Jezuïetenkerken
In Rome staan twee belangrijke jezuïetenkerken. Il Gesù en Sant’Ignazio. De Santa Maria della Strada was de eerste jezuïetenkerk in Rome, maar die werd al snel te klein en daarom besloot men op de plaats van dit kerkje de Il Gesù te bouwen. Il Gesù heet voluit: Santissimo Nome di Gesù. Dit betekent: de Allerheiligste Naam van Jezus. In 1568 begon Vignola met de bouw, in 1584 werd hij afgewerkt door Giacomo della Porta. De tweede jezuïetenkerk, Sant’Ignazio, is natuurlijk vernoemd naar de stichter van de orde, Ignacio de Loyola. In 1626 gaf Kardinaal Lucovico Ludovisi opdracht tot de bouw van de kerk.
De jezuïeten
Il Gesù is de moederkerk van ‘de Sociëteit van Jezus’. Kortweg: de jezuïeten.
De Sociëteit van Jezus is een kloosterorde die in 1534 opgericht werd door Ignatius van Loyola (ook bekend als Iñigo Lopez de Loyola). De orde werd opgericht tijdens de rooms-katholieke Contrareformatie, als reactie op de protestantse Reformatie. De jezuïetenorde werd in het begin niet algemeen geaccepteerd. Meerdere malen werd Ignatius in hechtenis genomen en verhoord door de Inquisitie, ook kreeg hij spreekverboden en werd verzocht te verhuizen. Pas in 1540 keurde Paus Paulus III de sociëteit goed. De orde heeft bestaan tot op de dag van vandaag en wordt tegenwoordig geleid door de Nederlander Peter-Hans Kolvenbach.
Gevel
De façade van de Gesù werd in 1575 ontworpen door Giacomo della Porta. In de gevel zijn al vele barokkenmerken te vinden. Als je voor het gebouw staat, valt de ingang erg op. Dit effect is ontstaan doordat de pilasters en het hoofdgestel van de zijkant naar het midden steeds meer naar voren komen. Aan de zijkant van het gebouw staan twee onopvallende pilasters, meer naar het midden toe staan nogmaals twee pilasters, maar daarachter hebben ze nog een halve pilaster gemaakt. In het midden staan een pilaster en een halve zuil. Dit alles versterkt het indrukwekkende effect van de gevel. Door een laatste truc wordt het oog meteen naar het midden van de gevel getrokken. Aan de zijkanten bestaat de ruimte tussen de pilasters uit een leeg stuk muur. Meer naar het midden zijn tussen de pilasters deuren geplaatst. Helemaal in het midden staat uiteindelijk een nog bredere en hogere deur, met daarboven een zwaar fronton en daarboven een cartouche met de letters IHS. De gevel moet de kerkganger als het ware naar binnen lokken. Naast de tekst IHS in de cartouche en het pauselijke wapen, hangt op de gevel ook een schild met de letters SPQR. Deze tekst staat op Il Gesù, de San Marco bij de Piazza Venezia en de Santa Maria in Aracoëli. Het illustreert de speciale verbondenheid van deze kerken met het Romeinse volk. Daarom krijgen deze kerken ook elk jaar van de stad een gouden of zilveren kelk ten geschenke.
IHS
Voorop de kerk staan de letters IHS. Deze letters kunnen op verschillende manieren worden opgevat. Algemeen wordt aangenomen dat IHS de eerste drie Griekse letters vormen voor de naam Jezus (ΙΗΣΟΥΣ). Een tweede opvatting is dat het staat voor Iesus Hominum Salvator (Jezus de Redder der Mensen). De derde opvatting is: In Hoc Signo (Vinces), ‘In dit teken (zult u overwinnen)’. Deze boodschap zag keizer Constantijn in 312 in een lichtend kruis aan de hemel verschijnen, aan de vooravond van zijn veldslag bij de Milvische brug tegen zijn rivaal en medekeizer Maxentius. Een andere sarcastische uitleg is: Iesuiti habent satis, ‘de jezuïeten hebben genoeg’. Deze term hebben de tegenstanders van de jezuïeten bedacht, vanwege de vele rijkdommen waarmee Ignatius begraven ligt in de kerk.
Altaar van Ignatius
Het altaar van Ignatius van Loyola is gebouwd tussen 1696 en 1700. Het bestaat uit de materialen marmer, brons, zilver, lapis lazuli en verguldsels. Het altaar, dat tot de meesterwerken in de kerk gerekend mag worden, werd vervaardigd door Andrea Pozzo (1642-1709). Het altaar bevindt zich boven het graf van Ignatius van Loyola in het linker dwarsschip. In dit kunstwerk heeft men geprobeerd de grenzen tussen schilderkunst en beeldhouwkunst, tussen werkelijkheid en illusie op te heffen. Het altaar toont de Triniteit (Drievuldigheid) als een visioen van de heilige. Bovenop de grafkapel staat een wereldbol met eromheen beelden van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Lang werd gedacht dat de wereldbol het grootste stuk lapsis lazuli ter wereld was, maar uit recent onderzoek is gebleken dat de inhoud van de bol gevuld is met cement. Het kolossale zilveren beeld van Ignatius staat tussen vier zuilen van lapsis lazuli, de duurste marmersoort ter wereld. Het beeld is ontworpen door Pierre Legros. Het huidige beeld is helaas een kopie. Het origineel is in opdracht van paus Pius VI (pontificaat 1775-1799) voor herstelbetalingen aan Napoleon omgesmolten. De beeldengroep van Pierre Legros aan de linkerkant van het altaar, is een hoogtepunt van barokke expressiviteit. De beeldengroep stelt de overwinning van het geloof op de ketterij voor, ofwel: de overwinning van het goede op het kwade.
In de beeldengroep rechts laat het Geloof de Ketterij in de afgrond storten. De personificatie van het Geloof is te herkennen aan het houten kruis in haar hand. De putto onderaan de beeldengroep rukt bladen uit ketterse boeken van Luther, Calvijn en Zwingli.
Altaar van Franciscus Xaverius
Aan de rechterzijde van de kerk staat het altaar van Franciscus Xaverius. Xaverius was een tijdgenoot en één van de vroege volgelingen van Ignatius. Hij was de eerste jezuïetenmissionaris die door Ignatius naar Indië was gestuurd. Tien jaar lang heeft hij in Indië en Japan mensen bekeerd tot het katholicisme. In een ovale gouden urn boven het altaar wordt de rechteronderarm van Xaverius bewaard en geëerd. De arm waarmee hij vele duizenden (volgens sommige bronnen meer dan 300.000) ongelovigen had bekeerd.
Plafondfresco
Op het plafondfresco zie je de triomf van de naam Jezus afgebeeld. Het doel van het fresco is om de kijker het gevoel te geven dat de kerk geen dak heeft, maar dat je rechtstreeks de hemel in kijkt. Het fresco is geschilderd tussen 1676 en 1679. Dit gebeurde op het verzoek van de generaal van de orde, pater Olivia. Met dit uitbundige barokkunstwerk wilde hij bereiken dat de gelovigen onder de indruk zouden raken van het aanschouwen van de heilige gebeurtenissen en daardoor vertrouwd zouden raken met de hemelse glorie. Pater Olivia vertrouwde het fresco toe aan Giovanni Battista Gaulli, beter bekend als Il Baciccia. Hij wist op virtuoze wijze het typisch barokke verlangen naar een verbinding tussen hemel en aarde gestalte te geven. Het plafondfresco kenmerkt zich door een kunstig illusionisme. De vier profeten op de pendentieven bijvoorbeeld (het wigvormig overgangsstuk tussen het gewelf en de hoek van de steunmuur), lijken door de bijzondere trompe-l’oeil-techniek te zweven op de wolken. Hiermee wordt de bovennatuurlijke aanwezigheid van het heilige ook nog eens als een reële indruk meegedeeld. Het fresco in het langschip lijkt zich als een ware in een driedimensionale wereld boven de zware omlijsting te bevinden, die door engelen gedragen wordt. In het midden van het fresco (in de lichtende hemel) verschijnt het monogram van Jezus Christus, IHS. Op het kunstwerk staat een groot aantal verlosten en verdoemden afgebeeld die ingaan tot het eeuwige leven, of omlaag (lijken te) storten. De figuren die van de schildering af lijken te vallen of er juist binnen lijken te zweven, gaan vloeiend over van sierstucwerk in schilderwerk en omgekeerd. Het geheel wekt de indruk dat het gewelf elk moment kan openbarsten om de ware hemel die erachter ligt te tonen. De beschouwer lijkt daardoor toeschouwer te zijn van een hemelse manifestatie.
Algemeen interieur
De belangrijkste taken van de jezuïetenorde was prediken, intensieve zielzorg door biecht en het houden van godsdienstoefeningen. Door de kerk een kruisvormig figuur mee te geven kwam Vignola aan beide eisen tegemoet en creëerde daarmee het voorbeeld voor het Romeinse kerkinterieur. Het zwaartepunt van de kerk ligt in het middenschip. Samen met de apsis en de viering vormt dit één grote ruimte, die vele gelovigen kan herbergen. Het hoogaltaar is overal vanuit de kerk zichtbaar, zodat alle aanwezigen de mis goed kunnen volgen. De Gesù werd het model voor vele kerken gebouwd tijdens de contrareformatie en de Barok. In de begintijd waren de versieringen eenvoudig en vroom, maar in de tweede helft van de 17e eeuw besloten de jezuïeten om kunst te gebruiken om de triomfen van de Kerk en de Orde te illustreren, en werd de kerk omgebouwd in de Barokstijl. Door de huidige luxueuze barokversieringen, een imposant samenspel van polychrome marmeren bekleding, fresco’s, sierstucwerk, verguldsels en beeldhouwwerken is het nog lastig voor te stellen hoe de oorspronkelijke kerk eruit heeft gezien.
Bronnen:
Web:
www.teggelaar.com/rome/paginas/6.4.htm
www.stedentipsvoortrips.nl/italie/romeff.htm
www.stedentipsvoortrips.nl/kunsthistorie/barokgesukerk.htm
www.stedentipsvoortrips.nl/italie/romerotonda.htm
nl.wikipedia.org/wiki/Jezuïeten
nl.wikipedia.org/wiki/Contrareformatie
nl.wikipedia.org/wiki/Ignatius_van_Loyola
Boeken en folders:
Alle schrijvers leiden naar Rome (ISBN:9063064268)
Capitoolgidsen: Rome (ISBN:9041033459)
Dominicus stedengids (ISBN:9025734901)
De taal van de architectuur (ISBN:9057642050)
SPQR anekdotische reisgids (ISBN:9025358756)
La Chiesa del Gesù: Die Kirche vom Heiligten Namen Jesu, Mutterkirche der Gesellschaft Jesu
Chiesa del Gesù Roma
Tekst: Peter van der Veeken
Contact: peter.webmaster @ gmail.com