2012 - Noord-Portugal

Zondag 1 juli 2012 (Vendôme - 425 km)

Niets boeiender dan een Michelinkaart. Geen betere wegwijzer om een fijne motorvakantie uit te stippelen. Zo ontstond het idee om naar het noorden van Portugal te vertrekken. Die uitdagende kronkelingen van de geel of wit gekleurde en ja zelfs wit en rood gestipte wegen! Het gebrek aan bebouwing en de overdaad aan hoogteverschillen!...Het kon niet anders of wij moesten er met onze motor heen. Maar eerst door het moederland van Michelin: la douce France. Vandaag tot in Vendôme waar we ons tentje zetten op de municipale, een ferme wandeling maken en een hapje eten aan de waterkant.

De A1 naar Parijs

Vendôme, nabij de Loire.

Maandag 2 juli 2012 (Lalinde - 410 km)

Het weer is perfect. De croissants van de lokale bakker ook. We rijden over kleine departementales tot in Lalinde aan de Dordogne. We zetten andermaal ons tentje op een camping municipale. We hebben zicht op een kolonie zwanen die op de Dordogne ronddobberen. Er zitten muggen en de rotbeestjes steken. Waarschijnlijk uit wraak voor al hun soortgenoten die zich te pletter vlogen tegen onze helm.

Dinsdag 3 juli 2012 (Tardets-Sorholus - 315 km)

Verder zuidwaarts. De Pyreneeën komen in zicht. De meteo voorspelt onweer en we besluiten om een hotelletje te nemen want we willen vermijden dat we morgenvroeg een natte tent moeten inpakken. In Tardets-Sorholus, op 15 km van de grens, zijn er enkele hotels maar de ene is nog niet open en de ander is volzet. Een hulpzame uitbater belt een hotelletje net buiten het stadje en er is plaats. We worden er vriendelijk onthaald en krijgen een grote kamer met balkon en zicht op de bergen. De motor mag in het tuintje en we kunnen er buiten eten. Perfetto.

Woensdag 4 juli 2012 (Haro - 265 km)

Om 5 uur worden we gewekt door enkele donderslagen die imposant door de bergen echoën. Kort daarop begint het te gieten en een Wagneriaans onweer breekt los. Gelukkig liggen we niet in onze tent. Het bliksemt veel en we zijn er niet helemaal gerust in hoe veilig dit op 1500 meter hoogte zal zijn want straks moeten we de Pyreneeën over. Ervaring heeft ons geleerd dat onze reistas niet volledig waterdicht is en daarom steken we deze in een grote pastiekzak die we van thuis mee brachten. Ikzelf heis me moeizaam in een regenpak. Much to do about nothing zo blijkt want eenmaal we rijden stopt het met regenen. Het zou ook de laatste regenbui van de hele reis worden. Aan de grensovergang port de Larrau op de D26 hangt er een dichte mist. In de nevels duikt een schapenkudde op. Het is er muisstil en alleen de belletjes van de schapen klingelen in het landschap. Beneden in een mistige gloed ligt Navarra naar ons te lonken.

grensovergang Larrau, France

schaapjes tellen aan de grensovergang

nabij Larrau

Tijdens de afdaling stel ik vast dat mijn achterrem niet werkt. De bediening voelt sponzig aan. Vreemd, de eerste keer dat m'n getrouwe GS iets mankeert. Dan maar wat hoger in toeren rijden zodat de extra motorremkracht kan benut worden. Gelukkig is met de voorremmen alles in orde. We nemen het voornemen om er bij de eerstvolgende BMW garage te laten naar kijken. Die liggen echter niet dik gezaaid in Spanje.

De spaanse wegen bevallen ons. Veel en aangename bochten, goed wegdek, mooie landschappen en zo goed als geen verkeer.

In de vooravond komen we aan op de camping te Haro, een klein stadje dat zich profileert als de hoofdstad van de Riojawijn. Na een verkwikkende douche wandelen we naar het centrum. Haro is best leuk. Eén straatje bestaat bijna uitsluitend uit wijnbars waar je hier en daar voor 1 € een tapa en een glas riojawijn mag kiezen. Zo'n aanbod slaan wij natuurlijk niet af. De locals slaan graag een praatje. Onze beperkte kennis van het spaans vinden ze blijkbaar amusant. Eenmaal bij ons tentje koelt het snel af en er hangen regenwolken.

haro apital del rioja

Haro, hoodstad van de Riojawijn

Donderdag 5 juli 2012 (Leon - 285 km)

Deze morgen is het frisjes en de lucht is overtrokken. We hadden het plan om hier nog een dagje te blijven maar tijdens het ontbijt checken we het weerbericht en stellen vast dat we het slechte weer voor kunnen blijven als we richting Leon vertrekken. Leon is een grotere stad en ze hebben een BMW-garage want die achterrem moet nog voor het weekend hersteld worden. Ondertussen heb ik tot mijn scha en schande ontdekt dat de achterrem onmisbaar is bij traag manoeuvreren op een steile helling.

We rijden door een uitgestrekte hoogvlakte met vergezichten op de Picos de Europa. Enkele wegen zijn nagelnieuw. Het lijkt wel de Nürburgring maar dan honderden kilometers lang. Een eindeloze rollercoaster, een motorparadijs. We komen zo goed als geen tegenliggers tegen en genieten van de glooiende landschappen met rode kleigrond en imposante wolkenpartijen. Wanneer we stoppen om de beentjes te strekken komt er geen enkele auto voorbij.

de Rioja-vlakte met op de achtergrond de Picos de Europa

In Leon is er een camping op 5 km van de stad, camping ciudad de Leon , die de nodige accomodaties heeft en in een dennenbos gelegen is. De uitbaatster is vriendelijk en spreekt vlot engels. Ik vraag haar of ze de BMW-garage wil bellen om een afspraak te maken voor morgen. No problem. Alles wordt geregeld. We kunnen er morgen heen.

's Avonds rijden we naar Leon en wandelen er in de historische stad. Op een terrasje aan de kathedraal drinken we een glaasje rosado met tapas. 's Nachts is het berekoud in de tent.

Leon

leon

Vrijdag 6 juli 2012

Op mijn gps stel ik vast dat Leon op 900 meter hoogte ligt. Dit verklaart natuurlijk de koude nacht. We ontbijten in het zonnetje terwijl een onderhoudsman het volledig spaanse schlagerrepertoire fluit. De BMW-garage die zowel auto's als motorfietsen doet ligt aan de andere kant van de stad en onze vriend Garmin zorgt er voor dat we er zonder stress geraken. We worden correct ontvangen maar het duurt een tijdje vooraleer er iemand opduikt die engels spreekt. De GSA krijgt van de mechaniekers prompt de bijnaam "El Mamut". Ze kunnen er niet direct aan beginnen maar in de namiddag kan het wel. We gaan iets eten in het centrum en ik rij dan alleen terug naar de garage. Caroline gaat flaneren en shoppen in de stad.

In de garage stellen ze vast dat er lucht in de servopomp van el mamut zit waardoor de druk op de achterste remleiding weggevallen is. Het wordt nog een geduldig werkje om de luchtbellen er uit te purgeren. 2 uur later en 130 euro armer parkeer ik el mamut aan de ingang van het historisch centrum om Caroline weer op te pikken.

LEON

Zaterdag 7 juli 2012

Vandaag blijven we nog in Leon. Het valt ons op hoe weinig verkeer er in de stad is. De crisis laat zich duidelijk merken. Ideaal om met de motorfiets te sightseeën. Ook het nieuwere stadsgedeelte valt best mee. We bezoeken het Musac . Vooral de permanente tentoonstelling "feminist genealogies in spanish art 1960-2010" is de moeite.

musac Leon

Zondag 8 juli 2012 (Ponferrada - 181 km)

Op de camping nemen we een desayunes (ontbijt) voor 2.5 €: tostados & café con leche. De motor wordt geladen en we vertrekken naar Ponferrada. Bij het verlaten van Leon zien we veel sociale woonblokken die in de steigers staan en waar niet aan verder gebouwd wordt. Ook veel politieke pamfletten tegen de crisis.

Eerst rijden we door een verlaten berglandschap en wanneer we Pontferrada naderen door een miserable mijnwerkerstreek.

We houden halt op camping "El Bierzo" op zo'n 7 km van Ponferrada. De camping wordt gerund door een familie die zich van 's morgens tot 's avonds inzet om het terrein en sanitair kraaknet te houden. El Bierzo is een aangename camping met veel open ruimte en ideaal om de Medulas te bezichtigen. In deze streek zijn er trouwens weinig campings.

boven : monument ter nagedachtenis van enkele slachtoffers van de burgeroorlog

onder : camping "El Bierzo" in Ponferrada

Maandag 9 juli 2012 (60 km - Médulas)

We vertrekken in de voormiddag naar Las Medulas. De Medulas was de belangrijkste goudmijn in het Romeinse Rijk en is op heden UNESCO werelderfgoed. De mijntechniek bestond er in gaten in de berg te boren en er water doorheen te laten stromen waardoor de bergen instortten. Men haalde het water soms van 100 km ver en sommige kanalen zijn nu nog zichtbaar. Je kan op 2 manieren de site bezoeken. Vanuit Orellan volg je de wegwijzers die naar de mirador leiden ofwel rij je naar beneden tot in het dorpje Medulas en parkeer je bij het museum en kan je verder te voet een uitgestippelde wandeling maken. Wij besluiten beide te doen en terwijl het licht nog goed zit om te fotograferen rijden we eerst naar de Mirador die een mooi uitzicht biedt op het speciale landschap: rode grillige bergtoppen die overwoekerd zijn door bloeiende tamme kastanjebomen.

medulas

Medulas

's Middags lunchen we in het tuintje van een taverne in het dorp Medulas. De eigenaars zijn vriendelijk. Met de natte vinger bestellen we raciones met een fles wijn. We krijgen enkele empanadas en een pannetje met kokend hete broebelende chorizo met frieten. Vettige stevige kost voor de wandeling die we willen aanvatten beneden in de Medulas. Het is er heel rustig. We komen slechts een handvol andere wandelaars tegen. Overal zien we grillige vormen in de oude basten van de kastanjebomen. Veel vogels en vlinders. De zomerbries parfumeert de omgeving met de indringende geur van de kastanjebloesems.

's Avonds rijden we naar Ponferrada en eten op een pleintje waar er voor een maandagavond veel ambiance is. De meeste spanjaarden wonen in appartementen en komen graag 's avonds op straat om elkaar te ontmoeten. Voor 11 euro pp. eten we een lekkere plata combinada. El patron doet zijn best om met veel handgebaar en 3 woorden engels de menu uit te leggen. Hij ontkurkt een fles rode wijn en die is inbegrepen in de prijs!

Dinsdag 10 juli 2012 (225 km - Gerês, Portugal)

Vandaag willen we Portugal bereiken. Het wordt een mooie rit door de bergen. Een tweebaansweg slingert zich door een streek die op enkele kleine dorpjes na verlaten is. We kruisen af en toe een tractor, heel weinig auto's en zo goed als geen motoren. Als we dan toch een motorrijder zien wordt er van beide kanten uitbundig gegroet. In Orense, de laatste grote stad voor de grens, maken we een stop om te lunchen. We eten pinchos aan een tafeltje op het voetpad van een drukke boulevard. Na een tijdje komt de ober met een schaal hapjes: "quiere mas?" "wil je meer?" vraagt hij want ze hebben hapjes over en ze delen ze uit. Orense is duidelijk het zenuwcentrum van deze streek: veel banken, winkels en volk op straat. Wanneer we ons klaarmaken om weer te vertrekken wordt er getoeterd en met de duim omhoog naar de motor gewezen.

Het weer blijft perfect om met de motor te rijden: staalblauwe hemel en toch een lekker fris windje. In de namiddag passeren we het laatste spaanse dorp Lobios. De weg klimt tussen grote granietrotsen en we rijden het nationaal park Penedes binnen en steken de grens over. Prompt worden we door parkwachters tegen gehouden en moeten we 3 euro betalen om het park te doorkruisen. We worden op het hart gedrukt dat we niet sneller dan 40km per uur mogen rijden en nergens mogen stoppen. De weg gaat over van asfalt in overharde weg en we rijden langs een groot meer. Portugese arbeiders zijn putten in de weg aan het vullen en doen teken dat we moeten stoppen. Een klein dilemma voor ons want hadden die parkwachters niet gezegd dat we nergens mochten halt houden? We kamperen in Campo de Gerês: een camping, die door de staat gerund wordt en midden in het natuurpark gelegen is. 's Avonds eten we mixed grill in het resaturant van de camping. Ze brengen een gigantische schotel vlees die we met moeite op krijgen. We zijn de portugese porties nog niet gewoon.

onverharde weg in het nationaal park Penedes Gerês

restaurant op de camping in Campo de Gerês

Woensdag 11 juli 2012 (120 km - rondrit in de Penedes Gerês)

We vertrekken om een rondrit te maken in de Penedes. Een landschap met immense granietblokken, bergwegen gelegd in kasseien, kleine dorpjes met smalle doorgangen en wijnranken die de volledige rijweg overspannen, in het zwart geklede boerinnen, loslopende koeien met imposante hoornen, en natuurlijk de espigueros, die typische granieten graanschuurtjes die er een beetje als Tibetaanse tempeltjes uitzien.... we houden halt in een klein cafeetje dat gerund wordt door een bejaard vrouwtje. Ze toont haar borduurwerkjes die overal aan de muur hangen en vertelt met weemoed van haar zonen die geëmmigreerd zijn naar Canada. Tenminste dat menen we begrepen te hebben...Voor een koffie en een ice-tea betalen we 1.98 euro. Eerlijke prijzen anders had ze wel afgerond naar 2 euro!

espigueros: granieten graanschuurtjes in de Penedes-Geres

boven:

de paddestoelvormige palen dienen om ratten en muizen tegen te houden.

links:

bedevaartsoord in Peneda, hoog in de bergen

Donderdag 12 juli 2012 (130 km - Chavez)

Na een lekker ontbijtje (5.10 € voor 2 personen, broodjes, eitjes, confi, fruitsap en koffie!) op het terras van de camping vertrekken we richting Chaves. Het landschap blijft bezaaid met enorme granietblokken die als door een reuzenhand rondgesmeten zijn. Hier en daar rijden we door brand vernielde gebieden. Na een lange afdaling rijden we langs een enorm stuwmeer met azuurblauw water. Op camping Quinta do Rebentão in Villa Nova de la Veiha zo'n 14 km van Chaves slaan we ons kamp op. Het is een aangename terrascamping met een behoorlijk restaurant bij en een groot gemeentelijk zwembad ernaast. Ideaal om er enkele dagen te verblijven en de streek te verkennen. 's Avonds gaan we eten in het restaurantje dat bovenaan de camping ligt. We kunnen buiten eten en nemen één van de nationale gerechten van Portugal: baccalhau (kabbeljauw) met in suiker gemarineerde pigmientos. In Portugal kan je wel op 30 verschillende manieren kabbeljauw eten. Ze verkopen hem gedroogd en gezouten. Om hem klaar te maken en te ontzouten moet de gedroogde vis eerst een nacht in water opzwellen.

Vrijdag 13 juli 2012 (140 km - Mattheus)

Zo'n 70 km ten zuiden van Chaves ligt de palaccio van Mateus dat vooral bekend is van het etiket op de ovalen Mateus roséflessen. Je kan het paleis enkel met een gids bezoeken. De omliggende tuin kan vrij bezichtigd worden. Het paleis is nog steeds in privébezit en de toegangsprijs is volgens Portugese normen niet goedkoop. Het bezoek is toch de moeite waard want de verschillende kamers zijn nog volledig intact en gemeubileerd. Verder heeft het paleis met die Mateus roséwijn niets te maken. Ze maken immers zelf hun wijn die je ter plaatse kan proeven.

Solar de Mateus in Vila Real

Op de terugweg naar Chaves begint het bewolkt te worden maar eenmaal we daar zijn is het weer zonnig. We aperitieven in een smal straatje bij het kasteel. Een oud ventje komt zijn levensverhaal vertellen. Jammer genoeg in het portugees. Uit zijn verhaal distilleren we toch nog dat hij reuma heeft en naar Chaves gekomen is om een behandeling te krijgen in de stadsthermen. Wanneer de kelner Alfonso verneemt dat we Belgen zijn komt hij zijn collectie (lege) Belgische bierflesjes tonen en trakteert nog met een glaasje madeira. Portugesen zijn sociale mensen waar je makkelijk contact mee krijgt zelfs al spreek je elkanders taal niet. De meeste ouderen kennen enkele woorden Frans die ze verrassend accentloos uitspreken. Vreemd genoeg zijn er weinig die vlot Engels begrijpen of spreken.

Zaterdag 14 juli 2012

Vandaag is het mijn verjaardag en houden we een luierdagje. We ontbijten in het restaurant naast de camping. Op de camping staan wegwijzers naar een aanpalend natuurparkje. We wandelen door het domein en stellen vast dat het eigenlijk niet veel voorstelt maar dat maakt het net leuk. 's Namiddags gaan we naar het zwembad en de badmeester komt een babbeltje slaan en wanneer we een koffie drinken in de bar van het zwembad komt hij ons een gebakje brengen. 's Avonds maken we een wandeling in Chaves en pikken een restaurantje " O flavia" uit waar enkele muzikanten binnen aan het oefenen zijn. Bij onze aperitief krijgen we een vispannetje als apetizer en daarna een caldo verde (soort koud soepje). De hoofdschotel is naco da cha en bestaat uit een gegrilde lap vlees met groenten waar zeker 4 mensen kunnen van eten. We besluiten om vanaf heden eenpersoonsporties te bestellen Een karaf van 1 liter rode wijn wordt op tafel gezet. Plots hoor ik binnen de muzikanten een Portugese happy birthday aanzetten. Caroline had hen verteld dat het mijn verjaardag is. We nodigen ze uit om bij ons te komen zitten en geven hen een drankje. Een ouwe man zingt speciaal voor ons een dramatisch lied. Het wordt een gezellig maar ook ontroerend gebeuren. De eigenaar schenkt ons nog een ijskoud kersenlikeurtje van de streek in.

Wanneer we terug op de camping zijn is er in de bar karaoke. Omdat de overvloed aan spijs en drank nog wat moet verteren gaan we nog niet slapen en zetten ons bij. Maar helaas: bij wijze van genadeslag brengt iemand ons 2 bekers met een soort warme mierzoete punchdrank...weigeren is onbeleefd maar we blijven wijselijk toch niet lang meer plakken.

Chaves

een leuk verjaardagsfeestje

Zondag 15 juli 2012 (105 km - Braganca)

Het feestje van de vorige avond zit vandaag wat in ons lijf en we geraken moeizaam op dreef. We hebben ook niet echt haast want vandaag willen we enkel 105 km naar Braganca afleggen. In Vinhais stoppen we voor een late lunch. Een jonge kerel die vlot engels spreekt raadt ons "Alheira" aan en legt uit waarom: het zijn worstjes die eigenlijk geen vlees bevatten. De worst werd uitgevonden door de Joden tijdens de Portugese Inquisitie. Omdat ze geen varkensvlees mochten eten vanwege hun geloof en hun worsten dus niet rookten in een 'fumeiro' (rokerij) konden ze gemakkelijk geïdentificeerd worden. Daarom maakten ze de originele varkensworst na met behulp van groenten en brood.

We kamperen op een camping zo'n 15 km van Braganca. Braganca bevalt ons minder dan Chaves, maar het kan ook aan ons liggen. We besluiten om morgen te vertrekken. Alhoewel de camping volledig in de natuur ligt hebben we 's nachts last van nachtlawaai afkomstig van de kantine.

fascinatie voor het kaartspel

Braganca

Maandag 16 juli 2012 (140 km - Miranda do Douro)

Bergrit door een verlaten streek. We rijden ongeveer 30 km op een kasseibaan in de bergen. Af en toe kruisen we loslopende honden die er mager, gevaarlijk en schurftig uit zien. Veel verlaten dorpjes. Deze streek biedt naast landbouw weinig werk. Het wordt ook warmer. Nu de verkoeling van de bergen er niet meer is beseffen we voor de eerste keer hoe diep in het zuiden we wel zitten. Terwijl we in een bergkloof rijden zien we in de verte een rookpluim van een bosbrand en plots duikt van over de kam een blushelikopter op. De piloot stuurt het toestel vakkundig een kreek in om water op te slaan. Alles gebeurt snel en efficient. Wij stoppen en nemen enkele foto's want de heli komt telkens als een reuzenlibelle terug. We rijden door eindeloze kastanjegaarden. De eerste keer dat we dit zien. We lunchen in Mogadouro waar ze het centrum volledig aan het restaureren zijn. In de verte zien we de rookwolken van de bosbrand maar de dorpelingen schenken er geen aandacht aan. Omdat het nu wel heel warm is besluiten we het laatste stukje over de expressweg te rijden. Kwestie van wat snelheid te halen en op die manier enige verkoeling te krijgen. Er is geen kat op de weg. De camping in Miranda do Douro ligt op een heuveltje op wandelafstand van het stadje. Er is een kantine en terrasje bij dat door jongelui gerund wordt. Iedereen is er erg vriendelijk. We kiezen een plekje onder de bomen met een briesje. Er zitten eekhoorns. Tof.

's Avonds wandelen we naar het stadje. Er zijn heel weinig toeristen. We bestellen cabrito (gegrilde geit) in resto Balbano en horen ze in de keuken het vlees in stukken kappen.

boven: blushelikopter aan het werk &de camping in Mirando do Douro

beneden: muurschilderij en straatje in Miranda

Dinsdag 17 juli 2012

Vandaag wordt een rustdagje. 's Namiddags gaan we zwemmen in het gemeentelijk zwembad dat op loopafstand van de camping ligt. In de vooravond gaan we nogmaal Miranda do Douro verkennen. Omdat er weinig restaurants zijn besluiten we, de overheerlijke geit van gisteren indachtig, om terug naar Balbano te gaan. Wanneer we het restaurant binnen gaan zit de eigenares op een stoel te slapen. We maken wat lawaai maar we krijgen ze niet wakker. Het oude vrouwtje is duidelijk vermoeid. We hebben grote honger dus besluiten we om elders te gaan eten.

gemeentehuis en kathedraal van Miranda-do-Douro

Woensdag 18 juli 2012

Ook vandaag doen we het kalm aan. Het is zeker 35 graden en we zoeken nog eens verkoeling in het gemeentelijk zwembad. In de namiddag rijden we het stadje uit naar de Douro-kloof die de scheiding vormt tussen Spanje en Portugal. We maken een boottocht door de kloof die beschermd natuurgebied is. De gids praat enkel Portugees en Spaans maar wij krijgen een Engelstalig foldertje zodat we kunnen meevolgen. Het wordt een grapppige, ietwat naïeve rondvaart. De gids toont ons een uitgedroogde waterval, een onbewoond gierennest, een kreekje zonder otters en de hemel waar af en toe de visarend vliegt...het lijkt wel een Monty Python sketch. 's Avonds gaan we eten in een possada met zicht op een prachtige zonsondergang boven de vallei en de desolate Spaanse bergen. In Miranda do Douro hangt een zalig laid-back sfeertje. Stress lijkt hier nog niet te zijn ontdekt.

De boottocht in de Douro-kloof op de grens tussen Portugal en Spanje wordt afgesloten met een vogelshow.

Donderdag 19 juli 2012 (300 km)

In de koelte van de morgen kramen we op en ontbijten op een terrasje vlak naast de bombeiros (brandweer) waar de meeste brandweerlieden een ochtendkoffie aan het drinken zijn. We steken de Douro over en rijden Spanje binnen met als eindbestemming de stadscamping in Burgos. We rijden over een vlakte met hoofdzakelijk graanvelden. De weg is kaarsrecht en er is op enkele vrachtwagens na geen verkeer. De vrachtwagenchauffeurs geven met hun richtingaanwijzers signalen wanneer het veilig is om hen voorbij te steken. Als dank wordt er getoeterd. We genieten van het weidse landschap met veel roofvogels, schapenkuddes en ontelbare ronde duiventillen die typisch zijn voor deze streek. Dit is de streek van El Cid. Af en toe zien we een middeleeuwse burcht die zo als decor voor de gelijknamige film kan dienen.

tussen de duiventillen op weg naar Burgos

Burgos is een verzorgde stad met veel parken, speciale bus- en taxilanen en veel fietsers. De stadscamping ligt in het groen op ongeveer 4 km van het centrum. We zoeken een rustig plaatsje. 's Avonds gaan we nog eventjes de stad verkennen. We eten raciones op een pleintje en zien in de aanpalende straat wel 30 minuten lang een betoging passeren. De Spaanse crisis...ze is er wel degelijk.

Vrijdag 20 juli 2012

We rijden opnieuw naar het centrum en parkeren de motor onder een arcade net voor het postgebouw. We bezoeken een tentoonstelling "Los inquietos" met foto's van beroemde Spaanse fotografen en daarna het nagelnieuw "Museo de l'evolucion humano" en de tijdelijke tentoonstelling over Darwin. Daarna wandelen we naar de beroemde kathedraal. Het is vrijdagavond en de pleintjes lopen langzaam vol.

BURGOS

Zaterdag 21 juli 2012 (240 km)

Andermaal inpakken. We zijn het al zo danig gewoon dat het een vlotte routine geworden is. Op het terras van de campingbar ontbijten we in het ochtendzonnetje. Terwijl we aan onze koffie slurpen komt er op een halve meter van ons een mol parmantig aangewandeld om zich iets verder onverstoord de grond in te boren. Hij had ons duidelijk niet gezien! We rijden langs de Sierra de la Demanda. Er is veel wind en de motor die af en toe de volle laag krijgt wil de verkeerde kant op rijden. Niet handig met een diep ravijn aan de zijkant. Het is weekend en de Spanjaarden trekken er op uit. De camping in Estella staat wegens fiesta bomvol en men stuurt ons naar Mendigorria maar daar is het nog drukker. Uiteindelijk komen we in Puenta de la Reina terecht. Ook daar is het fiesta en de hoofdstraten zijn met platen bepantserd want binnen enkele dagen laten ze er net als in Pamplona de stieren los. Jammer dat we geen tijd hebben om te blijven. Op een pleintje is er een bluesoptreden met veel ambiance en wanneer we in het donker naar de camping wandelen zien we als afsluiter nog een grote uil overvliegen.

weekend- vertier in een bergdorpje: laat zeepsop van de straten lopen en de kinderen hebben een glijbaan

Zondag 22 juli 2012 (185 km)

We informeren naar het weerbericht aan de Franse atlantische kust want we willen nog enkele dagen chillen aan zee. Het is zondag en in Frankrijk is het druk. We doorkruisen Bayonne en volgen de kustweg. Het toerisme in Frankrijk draait op volle toeren. Dat zijn we niet gewoon. Vele campings aan zee zijn vol en we zetten uiteindelijk ons tentje op in Vieux-Bouceau-Les-Bains. Geen camping met zeezicht maar de oceaan is slechts 4 km ver en het is er tenminste rustig. We rijden naar het strand en gaan zwemmen in de Atlantique. Altijd weer een heerlijke ervaring. Op het strand, net voor de fameuze hoge duinen, is een gezellig terrasje waar we een salade Landaise eten en de zon zien zakken in de zee.

Maandag 23 juli 2012

Rond 7 uur worden we gewekt door 2 hondepuppies die al dollend tussen ons buitenzeil en de slaaptent sukkelen. Eerst schrikken we ons rot maar dan wordt het een hilarische ervaring. Na het ontbijt flaneren we in het stadje en in de namiddag duiken we opnieuw de oceaan in.

Dinsdag 24 juli 2012 (350 km)

We rijden noordwaarts richting Bordeaux. De Landes is een paradijs voor fietsers maar met de motor is er niet veel aan te beleven tenzij je kickt op dennebossen en rechte wegen. Of hebben de Spaanse en Portugese wegen ons te veel verwend? Vlak voor Bordeaux gaan we de snelweg op want de temperatuur is nu al zo'n 34 graden en we willen dat het wat vooruit gaat. In Brantôme net voorbij Perigueux zetten we onze tent op een mooie camping. Brantöme is een aangenaam oud dorpje met een riviertje, veel terrasjes en een oud klooster op een heuvelflank.

Woensdag 25 juli 2012 (365 km)

Na een dagje flaneren over verlaten D-wegen landen we waar we begonnen zijn: in de Loirestreek. In Beaugency slapen we voor de laatste keer op een camping municpale. De camping ligt aan de Loire. Je kan de oude brug over wandelen en dan ben je zo in het stadje.

Donderdag 26 juli 2012 (405 km)

Laatste dag van weer eens een schitterende motorvakantie. Voor we de autosnelweg naar Parijs nemen willen we nog eens door Orleans rijden om de sfeer van de stad op te snuiven. Dit bleek geen goed idee want we stranden in eindeloze files en de zon bakt op onze helm. We snuiven weinig sfeer maar wel veel uitlaatgassen. Ik gooi voor een laatste keer de tank vol en we draaien de snelweg op. We schieten goed op maar zo'n 20 km voor Lille stranden we in een file. Ik laveer tussen de wagens en voel de hitte uit het motorblok slaan. Gelukkig lonkt thuis ons terras en een frisse Belgische pint. Niets fijner dan on the road zijn... maar thuis komen heeft ook charmes.