Beoordeling van de oevervegetatie kwaliteit

Keuze en indeling van soorten in indicatorcategorieën, methode voor de berekening van de oevervegetatie kwaliteitscore en kleurvisualisatie op de kaart door Jacqueline Henrot. Contact: Jacqueline.henrot@naturalis.nl

De 4 indicatorsoorten categorieën

Keuze en indeling van de indicatorsoorten

Uit de lange lijst van soorten die langs de oevers voorkomen zijn soorten gekozen die als indicator kunnen dienen voor

  • slechte omstandigheden voor een biodiverse en bloemrijke oeverkant : voedselrijke bodem en onzorgvuldig beheer; = Rode soorten

  • matige omstandigheden; = Gele soorten

  • goede omstandigheden: minder voedselrijke bodem en zeer zorgvuldig beheer; = Groene soorten

Riet en Lisdodde geven een algemeen beeld van de oevervegetatie en passen niet binnen boven-genoemede soorten = Zwarte soorten

Om het Citizen Science onderzoek zo laagdrempelig mogelijk te maken is het totaal aantal indicatorsoorten tot 24 beperkt: 2 zwarte, 6 rode, 8 gele en 8 groene soorten.

De soorten zijn verder geselecteerd op basis van de criteria hieronder:

  • uitgesloten: moeilijker te herkennen soorten zoals uit de Poaceae en Apiaceae families

  • uitgesloten: soorten die te gemakkelijk met een andere soort verward kunnen worden (vooral met een soort die in een andere categorie zou kunnen passen)

  • de soort bloeit tussen 15 mei en 15 september en heeft bij voorkeur een lange bloeiperiode

  • de soort heeft duidelijk herkenbare bladeren en stengel

  • de soort komt redelijk voor in de Leidse regio

Dan, voor de indeling, is het gekeken naar de

  • Ellenberg voedselrijkdom indicatie waarde (SynBiosys)

  • indicatie waarde (Jonker en Menveld, 1998)

  • natuurwaarde (Clausman en van Wijngaarden, 1984)

Ellenberg voedselrijkdom waarden van de indicatorsoorten

Indicatiewaarden en natuurwaarden van de indicatorsoorten

(*) Clausman & van Wijngaarden 1984. Het vegetatie onderzoek van de Provincie Zuid Holland. Verspreiding en Ecologie van Wilde Planten in Zuid Holland. Waardering parameters.

De 5 oevervegetatiekwaliteit categorieën

Berekening van de oevervegetatie kwaliteitscore

  • Elke soort in de rode categorie die geobserveerd is op ten minste 2 locaties langs het transect scoort 1 punt.

  • Elke soort in de gele categorie die geobserveerd is op ten minste 2 locaties langs het transect scoort 10 punten.

  • Elke observatie van een soort in de groene categorie levert 50 punten op.

De totaalscore van de waterkant geeft ruwweg de hoeveelheid indicatorsoorten aan die zijn gevonden langs het transect, en tot welke categorie deze behoren. Bijvoorbeeld: een score van 132 zou betekenen dat er 2 keer een indicator van de groene categorie was gevonden (2x50 = 100), 3 indicatorsoorten van de gele categorie (3x10 = 30) en 2 indicatorsoorten van de rode categorie (2x1 = 2).

Kleurvisualisatie van de score op de kaart

Oevervegetatiekwalitiet categorieën

De algemene kwaliteit van de vegetatie langs het transect wordt gecategoriseerd als:


  • 'Goed' en de oever wordt groen gemarkeerd als de totaalscore op of boven 100 punten ligt.

  • 'Redelijk' en de oever wordt geel gemarkeerd als de totaalscore tussen de 30 en 99 punten ligt.

  • 'Matig' en de oever wordt oranje gemarkeerd als de totaalscore tussen de 10 en 29 punten ligt.

  • 'Neutraal' en de oever wordt blauw gemarkeerd als de totaalscore lager is dan 10 en Riet of Lisdodde op de 5 locaties langs het transect aanwezig zijn.

  • 'Slecht' en de oever wordt rood gemarkeerd op de kaart als de totaalscore lager is dan 10 en als Riet of Lisdodde in minder dan op 5 locaties langs het transect aanwezig zijn.

Met de gegevens over de aanwezigheid van de indicatorsoorten zijn de oevers gescoord en ze komen terecht in één van 5 oevervegetatiekwaliteit categorieën. Rood is de slechtste oevervegetatiekwaliteit en groen de beste. De rietkragen en lisdodde velden die weinig bloemrijk zijn vallen in de blauwe categorie.