Donggala
Soerabaja
Donggala
Soerabaja
School Werk Dienstplicht
04 april 1915: William John Schlechter.
Zoon van Robbert Schlechter en Elisabeth Sumarandak, geboren te Donggala, Banawa, Sulawesi
Donggala is eeuwenlang een belangrijke handelshaven geweest, vanaf de tijd van de lokale koninkrijken tot in de Nederlandse tijd. De lokale Kaili bevolking stond bekend om de zijden kleding die gemaakt werd, en de zeilschepen van de Boeginezen kwamen dan ook geregeld naar Donggala om te handelen in zijde. Ook kopra, gedroogd vruchtvlees van kokosnoten, was een handelsproduct dat de bevolking van Donggala. Vanaf de 16e eeuw was Donggala de hoofdstad van het regionale koninkrijk Banawa.
Toen de Nederlanders in het gebied aan de macht kwamen werden allerlei koninkrijkjes samengevoegd, en Donggala werd de hoofdstad van een afdeling van het koloniale bestuur. Deze afdeling, met de naam Donggala of ook wel Palosbaai, baai van Palu, was veel groter dan het huidige regentschap: het omvatte ook onder andere Palu, Parigi Moutong en Toli-Toli.
1910. Donggala haven en dorp
1912. Donggala ziekenhuis en kraamafdeling.
Ontdek… Donggala: kustregio getroffen door aardbeving | In de Archipel
01-08-1922: 1e klas Lagere school, Broeder St. Aloysius internaat Soerabaja.
Europese Lagere Jongens School, E.L.S. en internaat aan de Jalan Gatotan No.26, Krembangan. In 1862 richtte broeders St. Aloysius een weeshuis internaat en een school in Surabaya, omdat veel kinderen werden geboren uit ongehuwde ouders Nederlandse soldaten, ambtenaren en ondernemers. Nederlandse soldaten e.a. mochten op dat moment geen Indonesische vrouwen huwen.
De congregatie is gesticht in Oudenbosch in 1840 door de cisterciënzer pastoor Willem Hellemons (1810-1884) en een jongeman uit zijn parochie, Johannes (vader Vincentius) Huybrechts (1812-1889).
De missie Ned. Indië. Hoewel de Congregatie van de Broeders van Oudenbosch niet opgericht is met een missionair doel, waren de broeders de eerste broeder-congregatie in Nederlands-Indië, toen zij in 1862 aankwamen in Soerabaja op Java. Daar begonnen zij met onderwijs aan kinderen van bemiddelde katholieken van Nederlandse afkomst. In 1898 werkten er 34 broeders in het onderwijs in Soerabaja en Batavia . Overigens had de overste van de broeders pas toegestemd, nadat hij flink onder druk gezet was door de eveneens in Oudebosch gevestigde jezuïeten met wie de congregatie nauwe banden had.
Jarenlang probeerden de broeders de Indische missie met minimale middelen in stand te houden, omdat expansie in Nederland genoeg van hen vergde en de Indische koloniale samenleving bovendien geen goede naam had. Gaandeweg breidden de onderwijsactiviteiten van de broeders zich uit naar Batavia (1905), Semarang (1911), Bandoeng (1930) en Madioen (1934). Ook wat betreft het aandeel van de congregatie in de missie is na 1900 een toename te zien: in 1912 werkte één derde van de onderwijzers van de congregatie in Indië. De broeders werkten uiteindelijk in de vicariaten Bandoeng, Djakarta, Semarang, Soerabaja, Malang en Roeteng. Zij verzorgden kweekschool- en lager en middelbaar onderwijs, al dan niet met internaat, dreven een weeshuis en gaven les op scholen die waren aangepast aan het Indonesische onderwijssysteem (SGA en SMP)..
1912/1920. Hoofd ingang, kantoor, klaslokaal en slaapzaal Broeder St. Aloysius Soerabaja
Bron: huygens.knaw.nl
Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960 (knaw.nl)
St. Angela, St. Julia.
De scholen is Gewijd aan de Nederlandse en Indische jongens en meisjes. Voor velen die in Nederlands-Indië zijn opgegroeid, is onlosmakelijk verbonden met het verblijf in een weeshuis of internaat. In een periode waarin de Indische bevolking in ras, economisch en geografisch opzicht op zoek was naar een plaats in de samenleving, vielen de kinderen vaak tussen wal en schip. De kerk bood uitkomst, zoals in Soerabaja en Buitenzorg, Bogor, waar duizenden van hen werden opgevangen door katholieke en protestante geestelijken. De Ursulinen school, St. Angela, St. Julia, Jl. Kepanjen 4-6, is aan de overkant van de Heilige Maagd Maria Kerk, doopkerk van Willem Slechter / William John Schlechter en geleid door de Religieuze Ursulinen der Romeinse Unie. De school is gewijd aan Sint Angela. St. Aloysius, St. Angela lagere school en St. Julia, internaat gingen in 1923 samen.
De Missie: Ned. Indië/Indonesië
De Ursulinen vertrokken in 1855 op uitnodiging van apostolisch vicaris Vrancken naar Java. Op dat moment werkten er in Nederlands Indië enkel seculiere priesters. De Ursulinen waren de eerste vrouwelijke religieuzen in dat land, in 1859 gevolgd door de eerste mannelijke religieuzen, de Jezuïeten......Vanuit Noordwijk zijn de volgende stichtingen voortgekomen: Batavia Weltevreden (ook Postweg, Kleine Klooster of Djakarta Djalan Pos genoemd; in 1859), Soerabaja (Kepadjan; in 1863). Soerabaja telde in 1908 maar liefst 90 Ursulinen. Vanuit het klooster in Soerabaja kwamen weer drie nieuwe stichtingen voort: Malang (1900), Madioen (1914) en Soerabaya-Darmo (1922).
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-ursulinen-van-de-romeinse-unie-osu
St. Julia, achtergrond RK. Heilige Maagd Maria.
22-01-1923: Doopkerk van Willem Slechter / William John Schlechter en Doopakte.
https://www.krancher.com/doopinformatie/?pdb=10737
Bron: Krancher dot Com
Rk. Heilige Maagd Maria te Soerabaja. De geboorte van de Heilige Maagd Maria of ‘de Kepanjenkerk’ is gevestigd sinds 1815 aan de Jalan Kepanjen 4-6 Tempelstraat is de oudste kerk in Soerabaja. De tweede R. K. Kerk te Soerabaja aan de Tempelstraat welke op 5 augustus 1900 werd ingezegend.
Doop Pastor J. Dieben.
Jezuïet. Op 30-12-1922 benoemd als hulppriester en vertrok op 23-6-1923 naar Mendoet en later 1926 naar Semarang. Filius nat. o.p.s. (Filius naturalist): buitenechtelijke zoon. In doopakten is vaak sprake van een natuurlijk kind indien de moeder niet was gehuwd. Susc. Test. Matre: Lis ,Elisabeth, Sumarandak, de moeder van het kind. De geboorte van Wim Slechter / William John Schlechter is door de vader Robert Slechter erkend en draagt het geslacht (Doop) naam van de vader “Slechter” en is ingeschreven in het Europese bevolkingsregister van de provincie Manado en de Stad Soerabaja.
keuskupansurabaya.org/page/paroki-kelahiran-santa-perawan-maria/
Vóór de bouw van de katholieke kerk van de Heilige Maagd Maria, werd in 1822 de eerste katholieke kerk in Soerabaja in Europese stijl gebouwd aan de Roomse Kerkstraat , Jl. Cendrawasih en aan St. Maagd Maria.
De eerste twee priesters op, 12 juli 1810, waren Hendrikus Waanders en Phillipus Bruiloft uit Nederland. Pastor Waanders op Jalan Gatotan, nu de locatie van de St. Aloysius SDK, die dient als pastorie en een tijdelijke synagoge, tot de bouw van een kerk in 1822 aan de Roomse Kerkstraat, Jl. Cendrawasih. Aldus is de dienst van Katholieken in de stad Surabaya begonnen sinds 1810.
Sinds 1923 wordt de Geboortekerk van de Heilige Maagd Maria gediend door de voorgangers van Congregatie Missions, die het werk van de vorige zendelingen voortzetten en ontwikkelen, in de mate dat het nu de bisdom van Soerabaja is geworden.
Wat de architectuur betreft, ontving de Geboortekerk van de Heilige Maagd Maria in 1996 een onderscheiding van de Surabaya Architecture Preservation gemeenschap en in 1998 werd deze aangewezen als cultureel erfgoedgebouw volgens het decreet van de burgemeester van Surabaya.
Bron: wiki Indonesia
Foto: 1900
Ouders van William John Schlechter: moeder Elisabeth Sumarandak en vader Robbert Schlechter
Elisabeth Sumarandak *1895 † 19-09-1934 te Soerabaja
Moeder van Willem Slechter / William John Schlechter is geboren in ±1895 in het Regentschap Minahassa Manado Noord Sulawesi. Het is gebruikelijk, kerkelijk administratie, dat het geboorte gebied van de moeder achter de geboorte plaats van haar kind staat. De moeder van Willem Slechter werkte als huishoudster bij het gezin van Robbert Schlechter of als administratieve medewerkster waterstaat te Minahassa Manado.
Overlijdensakte van Elisabeth Sumarandak † 19 september 1934 te Soerabaja.
Vertaling.
Op 29 januari 1958 hebben de volgende personen een verklaring afgelegd. *Sem Kalalo, 57 jaar, gepensioneerd, adres: Kamung Seratus 3/57 Soerabaja. *Karel Pangemanan, 53 jaar, gepensioneerd, adres: jalan Raya Ilang Tuan nr. 208 Soerabaja. Zij verklaren dat Elisabeth Sumarandak, adres: djalan Pasiran Udjung Soerabaja is overleden op 19 september 1934 in Soerabaja. Zij is de echtgenoot van Jan Lefran Macalauw 69 jaar, gepensioneerd, adres: Pasiran Udjung Soerabaja. De twee getuigen legden vervolgens uit dat ze van deze dood konden weten, omdat ze getuige waren geweest van de dood van de persoon hierboven.
Robbert Schlechter *09-04-1889 Tandjoen Padang †23-08-1956 Djakarta.
Vader van William John Schlechter. Robbert en zus Selina Sirega - Maidman - Schlechter hebben een Sumatraanse vader; wettelijke erkenning moeders naam ‘Maidman’ op 09-04-1889 te Atjeh. En op 26-08-1893 naam van stiefvader Heinrich Jacob Schlechter.
Foto 1898: Heinrich Jacob Schlechter en Adeline Alison Maidman;
v.l.n.r.: hun kinderen Robbert Maidman (Schlechter) Maria Hubertine Christina Johanna Schlechter (blond) en Selina Maidman (Schlechter).
KNIL Kazerne Harderwijk 1880
Kolonialen op weg naar Indië 1885
Robbert Schlechter is van 1-10-1913 tot 1920 aan het werk geweest als opzichter 3e klas waterstaat te Donggala Resident Minahassa
Andere kinderen van Robbert Schlechter zijn:
29 april 1912: Charles Emil Peter Schlechter. Buitenzorg
19 oktober 1913: Adeline Hermine Schlechter te Batavia
04 april 1915: Willem Schlechter te Donggala geboren.
01 juli 1916: Theodorus Schlechter te Tondano Celebes;
05 augustus 1917: dochter: Maria Schlechter te Tondano
1918: buitenechtelijk zoon Karel;
19 november 1919: Felix Schlechter te Tondano Celebes;
01 mei 1921: Alison Lies Schlechter Djokjakarta.
24 november 1922: Johannes Jan Schlechter, schilder, Pandang
31 mei 1925: Michiel Schlechter Buitenzorg
00 september 1930: Julius Alexander Schlechter Djokjakarta.
In totaal heeft Robbert Schlechter 9 en 4 buitenechtelijk kinderen.
Robert Schlechter is op 15 april 1920 overgeplaatst naar Batavia en op 1 januari 1922 overgeplaatst naar Soerabaja als 2e klas opzichter waterstaat Oost Java.
Robbert Schlechter is bij de doop van zijn buitenechtelijk kind Willem Slechter / William John Schlechter op 23 januari 1922 te Soerabaja aanwezig geweest en heeft zijn zoon in het Europese bevolkingsregister te Soerabaja aangegeven.
In totaal heeft Robbert Schlechter 9 en 4 buitenechtelijk kinderen.
Robert Schlechter is op 15 april 1920 overgeplaatst naar Batavia en op 1 januari 1922 overgeplaatst naar Soerabaja als 2e klas opzichter waterstaat Oost Java.
Foto: 1908
Foto 1955
†23-08-1956: begraven te Jakarta, Tanah Abang begraafplaats.
Java-bode 23-08-1956: nieuws, handels- en advertentieblad voor Nederlandsch-Indie
Museum Taman Prasasti (Indonesisch voor Museum of Memorial Stone Park of Inscription Museum ) is een museum in Jakarta , Indonesië . Het museum was vroeger een begraafplaats, gebouwd door de Nederlandse koloniale overheid in 1795 als laatste rustplaats voor adellijke Nederlanders . Enkele belangrijke personen die op de begraafplaats werden begraven, zijn Olivia Mariamne Raffles - de eerste vrouw van de Britse gouverneur-generaal Thomas Stamford Raffles - en de Indonesische jeugdactivist Soe Hok Gie.
De begraafplaats is de oudste in zijn soort in Jakarta en was mogelijk de oudste moderne begraafplaats ter wereld in vergelijking met het Fort Canning Park (1926) in Singapore, de Gore Hill-begraafplaats (1868) in Sydney, de begraafplaats Père Lachaise (1803) in Parijs, en Mount Auburn Cemetery (1831) in Cambridge, Massachusetts.
Na de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië werd het park gebruikt als christelijke begraafplaats. De eerste twee jaar werd het beheerd door de Verberg Foundation en de volgende twintig jaar werd het beheerd door de Palang Hitam Foundation.
Van 1967 tot 1975 werd de begraafplaats beheerd door de begrafenisdienst van Jakarta. In 1975 werd de begraafplaats gesloten om plaats te maken voor de bouw van het burgemeesterskantoor van Centraal Jakarta. Op verzoek van de lokale overheid zijn sommige lijken door familieleden verwijderd, terwijl andere naar de Tanah Kusir- begraafplaats in Zuid-Jakarta zijn gebracht.
Veel grafstenen, sculpturen en standbeelden werden verwijderd en beschadigd tijdens de bouw van het kantoor en nu zijn er nog maar 32 grafstenen op hun oorspronkelijke positie. De omvang van de begraafplaats is ook teruggebracht van het oorspronkelijke perceel van 5,9 hectare tot 1,3 hectare. Slechts 1.372 van de ongeveer 4.200 stenen werden geselecteerd om op de begraafplaats te worden bewaard.
00-08-1931: William John Schlechter. Machine fabriek Braad Soerabaja. 16 jaar.
Het bedrijf begon in 1901 in Soerabaja met een fabriek in de Boomstraat. In 1903 verhuisde de fabriek naar de Krembangan Westerkade. In 1909 werd er een inkoopkantoor opgericht in Rotterdam en in 1910 werd het bedrijf een naamloze vennootschap. In de jaren 1910 opende Braat een nieuw productiecentrum aan de Maashaven in Rotterdam, alsook een fabriek van moerbouten en klinknagels in Ngagel en de N.V. Tegalsche Machinefabriek Braat.
De oprichter, B. Braat Jzn., overleed in januari 1924 in Den Haag. In 1925 brak er bij Braat een staking uit nadat een van de werknemers was ontslagen. In 1926 werd het 25-jarig bestaan van de firma gevierd. Eind 1933 vertrok directeur Schamhart na 25 dienstjaren. Inmiddels waren er voor de firma zware tijden aangebroken en in de krant waren er geruchten dat de firma zou worden gesloten.
In 1934 kreeg de Machinefabriek Braat een belangrijke opdracht van de Nederlandsche Handel Maatschappij: opdracht voor de levering van bijna alle theemachines voor de op Noord-Sumatra te bouwen nieuwe theefabriek Redelong.
Tijdens de Slag om Java viel Machinefabriek Braat vrijwel ongeschonden in handen van de Japanse bezetters en werd door hen direct ingezet voor de productie van oorlogsmaterieel.
In de nacht van 21 op 22 juli 1943 werd Soerabaja voor het eerst door de geallieerden gebombardeerd. Volgens de Japanners zouden er vuurpijlen zijn afgeschoten om de vliegtuigen op hun doelen attent te maken, en de daders moesten vooral worden gezocht onder Molukse werknemers van Braat die voor de bezetting lid waren geweest van de luchtbeschermingsdienst. In totaal werden 71 mannen, de meesten werkzaam bij Braat, gevangengezet.
Eind juli 1944 werden alle arrestanten op een na ter dood veroordeeld en geëxecuteerd. Deze Japanse oorlogsmisdaad zou de geschiedenis ingaan als de vuurpijlaffaires.
De geallieerden hadden in de voorafgaande maanden aan hun luchtaanval op Soerabaja in mei 1944 een grondige inventarisatie gemaakt van mogelijke bombardementsdoelen. Van Soerabaja werden op luchtfoto´s onder meer ingetekend de olie-installaties in Wonokromo en de Braat Engineering Works. Vanaf Britse en Amerikaanse oorlogsschepen werd op 17 mei 1944 de luchtaanval ingezet, bij dit bombardement werd veel schade aangericht.
Na de oorlog werden de werkzaamheden hervat. In 1949 werd door Machinefabriek Braat zelfs een drijvend bok gebouwd. Het bedrijf bleef ook onder de naam Braat actief na de Indonesische onafhankelijkheid. Sinds 1971 is het bedrijf opgegaan in Machinefabriek PT Barata Indonesia en is inmiddels verhuisd naar een nieuwe locatie buiten Soerabaja.
01-06-1931: Einde lagere school 8e klas, 16 jaar.
01-08-1931: 1e klas Europese Burgerlijke Ambacht Avondschool, B.A.S. 16 jaar.
De Burgerlijk openbare Technische School werd opgericht op 12 januari 1912 en is speciaal opgezet voor de grote bedrijven, particulieren en Overheid Nederlands Indië. De Burger Avond School, (BAS) van 1922 is gevestigd in het Koningen Emma School, KES, gebouw in de wijk Sawaan aan de Prins Hendrikkade. In het begin kenden de scholen alleen afdelingen smeden en timmeren. Daarnaast werd er ook theoretisch onderwijs gegeven: meet en natuurkunde, rekenen, bouwtekenen, materialenkennis en Nederlands.
De toelatingseisen (Avondschool) in 1930 voor bouwkunde, werktuigkunde, elektrotechniek en aanverwante vakken zijn in de laatste jaren gelijk gemaakt aan die voor de Muloscholen. Namelijk: 7 – 8 klassen Europese lagere school. De aangenomen leerlingen worden ook ten laste van de gemeente aan een lichamelijke keuring onderworpen. Later werd de school, die aanvankelijk een 4-jarige cursus en later (1932) een 5-jarige cursus kende, uitgebreid met Engels, Maleis en een chemisch technische studierichting voor de suikerindustrie.
De school werd een inrichting voor " middelbaar en vakonderwijs" genoemd. Het praktisch werken, van William John Schlechter, buiten de school, overdag van 07 tot 12 uur, werd door plaatsing tegen daggeld, 1,- gld of maandgeld (tussen 20 en 30 gulden) op een over-heidswerkplaats of particulier bedrijf, Machine-fabriek Braat, tussen 80 en 150 gld.)
1932 was het lesgeld 75 cent per maand voor degenen met een inkomen beneden 25.- p.m. Voor leerlingen, met een eigen inkomen beneden 100,- gld is de lesgeld 2,50 gld per maand. Leerlingen met Inkomens meer dan 300,- gld is de lesgeld 10,- gld per maand.
De ingang tot school op Boeboetan. De Burger Avond Ambachtsschool Soerabaja. Tussen 1922 en 1932 Surabaya.
Daarna overgegaan naar K.E.S. 1933. Sawahan K.E.S. Avond school.
Avondonderwijs voor voormannen, bedrijfsleiders en zelfstandigen.
http://amsterdamhistorie.nl/bestanden/onderzoek/Technisch%20onderwijs%20nederlands-indi%C3%AB.pdf
1931-1937. Praktijklokalen BAS / KES onderwijs.
B.A.S. leerlingen op excursie
29-05-1934 Indische Courant
Kosthuis.
In 1922 werd het eerste kosthuis geopend op het adres Van de Boschlaan nummer 28 ingeruild voor een pand aan de Juliana Boulevard en in 1926 werd een tweede huis geopend op het adres Soeloeng 18.
Willem John Schlechter is in ca.1929 naar kosthuis aan de Jl. Kedoenganja-Kedongdoro te Soerabaja verhuist
1933. Willem Slechter / William John Schlechter; Jalan Kedoenganjar Kedongdoro.
27-05-1934 Indische dagblad
1933-1935. William John Schlechter, Jalan Kedoenganjar
1935-1938: K.E.S. Koningin Emma School, dag en avond technische school.
In de wijk Sawaan aan de Prins Hendrikkade, nu Jalan Patua.
In de jaren dertig hield het ook in het maken van een ontwerp van een stoommachine of van de fundering van een brug. Oorspronkelijk waren er drie afdelingen: werktuigkunde, bouwkunde en mijnbouwkunde. In 1921 werd bouwkunde gesplitst in burgerlijke bouwkunde en water- en spoorwegbouwkunde. In 1932 werden deze afdelingen weer verenigd. In 1924 werd een afdeling electrotechniek gevormd, feitelijk een specialisatie van werktuigkunde. Mijnbouwkunde werd in 1932 opgeheven. In 1925 was er al een Mijnbouwschool in Sawah Loento gestart.
Tenslotte werd in 1937 een opleiding chemische technologie aangevangen op aandrang van de suikerindustrie. Al deze veranderingen wijzen op contractie of expansie van de vraag naar dit soort specialisaties.
18-12-1934: Oproep Dienstplicht. 19 jaar.
William John Schlechter heeft zich om 08 uur, Infanterieveld bataljon te Bandoeng Tjimahi in het kampement van het 1e depotbataljon aangemeld. Onder het Nederlandse bewind was Tjimahi de hoofdplaats van het gelijknamige district en een garnizoensplaats waar vrijwel alle troepen-soorten van het KNIL waren gelegerd.
Willem John Schlechter: Dienstplichtig soldaat, Jeep bestuurder, Militaire Motordienst, automobiel-compagnie, hoorde bij de 1e Genie troepen afdeling aan en afvoer te Bandoeng.
1934/35. Dienstplicht foto.
Landstormer: In 1918 werd de dienstplicht voor alle Europeanen en de daarmee gelijkgestelde in Nederlands-Indië ingevoerd. De dienstplicht werd onderscheiden in een militie en landstormplicht. Alle fysiek geschikte dienstplichtigen in Indië waren Militieplicht en daarna Landstorm plichtig en zodoende waren die altijd mobiliseerbaar.
Kazerne Bandoeng Tjimahi. KNIL opleidingscentrum voor beroeps en dienstplichten.
In de regel gaat het bij Landstorm om militair-dienstplichtigen, landstorm-plichtigen, die dienst doen als extra reserve voor het leger, al dan niet vrijwillig, en eventueel met elkaar in territoriale eenheden. Landstormplicht was de ruimste vorm van dienstplicht, bedoeld voor alle weerbare mannen tussen 16 en 56. Militieplicht, landweerplicht en later gewone dienstplicht begonnen op latere leeftijd en eindigden eerder, terwijl niet iedereen ertoe werd verplicht; je werd in of uitgeloot. Uitgelotenen waren al landstorm-plichtig en bleven dat, terwijl de ingelotenen, William John Schlechter, na afloop van hun diensttijd het opnieuw weer werden.
De dienstplichtregelingen in Indië golden; die golden overigens louter en alleen voor de Europeanen, d.w.z. voor de Nederlanders en Indische Nederlanders. Het Knil was van meet af aan een beroepsleger een naar verhouding dure en daardoor vrij kleine formatie.
Precies als in Nederland had de eerste oefening (die alleen aan diegenen werd opgelegd die niet al in Nederland geoefend waren) voor militairen bij de onbereden en niet technische wapens een duur van slechts vijf-en-een-halve maand (in de tweede helft van de jaren '30 werd dat negen maanden) -wie dan als grootverlofganger de werkelijke dienst verliet, werd met de in Nederland geoefenden dertien jaar lang administratief bij de z.g. (Europese) militie en vervolgens bij de Landstorm ingedeeld. De militie was bestemd om in geval van oorlog of oorlogsgevaar aan het Veldleger toegevoegd te worden, d.w.z. aan het op Java gestationeerde en daar dan in een speciale positie opgesteld deel van het KNIL dat een invasie moest weerstaan landstormers waren daarvoor te oud; afgezien van een klein aantal dat bij de kust- en luchtdoelartillerie was ingedeeld, zouden zij de z.g. vredestaak van het KNIL moeten overnemen: het tegengaan van ongeregeldheden.
Nederland-Indië telde in 1940 twee en dertigduizend dienstplichtigen en dezen vielen dus in twee groepen uiteen: de landstormers en de miliciens; van die laatsten werd toen één jaarlichting geoefend terwijl de vorige wegens de internationale spanningen werd vastgehouden.
Appelplein Tjimahi
Kaart West Java
1934/35. Oefening te Tjimahi, schuttersputje.
1934/35. Militaire kano team Batavia. x= Willem Slechter /Schlechter 19 jaar. Foto van Henk Tawaang, broer van William John Schlechter
Pioniers Genietroepen en Mariniersbrigade - YouTube
Royal Netherlands East Indies Army (KNIL)1814-1950 - YouTube
Het nieuwe KNIL - Bala tentera jang baharoe 1941 deel 1 t/m 3 van 4 - YouTube
https://www.meertens.knaw.nl/loedejongdigitaal/orig-pages/nl.vk.d.11a-2/pg_0090.pdf
01-11-1935: Einde dienstplicht, 20 jaar.
01-06-1938: Einde B.A.S / K.E.S. / MTS. onderwijs, 23 jaar.
1937. William John Schlechter eindexamen poses.
Tussen maandag 20 en donderdag 23 december 1937 vond een uitgebreid feestprogramma plaats. Naast atletiekwedstrijden, gymnastiek demon-straties en een dansavond, met een optreden van de Harry Martinez Band, was plaats voor een officiële bijeenkomst voor de alle genodigde hoogwaardigheidsbekleders. In zijn toespraak gaf directeur Halbisch een uitgebreide historische schets van het technisch onderwijs in Nederlands-Indië. Tevens bedankte hij het plaatselijke bedrijfsleven voor de geboden aanvullende financiële steun voor het monument.
24-08-1937: Verloofd met P. C. M. Müssig.
Indische courant 24-08-1937.
Handeltje in kerstbomen. Indische courant 11-12-1937
Uitzicht op tandjoek Perakplein
Boeken:
Straatnamen in Surabaya vroeger en nu
Geschiedenis - Parochie van de geboorte van de Maagd Maria
Video:
Surabaya Tempo Dulu ll era 1900 -1930 - YouTube
Kota Surabaya dan Karapan Sapi di Madura tahun 1938 - Indonesia Tempo Dulu Berwarna - YouTube
Soerabaja tempo doeloe - YouTube
Infrastruktur Surabaya Tahun 1929 - Surabaya Tempo Dulu - YouTube
10-12-1938: Irrigatie dienst te Kediri.
William John Schlechter is van december 1938 tot 1940 als werktuigkundige irrigatie dienst op de suiker plantage suikerfabriek Meritjan te Kediri werkzaam geweest.
De suikerfabrieken waren met hun uitgestrekte aanplantingen, honderden tot soms enkele duizenden hectares, vreemde westerse enclaves in het Indische landschap en de samenleving. Ze zetten het landschap en de naaste omgeving naar hun hand.
Hun relatief grote ruimtebeslag omvatte naast de fabriek onder meer woningen voor de westerse werknemers, een fabrieks- kampong en bijvoorbeeld een uitgebreid eigen spoorwegnet. Verder waren de voorzieningen voor de watertoevoer ten behoeve van de irrigatie een belangrijk onderdeel van de suikerfabriek Meritjan ten noorden van Kediri laat zien.
Bevolkingsregister van de gemeente Kediri. Verhuisbericht van Soerabaja naar Kediri.
Kaart Oost-Java
1938. x William John Schlechter. Irrigatietoren Brantas rietplantage
Dit irrigatiesysteem bestreek het gebied van de residenties van Malang, Kediri, Madium, Soera-baja en werd gebruikt voor de suikerriet, rijst, maïs en cassave cultuur. De export van deze producten floreerde en de Brantas fungeer-de dus als een "River of Gold”. De rietsuikerindustrie had een grote economische betekenis voor Nederlands Indië tot aan de economische crisis van 1928. In 1928 waren er zo'n 180 suikerondernemingen op Java. In 1934 nog maar 50. Bron: Suikercultuur op Java H.C.Prinsen.
1938-1940. Zittend aan de oever rivier Brantas. William John Schlechter. Irrigatie dienst rietplantage Kediri .
De suikerfabriek Meritjan aan de Brantas, rechts de inlaat van het irrigatiesysteem.
De Irrigatie-afdeling Brantas had de grootte van half Nederland. Er woonden vier miljoen mensen, een zesde van het totale aantal waren Javanen. Daarmee was de bevolkingsdichtheid er twee maal zo hoog als in Nederland Het landbouwareaal omvatte circa 500 000 percelen, waarvan er ongeveer 325 000 bevloeid waren. Er waren 600 plantages en 90 suikerfabrieken.
Er werkten acht ingenieurs, 22 opzichters en 1100 lagere personeelsleden, waaronder mensen belast met de waterverdeling, opnemers, tekenaars, schrijvers en bewakers. Er was een telefoonnet van 1200 kilometer lang met 165 toestellen.
Suikerfabriek Meritjan
Woningen voor werknemers van suikerplantage en irrigatie dienst.
00-00-1940: Borsumij Soerabaja.
Willem John Schlechter heeft een kantoorbaan bij de Handelsmaatschappij Borneo - Sumatra mij. De N.V. Borsumij, is een Nederlandse handelsmaatschappij, gevestigd te Den Haag. Adres: Veteran 42-44 te Soerabaja. Het is een handelshuis voor de zware industrie. Van de thee, suiker, rubber en de textiel industrie tot het bouwen van fabrieken. En later ook het verkopen van huishoudelijke producten en consumenten artikelen.
Uit stamkaart van William John Schlechter.
Gebouw Borsumij interieur in Adeco stijl.
Schema: Leef woongebied van William John Schlechter te Soerabaja.