintig jaar bleef. Toen Kin Halvard stierf, keerde hij terug naar Uppsalir en bezette de troon nog eens vijfentwintig jaar, totdat hij de tweede keer werd verdreven door een andere Deense koning. Zoals eerder gezegd leefde hij als een zeer oude man, en er wordt verteld dat hij een menselijk offer van hem bracht aan Odin, de heidense god, die hem een lang leven beloofde voor deze daad. Negen zonen werden dus door hem geofferd. Hij stierf uiteindelijk van ouderdom, toen de Zweden weigerden hem zijn tiende zonen te laten offeren.
51
Jorund Yngvasson 487-548
Jorund of Jörundr (5e eeuw) was een Zweedse koning van het huis Yngling. Hij was de zoon van Yngvi, en hij had de troon van Zweden voor zijn dynastie teruggewonnen van Haki (de broer van Hagbard, de held van de legende van Hagbard en Signy, en Snorri citeert twee kennings uit deze legende Sigar's ros en Hagard's gevallen strop, wanneer hij over Jorund vertelt).
Snorri Sturluson vertelt dat toen Jorund jong was, hij met zijn broer Erik over de zeeën reisde en plunderde, en dat ze grote krijgers waren. Op een zomer plunderden ze in Denemarken, waar ze een andere plunderaar ontmoetten, koning Gudlög van Hålogaland (een provincie in Noorwegen) met wie ze vochten. Ze namen hem gevangen en droegen hem aan land bij Stromones, waar ze hem ophingen. Gudlaugs overlevende metgezellen hief daar een heuvel over hem heen.
52
Yngvi Alreksson 466 Zweden -525 Cochem-Zell, Rheinland-Pfalz, Duitsland
xDagreid Dagsdotter
Legendarische Zweedse koning. Hij leefde ongeveer 402 tot 430 en regeerde over Swealand, of het centrale Swea-gebied deel van Zweden dat zich rond 980 na Christus tot dat land ontwikkelde. De vruchtbaarheidsgod uit de Noorse mythologie Yngvi-Freyr (Yngve Frej) naar wie de dynastie en het verhaal erover werd genoemd, zou dan genummerd worden als Ingold I. Volgens de Yngling Saga van historicus Snorri Sturluson waren Ingwin en zijn broer koning Adolph (Alf) de zonen van koning Erik (I) en medeheersers. Er is bewijs dat ze bestonden (Prof. Birger Nerman) buiten de legendes. De gemalin van Adolph heette Bera. De relatie tussen de broers verslechterde door haar aandacht en flirts met haar zwager koning Ingwin. Herhaalde opmerkingen van koningin Bera vernederden Adolph, die vervolgens in een vlaag van woede zijn zwaard onder zijn cape vandaan trok en het in zijn broer stak. Ingwin trok snel zijn eigen zwaard en stak Adolph neer. Bera zag beide broers ter plekke sterven en ze werden begraven in een tumulus die niet meer bestaat, aan de oever van de rivier de Fyris, nu in het centrum van Upsala. Een van die bekende graven is Thorsugle genoemd.
53. jaar 445
Alrek Agnesson. *445 +536;
xDagreid Dagsdotter, geb. 449
Alrek en zijn broer Erik waren koning geworden na hun vader Agne. Ze waren machtige mannen en grote krijgers en sporters. Ze streden om de meeste dingen, om wie het beste reed. of betere paarden had. Eén keer reden de twee broers weg van hun echtgenoten en keerden niet meer terug. Ze begonnen naar hen te zoeken en vonden ze dood met hun hoofden ingeslagen. Geen van hen had wat wapens, maar men geloofde dat ze elkaar doodsloegen met de biet van hun paarden . Moeder voor zijn zoon Alf was koning Dag de Machtige dochter Dageid.
54.jaar 424
nl.findagrave.com/memorial/215534928/agne-dagsson
xSkjalf Frostadotter, geb. 428, Finland
Stichter van de gotische Skilfinga-dynastie. Geboren omstreeks 237. Agne werd koning na haar vader Dag. Agne Wees een machtige en uitstekende man, een groot krijger en in alle opzichten met de hand. Een zomer trok Agne met haar leger naar Finland en verwoestte. De naam van de Fin was Froste en hij verzamelde een groot leger en trok ten strijde tegen Agne. Hij zegevierde en sleepte zich voort. Finland en zette het eronder en nam een zeer grote prooi. Onder wat werd veroverd was Froste's dochter Skalv met wie Agne vervolgens trouwde. Toen Agne terugkwam, ging hij liggen. Stocksund. Quake vroeg haar man om een grafbiertje boven zijn vader te houden en dus hield het een gilde met grote drankslag. Toen Agne dronken was, vroeg Skalv hem om de gouden sieraden die hij droeg te passen. Over Halden. Hij deed dat en bond het strak om zijn nek voordat hij naar bed ging. Sinds hij viel in slaap gebonden Quake een touw in de sieraden. Haar mannen hesen Agne tegen een boom die stond. over hun tent en het werd zijn dood.
55. jaar 400
Dag "den Vise" Dyggvesson. Född omkring 400. Död i Gotland; +Skjalf Frostadotter, geb. 428, Finland
Dag was de zoon van Dyggve en nam zijn koninkrijk over. Hij was zo wijs man dat hij de stemmen van vogels begreep. Hij had een mus die naar verschillende landen vloog en daarna vertelde Dag wat hij had gezien. Ooit vloog de mus naar Reidgotaland naar een boerderij genaamd Reverbee en werd gedood door de eigenaar van de boerderij. Day kwam erachter wat er met de mus was gebeurd en verzamelde daarom een groot leger en reisde naar Vörve en verwoestte. Day werd toen gedood door een arbeider die gooide hooidief naar het leger en dit had het hoofd van de koning geraakt. Hij viel van het paard en gestorven.
De Anderson-Krogh genealogie : voorouderlijke lijnen en afstammelingen
Dag, de zoon van Drygve, werd de volgende koning. Hij was een zeer wijs man en er werd gezegd dat hij de taal van vogels verstond. Hij had een mus die hem van verre veel tijdingen vertelde. Op een keer vloog de mus naar Denemarken, waar hij in de boomgaard van een boer sijpelde en bessen at. De boer raapte een steen op en doodde de vogel door hem te raken. Koning Dag werd angstig toen hij niet terugkwam, dus ging hij naar een offer aan de goden, waar hij naar zijn vogel vroeg. Hij kreeg te horen wat er was gebeurd. Hij verzamelde een troepenmacht en ging naar Denemarken om de dood van de mus te wreken. Hij verwoestte het platteland, maar op de terugweg naar hun schepen wierp iemand een hooivork in de groep mannen en die raakte het hoofd van de koning waardoor hij stierf.
www.ointres.se/carellk/sida0/h_____9g.htm
56. jaar 380
Dagr Spaka Dag "the Wise" Dyggvasson Dyggvison (Dyggvasson), ± 380-± 440
De Anderson-Krogh genealogie : voorouderlijke lijnen en afstammelingen
Drygve, de zoon van Domar, werd toen koning van de svearne (Zweden). Hij stierf ook een natuurlijke dood. Er is niets van hem overgeleverd, behalve dat hij de eerste man was die Konge (koning) werd genoemd. Voorheen heetten ze Drottner, hun vrouwen, Drottninger en hun lijfwachten Drott. Elke man in de dynastie stond ook bekend als Yngve en Ynglinger. Drygve's moeder was Drott, de dochter van koning Danp, de zoon van Rig, die als eerste Konge heette in de Deense taal. Dronning (koningin) Drott was de zus van koning Dan de Trotse, van wie Denemarken zijn naam kreeg.
57
Domar Domaldsson 361-452
Domar, de zoon van Domalde, werd de volgende koning van de Zweden. Tijdens zijn lange regeerperiode bleef het land bestaan en heerste er vrede. Over hem wordt niets verteld, behalve dat hij in Uppsalir aan een ziekte stierf; zijn lichaam werd naar Fyres Plains gebracht en verbrand. Een stenen monument werd opgericht aan de monding van de Fyres beek tussen het oude Uppsalir en het nieuwe Uppsala.
58
Domaldi Visbursson 340-431
Domalde werd koning van svitjod na zijn vader, Visbur. Tijdens zijn regering was er honger en hongersnood in het land, en de Zweden brachten grote offers en altaaroffers. Maar er heerste nog steeds hongersnood. De sparren vallen ze offerden ossen, maar tevergeefs. De volgende herfst offerden ze mensen, maar hun oogsten waren nog armer. De volgende herfst kwamen de Zweden in een grote voor naar Uppsalir, waar de offers zouden worden gehouden. Ze debatteerden en waren het erover eens dat hun koning verantwoordelijk moest zijn voor hun problemen en besloten dat ze hem hun offer aan hun god Odin zouden brengen en de sokkels in de tempel met zijn bloed zouden beschilderen. Dat is gebeurd.
59
Visbur Vanlandasson 319-339
Authisdotter
Visbur regeerde over de Swearne (Zweden) na de dood van zijn vader. Zijn vrouw was de dochter van Aude, een rijke man, die drie grote landgoederen en een gouden ornament als bruidsschat met zijn dochter schonk. Er werden twee zonen geboren, namelijk Gisland Andur. Hij verliet zijn vrouw en trouwde met een andere vrouw, dus nam ze twee zonen en ging terug naar Finland om bij haar vader te wonen. Visbur had een zoon genaamd Domalde bij zijn tweede vrouw. Zijn eerste vrouw drong er bij haar zonen op aan om het bezit op te eisen dat hem als bruidsschat toebehoorde. Visbur weigerde hiermee in te stemmen. Zijn ex-vrouw stelde daarop hekserij tegen hem in. Er werd geprofeteerd dat het gouden ornament een vloek zou zijn en de dood van de beste man van zijn ras zou veroorzaken. De tovenaar gaf de zonen ook toestemming om hun vader van het leven te beroven, en voorspelde ook dat moord op bloedverwanten in de Ynglinger-dynastie in de furutre zou voorkomen. Daarna verzamelden de zonen 's nachts een groep mensen, staken de slaapvertrekken van Visbur in brand en verbrandden hem tot de dood.
60
Vanlandi Svegdasson 298-389
Driva Snaersdotter 302 Finland
Vanlande, de zoon van Svegdir, besteeg de troon en regeerde over de rijkdom van Uppsalir. Hij was een groot sarrior en reisde veel door het land. Hij maakte zijn winterverblijf in Finland, waar hij trouwde met Driva, de dochter van Snae, de oude. Hun zoon heette Visbur. Vanlande verliet Finland op een dag in het voorjaar en beloofde dat hij over drie winters terug zou zijn. Hij keerde niet terug, dus na tien jaar belde zijn vrouw Driva een heks genaamd Huld en vroeg haar om hem te verleiden terug te komen naar Finland, of hem anders te doden. Hij was op dat moment in Uppsalir en daar ontmoette hij de dood door toedoen van een heks.
61
Svegdi Fjolnarsson 277-368
Svegdir nam het rijk over naar zijn vader, Fjaelnir; hij legde een gelofte af om godheim en Odin de oude te zoeken. Hij reisde met twaalf man wijd en zijd over de wereld; hij kwam naar Tyrkland en naar het grotere Svitjod en ontmoette veel van zijn vrienden en bloedverwanten. Hij was vijf jaar weg op deze reis. Daarna kwam hij terug naar Uppsalir en bleef enige tijd thuis. Hij trouwde in Vansheim met een vrouw genaamd Vana; hun zoon was Vanlande. Svegdir ging opnieuw op zoek naar Godheim. In het oosten van Zweden ligt een groot landgoed genaamd Stein; Er is daar een rots zo groot als een groot huis. Op een avond na zonsondergang, toen Svegdir stopte met drinken en naar zijn slaapvertrekken ging, zag hij een dwerg (dwerg) buiten de rots zitten. Svegdir en zijn mannen waren erg dronken en renden naar de rots. De dverg stond in de deur en riep Svegdir om binnen te komen als hij Odin wilde ontmoeten. Svegdir snelde de rots in, die zich onmiddellijk op hem sloot, en hij kwam nooit meer terug.
62
Fjolnir Yngvi Freysson 256-300 Denenmark
Fjaelnir, de zoon van Yngvi-Frey regeerde toen over de Zweden en de Uppsalir rijkdom. Hij was een goede koning en een machtige heerser. Fred-Frode, koning van de Denen, woonde destijds in Leidra (bij Roskilde, Denemarken). Ze waren vrienden en nodigden elkaar vaak uit voor hun festiviteiten. Toen Fjaelnir eens Frode in Seeland bezocht, werd er een groot feest voor hem bereid, en mensen werden er van heinde en verre voor uitgenodigd. Frode had een groot kasteel, daarin stond een groot vat, vele meters hoog, bijeengehouden door groot hout; het stond in de onderste verdieping en er was een verdieping erboven waarin een opening was waar de drank in kon worden gegoten; Het vat zat vol met mede, een zeer sterke drank. 's Avonds werden Fjaelnir en zijn mannen naar hun kamer op de verdieping erboven gebracht. 's Nachts liep Fjaelnir naar de svalit om iets te zoeken, hij werd overmand door slaap en dooddronken. Toen hij terugkeerde naar zijn kamer liep hij langs het balkon naar een deur die naar de aangrenzende kamer leidde, en daar miste hij zijn houvast en viel in het medevat en kwam om.
63
Yngvi Frey Njordsson 235-275/326
Gerd Gymersdotter 239
64
Njord King of Swedes Yngvasson 214 Rusland +260 Zweden
xSkade, Queen of Sweden Tjatsedotter
.Njord Vanir, Koning in Zweden 214-260
Njörðr is een Vanir-god uit de Noordse mythologie. In overgeleverde bronnen is Njörðr de vader van de belangrijkste goden Freyr en Freyja door zijn naamloze Vanir-zus, had hij een noodlottige relatie met de godin Skaði, woont hij in Nóatún (Oudnoordse "scheepsomheining") en wordt hij geassocieerd met zee, zeevaart, wind, visserij, rijkdom en vruchtbaarheid van gewassen.
Ook bekend als: "King Njörd the Noatun Vanir the Yngvi Njord", "Njörðr", "Njord de Noatun", "King of Swedes",
Geboortedatum: circa 214; Noatun, Zweden; overlijden: overleden 260 in Noatun, Sweden
.Hij was de enige soeverein van de Zweden en beoefende opoffering. Hij werd door de Zweden de drot of soeverein genoemd. Hij ontving scatt en geschenken van hen. In zijn dagen waren vrede en overvloed en zulke goede jaren in alle opzichten dat de Zweden geloofden dat Njord heerste over de groei van de seizoenen en de welvaart van de mensen
. In zijn tijd stierven alle diars, of goden, en er werden bloedoffers voor hen gebracht. Njord stierf op een bed van ziekte, en voordat hij stierf liet hij zich met de speerpunt voor Odin markeren. De Zweden verbrandden hem en allen huilden over zijn grafheuvel.
65
Yngvi King of Turkey Bengorisson 193 Noatun Zweden +274 Noordrijn-Westfalen, Duitsland
xFreya Lady Wicca 196-235
66
Njord “God Among The Vanirs” Sviaking; 140 Russia
.Njord werd koning van groter Svitjod, na de dood van Odin. Groot-Svitjod bestond uit Rusland, een deel van Duitsland, Polen en Scandinavië. Hij werd zeer gewaardeerd door zijn volk, want tijdens zijn bewind had het land vrede en welvaart geheerst. Hij stierf aan de ziekte "sottod", maar op zijn sterfbed verzocht hij hem door een zwaard te verwonden, zodat hij in aanmerking zou komen voor toegang tot het Walhalla. Zijn sife heette Skade, die hem later verliet en met Odin trouwde. Hij had een zoon genaamd Froi, of Frey en een dochter genaamd Freya.Freyja was een priesteres die voorging bij altaaroffers in de tempel. Ze werd zo bekend dat alle hoog=geboren vrouwen "Fru-ver" werden genoemd. Een dame wordt in Scandinavië nog steeds "Fru" genoemd.
67
Odin “Human Chief” Drottner (King) of Svitjod
Specifiek: Svitjod, Rusland, deel van Duitsland, Polen en Scandinavië, Zweden
Odin stierf aan de ziekte "sottedod", maar toen hij op het punt stond te sterven, stak hij zichzelf met zijn speer en zei dat hij naar zijn huis ging
68
Bengori Frey 127 Turkije -202 Turkije Mesopotamië
Friege de Siluria
69
Lnor Frey Frey Of Mesopotamia 100
70
71
Vengor 50-120 vCh
72
Altoy of Turkey (born King of Turkey, Frey of Mesopotamia, Sweden)± 25
73
Sanvoritcus Turkey Syria 1 nCh
74
Demetrius I ruler of the Seleucid Empire I Soter; Perzië-Rome
75
Seleucus of Nicator 60 vCh-10 vCh Syrian Arab Republic
www.iranicaonline.org/articles/seleucid-empire
Seleucidische Rijk - Wereldgeschiedenis Encyclopedie (worldhistory.org) www.worldhistory.org/Seleucid_Empire/
the-kota-jakarta-band homepage