2006 - Bretagne

Bretagne (Juli 2006) : een culinaire reis.

Maandag 10 juli 2006 (430 km)

We vertrekken met een nieuw vervoermiddel. Onze BMW 1150 RT moest plaats ruimen voor een BMW 1150 GS Adventure. Alleen de naam al doet ons dromen van verre reizen. Het reisdoel ligt dit jaar ietsje dichter bij huis : Bretagne. We zijn ooit eens voor een weekje op de Presqu'ile de Quibéron geweest maar verder is Bretagne voor ons ongekend terrein. Het moet ongeveer de enige streek in Frankrijk zijn die we nog niet uitkamden.

Rond 8.30 trekken we de voordeur van ons huis dicht en bollen richting Franse grens, vervolgens de snelweg op tot in Arras (80 km). Via secundaire wegen rijden we tot in Sées, een klein stadje in het Normandische binnenland. We installeren ons op de camping municipale : proper sanitair en spotgoedkoop. We wandelen naar het centrum van Sées waar zowaar op een schots en scheef plein een kathedraal staat. De kathedraal is gebouwd in donkergele zandsteen en de ornamenten zijn door de tand des tijds flink afgesleten. Veel restauratiewerk, maar in zijn vervallen staat heeft het ook wel iets. We eten een typisch streekgerecht, choucroute normande, in een rustiek restaurant vlak voor de kathedraal.

Dinsdag 11 juli 2006 (Sées - Dinard, 250 km)

Er vallen enkele druppels regen maar gelukkig klaart de hemel rond 10 u. open. We rijden door de Suisse Normande, kronkelende landwegen met mooie vergezichten. In de vooravond arriveren we, zoals gepland, in Dinard, vlakbij Saint-Malo. Op de municipale, langs de weg naar St-Lunaire, vinden we een plekje op 10 meter van de zee. We eten s'avonds in Hotel de la Paix (à l'Abris des flots) te Dinard. Een heerlijke maaltijd : soupe de poissons, magrait de canard, zalmcarpaccio, dessert... voor 18.50 €. Zijn geld dubbel en dik waard. Op het strand bij onze tent genieten we nog van de zonsondergang. 's Nacht horen we in ons tentje de golven over het strand rollen.

Woensdag 12 juli 2006 (Dinard - uitstap naar Dinan)

Vandaag laten we onze tent staan. Vanop de camping vertrekt een wandelpad (promenade "claire de lune") tot in Dinard. Het pad slingert langs de rotsen en biedt uitzicht op schitterende 19 eeuwse landhuizen. In Dinard staan er meer dan 400 geclasseerde villa's. Als volleerde bouwpromotoren keuren we de huizen en kiezen er enkele uit die we best van een suikeroom of tante zouden willen erven. Dromen kost geen geld.

In de namiddag rijden we 25 km landinwaarts tot in Dinan, een middeleeuwse stad met kasteel, nauwe straatjes, vakwerkhuisjes, e.d. Het is er toeristisch maar wel mooi. We maken er een wandeling, pikken een terrasje mee en genieten van het zonnetje.

s'Avonds eten we dichtbij de camping. Ik ga voor moules marinières, côte de porc & dessert. Caroline werpt zich op oesters, vis en salade de fruits. Jolie, jolie...zoals in het liedje van Bourvil. Het deuntje blijft in ons hoofd hangen..

Donderdag 13 juli 2006 (Dinard - Ploumanach, 192 km)

Inpakken en wegwezen. We volgen de kustroute richting Perros-Guirrec.

Na een probleemloze rit komen we aan in Trégastel. De camping municipale is echter volzet wegens feesten (fest noz) in het nabijgelegen vissersdorpje Ploumanach. Uiteindelijk vinden we plaats op een 4-sterren camping "Village-yellow". Iets boven ons budget maar zeer luxueus. We doen een fikse wandeling tot in Ploumanach en omdat het feest is moeten we 6 € betalen om het dorp in te geraken. Er zijn oude driemasters te zien, optredens, zang en dans. Al deze drukte heeft ook z'n nadelen op een terras aan het haventje moeten we uren wachten op onze mossels. Nadien klopt de rekening ook nog voor geen meter. We maken er ons niet druk over en gooien ons in de feestende massa. De Bretoenen houden van feesten dat is duidelijk. In de biertent bij het podium wordt Engels bier geserveerd : Guiness van het vat.

Vrijdag 14 juli 2006 (Ploumanach)

Deze morgen ontbijten we nog in de zon maar daarna komt bewolking opzetten en is het fris. We besluiten om wat van de luxe op de camping te genieten en nemen een turkse sauna (hammam) om ons wat op te warmen. Tenslotte hebben we ervoor betaald. Daarna beginnen we aan "Le sentier des Douaniers", het wandelpad slingert over 5 km langs de woeste côte d'armor, de roze granietkust. We hebben geluk want het pad begint eigenlijk aan onze camping. We kunnen de motor dus gewoon aan de tent laten staan.Het is een schitterende wandeling. In de rotsformaties kan je allerlei figuren herkennen. Op de Plage de Guirec eten we "Chez Mao" Bretoense galettes (pannekoeken). Rond de middag breekt de zon door en wordt de kleurschakering van het graniet en de oceaan nog mooier . s'Avonds rijden we naar Trégastel om naar het vuurwerk te gaan kijken. Het kleine badplaatsje is overrompeld en alle restaurants zitten nokvol. Uiteindelijk vinden we nog een plaatsje en eten er bovendien heerlijk. Wat bijbleef was de tonijn op Catalaanse wijze, de Far Breton (een soort gebakje), de carpaccio van ananas en de vriendelijke bediening. Na het vuurwerk zijn we getuige van een gigantische maar best grappige verkeersopstopping die heel trégastel lam legt. Niemand geraakt nog een centimeter vooruit. Zelfs motorfietsen en brommers zitten vast. Het duurt nog zeker tot halféén voor er schot in de zaak komt.

Zaterdag 15 juli 2006 (Ploumanach - Carantec, nabij Roscoff)

We zetten onze reis verder richting Roscoff en volgen zoveel mogelijk de kust. Rond de middag komen we in Morlaix aan. Een stadje dat iets in het binnenland aan een riviermonding ligt, met grote oude gebouwen en overspand wordt door een indrukwekkende viadukt. We eten op het terras van een art déco café.

Het wordt een ontspannende rit met prachtige panorama's. Nabij Roscoff vinden we een camping in Carantec. Het is ook een Yellow Village camping, onpersoonlijk, veel te duur en er valt buiten het waterpretpark niks te beleven. Gelukkig is het maar voor 1 nacht. We zonnen wat aan het zwembad en rijden dan naar Roscoff voor het avonddiner. Er waait een frisse zeebries en we zoeken een plekje binnen. We doen ons te goed aan : tarte de maquereaux catalane, joue de porc en croute de pommes, terrine d'artisjocs, fois gras met zongedroogde tomaten, voltini catalane met aardbeien en assortiment de fromages. Meer moest dat echt niet zijn...

zondag 16 juli 2006 ( Roscoff - Morgat)

Het weer blijft stralend mooi. Onze tocht gaat verder langs verlaten strandjes en rotskusten. Eenmaal we de koele oceaanwind vanuit het noorden niet meer voelen wordt het stukken warmer. We maken een cirkel rond de baai van Brest. Nemen een stukje autosnelweg en pikken ter hoogte van de baai van Douarnenez weer de kust op. Overal zijn inhammen die met de getijden droog komen te liggen en op die manier telkens weer een ander uitzicht bieden. Na enig zoekwerk - om de één of andere reden bleven we in Crozon maar verkeerd rijden - vinden we "Camping de l'Aber" in Tal Ar Groaz. Een vriendelijke patron toont ons een mooi rustig plaatsje met een schitterend uitzicht op de baai en de getijden. De camping ligt rustig op een heuvel, is terrasvormig en het sanitair is heel proper. Aan de receptie zakt de zwaarbepakte motor met zijn pikkel in het smeltend asfalt, valt om en mist op een haartje een geparkeerd voertuig. Wij stonden er naast en en krijgen het gevaarte tegen onze benen. Gelukkig hebben we geen materiele schade maar de dag nadien wèl blauwe plekken op onze benen. Marie-Vonne, de sympathieke eigenares van de camping, geeft ons een tip om in "L'Océanique" te gaan eten. Het is er inderdaad heel lekker en nadien slaan we aan de bar nog een praatje met de baas en 2 fiere Bretoenen.

Maandag 17 juli (Morgat)

We blijven ter plaatse om de streek wat te verkennen. We maken een rondrit naar pointe de l'espagnol nabij Camaret. Mooie panorama's op de baai en op de haven van Brest. Daarna nog een stukje binnenland naar de Homme Menes, een kale berg die als een buil uit het landschap rijst. Je kan er vanop grote hoogte 360° rondkijken. Helaas geen schaduw. Vlakbij onze camping gaan we nog zwemmen in zee. We zien er oeverzwaluwen die nesten in de helling bij het strand. s' Avonds gaan we wandelen en genieten van de drukte in de haven van Morgat. We eten nog maar eens mosselen met friet op een terras.

Dinsdag 18 juli (Morgat - Concarneau)

We nemen afscheid van Marie-Vonne en haar man en trekken verder zuidwaarts. We rijden nu door het binnenland. Het is er warm en we missen de zeebries. Maar we troosten ons met de gedachte dat in de rest van Frankrijk en Europa een hittegolf woedt. De bretoense temperaturen vallen best mee. Niet zo heel ver van Quimper bezoeken we nog een middeleeuws dorp. We rijden ook nog naar de centre ville van Quimper maar alle gebouwen staan in de steigers en bovendien komen we niks anders dan onvriendelijke mensen tegen en dat voor de eerste keer in Bretagne. Uiteindelijk belanden we in Concarneau op een leuke camping met een gezellig zwembadje. Eigenaar Marcel, die 75 jaar is, toert met ons in zijn golfkarretje rond en toont ons fier zijn camping. We vinden er een prachtige plek, groot en 100 m van een schitterend klein wit strandje met rotsen en bomen. Bovendien voert een wandelpad ons van daaruit langs de zee naar het stadje Concarneau. Marcel had ons gezegd dat het maar een half uurke wandelen was maar in werkelijkheid eigenlijk meer dan een uur in de brandende avondzon. De wandeling is toch wel de moeite en uiteindelijk kunnen we onze hongerende magen stillen aan de haven in resto "Le Roof" waar we voor de spotprijs van 12.50 € een Bretoense 4-gangen menu eten, die bestaat uit allerlei crêpe recepten. Vanop het terras hebben we zicht op de Ville Close, een schiereilandje dat volledig ommuurd en gerestaureerd is. Omdat we nog te voet terug naar de camping moeten besluiten we een bezoek aan de Ville Close uit te stellen tot morgen. Concarneau heeft ook nog een actieve vissershaven die even buiten de stad ligt en vooral bekend is voor de tonijnvisserij. Op onze terugwandeling ruiken we een onaangename visgeur die vanuit de conservenfabrieken overwaait. Gelukkig is de stank de volgende dag verdwenen.

Woensdag 19 juli (Concarneau)

Na het ontbijt begint het wat te regenen. De Bretoenen zullen blij zijn dat er eindelijk wat water uit de lucht valt, maar wij niet. Onze Hollandse buren Hans en Lenneke nodigen ons uit om onder hun tentluifel te schuilen en een kop koffie te drinken, wat wij in dank aanvaarden. Na een half uurtje is de bui al voorbij. We maken een ritje langs de kust naar Pont-Aven, daarna nog wat strandjutten bij de tent en s'avonds gaan we wandelen op de remparts van de ville close van Concarneau. In de oude stad is het gezellig druk, veel animatie en erg sfeervol. Het oude stadsgedeelte moeten je binnengaan via een poort en is helemaal ommuurd. Het deed ons een beetje aan Saint-Malo in het klein denken. In een grote ouwerwetse praline- en patisseriewinkel kopen we als dessert heel erg calorierijke gecarameliseerde koekjes. Wel lekker.

Donderdag 20 juli (Concarneau - Vannes)

Nog maar eens ons tentje opplooien en ons ijzeren paard zadelen. We volgen de kust verder zuidwaarts. We stoppen in Etel voor een koffie en belanden uiteindelijk in Conleau, een buitenwijk van Vannes. Op de grote Camping Municipale zoeken we een schaduwplekje dat waterpas is en zicht op zee heeft. Ik tuf op de motor de hele camping rond en we vinden uiteindelijk wat we willen. Wanneer ik de motor, die op een schuine helling staat, van zijn middenbok wil duwen kan ik hem niet meer in bedwang houden en moet hem laten vallen. Met een luide dreun valt ie als een bizon op z'n zijkant. Een hulpvaardige buur helpt mij om het ding weer recht te zetten. Ik stel vast dat de motor mooi op de valbeugels neergekomen is en tegen een stootje kan want er is geen schade te bespeuren. De oude stad Vannes is méér dan de moeite waard : vakwerkhuizen, remparts, toffe boetiekjes, veel restaurants : l'embarras du choix. Andouillettesslaatje, vis met artisjokpuree en courgettegratintaartje met ovengedroogd tomaatje & kaas. We wandelen nog rond de Île de Conleau bij onze camping en drinken dan nog een koffietje op het terras van de campingbuvette. Binnen is er vertelavond : een Bretoen vertelt er oude legendes, des contes bretons. Het is er echter te warm en wij verkiezen om buiten van de frisse avondlucht te genieten.

Vrijdag 21 juli (Vannes & omgeving)

Vandaag toeren we wat rond in de omgeving. We maken een rondritje op het schiereiland Rhuys en lunchen in Sarzeau. Daarna proberen we zoveel mogelijk langs de kust te blijven rijden. We zien oesterbanken en gerestaureerde getijdenmolens, deze laatste maakten gebruik van de zeestromingen van eb en vloed om energie op te wekken. We houden halt op de Pointe de Navalo en genieten van de passage van ontelbare plezierbootjes. Deze smalle zeeengte tussen de oceaan en de Golfe de Morbihan is berucht om zijn verraderlijke stroming. s'Avonds eten we weer overheerlijk in het oude stadsgedeelte van Vannes : ratatouille met mozarella in de oven, vissoep, filet mignon caramelisé au miel, pintade roti à l'estragon met gebakken aardappeltjes en courgettes uit de oven.

Zaterdag 22 juli (Vannes - Saint-Lunaire)

Terug noordwaarts want onze vakantie begint in te korten. In 2.30 u. staan we in Dinan. Iedereen loopt er als middeleeuwer rond want het is er 3 dagen lang "fête des remparts". We besluiten om zeker morgen terug te keren want het ziet er heel leuk uit. We installeren ons op een camping in Saint-Lunaire. We hoeven slechts de weg over te steken en we zijn aan het strand op 15 minuten van het centrum. We wandelen in de avondzon naar het centrum om er andermaal onze beentjes onder tafel te schuiven voor een heerlijk maal.

Zondag 23 juli (Dinan & Saint-Lunaire)

We bezoeken de Fête des remparts in Dinan. Wandelen op de middeleeuwse markt en genieten van de ambiance. Later rijden we nog naar Saint-Malo en maken een rondwandeling op de stadswallen. 's Avonds eten we bij een italiaan in Saint-Lunaire : mosselen, spaghetti en een slaatje met jonge anijsscheutjes ! mmm.

Maandag 24 juli (Fécamps)

We verlaten Bretagne en rijden over de Pont de Normandie naar Fécamps. Op de overvolle municipale vinden we nog een mooi plaatsje bovenop de falaise met zicht op zee. Onze buren zijn palingvissers uit Oostende die er 's nachts op uit trekken om te gaan vissen.We wandelen tot in het centrum en belanden uiteindelijk op het terras van de casino.

Dinsdag 25 juli (naar huis)

Over hoofdzakelijk secundaire wegen rijden we naar huis. Het is verschrikkelijk warm, in Abbeville 37 °, en dit maakt het motorrijden flink lastig. Maar beter dit dan regen. Bretagne was een meevaller : vriendelijke trotse mensen, de kusten zijn adembenemend mooi, geen druk toerisme, klimaat was perfect en je kan er héééééééééél lekker eten.