Van onze trainers verwachten wij dat ze de zwemmers leren dat de regels voor iedereen gelden. Spreek zwemmers die zich niet aan de afspraken houden aan, maar houdt ook rekening met andere factoren. Luister naar wat de zwemmer je te vertellen heeft en trek daarna conclusies. Oordeel niet te snel.
Schreeuw niet en maak de kinderen nooit belachelijk als zij fouten maken of een wedstrijd verliezen. Kinderen hebben een trainer nodig die zij respecteren. Wees gul met lof wanneer het verdiend is.
Elk kind heeft mogelijkheden en kwaliteiten, jullie doel is om de zwemmer te laten geloven in hun capaciteiten.
Vertrouwen geven geeft vertrouwen en is een hulpmiddel voor een positief sportresultaat.
Behandel je zwemmers zoals je zelf zou willen behandeld worden.
Wees niet té familiair met jongeren waarmee je werkt. Houd een gezonde afstand. Een aanraking kan maar wees je bewust dat een opgroeiende jongere hier anders mee kan omgaan dan het bedoeld is. Laat de zwemmer geen dingen doen waar hij/zij zich niet goed bij voelt.
Hou steeds voor ogen dat de zwemmers voor hun plezier sporten en iets willen leren. Winnen is een onderdeel van de sport, verliezen ook. Als trainer ben je verantwoordelijk voor het aanleren van de sport en voor het gedrag van de jongeren tijdens de training. Besteed aan beide aspecten voldoende aandacht en neem je verantwoordelijkheid hierin op. Je kan er de aandacht op vestigen wat voor jou de belangrijkste regels zijn door deze op voorhand kenbaar te maken.
Zorg bij jongeren voor een goede mix tussen sporttechnische oefeningen en spelvormen. Ook voor en na de trainingen heb je een taak en verantwoordelijkheid. De vlotte samenwerking en communicatie met ouders, andere trainers, bestuurders, … maakt hier deel van uit. Als iedereen doet wat van hem verwacht wordt , dan is het fantastisch samenwerken!
Werk aan je eigen competentieniveau: school je regelmatig bij. Het is voor onze trainers ook belangrijk om de hedendaagse technieken toe te passen en doorgeven aan onze zwemmers.
Laat je niet ontgoochelen door een slecht resultaat van je zwemmer(s). De prestatie van je zwemmers is slechts een momentopname, jouw kwaliteit als trainer is een constante.
Sporters zijn heel vatbaar voor jouw advies: geef feedback! Communiceer positief, ook non-verbaal. Wees steeds concreet en duidelijk in je communicatie. Let op je manier van communiceren. Geef concrete en duidelijke tips. Maak onderscheid tussen feiten en interpretatie.
Hou rekening met de leefwereld van je zwemmers. Zijn er examens: erken de bezorgdheid van ouders en sporters en spreek af wat je van hen verwacht tijdens examenperiodes (vb. min 1 keer per week komen trainen, droogtrainingen overslaan,…). Houd er ook rekening mee dat er tijdens examens meer vermoeidheid en stress is. Werk met duidelijke afspraken en routine. Routines zijn herkenbaar, vergroten controle en geven je een middel om gericht bij te sturen.
Zorg ervoor dat het materiaal voldoet aan de veiligheidseisen en geschikt is voor de leeftijd en de vaardigheid van de jongeren. Leer de zwemmers aan met zorg om te gaan met materiaal en accommodatie.
Geef aan dat niemand iets van een ander pakt. Dat is stelen.
Doe op het einde van de les nog een check-up van de kleedkamers met het oog op vergeten spullen.
Volg het advies op van een arts bij het bepalen of een geblesseerde zwemmer wel of niet kan deelnemen.
Heb oog voor elk kind achter de sporter.
Een compliment is een basisfundament om tot een positief zelfbeeld te komen.
Blijf een langdurig geblesseerde zwemmer bij de training betrekken.
Bespreek een actieplan voor gekwetsten, zodat zij terug kunnen integreren bij de groep.