Kano-uitrusting

advies voor uitrusting bij kanotochten

Belangrijk bij kanovaren is dat alles wat niet nat mag worden, goed waterdicht wordt verpakt — zelfs al gebruik je een spatzeil. Daarbij is het handig om alles zo compact mogelijk op te bergen, bijvoorbeeld in waterdichte tonnen en/of overdraag-rugzakken. Dat is gemakkelijker bij het overdragen, maar ook als je omslaat heb je maar een beperkt aantal uitrustingsstukken om je over te ontfermen in plaats van een heleboel losse spulletjes… In dat verband is het ook belangrijk er voor te zorgen dat alles blijft drijven!

Gewicht in de kano

Vanwege de ogenschijnlijk grote bergruimte van de open toerkano en doordat kanobouwers vaak alleen maar een volume-capaciteit bij hun kano’s opgeven, kun je het idee krijgen dat gewicht van belading niet zo’n rol speelt bij het kanovaren. Echter, het gewicht waarmee een kano het beste vaart bij het beoogde gebruiksdoel, ook wel de prestatie-capaciteit genoemd, kan bij diepe kano’s amper de helft van hun volume-capaciteit zijn! Voor de gemiddelde all-round tandem toerkano komt dat neer op zo’n 200 kg. Uitgaande van het gemiddelde gewicht van twee vaarders, betekent dat bruto zo’n 25 kg per persoon aan bagage. Bruto wil zeggen inclusief het gewicht van de voor kanovaren benodigde zaken zoals (reserve)peddels, zwemvesten, knielmatjes, (waterdichte) verpakkingen en kanokar.

All-round toerkano Swift Kipawa met circa 50 kg bagage aan boord

Wil je continu met veel meer gewicht dan 10% van de ‘prestatie-capaciteit’ van een kano varen, dan kun je voor optimale prestaties beter een grotere kano kiezen. Een grotere kano is echter relatief zwaarder en duurder, en heeft bij dagtochten met lichte belading meer last van de wind ook doordat de koersvastheid en de ‘loop’ dan minder goed zijn. Hoe kleiner je boot kan zijn, hoe voordeliger dat dus uiteindelijk is.

Ander punt is dat wanneer bagage in verband met het overdragen compact is verpakt, je al dat gewicht toch regelmatig in en uit de kano zal moeten tillen en verplaatsen. Hoe lichter je bagage is, hoe gemakkelijker dat gaat en ook hoe kleiner en dus ook lichter je kano kan zijn.

Kleding

Wat betreft kleding is het zaak er vanuit te gaan dat je nat kunt worden bij het kanovaren — of het nu door spatwater, buiswater, transpiratie, regen of omslaan komt. Draag daarom in ieder geval kleren die nog enige isolatie bieden als ze toch nat zijn geworden en dan liefst snel weer drogen. Het moet ook kleding zijn waarin je gemakkelijk kunt peddelen en goed mee kunt zwemmen! Neem ook reservekleding mee wanneer je kleding te koud zou zijn als die nat geworden is!

Voor het overige geldt dat je verschillende kledinglagen moet gebruiken. Met verschillende lagen kun je namelijk variëren in de mate van isolatie, vochttransport en bescherming tegen wind en regen. Dat is een belangrijk voordeel bij wisselende omstandigheden. Goed uitgekiend, beperkt dat ook de hoeveelheid reservekleding die je bij een kanotocht moet meenemen, wat ook weer gewicht scheelt. Sommige kledingmaterialen, vezelvormen en weefsels isoleren beter voor hun gewicht dan andere, wat ook van belang is om gewicht te besparen.

Regenkleding

Voor het peddelen is een anorak met neopreen manchetten aan te raden als regenkleding. Anoraks hebben namelijk geen ritsen die buiswater kunnen doorlaten en neopreen manchetten beschermen je armen tegen nat worden en je polsen tegen koude als ze nat geworden zijn.

Voor een regenbroek is het aan te raden een behoorlijk duurzaam materiaal te kiezen. Niet alleen omdat het zitvlak en de knie-en (wanneer je knielt) van een regenbroek nogal te lijden hebben bij het peddelen, maar ook vanwege ‘ruige’ situaties op de wal waar je mee te maken kunt krijgen bij het in- en uitstappen en overdragen.

Schoeisel

Als eerste is het altijd zaak om schoeisel te dragen of in ieder geval bij je hebben wanneer je een kanotocht maakt. Mocht je namelijk om de een of andere reden een stuk moeten lopen dan zijn blote voeten echt geen pretje om dat mee te doen!

Verder moet je er bij kanotochten in natuurlijke gebieden vanuit gaan dat elk soort schoeisel dat je aanhebt doornat zal worden. In natuurlijke gebieden ontbreekt het namelijk in de regel aan geschikte wallekanten om zonder natte voeten in- en uit te stappen en bagage in- en uit te laden. Ook kan het voorkomen dat je met de kano aan de hand moet waden:

Het nut van laarzen of hoge schoenen is daarom bij kanovaren beperkt omdat die, eenmaal van binnen toch nat geworden, slecht drogen. En ook al zijn ze (nog) droog, dan is dagenlang peddelen met laarzen of hoge schoenen niet bepaald comfortabel, zeker niet als je geknield vaart.

Houten klompen zijn warm, luchtig en drogen goed wanneer ze van binnen nat zijn geworden. Helaas zijn klompen niet handig in een kano en behalve op vlakke (wei)landen lopen ze niet goed. Ermee waden – laat staan zwemmen – is eigenlijk geen doen.

Neopreen schoenen kunnen goed voldoen, met name voor wildwatervaren. Maar je loopt voortdurend met klamme voeten en als het warm weer is, zijn ze behoorlijk benauwd. Op den duur kunnen ze ook behoorlijk gaan stinken. Ook lopen de meeste neopreen schoenen niet zo prettig, wat lastig is bij lange overdragingen.

Sandalen voor watersport-doeleinden kunnen goed voldoen bij kanotochten in warme omstandigheden, omdat je er goed mee kunt lopen, waden en zwemmen en ze snel kunnen drogen.

TIPS:

Kanokar

Een kanokar is een handige voorziening om een kano – eventueel met bagage erin – over land te verplaatsen, als de omstandigheden dat toelaten: dat wil zeggen op gemakkelijk begaanbaar terrein. Anders is het handiger om je kano op je nek te verplaatsen.

TIPs:

Overdraag-rugzakken

Het voordeel van overdraag-rugzakken van firma’s als Cooke Custom Sewing en Duluth Packs is dat ze de beschikbare ruimte in de kano beter benutten en gemakkelijker overdragen dan waterdichte tonnen, ook omdat overdraag-rugzakken zelf wat lichter zijn.

Overdraag-rugzakken zijn verkrijgbaar in diverse maten en uitvoeringen, en al dan niet waterdicht. Waterdichte rugzakken kunnen echter snel lek gaan in het gebruik door slijtage en beschadiging, dus voor de lange termijn kun je beter sterke niet-waterdichte overdraag-rugzakken gebruiken, waar je dan je in (afzonderlijke) waterdichte zakken opgeborgen spullen goed beschermd in kunt stoppen.

Overdraagrugzak met daarin 3 waterdichte zakken

Knielmat

Als je geknield vaart – al is het maar af en toe – dan is polstering voor je knieen wel zo prettig. Voor toervaren kan een groot stuk van een EVA (Ethyl-Vinyl-Acetaat) winterslaapmat van 18 mm dik voldoen: dat gaat lang mee, is niet zwaar en neemt geen water op. Een dergelijk matje kan daarnaast dienst doen als royale zitlap. Neem dan wel een zwarte mat, dat droogt beduidend sneller dan bijvoorbeeld een groene of gele! Voor echt wildwatervaren moet je speciale kniestukken vast in je kano bevestigen.

Kano-reparatiemateriaal

Watervast reparatietape is het meest essentieel om mee te nemen. Andere vormen van reparaties zijn vaak (te) moeilijk om uit te voeren tijdens tochten. Door de huidige sterke kanomaterialen is de behoefte aan echte reparaties in het veld voor bedreven vaarders ook niet meer zo aanwezig? Definitief herstel kan veel beter plaatsvinden onder de juiste omstandigheden met de juiste hulpmiddelen.

Reddingsvest of zwemvest?

Een goed passend zwemvest is bij kanovaren belangrijker dan een reddingsvest, want met een reddingsvest kun je niet goed zwemmen — en dat is juist bij het doen van (zelf)reddingen met een kano van belang. Een reddingsvest is ook niet geschikt om goed in te peddelen. Belangrijk van een zwemvest is wel dat het niet omhoog schiet wanneer je in het water ligt en dat het toch redelijk comfortabel zit/peddelt, wat je alleen maar zelf kunt bepalen…

Onderkomen

Voor kanotrektochten is het van belang dat een tent behoorlijk windvast is en zo min mogelijk kritische ‘haringposities’ heeft — dat vergroot de kans een goede kampeerplek te vinden. Verder is het prettig wanneer je onderkomen je wat bewegingsvrijheid biedt om langduriger in te verblijven, aangezien het af en toe kan voorkomen dat je een kanotocht een dag of wat niet kunt voortzetten doordat het te hard waait en/of de golven te hoog zijn.

Tunneltent met luifel

Totaalgewicht van een ruime tent voor 2 personen kan dan uitkomen op zo’n 5 kg — hoe lichter, hoe beter natuurlijk! Alternatief is een heel kleine lichtgewicht tent met een lichtgewicht tarp er bij. Een tarp biedt echter minder bescherming tegen regen, wind, koude en muggen.

Dubbel- of enkeldakstent?

Het voordeel van een dubbeldakstent is dat de binnentent daarvan warmer is en nattigheid van condensdruppels kan tegenhouden. Een goede binnentent beschermt ook tegen muggen en dergelijke!

Losse of vaste binnentent?

Mijn voorkeur gaat uit naar een losse binnentent omdat je die geheel of gedeeltelijk weg kunt halen zodat je zo nodig wat meer ruimte hebt om in je tent te zitten.

Waterdichte tent?

Bij kunststof tenten met een siliconen coating wordt aangeraden de naden waterdicht te maken met een speciale lijm. Bij een goed genaaide tent zal dat amper nodig zijn, is mijn ervaring. Wel moet je met afspannen terdege rekening houden met de krimp van een natte Nylon polyamide tent wanneer die warm/droog wordt. Want die krimp kan zo groot zijn, dat de naden inderdaad kunnen gaan lekken als je tent (te) strak afgespannen is geweest!

Slaapzak: dons of kunststofvezel als vulling?

Het voordeel van een slaapzak met kunststofvezel is dat de warmte-isolatie daarvan veel minder achteruitgaat door vochtigheid. Vanzelfsprekend moet je een slaapzak altijd zodanig verpakken dat die bij het kanovaren absoluut niet nat kan worden. Dus wat dat betreft maakt het niet uit of die gevuld is met dons of kunststofvezel. Maar zeker bij kanotochten in het voor- en najaar is condens op de slaapzak in de tent eerder regel dan uitzondering. Een donzen slaapzak die dan ’s morgens vroeg vochtig is ingepakt, moet daarna wel goed gelucht (kunnen) worden om ’s nachts weer warm genoeg te zijn. Maar als je aan die voorwaarde kunt voldoen, gaat mijn voorkeur toch uit naar een donzen slaapzak met een microvezel polyamide binnen- en buitentijk, omdat die minder weegt en veel langer meegaat dan een slaapzak met kunststofvezel als vulling.

Kookgerei

Roestvaststalen pannen zijn sterk maar aluminium is beduidend lichter en heeft een veel betere warmtegeleiding. Titanium is lichter dan aluminium maar geleidt warmte nog slechter dan staal. Dan presteert geanodiseerd aluminium beter voor maar iets meer gewicht dan titanium. Als materiaal voor een bord, beker en spork vind ik titanium wel ideaal, juist omdat titanium warmte minder goed geleidt.

Brandstof

Wat betreft brandstof ligt mijn voorkeur bij butaan-propaangas, omdat dit schoon en gemakkelijk functioneert — geen gepriek met stinkende, schadelijke vloeistoffen en lastig bedienbare en onderhoudsgevoelige apparatuur die soms ook nog veel herrie maakt. Voor een redelijke werking bij lage temperaturen heb ik wel gekozen voor een gasbrander die direct op het gasblikje wordt geschroefd en gebruik ik een windscherm. Met mijn verbruik van ongeveer drie 230 grams gasblikjes per week door 2 personen EN omdat ik voor het gemak met twee lichtgewicht gasbranders werk, vind ik zowel de omvang als het totaalgewicht van mijn kookuitrusting relatief niet ongunstig voor kanotrektochten waar je alle benodigde brandstof in de kano meeneemt.