monnik van hart; thuis monnik zijn; klooster; online cursus meditatie en contemplatie; hoofd naar hart; christelijke meditatie online, contemplatie;
Op zoek naar God -God op zoek naar ons
De Geestelijke Oefeningen van Ignatius van Loyola
Ignatius van Loyola ontwikkelde op grond van zijn eigen geloofsleven een methode om op zoek te kunnen gaan naar God. Hij stelde een boekje samen met Geestelijke Oefeningen, zoals hij ze noemde. Mensen die zijn oefeningen doen, krijgen daarmee een mogelijkheid God te ontmoeten.
Maar God ontmoeten is geen vanzelfsprekendheid. Immers, wat weten wij eigenlijk over God? Misschien komen wij Hem soms even ergens tegen, en waar anders dan in ons eigen leven, in onze geschiedenis, in onze wereld. En dan niet als een begrip of als een waarheid, maar omdat wij dingen meemaken die ons de ervaring kunnen geven van een nabijheid, van een kracht die groter is dan wat mensen kunnen — en zijn. Een bevrijdende kracht, een kracht die leven geeft.
Naarmate Ignatius zijn eigen levensverhaal duidelijker ging zien, kwam hij tot een ontdekking die ook de onze kan zijn: wij zijn het verhaal van God, wij zijn de woorden waarmee God zijn verhaal schrijft. En naarmate wij daar meer 'ja' op kunnen zeggen, hebben wij meer grond onder de voeten, een steviger fundament: God is dichtbij, een God van mensen. Geloven is een manier van leven. Het begint met vragen als deze: 'hoe sta ik in het leven?', 'waarvoor doe ik het allemaal?', 'waarom ga ik er eigenlijk mee door?', 'hoe houd ik het vol?' of 'wat draagt mij eigenlijk?'. Het is een manier van leven die alles te maken heeft met aandachtig leven, eerbiedig en verwonderd, luisterend. Gaandeweg word je opmerkzamer, ga je de stem verstaan die spreekt in wat je meemaakt. Er ontstaat ruimte voor God, de God die je midden in je leven kunt ontmoeten.
Het is ook een manier van leven die erop aanstuurt dat wij doen wat wij geloven — dat wij waarmaken wat wij zien. De waarheid kan gevonden worden, en die vondst leidt tot daden. Mensen gaan zien en beleven dat God hen bevrijdt, dat Hij leven geeft door het samenspel tussen Hem en de mens. "Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord: ja, ik ken zijn lijden... Ga er dus heen, Ik zend u naar Farao. Gij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte leiden." (Exodus 3, 7.10)
De uittocht is ondenkbaar zonder de middelaar Mozes. Er is een middelaar nodig, er zijn mensen nodig die de bevrijding mee voltrekken. Er zijn mensen nodig die God God laten zijn, die doen wat God voor mensen wil zijn. Gods nabijheid, reddend en leven gevend, waarin Hij God-met-ons wordt, moet mede door mensen waar gemaakt worden.
Als wij open worden voor God en zijn nabijheid waarmaken, worden wij meer mens: wij worden meer wie wij in aanleg zijn, meer zoals wij bedoeld zijn. Want ons wezen is het open te zijn voor God. Als zijn beeld zijn wij geschapen, op Hem gelijkend — het is ons wezen God in deze wereld in beeld te brengen.
Dat is de gelovige visie op het leven van mensen, die Ignatius in zijn oefeningen uitwerkte. Hij had ervaren dat het mogelijk is dat mensen tot een sterker zelfbewustzijn komen in een zorgvuldige dialoog met God. Hij ondervond dat eerst bij
zichzelf, maar toen hij zijn oefeningen aanbood aan anderen, bleek zich dat in hen evenzo voor te doen.
de oorsprong van de oefeningen
Inigo de Loyola was een Baskisch edelman, die door een lang ziekbed de tijd kreeg om te ontdekken dat gevoelens meer zeggen dan zo op het eerste gezicht lijkt. Hij ontdekte, dat gevoelens iets kunnen zeggen over God.
Inigo, met zijn latere Latijnse naam Ignatius, groeit op als ambitieus edelman aan het hof. Hij was al een heel eind gevorderd op zijn weg. Plotseling echter wordt zijn carrière afgebroken door een schotwond in zijn been, opgelopen bij de verdediging van de vesting Pamplona in Navarra. Op zijn ziekbed in het ouderlijk huis, het slot Loyola, raakt hij eerst in de ban van boeken over ridders en hoofse minne. Maar dan verdiept hij zich ook in een bloemlezing uit levens van heiligen, en leest over Jezus Christus.
In de gevoelsmatige reacties op zijn literatuur begint hij verschillende stemmingen waar te nemen. Nu eens voelt hij zich prima, dan weer somber. Hij gaat proberen te achterhalen, wat hem een goed gevoel gaf, en wat niet. Bij die intuïtie begint het leren onderscheiden van die "bewegingen" in hem. Hij komt tot de ontdekking, dat het zorgvuldig evalueren van zijn gevoelens hem tot concrete conclusies brengt over wat hem wel en niet te doen staat. De aanhoudende vraag: 'hoe voelde ik mij?' doet hem binnendringen in zijn ziel, zijn innerlijk leven. Hij leert eerlijk onder ogen te zien wat zijn hart hem zegt.
In Manresa wil hij zich voorbereiden op een boetetocht als pelgrim naar Jerusalem. Daar wordt hij zich pijnlijk bewust, dat hij beneden de menselijke maat van liefde geleefd heeft. Dat kwelt hem, hij neemt heel zijn verleden onder de loep, laat geen detail ongemoeid en begint te walgen van zichzelf.
Temidden van al die kwellingen gaat hij voelen, dat zijn leven doorzichtig wordt: door zijn liefdeloosheid heen wordt een liefde zichtbaar die sterker is dan al zijn depressies. Hij gaat God ontdekken als iemand die ook bij deze slechte mens betrokken blijft, een God die hem gevoelens geeft van een innerlijke tevredenheid, die los staat van wat mensen doen. Hij gaat een beweging voelen in zijn hart, die hem weghaalt uit zijn melancholie. Wat hem ontspant is het besef, dat zijn leven niet van hemzelf afhangt, maar gegeven wordt. Een diepe godservaring aan het riviertje de Cardoner bevestigt zijn ontdekkingen.
In de jaren die volgen blijft hij trouw aan deze intuïtie; het brengt hem op een lange pelgrimsweg. Hij blijft zijn bevindingen opschrijven — en dan komt de dag, waarop hij merkt dat hij anderen een dienst kan bewijzen door hen op een overeenkomstige wijze wegwijs te maken in de dingen van de menselijke ziel. Uit zijn vele losse notities groeide een handleiding met een precies omschreven methode.
de werkwijze van dit boekje
Op basis van deze handleiding van Ignatius werd dit boekje samengesteld. Tijd en plaats zijn niet meer die van Ignatius en mensen veranderen door de eeuwen heen. Maar de dynamiek kan dezelfde zijn.
Voor Ignatius is gebed een ontmoeting met God. Gebed is vergelijkbaar met een ontmoeting tussen twee mensen. Ze
maken een afspraak om elkaar te ontmoeten, vaak omdat ze iets willen bespreken. Ze verwachten iets van hun ontmoeting, ze kijken ernaar uit. Zodra ze elkaar zien, is er een begroeting. Eerst is er wat heen en weer praten, maar dan komt geleidelijk het eigenlijke gespreksonderwerp aan de orde: je wilt iets bespreken of bepleiten, je wilt nader kennis maken of gewoon maar gezellig samen zijn. Als het gesprek een verzadigingspunt bereikt heeft, wordt het afgerond. Je bent er tevreden mee, of soms ook niet. Je neemt afscheid en bedankt nog even voor wat je aangenaam vond; ook als het een moeizaam gesprek was, kan het je dankbaar gemaakt hebben. Na afloop zul je nog namijmeren over wat er gebeurde bij deze ontmoeting, en hoe die in de toekomst een vervolg kan krijgen.
Volgens Ignatius heeft het gebed een vergelijkbaar patroon. Ook als je je voorbereidt op een ontmoeting met God, leef je er naartoe. Je hebt een bepaalde verwachting van wat er zal gebeuren. Je zoekt een gepaste ruimte voor je gebed. Je betreedt deze ruimte en begint het gebed met een begroeting. Je neemt een houding aan (zitten, staan, knielen of liggen), waarmee je uitdrukt hoe je in deze ontmoeting bent of wilt zijn. Afwachtend misschien, of een en al openheid, of ingetogen, of gewoon beschikbaar.
Misschien duurt het even eer je gebed echt begint, maar dan zul je toch met God in ontmoeting komen. Je neemt er de tijd voor totdat je voelt dat je een verzadigingspunt bereikt hebt; misschien heb je iets nieuws ontdekt, innerlijk iets aangevoeld of rust gevonden.
Dan neem je afscheid, en bij het afscheid bedank je God voor deze ontmoeting met Hem. Je rondt het gebed af met wat Ignatius een 'samenspraak' noemt, "zoals een vriend spreekt met een vriend" (Geestelijke Oefeningen, 54). Soms zul je over je gebed nog blijven namijmeren, voelen dat het vruchtbaar was, of zinvol, en je bedenkt misschien al waar je de volgende keer over wilt bidden. Met pen en papier wordt dat na-mijmeren nog concreter.
Zo ongeveer schetst Ignatius hoe je kunt bidden. Hij benadrukt, dat ieder een eigen wijze van bidden heeft of krijgt —het is een kwestie van al doende ontdekken, wat voor jou het beste werkt.
Ten geleide
Dit boekje is geen leesboek. Het is een gids, vol mogelijkheden en suggesties voor wie gedurende een langere periode intensief op zoek wil gaan naar een ontmoeting met God, opdat Hij in het leven een grotere rol kan gaan spelen. God spreekt een eigen taal in het leven van mensen, en dit boekje wil helpen deze taal te leren verstaan.
De poging om zijn taal te verstaan, zijn levenstekens te zien en erop in te gaan — dat kan bidden zijn. Het is iets, wat je moet leren — daarvoor wil dit boekje een wegwijzer zijn. Je kunt niet voorspellen, waar je uitkomt. Als je gedurende langere tijd attent leeft en bidt, ga je vanzelf een eigen dynamiek ontdekken in alles wat er gebeurt.
Het gaat om oefeningen: zoals het voor het lichaam goed kan zijn om lichamelijke oefeningen te doen, zo is het ook voor het innerlijk leven van een mens goed om 'geestelijke' oefeningen te doen. Het kan leiden tot een nieuwe ervaring, of zoals Ignatius van Loyola op een gegeven moment in zijn levensverhaal schrijft: "Wat is dit toch voor een nieuw leven dat wij nu beginnen?" (Verhaal van de Pelgrim, nr. 21).
Het is goed er elke dag een vaste tijd voor vrij te maken; dit boekje veronderstelt, dat je dat een aantal maanden achtereen kunt doen. Steeds worden er teksten uit de bijbel aangereikt als stof voor meditatie.
In de loop van enkele maanden kunnen de eigen gebedservaringen een dynamisch beeld geven hoe God werkt in ons leven. Wat er dan in een mens gebeurt, kan een geloofsproces genoemd worden; het blijkt mogelijk tot een sterker zelfbewustzijn te komen in relatie, in dialoog met God.
Je hoeft geen religieus te zijn, geen theoloog, geen monnik om met dit boekje te kunnen werken. Elke gelovige kan deze oefeningen doen; regelmatig is daarbij een gesprek nodig met een begeleider/ster. Het is ook mogelijk om de oefeningen samen met een ander te doen, of met een groep deze weg te gaan. De oefeningen kunnen ook parallel met de liturgie van het kerkelijk jaar gedaan worden.
Hoe dan ook: steeds is het principe van Ignatius dat ik vinden zal datgene wat ik verlang, de mededeelzaamheid van God, waarop ik hoop.
copyright uitgever: De Vlaamse en Nederlandse provincie van de Sociëteit van Jezus