08-09-1945: Bevrijding. Met de trein naar Yokohama.
William John Schlechter, 30 jaar, is op 20 september 1945 overgedragen aan de geallieerden Amerikanen en Engelsen. Met het Britse vliegdekschip HMS Implacable werd hij verscheept via Okinawa naar Yokohama om vervolgens naar Manilla om aan te sterken, Balikpapan (Borneo) terug te keren naar Soerabaja zijn woonplaats. Tabak Bajan no. 29 Soerabaja.
Liberation and evacuation of POWs - Occupation of Japan / POW Recovery Yokohama Docks.RG38 POW repatriëring HQ was Hidachi, Hitaichi, Tokyo 7B. Bron: Wes Injerd, Taeko Sasamoto.
TOKYO_Dutch_roster_RG407_Box113.pdf (mansell.com)
http://www.mansell.com/pow_resources/camplists/DEATH_RECORDS_RG407Bx173Fldr3.pdf
Rode Kruis-lijst van Bevrijde Nederlandse Krijgsgevangen.
RK-LIJST=Rode Kruis-lijst van Bevrijde Nederlandse Krijgsgevangenen uit Solo Magelang Biliton en Soerabaja. KNR=Kampnummer 1-250 aankomst Hitachi Japan 22-05-1943 (Tokyo-07B Hitatchi Camp.)
https://www.japansekrijgsgevangenkampen.nl/Tokyo%207B%20Register%20knr.htm
https://www.indischekamparchieven.nl/nl/bezetting-en-bersiap/bevrijding-en-evacuatie
Schema: Bevrijding Yokohama – Tandjong Priok Batavia.
12-09-1945: Britse vliegdekschip HMS Implacable richting Manilla, Balikpapan naar Soerabaja
Britse vliegdekschip HMS Implacable
15-09-1945: Aankomst Manila Filipijnen. 5th Replacement depot Netherlands Headquarters
William John Schlechter; Ingedeeld, 2e en 3e Regiment Bataljon 693 Company een Franse Vreemdelingen legioen Parachutisten Brigade. Een tijdelijke aansluiting. In Manilla werden uit de meest fitte voormalige krijgsgevangenen; William John Schlechter, een nieuw KNIL bataljons Nr. 2. samengesteld.
Het 5e Vervangingskamp, 5e Replacement te Almanga wijk in Manila.
Alle buiten Nederlands-Indië bevrijde krijgsgevangenen zouden naar Manila worden geëvacueerd en daar worden verzorgd in een Replacement Depot. Voor de opvang van de krijgsgevangenen in Nederlands-Indië verwezen de Amerikanen naar de Britten. Deze wilden zich hierover echter nog niet buigen zolang de grenswijziging geen feit was.
Alle buiten Nederlands-Indië bevrijde krijgsgevangenen zouden naar Manila worden geëvacueerd en daar worden verzorgd in een Replacement Depot. Voor de opvang van de krijgsgevangenen in Nederlands-Indië verwezen de Amerikanen naar de Britten. Deze wilden zich hierover echter nog niet buigen zolang de grenswijziging geen feit was.
Wel werd met de Britten afgesproken dat Nederlandse krijgsgevangenen die buiten Nederlands-Indië werden bevrijd, zouden worden geëvacueerd naar Bangalore, in Zuid-India. Nederlandse regering bevool de 5600 KNIL’ers Manilla te verlaten en naar Balikpapan, Soerabaja over te brengen.
Kampgenoten van William Schlechter: 1. Molenaar. 2. William John Schlechter 135015 Soerabaja. 3. Senff J.W. 73023 Solo. 4. de Wit 96150 Soerabaja. 5. Wessels. 6. vd Bos 12523 Biliton. 7. Flóhr Soerabaja. 8. v. Duinen, Magelang.
William John Schlechter: 5e Vervangingskamp, 5e Replacement te Almanga Manila.
07-11-1945: Vertrek uit Manilla.
10-11-1945: Aankomst Soerabaja A Kamp naar Kalisosok (werftstraat) Republikeins kamp Soerabaja.
In het Marine Etablissement Soerabaja Tandjun g Perak aan de Kruiskade, werden evacués opgevangen en richting de Simpang sociëteit. Op de hoek van Simpang en de Dijkermanstraat, stadscentrum naar Werfstraat Kalisosok, Boeboetan gevangenis .
In november 1945 werden zij, voor zover ze niet naar hun eigen huis in Soerabaja terug konden of wilden, overgebracht naar opvangkampen in Batavia en Singapore. Kampleiding: F.F. van Rhijn.
Boeboetan gevangenis
Half oktober 1945 werden door de republikeinen in de Werfstraat-gevangenis ruim 2.400 mannen, vrouwen en kinderen geïnterneerd. Een kleine 1.500 jongens en mannen onder hen waren eerder in de Simpang-sociëteit opgesloten geweest. De cellen in de gevangenis waren overvol, men verbleef soms met 15 personen in een één persoons cel. Luchten gebeurde een kwartiertje per dag. Het eten was slecht: een kommetje rijst met wat groentensoep of pap, soms ook geheel niets. De ongeveer 200 geïnterneerden die bij binnenkomst in de gevangenis zware verwondingen opgelopen hadden, werden niet of nauwelijks verzorgd. De Britse autoriteiten ondernamen verschillende pogingen om geïnterneerden vrij te krijgen. Britse troepen raakten steeds in gevecht met pemoeda's. De gevangenen hoorden voortdurend schietpartijen. Op 26 oktober slaagden Brits-Indische troepen erin een kleine 40 mannen uit de gevangenis te bevrijden. Op 10 november werden de andere geïnterneerden bevrijd door een groep Ghurka-commando's onder aanvoering van lt. J.L. (Jack) Boer. Zij werden overgebracht naar het A-kamp in het havengebied.
Oktober 1945 tot februari 1946. Bersiap tijd. Soerabaja staat in brand.
De Bersiap-periode was een gewelddadige periode in de Indonesische geschiedenis en duurde ongeveer vijf maanden. De laatste drie maanden van 1945, de zogenaamde bersiap tijd 'wees paraat' werden gekenmerkt door geweld, chaos en anarchie. Straatgevechten braken uit en Nederlandse ex-geïnterneerden in en buiten de kampen werden systematisch aangevallen en beschoten. Overal vonden aanslagen, ontvoeringen en moorden plaats, waarbij vooral Chinezen en Indo-Europeanen het doelwit van radicale Indonesische nationalisten vormden. Overal had men te maken met een groot vluchtelingenprobleem.
Duizenden ex-geïnterneerden in Oost- en Midden-Java werden daarom geëvacueerd naar Batavia, Singapore, Bangkok, Brits-Indië, Ceylon, Australië of Nederland. De haastige evacuaties en de langdurige gevechten hadden tot resultaat dat de rust in de door de Britten beheerste key areas begin 1946 enigszins kon worden hersteld.
Op 17 augustus 1945, twee dagen na de Japanse capitulatie, proclameerde Soekarno en Mohammed Hatta de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië.
archief.ntr.nl/deoorlog/page/personen/780066/ir.+Soekarno.html
In Soerabaja, de hoofdstad van Oost-Java, zou het de eerste weken na de onafhankelijkheidsver-klaring rustig blijven. De spanningen liepen wel steeds verder op. Begin oktober begonnen de Indonesiërs de Japanse troepen te interneren en twee weken later was de Europese bevolking aan de beurt. Bij de gevangenneming van de mannelijke Europese bevolking brak massaal geweld uit in Soerabaja. Jonge nationalisten van de Pemoeda Republik Indonesia (de PRI) en republikeinse ordetroepen van de Badan Keamanan Rakjat (de BKR) begonnen op 15 oktober systematisch de Europese bevolking op te pakken.
De centrale Indonesische regering begon met de arrestatie van alle Indo-Europese mannen en jongens. Via luidsprekers in de stad Soerabaja verklaarde Soetomo de oorlog aan een ieder die ook maar één druppel Nederlands bloed in de aderen had.
Hatta en Soekarno 1945
Indonesische voorwaarden voor de soevereiniteitsoverdracht.
Bersiap, einde Nederlandse Indië.
Einde van Indië, dvd 3-3, Linggadjati in de branding - YouTube
Het overgrote deel van de Nederlanders in en buiten Indië besefte niet dat de situatie in de kolonie ten gevolge van de oorlog ingrijpend gewijzigd was. Zij gingen blindelings uit van herstel van het Nederlandse koloniale gezag. De Indonesische onafhankelijkheidsverklaring van 17 augustus werd door hen niet serieus genomen. Integendeel: velen zagen de Indonesische Republiek als een door de Japanners bedacht en door inheemse collaborateurs uitgeroepen misbaksel.
De Nederlanders bevonden zich echter in een zwakke positie. De Britse troepen die op Java waren geland waren niet van zins de Republiek terzijde te schuiven. Zij waren alleen gearriveerd om de geïnterneerden te evacueren en de Japanners te ontwapenen en af te voeren. De Britse bevelhebber op Java, luitenant-generaal Christison, sprak het voornemen uit Nederlanders en Indonesiërs aan de onderhandelingstafel te brengen.
De Japanse troepen wilden intussen zo snel mogelijk af van hun verantwoordelijkheid voor rust en orde. Zij begonnen zich terug te trekken in eerder in gereedheid gemaakte kampen ('zelfinternering'). De Japanners droegen bovendien op grote schaal wapens over aan de Indonesische jongerengroepen, de zogeheten 'pemoeda's'. Vaak gebeurde dit vrijwillig, maar soms ook onder dwang. Er ontstond een chaotische situatie waarin geen enkele partij in staat was het ontstane machtsvacuüm adequaat te vullen.
Naargelang steeds duidelijker werd dat de Nederlandse autoriteiten bezig waren hun terugkeer naar Indië voor te bereiden, roerden de nationalistische krachten zich steeds meer. Soekarno en de andere nationalistische leiders slaagden er niet in hun jonge heethoofdige aanhangers volledig in de hand te houden. Honderden lokale Indonesische strijdgroepen, ad hoc gevormd en met Japanse wapens uitgerust, opereerden vaak zonder centrale leiding en zonder enige controle van de oudere leiders.
De laatste drie maanden van 1945, de zogenaamde bersiaptijd (bersiap betekent 'wees paraat'), werden gekenmerkt door geweld, chaos en anarchie. Straatgevechten braken uit en Nederlandse ex-geïnterneerden in en buiten de kampen werden systematisch aangevallen en beschoten. Overal vonden aanslagen, ontvoeringen en moorden plaats, waarbij vooral Chinezen en Indo-Europeanen het doelwit van radicale Indonesische nationalisten vormden.
De Indische Nederlanders buiten de kampen bevonden zich in een uiterst kwetsbare positie, terwijl de geïnterneerden in de kampen door de Japanners en/of Britten beschermd werden. Honderden mannen, vrouwen en kinderen werden op gruwelijke wijze vermoord. Tienduizenden Nederlanders werden bovendien, waarschijnlijk deels ook voor hun eigen veiligheid, door de Republiek Indonesië (opnieuw) geïnterneerd, veelal in kampen in het binnenland van Java. Hun aantal wordt op ongeveer 46.000 personen geschat.
De Britten konden niet voorkomen dat de pemoeda’s ook hen als pro-Nederlands gingen beschouwen; geleidelijk werden zij eveneens het doelwit van de Indonesische jongeren. Soms werden ook Japanners slachtoffer van het geweld. Op de meeste plaatsen was de houding van de Japanners nogal ambivalent, maar doorgaans werden de kampen door hen goed bewaakt, en in Semarang grepen zij medio oktober onder leiding van plaatselijk commandant Kido zeer stevig in om de bedreigde Nederlanders te ontzetten.
In steden als Soerabaja, Semarang en Bandoeng moesten Britse, Brits-Indische en Japanse militairen hevige strijd leveren met de nationalistische strijdgroepen voordat kon worden begonnen met de evacuatie van de voormalige interneringskampen. In Soerabaja moest drie weken lang van straat tot straat worden gevochten voordat de Britten de stad onder controle kregen. De ex-geïnterneerden in Ambarawa, Banjoebiroe en Magelang op Midden-Java – vooral vrouwen en kinderen – konden in november en december slechts met de grootste moeite door de Britten naar Semarang worden geëvacueerd. In Bandoeng moest het zuidelijk deel van de stad worden ontruimd om het noordelijk deel des te beter te kunnen verdedigen.
Overal had men te maken met een groot vluchtelingenprobleem. Duizenden ex-geïnterneerden in Oost- en Midden-Java werden daarom geëvacueerd naar Batavia, Singapore, Bangkok, Brits-Indië, Ceylon, Australië of Nederland. De haastige evacuaties en de langdurige gevechten hadden tot resultaat dat de rust in de door de Britten beheerste key areas begin 1946 enigszins kon worden hersteld. Ook na de bersiapperiode werden op veel plaatsen nog schermutselingen uitgevochten, maar het geweld was niet meer zo intens en wijdverbreid als in de laatste maanden van 1945.
Hoeveel doden er tijdens de bersiapperiode aan Indonesische zijde gevallen zijn. is moeilijk vast te stellen. De schattingen lopen uiteen van 30.000 tot 100.000 op Java gedode pemoeda’s. De Britse en Brits-Indische strijdkrachten verloren tot december 1946 op Java en Sumatra 655 doden (waarvan 600 op Java), 1.663 gewonden (waarvan 1.420 op Java) en 320 vermisten (allen op Java vermist). De strijd met de Indonesische nationalisten kostte het Japanse leger 402 doden, 239 gewonden en 88 vermisten. Het aantal Nederlandse en Nederlands-Indische slachtoffers van de bersiap is niet exact bekend; de schattingen lopen uiteen van 3.500 tot 20.000 doden. Een aantal van circa 5.500 slachtoffers is vermoedelijk het meest reëel.
Het nationalistische geweld richtte zich overigens niet alleen op Nederlanders en Chinezen. Ook duizenden Indonesiërs werden het slachtoffer van het revolutionaire geweld. Vooral Indonesische ambtenaren en de inheemse elite vormden hierbij een doelwit. In de Nederlandse tijd, maar ook onder de Japanners, hadden deze beambten en deze elite als steunpilaren van het heersende regime gediend. Behalve van een antikoloniale opstand was dan ook tegelijkertijd sprake van een sociale revolutie.
De schok van de bersiap overtuigde veel Indische Nederlanders ervan dat in een onafhankelijk Indonesië voor hen geen plaats meer was. Na de soevereiniteitsoverdracht in december 1949 verliet het overgrote deel van de Indische Nederlanders dan ook het land van geboorte.
15-11-1945: Wim Schlechter van Soerabaja naar Batavia – Java. 30 jaar.
In steden als Soerabaja, Semarang en Bandoeng moesten, Brits-Indische en Japanse militairen hevige strijd leveren met de Indonesisch strijdgroepen voordat kon worden begonnen met de evacuatie van de voormalige interneringskampen. In Soerabaja moest drie weken lang van straat tot straat worden gevochten voordat de Britten de stad onder controle kregen. Duizenden ex geïnterneerden in Oost en Midden-Java werden geëvacueerd naar Batavia, Singapore, Bangkok, of Nederland.
1945. Haven Tandjoen Perak te Soerabaja. Evacuatie militairen en burgers richting Djakarta en Singapore.
William John Schlechter is als dienstplichtige KNIL militair overgebracht naar Batavia/Singapore. Het reisdoel was Singapore. Onderweg werd echter een telex ontvangen dat Singapore vol zat en dat het schip moest uitwijken naar Batavia. De ´Van Heutsz´ had hetzelfde bericht gekregen; ook dat schip moest zijn koers wijzigen.
19* Het Nederlandse Rode Kruis (NRK), afd. Oorlogsnazorg, Leeghwaterplein 27, Den Haag (lijsten niet openbaar)
Nationaalarchief: Maltanummer: 68652/45 - Naam boot/vliegtuig: van Heutz - Vertrekplaats: Midden-Java - Via plaats: West-Java - Aankomstplaats: Batavia - Aankomstdatum: 16 november 1945 - Aantal personen: 135 burgers. 1 omslag
Van Heutzs vrachtpassagier schip. 1926-1956.
16-11-1945: Aankomst Batavia Tandjong Priok kampen.
De Tandjong Priok-kampen waren een verzamelnaam voor de tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië drie kampenpementen in de haven van Batavia. Dit waren de 'Uniekampong', 'Kampong Kodja' en 'General Motors'. De kampen waren ondergebracht in de woonloodsen voor havenkoelies op de kade van Tandjong Priok. Men verbleef in grote loodsen, waarbij de verschillende families van elkaar gescheiden waren door opgehangen sarongs. Kleding was over het algemeen armoedig. De sanitaire voorzieningen waren slecht.
Uittreksel stamboek William John Schlechter. Dienstplichtig soldaat; transport compagnie Koninklijke Landmacht; militair motordienst
www.kvbk.nl/sites/default/files/bestanden/uitgaven/1947/1947-0497-01-0140.PDF
30-03-1946: U/W-Brigade gelegerd in Batavia, Meester Cornelis en Polonia.
04-05-1946: werden 1e, 2e en 3e Infanterie KNIL-bataljons aan de U / W-Brigade toegevoegd.
Alle troepen stonden vanaf 31 januari 1946 onder bevel van de legercommandant, luitenant-generaal (KNIL) S.H. Spoor.
William John Schlechter: jeepchauffeur 1e Cie. Genie; Militaire Motor Dienst, MMD Batavia, Mr. Cornelis Polonia. En onderdeel MP militaire politie, gevangeniswezen, in de rang van korporaal.
11-05-1946: Overdracht militaire gezag door Engelse troepen aan Nederlandse troepen.
Embleem Militaire Motor Dienst
Kazerne Mr. Cornelis Polonia Batavia.
Wapenschild Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger
Mouw ambleem KNIL
Baret ambleem motordienst KNIL
09-07-1946: William John Schlechter, verloofd met A. E. Smith te Batavia.
Woon adres: Secretarie weg 8, Tjideng West 74 Batavia. Ned-Dagbladpers Batavia 09 juli 1946.
Ordonnantie Sociaal Voorzieningen Gedemobiliseerden van 2 december. 1947.
De ordonnantie garandeert bij afgebroken studies te voltooien,dan wel demobilisatie een uitkering ineens de voor opkomst in werkelijke dienst (de z.g. bonus) en een kledingpakket; voorgenomen studie te bekostigen, verder hulp bij het zoeken naar een om door demobilisatie en bezetting passende werkkring, bijstand bij scholing vernietigde (zelfstandige) klein bedrijven en herscholing en over deze overgangs- te hervatten en ten slotte overbruggingsperiode inkomsten om deze (her)scholing uitkeringen of wachtgelden.
02-02-1948: Demobilisatie.
02-02-1948: waarnemend directeur van de gevangenis Struiswijk te Djakarta.
Deze Gevangenis lag ten oosten van de spoorlijn van Batavia/Weltevreden naar Meester Cornelis, ongeveer halverwege beide stadsdelen. Deze Gevangenis wordt aangegeven op de stadskaart van Batavia in de Stedenatlas van Nederlands-Indië als Huis van bewaring Struiswijk. Deze gevangenis werd in het begin van de jaren 20 van de 20ste eeuw gebouwd op het gelijknamige landgoed Struiswijk.
03-03-1948: Met groot verlof.
09-06-1948: Gemilitariseerd in rang van KNIL korporaal van het gevangeniswezen.
Uit stamboek van William John Schlechter.
15-06-1948: Wim Schlechter gedemobiliseerd; KNIL opgeheven.
Nederland en Indonesië hebben tijdens de Ronde Tafel Conferentie afgesproken het KNIL op teheffen. Dit gebeurt daadwerkelijk op 26 juli 1950. Europese militairen kunnen in het Nederlandse leger terecht, de niet-Europese militairen moeten uit dienst of overstappen naar het Indonesische leger. De meeste Europese militairen kiezen voor het Nederlandse leger en repatrieerden naar Nederland; Of gedemobiliseerd worden op een plaats naar keuze binnen het grondgebied van de Republiek Verenigde Staten van Indonesië.
William John Schlechter heeft Batavia, uit dienst, gekozen als verblijf plaats.
01-08-1948: Gemilitariseerd in rang van korporaal KNIL komt te vervallen
“Betrokkene, William John Schlechter, wordt tot nadere oproeping in werkelijk dienst groot verlof verleend. Het groot verlof sluit niet in, dat betrokkene Indonesië mag verlaten.”
Beschikking: Departement van Justitie en gevangeniswezen.
01-11-1948: William John Schlechter; assistent chef autodienst KLM Kemajoran Djakarta
KLM pasfoto. Personeel ingang
KLM’s gedurfde Indië-route
Nederland was honderd jaar geleden een machtige koloniale mogendheid, met gebiedsdelen in Azië en Zuid-Amerika. Vooral Nederlandsch-Indië, het latere Indonesië, was een parel in de koloniale kroon. KLM heette bij haar oprichting in 1919 dan ook voluit Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën. In oktober 1924 maakte KLM voor het eerst de ‘zeer gedurfde tocht’, zoals Ron Wunderink het noemt, naar Batavia (Jakarta), met een eenmotorige Fokker F.VII. De vlucht, die met vele tussenstops en oponthoud meer dan een maand duurde, was nog een verkenning.
Hoofdingang voor passagiers KLM Kemajoran Batavia-Djakarta-Jakarta
Pas in 1930 zette KLM een commerciële verbinding op naar Indië, oplopend tot drie vluchten per week. Dit duurde tot aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940. Intussen was in Insulinde ook een binnenlandse luchtvervoerder opgericht, de Koninklijke Nederlandsch-Indische Luchtvaart Maatschappij. Deze KNILM was geen dochtermaatschappij van KLM, maar de samenwerking was wel hecht.
Na WOII onderging de KNILM een naamsverandering en werd KLM Insulair Bedrijf (KLM-IIB), wél een dochter van KLM. Maar door de oorlog waren de politieke verhoudingen in Azië drastisch veranderd: nationalistische bewegingen hadden overal de kop opgestoken of bestaande stromingen waren sterker geworden.
KLM hangar voor auto's, motoren en bussen.
De Indonesiërs vocht na 1945 onder leiding van Soekarno voor eigen onafhankelijkheid. Voor KLM betekende dat zij zich moest aanpassen. KLM-IIB presteerde in die jaren goed, oplopend tot het vervoer van 23.000 passagiers en duizend ton vracht in 1949 – voor die tijd een behoorlijke bedrijfsomvang.
Maar het moederbedrijf kreeg te maken met grote problemen in de vluchtuitvoering tussen Nederland en Indonesië/ Nederlands Indië. Landen in de regio verboden ‘uit solidariteit met de strijd van Indonesië voor onafhankelijkheid de Nederlandse onderneming het vliegen boven hun gebied’, schrijft Wunderink in zijn boek Met KLM de Wereld Rond.
Maar eind 1949 achterhaalde de geschiedenis Nederland en KLM. Onder toenemende internationale druk, met name door de Amerikanen, kreeg ‘Nederlands-Indië’ onafhankelijkheid en werd Indonesië. Soekarno nationaliseerde KLM-IIB, dat verder ging onder de naam Garuda Indonesia. Ondanks periodes van politieke wrijving tussen Nederland en Indonesië bleef er in de luchtvaart altijd een speciale band bestaan. KLM vliegt tegenwoordig dagelijks op Jakarta en is een codeshare-partner van Garuda. De Indonesische flag carrier heeft één route naar Europa, op Amsterdam, zes keer per week.
zakenreis.nl/dossier-100-jaar-klm/klms-gedurfde-indie-route/
Situatie Indonesia op 10-12-1948.
Muziek: "Menteng" the Kota Jakarta band
.
22 februari 1949: Huwelijk met Jeanette Charlotte Randwijk te Batavia.
Batavia. Randwijk Jeanette Charlotte: geboren te Salatiga -Java, op 27-06-1929.
Per 00-00-1947 adres: Jamboelaan nr. 54 wijk Menteng te Djakarta
Jeanette Charlotte Schlechter-Randwijk, Mil en Trees Randwijk, zus van Jeanette. Jalan Jamboelaan 54 Menteng Jakarta.
02-09-1949: Adreswijziging: Van Djamoelaan 54 naar Matramanweg 33 Menteng Batavia.
Dienstplicht-register adresverandering 02-09-1949.
November 1948, matramanweg 33 Menteng. Jeanette, William, Mil.
27-12-1949: Einde Nederlandse koloniale bewind in Nederlands-Indië.
Op 27 december 1949 kwam er een einde aan het Nederlandse koloniale bewind in Nederlands-Indië. D aaraan waren ruim vier jaar voorafgegaan van militaire en politieke strijd. Nederland beschouwde de op 17 augustus 1945 uitgeroepen Indonesische onafhankelijk-heid als een direct gevolg van de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog en wilde deze daarom niet erkennen. Vooral internationale druk maakte dat uit-eindelijk toch tot onderhandelingen en soevereiniteits-overdracht moest worden overgegaan. Nederlands Nieuw-Guinea valt buiten de overdracht.
Hatta, Wilhelmina en Drees. Soevereiniteits-overdracht
https://www.nationaalarchief.nl/beleven/onderwijs/bronnenbox/soevereiniteit-indonesie-1949
25-07-1950: Eervol uit militairdienst ontslagen
Uit stamboek van William John Schlechter
26-07-1950: Daadwerkelijk opheffing KNIL, Indische leger.
Het Nederlandse koloniale leger dat officieel werd opgericht in 1830 in Nederlands-Indië. Het KNIL had moeite met het werven van geschikt personeel. Daarom werd er geworven in onder meer Duitsland, België, Zwitserland, de Verenigde Staten en zelfs in Ghana en Burkina Faso. Van 1831-1872 bijvoorbeeld werden er 3085 mannen voor het KNIL uit West-Afrika gehaald. Evens maakten Molukkers en inlanders (zoals Javanen) deel uit van het KNIL.
Van 1814 tot 1909 vormde het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk de verzamelplek in Europa waar de militairen die naar Nederlands-Indië zouden gaan werden opgeleid.
De stad werd ‘het rioolgat van Europa’ genoemd, vanwege drankgebruik en bordeelbezoek. Vanaf 1909 werd het Harderwijkse Werfdepot verplaatst naar Nijmegen.
00-00-1950: Verhuist naar Jalan Tjipinang Tjempedak Polonia wijk 1 nr. 7 B complex Djakarta.
In het verleden is tuindorp of Polonia een recreatie plaats voor blanke bewoners. Niet ver van de ingang van dit parkdorp, dat nu Cipinang Cempedak Raya weg is aan de zuidkant van het State Film Center (PFN) is er een zwembad dat ooit de tweede badplaats van het Nederlandse volk naast het Tjikini zwembad in Cikini en Chung Hwa zwembad in Glodok.
Polonia is de onofficiële naam van een woonwijk verdeeld in twee dorpen, in het westen: Polonia Kamp Bidara Village en in het oosten: Polonia Dalam in Cipinang Cempedak, de Groene dorp. Polonia’ is een woonwijk in het bestuurlijke gebied Jatinegara (oude naam: Meester Cornelis).
https: Het mysterie van Polonia
Januari 1951. Ma en Pa, Mil, Boy, Ris, On, Huppie Rademaker en vriendin van Ma.
Juli 1956: En Wokkie (Rudy)
01-12-1950: Chef autodienst Indonesian Airways Garuda
07-02-1952: Einde dienstverband bij Garuda.
William John Schlechter 3e van links.
2e van links.
William John Schlechter 4e van links.
1945-1950: Na de capitulatie van Japan en de daaropvolgende Bersiap vertrokken ca. 100.000 (Indische) Nederlanders onmiddellijk of binnen enkele jaren naar Nederland. Het waren met name overlevenden van de Japanse bezetting (binnen- en buitenkampers) en de Bersiap. De opzet was aanvankelijk tijdelijk verblijf in Nederland om bij te komen van de Japanse bezetting (1942-1945). 30.000 van hen gingen terug naar Indonesië.
1945-1949: Politionele acties.
De militaire acties van Nederland tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd tussen 1945 en 1949 worden door de Nederlandse regering lange tijd ‘politionele acties’ genoemd. Een verhullende term die de pijnlijke realiteit van een bloedige koloniale oorlog wegmoffelt.
Waarom noemde Nederland de koloniale oorlog in Indonesië ‘politionele acties’? | NPO Kennis
Waarom Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië nooit zijn vervolgd | NPO Radio 1
Waarom Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië nooit werden vervolgd - NRC
17-12-1950. Een uitje naar strand Tandjoeng Priok Djakarta.
drive.google.com/file/d/1TWoH0yCrOKUePo8FVr5fvQ8SLAtFT0JV/view
Ma, Oma Randwijk, Mil en Boy
Ma, Jeanette Charlotte en Boy
Ma, zwanger van Ris en On, Oma, Mil en Boy
06-12-1951: Indonesisch Staatsburgerschap van William John Schlechter.
William John Schlechter: Verwerp de Nederlandse nationaliteit en opteert voor de Indonesische nationaliteit. Zijn vrouw Jeanette Schlechter–Randwijk en de kinderen behouden het Nederlanderschap.
De Indonesische regering gaf de Indische Nederlanders in 1949 twee jaar de tijd om te beslissen of men het Indonesisch staatsburgerschap (warga negara asing) of Nederlanderschap. Slechts een beperkt aantal Indo's koos hiervoor. Ruim 300.000 Indo's repatrieerden tussen 1946 en 1964 in vier golven naar Nederland.
Voor de Indo-Europese bevolkingsgroep was het kunnen bezitten van grond een belangrijk nieuw recht als Indonesisch staatsburger. Het zou hen het gevoel geven te worden geaccepteerd in de nieuw te vormen samenleving. Deze wens stuitte echter op grote weerstand onder de nationalistische Indonesische partijen en werd in 1957 niet gehonoreerd. Het gevolg was dat velen alsnog kozen voor migratie naar Nederland (spijtoptanten) en de Nederlandse nationaliteit verkozen boven de Indonesische nationaliteit.
Registratie van aanvaarding en afwijzing van buitenlandse staatsburgers die Indonesisch staatsburger worden bij de rechtbank
William John Schlechter verwerp de Nederlandse nationaliteit en opteert voor de Indonesische nationaliteit.
Zijn vrouw Jeanette Schlechter–Randwijk en de kinderen behouden het Nederlanderschap.