■ School, werk, militaire dienst
William John Schlechter werd geboren op 4 april 1915 in Donggala, een strategisch gelegen havenplaats aan de noordwestkust van Centraal-Sulawesi. In het begin van de 20e eeuw gold Donggala als een belangrijk knooppunt voor handel, mijnbouw, landbouw en visserij. Het gebied viel onder het geestelijk gezag van het Aartsbisdom Makassar en stond bestuurlijk onder toezicht van het residentiebestuur in Manado.
1910: Donggala haven en dorp.
1912: Donggala kraamafdeling.
Zijn moeder:
■ Elisabeth Sumarandak, ca. 1895, was afkomstig uit Minahassa in Noord-Sulawesi. Vermoedelijk werkte zij als huishoudster of administratief medewerkster bij de waterstaat. Zij overleed op 19 september 1934 in Soerabaja, volgens een notariële verklaring ondertekend door twee getuigen.
Zijn vader:
■ Robbert Schlechter werd geboren op 9 april 1889 in Tandjong Padang, Sumatra, en bekleedde de functie van opzichter bij de waterstaat. Hij werkte tussen 1913 en 1920 in Donggala, daarna in Batavia en vervolgens in Soerabaja. Hij had negen kinderen, waarvan vier buiten het huwelijk, en overleed in 1956 in Jakarta.
■ Doopakte en Doopkerk
Op 22 januari 1923 werd William gedoopt in de rooms-katholieke Heilige Maagd Maria Kerk, Kepanjenkerk, in Soerabaja. In de doopakte werd hij vermeld als buitenechtelijk kind, filius naturalis, maar formeel erkend door zijn vader. Door deze erkenning kreeg hij het recht om de achternaam Schlechter te dragen en werd hij opgenomen in het Europese bevolkingsregister.
Doopregister Soerabaja 7436
Doop Pastor J. Dieben. Jezuïet. Op 30-12-1922 benoemd als hulppriester en vertrok op 23-6-1923 naar Mendoet en later 1926 naar Semarang.
■ William John Schlechter deed onderzoek naar zijn afkomst. De doopakte van 22 januari 1923 werd op 3 februari 1958 opnieuw opgemaakt, waarbij de achternaam 'Slechter' werd gewijzigd in 'Schlechter', met als doel te bewijzen dat hij Nederlander van geboorte is.
■ Geschiedenis van de Heilige Maagd Maria in Surabaya
De verering van de Heilige Maagd Maria in Surabaya, Indonesië, begon met de komst van Europese missionarissen in de koloniale tijd. In de 19e en vroege 20e eeuw bouwden Nederlandse katholieke missionarissen kerken en scholen in de regio, waaronder kerken gewijd aan Maria. De bekendste is de Gereja Katolik Kelahiran Santa Perawan Maria (Kerk van de Geboorte van de Heilige Maagd Maria), gebouwd in 1899 en een van de oudste katholieke kerken in Surabaya. Maria wordt er vereerd als een belangrijke figuur binnen het katholieke geloof, en jaarlijks worden er processies en vieringen gehouden ter ere van haar. De Maria devotie in Surabaya is tot op heden een belangrijk onderdeel van het religieuze en culturele leven van de katholieke gemeenschap.
De scholen zijn gewijd aan Nederlandse en Indische jongens en meisjes. Voor velen die in Nederlands-Indië zijn opgegroeid, was het verblijf in een weeshuis of internaat onlosmakelijk verbonden met hun jeugd. In een periode waarin de Indische bevolking op zoek was naar een plaats in de samenleving op raciaal, economisch en geografisch vlak vielen kinderen vaak tussen wal en schip. De kerk bood uitkomst, zoals in Soerabaja en Buitenzorg, het huidige Bogor, waar duizenden kinderen werden opgevangen door katholieke en protestantse geestelijken.
■ Europese lagere school.
1912/1920. Hoofd ingang, kantoor, klaslokaal en slaapzaal Broeder St. Aloysius Soerabaja.
De Europese Lagere Jongensschool, E.L.S. met internaat was gevestigd aan de Jalan Gatotan nr. 26 in Krembangan. In 1862 richtten de broeders van St. Aloysius in Soerabaja een weeshuis, internaat en school op, in reactie op de toenemende behoefte aan opvang en onderwijs voor kinderen die geboren werden uit ongehuwde relaties van Nederlandse soldaten, ambtenaren en ondernemers. In die tijd was het Nederlandse koloniale personeel wettelijk verboden om met Indonesische vrouwen te trouwen.
1912/1920. Links klaslokaal en slaapzaal. Rechts hoofdingang Broeder St. Aloysius Soerabaja.
■ William John Schlechter (Slechter) begon in 1922 op zevenjarige leeftijd aan zijn eerste echte schoolopleiding. Hij werd toegelaten tot de Jongensschool St. Aloysius in Soerabaja. Deze katholieke internaatschool, geleid door de broeders van St. Aloysius, richtte zich op kinderen van Europese en Indische afkomst, vaak voortgekomen uit gemengde of buitenechtelijke relaties. De school bood gestructureerd onderwijs, in combinatie met discipline en katholieke waarden.
■ 01-06-1931: Einde lagere school 8e klas, 16 jaar.
■ Werk en avondonderwijs
In augustus 1931, direct na afronding van zijn basisschoolopleiding, trad William John Schlechter in dienst bij Machinefabriek Braat in Soerabaja. Braat was een toonaangevend technisch bedrijf in Nederlands-Indië, gespecialiseerd in de fabricage van bruggen, industriële werktuigen en later ook militaire componenten.
■ Machinefabriek Braat:
werd in 1901 opgericht in Soerabaja en groeide uit tot een belangrijk industrieel bedrijf met vestigingen in Nederland en Nederlands-Indië. In de jaren 1910 breidde Braat fors uit met nieuwe productielocaties in Rotterdam en Ngagel. Na het overlijden van oprichter B. Braat Jzn. in 1924 en een periode van sociale onrust, kreeg het bedrijf in 1934 een grote opdracht van de Nederlandsche Handel Maatschappij voor een theefabriek op Sumatra.
Tijdens de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog werd de fabriek ingezet voor oorlogsproductie. In 1943 leidde een vermeend incident met vuurpijlen tot de arrestatie en executie van 70 werknemers, vooral Molukkers, een gebeurtenis die bekendstaat als de 'vuurpijlaffaires'. In 1944 werd de fabriek gebombardeerd door de geallieerden.
1932-1935. William John Schlechter, Jalan Kedoenganjar
■ Burgerlijke Ambacht Avondschool.
Tegelijkertijd volgde William John Schlechter in augustus 1931 een technische opleiding aan de Burgerlijke Ambacht Avondschool, B.A.S, gevestigd in het Koningin Emmaschool-gebouw aan de Prins Hendrikkade.
Avondonderwijs voor voormannen, bedrijfsleiders en zelfstandigen.
De toelatingseisen voor de avondopleiding in vakgebieden zoals bouwkunde, werktuigbouwkunde, elektrotechniek, meetkunde en aanverwante disciplines gelijkgesteld aan die van de MULO scholen. Dit betekende dat leerlingen minimaal zeven tot acht klassen van de Europese lagere school moesten hebben doorlopen.
De school bood tegen een laag lesgeld brede opleidingsmogelijkheden aan jongeren uit diverse maatschappelijke milieus, mits zij voldeden aan de toelatingseisen, waaronder een lichamelijke keuring.
De opleiding, die oorspronkelijk vier jaar duurde, werd in 1932 uitgebreid tot een vijfjarige cursus. Ook het lesaanbod breidde zich verder uit met vakken als Engels, Maleis en een chemisch-technische richting, speciaal bedoeld voor de suikerindustrie.
Deze avondschool bood onderwijs op MTS niveau aan jongeren die overdag werkten.
1932. Willem Slechter /William John Schlechter; Jalan Kedoenganjar Kedongdoro Soerabaja.
Voor leerlingen zoals William John Schlechter betekende dit dat het onderwijs niet ophield bij de schoolmuren. Overdag, van zeven uur ’s ochtends tot twaalf uur ’s middags, werkte hij buiten de school in de praktijk. Dit gebeurde via plaatsing tegen een dagvergoeding van één gulden, of op maandbasis, variërend tussen de twintig en dertig gulden. In sommige gevallen, bij plaatsing bij grotere particuliere bedrijven zoals machinefabriek Braat, kon dit oplopen tot wel 80 à 150 gulden per maand.
■ Kosthuis.
In 1922 werd het eerste kosthuis geopend op het adres Van de Boschlaan nummer 28 ingeruild voor een pand aan de Juliana Boulevard en in 1926 werd een tweede huis geopend op het adres Soeloeng 18.
■ William John Schlechter is in ca.1932 naar kosthuis aan de Jl. Kedoenganja-Kedongdoro te Soerabaja verhuist.
Indische courant 2-3-1932, bevorderd naar 2e klas.
In 1932 bedroeg het lesgeld 75 cent per maand voor leerlingen uit gezinnen met een inkomen beneden de 25 gulden per maand. Wie een eigen inkomen had van minder dan 100 gulden, betaalde 2,50 gulden per maand. Voor leerlingen uit welgestelde gezinnen, met een inkomen boven de 300 gulden, bedroeg het lesgeld tien gulden per maand.
Indische courant 2-6-1933; bevorderd naar 3e klas.
B.A.S. leerlingen op excursie: sleepboten en machinekamer'Tjisalak'
1933: B.A.S. klaslokaal mechanica.
1933. Willem Slechter/William John Schlechter; Jalan Kedoenganjar Kedongdoro.
Kazerne Bandoeng Tjimahi. KNIL opleidingscentrum voor beroeps en dienstplichten.
■ Op 18 december 1934 meldde de 19 jarige William John Schlechter zich om 08.00 uur bij het Infanterieveld Bataljon in Bandoeng Tjimahi, op het kampement van het 1e depotbataljon. Tjimahi, als hoofdplaats van het gelijknamige district, diende als garnizoensplaats voor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), waar vrijwel alle soorten troepen waren gelegerd. William was dienstplichtig soldaat, jeepbestuurder bij de Militaire Motordienst, en maakte deel uit van de Automobielcompagnie.
Oproep dienstplicht: 05-11-1934 Soerabaja handelsblad.
De Militaire Motordienst was verantwoordelijk voor het transport en het onderhoud van motorrijtuigen, wat cruciaal was voor het snel en efficiënt verplaatsen van troepen, materiaal en bevoorradingen, zowel in tijden van rust als tijdens militaire operaties.
1934. Diensplicht foto. William John Schlechter.
De Automobielcompagnie binnen het KNIL hield zich specifiek bezig met het beheer van voertuigen zoals jeeps en vrachtwagens die door het leger werden gebruikt, en zorgde voor de technische ondersteuning en het onderhoud van deze voertuigen.
Daarnaast was William gekoppeld aan de 1e Genie Troepeneenheid voor het aan- en afvoeren van materieel in de regio Bandoeng. De Genie, als technische eenheid van het leger, had onder meer de taak om bruggen te bouwen, versterkingen aan te brengen, en vijandelijke obstakels te neutraliseren. Daarnaast vervulde de Genie logistieke taken, zoals het verplaatsen van zware uitrusting en andere benodigdheden die essentieel waren voor militaire operaties.
Het KNIL had een duidelijke koloniale structuur: dienstplicht was voorbehouden aan Europeanen en Indo-Europeanen, en binnen de rangen bestond een strikte etnische hiërarchie. Het belangrijkste doel van het leger was niet de verdediging van het land, maar het handhaven van de koloniale orde en het onderdrukken van opstanden of ongeregeldheden.
1934/35. Oefening te Tjimahi, schuttersputje.
Na een intensieve opleiding van vijf maanden werd William in juli 1935 opgenomen in de Europese militie en de landstorm, waarmee hij officieel reservist werd. Naarmate de internationale spanningen toenamen, bleef hij oproepbaar voor militaire dienst, zelfs ver na de oorlogsjaren, tot zijn 56e levensjaar.
De militie was bedoeld om, in het geval van oorlog of dreiging van oorlog, aan het Veldleger toegevoegd te worden. Dit betekende dat zij als een speciaal onderdeel van het KNIL op Java gestationeerd zouden worden om een invasie te weerstaan. Omdat de landstormers te oud waren voor actieve frontliniediensten, zouden zij, met uitzondering van een klein aantal dat ingedeeld was bij de kust- en luchtdoelartillerie, de vredestaak van het KNIL overnemen, zoals het bestrijden van ongeregeldheden en het handhaven van de orde.
1934/35. Militaire kano team Batavia. x= Willem Slechter /Schlechter 19 jaar. Foto van Henk Tawaang, broer van William John Schlechter.
■ 01-11-1935: Einde dienstplicht, 20 jaar.
■ Cursus automobieltechniek
Na zijn diensttijd, tussen 1936 en 1937, volgde William John Schlechter avondonderwijs in de automobieltechniek aan de Koningin Emma School, K.E.S. te Soerabaja. Dit deed hij naast zijn werk bij Braad machine fabriek te Soerabaja.
K.E.S. Koningin Emma School, dag en avond technische school.
In de wijk Sawaan aan de Prins Hendrikkade, nu Jalan Patua.
■ Verloving
Op 24 augustus 1937 verloofde William John Schlechter zich met P.C.M. Müssig. Cult. Mij. Soekamangli, suikerplantage is de werkgever van Müssig.
Indische courant 24-08-1937.
■ Handeltje in kerstbomen.
Indische courant 11-12-1937
Tandjong Perakplein
■ Einde formele onderwijs.
Op 1 augustus 1938 behaalde William John Schlechter op 23-jarige leeftijd zijn eind diploma's aan de B.A.S.-K.E.S. Dit markeerde het einde van zijn formele onderwijs en het begin van zijn verdere carrière.
1937. William John Schlechter eindexamen poses.
■ Tussen maandag 20 en donderdag 23 december 1937 werd er een uitgebreid feestprogramma georganiseerd ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het technisch onderwijs in Soerabaja. Naast atletiekwedstrijden, gymnastiekdemonstraties en een dansavond met een optreden van de Harry Martinez Band, was er ook ruimte voor een officiële bijeenkomst voor alle genodigde hoogwaardigheidsbekleders. Tijdens zijn toespraak gaf directeur Halbisch een gedetailleerde historische uiteenzetting over het technisch onderwijs in Nederlands-Indië. Bovendien bedankte hij het lokale bedrijfsleven voor de aanvullende financiële steun die was verleend voor de totstandkoming van het monument.
18-12-1937 De Indische courant.
■ Werken op de Suikerplantage Meritjan
William John Schlechter werkte van december 1938 tot 1940 als werktuigkundige in de irrigatiedienst op de suikerplantage en suikerfabriek Meritjan te Kediri. De suikerfabrieken waren destijds grote, westerse enclaves binnen het Indische landschap en de samenleving. Met hun uitgestrekte aanplantingen van honderden tot zelfs duizenden hectaren veranderden ze het omringende landschap en de directe omgeving.
■ Mutatie Europese bevolking Soerabaja naar Kediri van William John Schlechter. November 1938.
1938. x William John Schlechter. Irrigatietoren Brantas rietplantage.
■ Irrigatietoren Brantas Rietplantage, Kediri, West-Java
De irrigatietoren op de Brantas rietplantage in Kediri, West-Java, speelde een essentiële rol in het irrigatiesysteem voor de suikerplantages in de regio. Dit ingenieuze bouwwerk werd gebruikt om water vanuit de Brantas-rivier naar de uitgestrekte suikerrietvelden te transporteren, waarmee het mogelijk werd om de landerijen te bewateren en de landbouwproductie te optimaliseren. Het irrigatiesysteem was van groot belang voor de suikerindustrie in Nederlands-Indië, waar suikerriet een belangrijke exportproduct was. De toren was een symbool van de geavanceerde technologie en infrastructuur die werd ingezet om de landbouw te ondersteunen en de economische welvaart van de regio te bevorderen.
■ Dit irrigatiesysteem bestreek het gebied van de residenties van Malang, Kediri, Madium, Soera-baja en werd gebruikt voor de suikerriet, rijst, maïs en cassave cultuur. De export van deze producten floreerde en de Brantas fungeer-de dus als een "River of Gold”. De rietsuikerindustrie had een grote economische betekenis voor Nederlands Indië tot aan de economische crisis van 1928. In 1928 waren er zo'n 180 suikerondernemingen op Java. In 1934 nog maar 50.
■ 1938-1940. Zittend aan de oever rivier Brantas. William John Schlechter. Irrigatie dienst rietplantage Kediri .
Woningen voor werknemers van suikerplantage en irrigatie dienst.
Kaart: West Java.
■ Handelsmaatschappij Borsumij
Rond 1940 maakte William John Schlechter een belangrijke carrièreswitch door van zijn technische functie als werktuigkundige op de suikerplantage naar een administratieve baan bij de Handelsmaatschappij Borsumij in Soerabaja. Borsumij, officieel de Borneo-Sumatra Maatschappij genoemd, was een van de grootste en invloedrijkste Nederlandse handelshuizen in Nederlands-Indië. Het bedrijf speelde een centrale rol in de export van belangrijke producten zoals suiker, thee, rubber en textiel, die een grote economische waarde hadden voor de koloniale economie.
Het kantoorgebouw van Borsumij te Soerabaja. Gevestigd te Den Haag. Adres: Veteran 42-44 te Soerabaja.
Gebouw Borsumij interieur in Adeco stijl.
Schema: Leef woon werkgebied van William John Schlechter te Soerabaja.