Heeft u zich ooit afgevraagd waarom de ene oever een dichte muur van riet is, terwijl een stukje verderop een kleurrijk tapijt van laagblijvende wilde bloemen ligt? Dit verschil is geen toeval, maar het resultaat van bewuste keuzes van onze waterschappen. Hoe een oever eruitziet, is het gevolg van een zorgvuldige balans tussen waterveiligheid, schoon water en een bloeiende natuur.
Op veel plaatsen staan die dichte rietkragen er met een goede reden. Ze zijn krachtige, natuurlijke ingenieurs die dienstdoen als levende waterkeringen. Hun dichte wortelstelsel houdt de grond vast en voorkomt dat de oevers afbrokkelen. Riet is bovendien een fantastische waterzuiveraar; het neemt overtollige voedingsstoffen op uit het water en helpt zo onze sloten en singels schoon te houden. Daarnaast is een stevig rietveld van onschatbare waarde voor het vogelleven. Soorten als de rietzanger, kleine karekiet en de roerdomp vinden er een perfecte plek om te broeden, te schuilen en voedsel te zoeken.
Maar hoe krijgen we dan die prachtige, soortenrijke graslanden? Dat zijn vaak ‘natuurvriendelijke oevers’, die speciaal zijn aangelegd om de biodiversiteit te vergroten. Om dit te bereiken, wordt de beheerstrategie volledig omgegooid. Het doel is niet om één sterke soort te stimuleren, maar om omstandigheden te creëren waarin een grote verscheidenheid aan wilde bloemen en grassen kan gedijen. De sleutel hiertoe is een speciaal maaibeleid.
Het geheim zit in het maaien op het juiste moment. Door pas in de nazomer te maaien, krijgen de meeste planten de kans om hun hele cyclus te voltooien: ze groeien, bloeien en, het allerbelangrijkste, laten hun zaden vallen voor het volgende jaar. Tegelijkertijd put dit late maaien de energievoorraad van het dominante riet uit, waardoor het volgend jaar minder sterk terugkomt. Minstens zo belangrijk is dat al het maaisel zorgvuldig wordt verwijderd. Als je het laat liggen, verteert het en bemest het de bodem. Door het maaisel weg te halen, blijft de bodem schraal, wat perfect is voor wilde bloemen.
Dus als u de volgende keer deze contrasterende landschappen ziet, weet u dat u kijkt naar een zorgvuldig beheerde omgeving. Elke oever vertelt een verhaal van een gemaakte keuze: een keuze tussen de stevige bescherming van riet en de levendige biodiversiteit van een bloemenweide, allemaal onderdeel van het plan om onze waterwegen niet alleen veilig en droog te houden, maar ook rijk aan natuur.
Natuurvriendelijke oevers (NVO's) zijn oevers waar de overgang tussen land en water zo 'natuurlijk' mogelijk is, bijvoorbeeld met flauwhellend talud of met plas-drasberm.
NVO's zorgen voor gevarieerde omstandigheden en bieden kansen voor een diversiteit aan waterplanten, oeverplanten en dierensoorten.
Uitgebreide informatie over ontwerp, aanleg, inrichting, beheer en onderhoud van NVO's is te vinden in de publicatie van de Hoogheemraadschap Rijnland hiernaast te downloaden.
Zonder beheer zal een sloot zich in een moeras ontwikkelen, daarna in een struweel en uiteindelijk in een bos. Om de watergang open te houden is het noodzakelijk om onderhoud uit te voeren.
Noodzakelijk beheer =
de oever maaien
de overtollige waterplanten verwijderen
de waterbodem baggeren
'Natuurvriendelijk' = (o.a.)
liefs met een frequentie en in een periode wanneer de verstoring van de flora & fauna zo klein mogelijk is. De voorkeurperiode voor het maaien is tussen 15 juli en 15 maart. Baggeren is met voorkeur in september - oktober uitgevoerd en niet vaker dan eens per acht jaar.
gefaseerd of sinus maaien (25% van de vegetatie gespaard).
de maaisel ten minsten 48 uur laten liggen dan afvoeren.
gefaseerd baggeren (25% van de waterbodem gespaard).
de bagger afvoeren.
Meer informatie te vinden in de handreiking van de Hoogheemraadschap Rijnland hierboven te downloaden, de poster hieronder over maaien voor bloemrijke vegetatie en de Vlinderstichting website : https://www.vlinderstichting.nl/sinusbeheer/