De Schrift

Sommige teksten in de Bijbel zijn best lastig. Zo kunt u zich afvragen of de teksten waarin wordt opdragen om mensen te stenigen Gods hart laten zien. Deze geboden stáán in de Thora, dus wij zullen ze nauwkeurig moeten onderzoeken om te bezien wat ze voor ons betekenen.

In de 2e brief aan Timotheüs wordt er beschreven dat heel de Schrift door God is ingegeven en ons opvoedt in rechtvaardigheid (2 Tim. 3: 16).

• 2 Timotheüs 3: 16: ''Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid.''

'De Schrift’ waar over wordt gesproken is het 'Oude Testament'. Dat is logisch, want in die tijd was het Nieuwe Testament nog niet eens geschreven.

Als u heeft onderzocht of de Thora wel voor u geldt, bent u vast en zeker de uitspraak van Yeshua in Mattheüs 5 tegengekomen:

• Mat. 5: 17-19: ''Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen''.

Yeshua dat er geen Jota of Tittel van de Thora vervalt. Dus ook het sabbatsgebod, de spijswetten of de Feestdagen uit Lev. 23 vervallen niet. Ook het stenigingsgebod wordt hier niet afgeschaft door Yeshua. Dat kan ook niet, want als Yeshua iets van de Thora zou afschaffen, zou Hij onze redder niet kunnen zijn! Voor meer informatie hierover, zie: 'Wat kwam Yeshua doen?'.

Stenigen (doodstraf) is deel van het Woord van God (Thora) en wordt ons onderwezen vanuit de ‘stoel van Mozes’:

• Mat. 23: 1-3: ''Toen sprak Yeshua tot de menigte en tot Zijn discipelen: De schriftgeleerden en de Farizeeën zijn gaan zitten op de stoel van Mozes; daarom, al wat zij u zeggen dat u in acht moet nemen, neem dat in acht en doe het; maar doe niet naar hun werken, want zij zeggen het, maar doen het zelf niet''.

In 2 Tim. 4:2 wordt ons geleerd dat wij het Woord moeten prediken en daar foute leringen mee moeten weerleggen. Nogmaals: er wordt hier dus gesproken over 'de Schrift', dus het 'Oude Testament':

• 2 Timoteüs 4: 2: ''Predik het Woord. Volhard daarin, gelegen of ongelegen. Weerleg, bestraf, vermaan, en dat met alle geduld en onderricht.''

Als we zeggen dat de Thora, of een deel ervan, niet meer geldt dan zijn we wetteloos:

• Deuteronomium 4: 2: ''U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van de HEERE, uw God, die ik u gebied, in acht neemt.''

Wetteloosheid is zonde, want in 1 Joh. 3:4 lezen wij: ’’Wie zonde doet overtreedt de wet, want zonde is de wetsoverteding’’.

Yeshua waarschuwt voor wetteloosheid in Mattheüs 7:

• Mat. 7: 21-23: ''Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!''

Conclusie: De hele Thora (inclusief het gebod tot stenigen) geldt nog steeds en is niet afgeschaft door Yeshua!

U zult nu wellicht denken aan de overspelige vrouw die niet werd gestenigd door Yeshua. Dit voorval bespreken we verderop in deze studie.

Stenigen in de Bijbel

Laten we voorop stellen dat de hele Thora rechtvaardig is:

• Deuteronomium 4: 8: ''En welk groot volk is er dat zulke rechtvaardige verordeningen en bepalingen heeft als heel deze Thora, die ik u heden voorhoud?''

• Psalm 119: 142: ''Uw gerechtigheid is een gerechtigheid voor eeuwig en Uw Thora is waarachtig''.

• Romeinen 7: 12: ''Zo dan is de Wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed''

• 2 Timotheüs 3: 16: ''Heel de Schrift [dat was in die tijd het 'Oude Testament'] is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid.''

In die Thora staan inderdaad veel teksten die opdracht geven om te stenigen, bijvoorbeeld:

• Lev. 18: 29: ''Want al wie ook maar één van al die gruweldaden doet, de personen die ze doen, moeten uit het midden van hun volk uitgeroeid worden.''

•  Deut. 21: 18-21: ''Wanneer iemand een opstandige, ongehoorzame zoon heeft die niet naar de stem van zijn vader en naar de stem van zijn moeder luistert, en hij, ook als zij hem gestraft hebben, niet naar hen luistert, moeten zijn vader en zijn moeder hem grijpen en naar buiten brengen, naar de oudsten van zijn stad, naar de poort van zijn woonplaats. Zij moeten tegen de oudsten van zijn stad zeggen: Deze zoon van ons is opstandig en ongehoorzaam, hij luistert niet naar onze stem, hij gaat zich te buiten en is een dronkaard. Dan moeten alle mannen van zijn stad hem met stenen stenigen, zodat hij sterft. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen. Laat heel Israël het horen en bevreesd zijn.''

• Deut. 22:22: ''Wanneer ergens een man aangetroffen wordt terwijl hij met een vrouw slaapt die met een andere man getrouwd is, dan moeten zij beiden sterven, de man die met de vrouw geslapen heeft, en de vrouw. Zo moet u het kwaad uit Israël wegdoen.''

U vraagt zich wellicht af waarom er nu niet meer wordt gestenigd door de mensen die de Thora graag willen volgen. Het lijkt een beetje op ‘iene-miene-mutte’, alsof we zelf kiezen welke geboden we wel en niet willen volgen. Dat is echter niet het geval.

Wij geloven dat de hele Thora nog steeds geldt, dus ook deze stenigingswetten. De reden waarom het niet wordt uitgevoerd is vrij simpel:

De Bijbel gebiedt dat er een bepaald gerechtsysteem moet zijn in een land dat de Thora als uitgangspunt heeft:

• Deut. 16: 18: ''U moet binnen al uw poorten, die de HEERE, uw God, u geeft, rechters en beambten over uw stammen aanstellen. Zij moeten met een rechtvaardig oordeel rechtspreken over het volk.''

Dit systeem omvat dus dat er o.a. rechters worden aangesteld in dat Thora-gehoorzamende land:

• Deut. 19: 17-18a: ''... dan moeten de twee mannen die dit geschil hebben, voor het aangezicht van de HEERE gaan staan, voor de ogen van de priesters en de rechters die er in die dagen zijn, en de rechters moeten de zaak goed onderzoeken.''

Ook moeten er getuigen zijn die de overtreding hebben gezien:

• Deut. 17: 6-7: ''Op de verklaring van twee of drie getuigen moet hij, die dient te sterven, gedood worden; hij mag niet gedood worden op de verklaring van slechts één getuige. Eerst moet de hand van de getuigen zich tegen hem keren om hem te doden, daarna de hand van heel het volk. Zo moet u het kwaad uit uw midden wegdoen.''

• Deut. 19: 15: ''Eén enkele getuige mag tegen niemand opstaan met betrekking tot enige ongerechtigheid of tot enige zonde, bij elke zonde die men ook zou kunnen doen. Op de verklaring van twee getuigen of op de verklaring van drie getuigen staat de zaak vast.''

God vindt een zuivere rechtspraak belangrijk:

• Lev. 19: 15:  ''U mag geen onrecht doen in de rechtspraak, u mag geen partij trekken voor de arme en de aanzienlijke niet voortrekken. Op rechtvaardige wijze moet u uw naaste oordelen.''

Een rechtspraak staat of valt met getuigen, daarom is God ook zo duidelijk over het feit dat de getuigen eerlijk moeten zijn:

• Ex. 20: 16: ''U zult geen vals getuigenis spreken tegen uw naaste.''

Getuigen zijn zelfs verplicht om te getuigen als ze een overtreding hebben gezien:

• Lev. 5:1: ''Als een persoon zondigt doordat hij een uitgesproken vervloeking hoort en hij dus getuige is, of dat hij het gezien heeft of het te weten gekomen is, als hij het niet vertelt, dan draagt hij zijn ongerechtigheid.''

Stenigen in deze tijd

Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom Joden tegenwoordig niet stenigen? Zij proberen toch zo strikt de Thora na te volgen? Daar is een verklaring voor!

Als iemand een ander nu zou stenigen zou hij ongehoorzaam zijn aan de Wet. Alleen een Bijbelse rechtbank is namelijk de autoriteit gegeven om die straf uit te voeren:

• Ex. 18: 13-27: ''Het gebeurde dan de volgende dag dat Mozes zitting hield om recht te spreken over het volk. Het volk stond voor Mozes, van de morgen tot de avond. Toen de schoonvader van Mozes zag wat hij allemaal voor het volk deed, zei hij: Wat betekent dit wat je voor het volk doet? Waarom houd je alléén zitting, terwijl heel het volk van de morgen tot de avond tegenover je staat?

• Toen zei Mozes tegen zijn schoonvader: Omdat het volk naar mij toe komt om God te raadplegen. Wanneer zij een zaak hebben, komt men daarmee naar mij en oordeel ik tussen de een en de ander. Ik maak hun de verordeningen van God en Zijn wetten bekend. Maar de schoonvader van Mozes zei tegen hem: Wat je doet, is niet goed. Je zult er zeker aan bezwijken, zowel jij als dit volk dat bij je is, want dit is te zwaar voor je. Je kunt dit niet alleen doen. Luister nu naar mijn stem. Ik zal je raad geven en God zal met je zijn. Jíj moet het volk bij God vertegenwoordigen en jíj moet de zaken voor God brengen. Je moet hun de verordeningen en de wetten voorhouden en hun de weg bekendmaken waarop zij moeten gaan en het werk dat zij moeten doen.

• Jij echter, jij moet daarnaast onder heel het volk omkijken naar bekwame mannen, godvrezende, betrouwbare mannen, die een afkeer hebben van winstbejag. Je moet leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien over hen aanstellen.

• Zij moeten altijd over dit volk oordelen. Maar laat het zo zijn dat zij elke grote zaak bij jou brengen, en zelf over elke kleine zaak oordelen. Maak het zo voor jezelf lichter en laat hen die last samen met je dragen.

• Als je dit doet en God het je gebiedt, dan zul je staande kunnen blijven en zal dit hele volk ook in vrede naar zijn woonplaats gaan.

• Mozes luisterde naar de stem van zijn schoonvader en deed alles wat hij gezegd had.

• Mozes koos daarom uit heel Israël bekwame mannen en stelde hen aan als hoofd over het volk: leiders over duizend, leiders over honderd, leiders over vijftig en leiders over tien.

• Zij oordeelden altijd over het volk. De moeilijke zaken brachten zij bij Mozes, maar over elke kleine zaak oordeelden zij zelf. Toen liet Mozes zijn schoonvader gaan, en deze ging terug naar zijn land.''

• Ex 24:1: ''Daarna zei Hij tegen Mozes: Klim naar boven, naar de HEERE toe, u en Aäron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israël, en buig u op een afstand neer.''

Vandaag de dag is er echter niet zo'n rechtbank die bestaat op Bijbelse grond.