2008 - Corsica

Zaterdag 5 juli 2008:

Toen wij enkele jaren geleden naar Corsica trokken beviel het kleine eilandje ons zodanig dat we plannen maakten om terug te keren. Enerzijds om de streken te bezoeken die we nog niet gezien hadden maar ook om enkele highlights over te doen. Het leven is kort en je weet nooit wat Vrouw Fortuna voor je in petto heeft dus besloten we dit jaar reeds terug te keren. Deze maal willen we via Zwitserland naar het Italiaanse Genua rijden om daar de ferry te nemen. Om een perfect gevoel van vrijheid te behouden hebben we niets gereserveerd, ook de overtocht niet. Relaxer kan niet. We nemen zo veel mogelijk de kleinere wegen en willen in de Alpen de Grimsel- en Simplonpas meepikken. De enige stress die we hebben is dat we binnen een dikke 3 weken terug moeten zijn.

Vandaag rijden we probleemloos van thuis tot in Metz (400 km) met enkele stops, zoals in Salles (bij Chimay) waar we aan de klap geraken met een uitgeweken Menenaar en uitbater van een landelijk café. Hij serveert ons zelfgebakken brood en koffie en heeft zowaar in een vorig leven nog als Belgisch militair in Corsica verbleven. We waren nog maar 2 uur op pad en de link met het eiland was al gelegd. Op en rond het circuit van Chimay is een internationale VW-meeting. We raken in een verkeersopstopping met allemaal volkswagentjes. We wringen er ons door maar hebben bijna een loodvergiftiging van de uitlaatgassen van die bakskes. We rijden Frankrijk binnen en 's middags eten we buiten op het marktplein van Rocroi en slaan een klapke met een (ouder) koppel op een (jongere) Yamaha touringmotor. Soort zoekt soort. We kamperen andermaal op de stadscamping in Metz waar er 's avonds een carnavalesk straatfeest is voor alle koppeltjes die dit jaar in Metz getrouwd zijn. We eten er (licht aangebrande) gegrilde ribbetjes in honingsaus.

Zondag 6 juli 2008:

Vandaag gaat het richting Vogezen en Zwitserland. Het is koud en nat. Om warm te krijgen eten we in Colmar Flammeküche maar veel helpt die winterkost niet. Met handvat- en zadelverwarming op volle bak verder. Het blijft miezeren en we zien andere motards stoppen om extra regenkledij boven hun motorkledij te trekken. Hebben wij niet mee. In Bazel, aan de zwitserse grens, slaan we een klapke met een jonge belg die zijn eerste motorreis onderneemt op een oude sympathieke Honda 600. Hij heeft slechts een algemene wegenkaart van Europa mee en ik geef hem wat tips in verband met de Gothardpas en probeer hem te overtuigen om de tunnel niet te nemen. In Luzern moeten we ons tentje op een triestig modderig plaatsje installeren. Omdat we de hele dag verkleumd op de motorfiets zaten besluiten we de beentjes los te gooien en naar Luzern stad te wandelen en de mooie promenade langs het 4-Woudstedenmeer te volgen. Ondanks dreigende onweerswolken nemen we onze onhandige motorjassen niet mee en we zijn nog maar 2 km ver wanneer een heuse storm uitbreekt. Bakken water vallen naar omlaag, rukwinden doen de takken van de bomen breken en alles staat blank. We vinden nergens een afdak en schuilen zo goed als we kunnen onder een taxusboom. We kunnen de schade wat beperken maar hebben geen zin om lang te blijven zitten en proberen een nieuwe techniek: al schuilend wandelen. Uiteindelijk komen we nat als een straathond in de oude stad aan. In een Zwitserse Stübe eten we worstjes mit Sauërkraut en een pint voor de prijs van een 4-sterren menu. Zwitserland valt ons vandaag weeral eens tegen maar herkansen kan nog.

Maandag 7 juli 2008:

We hebben onze zinnen gezet op de Simplonpas maar het weer ziet er niet goed uit. Ik informeer aan de receptie naar het weerbericht in de Alpen rond de Simplonpas. Een vriendelijke meisje kijkt op internet en deelt mee: "Simplon is sunny, sir". We rijden uren door regen en ijzige mist. Boven op de Grimselpas zien we maar 2 meter ver. Ik zie op mijn gps dat we op enkele meters van een meer rijden maar we bemerken er niets van. Ik gebruik mijn gps als radartoestel om de weg beter te kunnen volgen. Pas als we helemaal boven het wolkendek geraken is het zonnig. Dan zie ik een naambordje "Simplon". Het meisje had dus niet gelogen.... it is sunny in Simplon(dorp)!

Zwitserland, op weg naar de Grimselpas. Ijzig koud en massa's water dat van de bergen naar omlaag stroomt.

Eenmaal over de top van de Alpen dalen we af en rijden Italië binnen. Een lauw briesje blaast onze stramme botten warm. We stoppen op een leuke camping in Solcio di Leca aan de Lago Magiore. "Il neige pas sur le Lac Majeur" gelukkig maar. De grote plassen en modder wijzen er op dat het ook hier onlangs flink regende. De kampeerplaatsen aan de waterkant kosten 8 € meer dan de andere. Met ons iglootje vinden we een plekje met goedkoop tarief en toch nog zicht op het water. Na een wandeling door de smalle steegjes van het dorp eten we heerlijk Italiaans in het restaurant van de camping. De bediening is er heel vriendelijk en er komt veel volk eten. Het is slechts 50 meter naar ons tentje en die gedachte jaagt ons wijnverbruik de hoogte in. We hebben een Hannibal-gevoel: we hebben de Alpen getrotseerd en we zijn klaar om Italië te veroveren.

Dinsdag 8 juli 2008:

Vandaag moeten we de haven in Genua bereiken. We rijden nog een tijdje langs de Lago Magiore. Een mooie streek die vermoedelijk in volle zomer veel toeristen aantrekt. Nabij de stad Novara zitten we op een heel drukke verkeersweg met vrachtvervoer, witte lijnen en ronde punten en we komen geen meter vooruit. Na een half uurtje is de weg weer voor ons alleen. We rijden over een rechte weg tussen rijstvelden en doorkruisen de Po-vlakte. Af en toe zie ik grote witte watervogels die door het geronk van de motor opvliegen.Ze zien er uit als sneeuwwitte reigers maar onze ornithologische kennis aangaande rijstveldvogels is beperkt.

De laatste 90 km wordt het landschap bergachtiger en we nemen de autosnelweg die veel weg heeft van een F1-circuit. De A7/E62 slingert zich langs de bergen en zit vol scherpe bochten en hellingen en de snelheid is op veel plaatsen beperkt tot 90 km per uur. Ik denk dat je al een verdomd goed F1-piloot moet zijn om hier aan meer dan 90 km/u die bochten te nemen maar alle Italianen zijn natuurlijk F1-piloten of denken dat toch. Het blijft geconcentreerd rijden vooral omdat in dit bochtig traject ook veel vrachtwagens rijden. Italianen durven ook "tripleren" op 2 rijvakken en dat is verschietachtig. In Genua rijden we naar de haven en ik bestel tickets voor de ferry. Ik kan de superprijs bedingen van 90 € (heen en terug 2 personen + motor). Cheap! Omdat Genua een stad is die tegen de bergflanken ligt is er geen camping. We rijden 10 km westwaarts naar Pegli. Daar is een soort stadscamping in een parkje. Vriendelijk onthaal maar de motorfiets moet boven aan de receptie blijven staan en we zeulen al onze bagage zo'n 50 meter naar beneden (en dus morgenvroeg om 6 uur weer naar boven). De camping ziet er wel heel goed beveiligd uit. We wandelen door Pegli naar de zeedijk waar een prettig Italiaans sfeertje heerst. Op een terrasje boven het strand eten we wat. Wij bestelden 1/4 litro wijn maar ze brengen toch een hele fles. Geen nood, aan de toog zeg je gewoon hoeveel de fles geminderd is. Handig. We krijgen nog een limoenjenever toe van de patron. Hij drinkt mee en zingt ten afscheid "O sole mio" en aan zijn pretoogjes te zien heeft ie waarschijnlijk het tweede coupletje een pikante draai gegeven. Ciao! Arrividerci!

Genua

Woensdag 9 juli 2008:

6.15 uur en de gsm-wekker loopt af. Bijna alle kampeerders pakken hun spullen want dit is hier zowat de dichtste camping bij de haven van Genua en we moeten waarschijnlijk allemaal dezelfde boot nemen. Een banaan en een koekje voor ontbijt en dan de hele santekraam naar boven sleuren. Alles op de motor vastsjorren en via de ringlaan van Genua naar "Il porto". Ondanks het vroege uur is het reeds warm en druk qua verkeer. We snorren tussen de vele scooters. De ringlaan van Genua bestaat uit veel tunnels en zelfs afritten in de tunnels. Het is dus tricky om je weg niet te verliezen want de gps valt telkens uit in zo'n mollegat. En die boot zal wel niet wachten op ons zeker? Maar uiteindelijk raken we probleemloos tot aan de terminal van Moby Lines. We veroveren 2 ligzetels en kiezen een plaatsje: uit de wind en in de schaduw.

's morgens vroeg op het dek van ferryboot

Ons plaatsje op het dek bleek niet echt een succes. Eenmaal de boot op volle zee is begint het zodanig te waaien dat de centuur van Caroline's motorvest overboord vliegt. We zoeken meer beschutting en zon.

Corsica in zicht

De haven van Bastia

We hebben weer Corsicaanse grond onder de wielen en het voelt een beetje als thuiskomen. Vandaag rijden we nog tot boven aan de Cap Corse. We volgen de schitterende kustweg en onze eerste stop is in Erbalunga, een vissersdorpje dat we ook 4 jaar geleden bezochten. We stellen vast dat het ondertussen gerestaureerd werd en ziet er eigenlijk een beetje té proper uit.

Erbalunga

Centuri-Port. We installeren ons tentje op camping Lisolettu. Centuri-Port is een heel mooi vissersdorpje dat bekend staat om zijn Langoustinevangst en dito restaurants. Het heeft een piepklein binnenhaventje waar je 's avonds de vissersboten ziet uitvaren. We eten op een terras met zicht op de haven : zwaardvis en spaghetti met langoustines en veel ambetante vliegen.

Donderdag 10 juli 2008:

Vandaag is het rustdag. We wassen onze spullen en ik bel naar mijn BMW garage in België omdat de afdichting van mijn cardan-as al enkele dagen vol olie hangt. De mecanieker verzekert mij dat een volgeladen motor bij dergelijke hitte in de bergen ook eens kan "zweten". Zolang er geen olie uit zeikt (sic) is er geen reden tot ongerustheid. Hij besluit met de woorden: "een GSA moet er tegen kunnen van ne keer ferm tegen zijn oren te krijgen". Vreemd genoeg stelt deze weinig technische maar eerder beeldende uitleg mij gerust. In de namiddag wandelen (tjolen) we naar een keistrandje vlakbij de camping. Ik ga snorkelen maar vooraleer ik enige diepgang bereik zit ik al vol builen en schrammen van de scherpe stenen bovendien krijg ik in dieper water een steek van een kwal wat resulteert in een branderige vlek op mijn heup. We blijven er niet lang. Nee we zijn echt geen strandjutters.

Centuri-Port

Sommige vissersbootjes maken reclame voor welk restaurant ze vissen.

Wandelpad vlakbij de camping van Centuri-Port

Vrijdag 11 juli 2008:

Inpakken en naar Corte. We nemen een bergwegje en steken zo de Cap weer over van west naar oost. We zetten ons tentje op camping "U Sugno" in Corte. De mevrouw aan de receptie herkent mij nog van enkele jaren geleden. Ik vis nog of het "mauvais" of "bon" souvenirs waren maar ze blijft hoffelijk. Er zit een klein scorpioentje op het gaas van de tentingang. Het beestje laat zich vallen maar valt gelukkig niet in maar net naast de tent en zo wordt een klopjacht vermeden. Het is vrijdagavond en er is weer vanalles te doen in Corte dat een tof levendig stadje is. Het is prettig kuieren in de sfeervol verlichte straatjes en pleintjes. Hier en daar klinkt live muziek en om de 15 seconden verandert de belichting van het kasteel van kleur (dat laatste vinden wij een beetje kitscherig, 't is tenslotte nog geen kerstdag

Corte

Ook dit is Corsica: opruiende politieke slogans op de muren. Af en toe blazen ze hier iets op..wij ook.... maar dan figuurlijk

Place Paoli in Corte

Zaterdag 12 juli 2008:

We laten ons tentje staan want vandaag gaan we de vallei van de Restonica verkennen. De weg klimt zo'n 12 km en eindigt op een parking. Van daar is het nog een paar uur wandelen tot we aan de Lac de Melo geraken. Het wordt een pittige wandeling die met momenten meer weg had van een klauterpartij. We overleven op een paar koekjes en 2 flesjes water. Gelukkig is er boven een bronnetje met drinkbaar koel water. Ons schoeisel is ferm versleten als we weer beneden zijn.

De Restonica vallei

Zondag 13 juli 2008:

We laden alles in en trekken over de bergrug van noord naar zuid met als einddoel de streek van Quenza (nabij Zonza). De rit is adembenemend mooi over de Col de Vaccia en Alta Rocca.

Col de Vaccia. Een uitgebrand wrak van een vrachtwagen versterkt nog de dramatiek van het landschap.

Col de Vaccia

Alta Rocca. Close encouters met de beruchtste inwoners van het eiland: de loslopende zwijnen.

Zonza is geen topper maar één langerekte toeristenstraat met bars, winkeltjes en restaurants. We overnachten op camping "La Rivière" tussen Quenza en zonza. We hebben zicht op de bergen en het ruikt er lekker naar kruiden en Corsicaanse dennen. 's Avonds eten we in Zonza een "menu de berger".

Maandag 14 juli 2008:

't Is weer zover. Nationale feestdag in Frankrijk èn mijn verjaardag. Wat mij betreft is het al 8 dagen feest. We gaan een koffietje nemen op een terrasje in het dorpje Quenza. Enkele madammekes uit het dorp zijn net terug uit Italië en doen hun beklag over het Italiaans eten: "c'est gras, gras, gras" en "Il y a quand même des choses qu'on ne mange pas!"... ze zijn grappig.

Aan een dorpeling vragen we de weg naar "Le plateau de Coscione" want dit staat niet goed uitgepijld. Een verharde weg leidt ons naar boven tot we in een betoverende omgeving belanden. In de reisgidsen wordt niet veel gesproken over dit gebied maar voor ons was het een ontdekking. Gele bloemen, wilde zwijntjes, gigantische steenpartijen... beetje zoals de Schotse highlands vermoeden wij.

Plateau de Coscione, een natuurgebied dat je enkel te voet mag betreden.

In de namiddag rijden we naar Les Aiguilles de Bavella, een fameuze rotsformatie die op grote hoogte ligt en van waar je de zee kan zien. De airco staat er iets te hard en we houden onze jassen aan.

's Avonds gaan we naar een openluchtbarbecue in het bergdorpje Quenza. Het zou om 8.00 beginnen maar wanneer we daar rond 19.30 aankomen is het kerkpleintje leeg. We installeren ons op het terras van de Bar de l'Eglise en de baas tracteert als we maar beloven te blijven voor de BBQ. We bestuderen het dorpsleven. Bijna iedere autobestuurder die door het dorp rijdt stopt om met iemand een praatje te maken. Als je in België midden op de rijweg een hond ziet liggen is hij meestal dood, hier ligt hij gewoon te slapen. Stress bestaat hier niet. Rond acht uur komen er van alle kanten mensen af met stoelen en tafels, vlees, drank, enz... en het feest kan beginnen. Er is polyfonisch gezang van een groepje jonge mensen. De BBQ bestaat uit stokbrood, gegrilde worstjes, bergkaas en wijn. Maar om iets van dit alles te bemachtigen moet je bijna knokken want de Corsicanen blijken hun beurt absoluut niet af te wachten en de dorpsprominenten krijgen bovendien nog voorrang. Er zijn weinig toeristen maar ik doe aan inburgering met het madammeke dat de worstenbedeling doet en krijg nu ook een voorrangsbediening. Eenmaal de zon weg is wordt het koud. Overal zien we donkere bergmassieven en hier en daar in de verte enkele lichtpuntjes van een ander dorpje. Wanneer we naar ons tentje terug rijden kronkelt de bergweg vervaarlijk in de povere lichtstraal van mijn koplamp. Bijna rijden we de camping voorbij die gehuld is in een prehistorische duisternis en stilte .

Dinsdag 15 juli 2008:

We hebben weer zin in wat kust en verlaten de bergen. Gelukkig is de zee op Corsica nooit veraf. We pikken het ene bochtje na het andere. Rijden voorbij het drukke Ajaccio en komen aan in Cargèse waar we aan een hotel met terras stoppen voor een Orezza mineraalwater en een koffie. De patron neemt ons mee naar achteren waar ook een terras is met een subliem uitzicht op de zee en de rotsen. Hij houdt een ontroerend discours over zijn paradijselijk eiland dat uit de handen van het immo-kapitalisme en de Russische maffia moet blijven. En als het moet "en fait boum!" waarmee hij lachend verwijst naar een onlangs door Corsicanen opgeblazen bouwwerf. Eigenlijk kunnen we hem alleen maar gelijk geven. Het zou zonde zijn om deze kustlijnen te verknoeien.

De terecht trotse hotelbaas in Cargèse

We rijden nu naar een van de mooiste plekjes van het eiland. De baai rond Capo Rosso, gelegen net onder "Les calanches de Piana". Onze camping ligt op het einde van een schitterende doodlopende weg net aan de Plage d'Arone. Het hele gebied is volledig geklasseerd als Unesco werelderfgoed. Geen druppel afvalwater mag hier nog de zee binnenstromen. De middellandse zee is hier nog zuiver. Naar het schijnt vind je in de afgesloten baaien nog unieke koralen, zeepaardjes, enz... De rit er naar toe is ronduit schitterend en de belichting verandert ieder moment van de dag. Het landschap is zo mooi dat we er een krop van in de keel krijgen.

Op weg naar de baai van Arone

Zicht op de baai en Capo Rosso

Capo Rosso in het avondlicht

Col de Lava met de baai van Arone

De camping d'Arone is ferm te doen. Niet supergoedkoop maar hij heeft dan ook veel te bieden. Hij ligt volledig in het Maquis op loopafstand van zee. Een vlakke wandeling van ongeveer 200 meter brengt je tot in een beschutte baai met fijn zandstrand. Links en rechts ligt een restaurant dat te voet over het strand kan bereikt worden. Wij kiezen voor rechts : "La casa blanca" en meteen ook voor het duurste. Maar het uitzicht in combinatie met de ondergaande zon doet ons het budget vergeten en we beleven een onvergetelijke avond.

Woensdag 16 juli 2008:

Op de camping hebben we Belgische buren met een motorhome. We slaan een babbelke en mogen voor het nuttigen van het ontbijt hun volledige infrastructuur gebruiken. Sympathieke geste die we in dank aanvaarden. Een echte tafel, echte koffie, fruitsap, enz... na 14 dagen ontbijt op de grond is dat meegenomen.

We rijden 30 km terug om Cargèse te bezoeken. Het stadje was een Griekse enclave en naar het schijnt wonen er nog Grieken. Er staat zelfs een orthodoxe kerk.

In de vooravond rijden we terug naar Piana want we zijn van plan om "Les Calanches" te gaan bekijken in de ondergaande zon. Een "must see" in alle reisgidsen. Les Calanches, die we op onze vorige trip al bezochten, zijn een wonderlijk stukje kust bestaande uit grillige rotsen die 's avonds een diepe okerkleur krijgen. Eerst eten we in resto "Le Glacier" een stoofpotje van geitejong (Calzi) met gebakken aardappeltjes. Vanop het eetterras kunnen we de Calanches zien liggen.

Piana

Orezza, het zuiverste mineraalwater ter wereld. 100 % nitraatvrij.

Restaurant "Le Glacier" in Piana, met zicht vanuit de eetzaal op "Les Calanches"

Les Calanches

Donderdag 17 juli 2008

Onze vriendelijke Belgische buren zorgen nogmaals voor "ontbijtlogistiek". Een sympathieke Zwitser komt mijn motorfiets tot het laatste schroefje keuren want hij heeft dezelfde thuis en wijst me in grappig "Allo-Allo-Engels" op al de verschillen. Vooral mijn Corbin-zadel doet hem watertanden. Er ontspint zich een ellenlange conversatie over motortypes, onderdelen, banden ...enz.. Mannen blijven kinderen, alleen hun speelgoed wordt duurder.

Vandaag plannen we een ritje in de bergen. Eerst naar Porto dat waarschijnlijk het lelijkste kuststadje van westelijk Corsica is. Daarna gaat het de bergen in naar Ota, Evisa, Gorge de la Spelunga. Het is een plezier om de motor over het nauwe asfalt te sturen en de panorama's te zien veranderen naarmate we stijgen. Het klimaat is perfect. Tijdens een stop komt een Nederlands journalist een foto van ons nemen voor in een motormagazine waarvan ik de naam vergeten ben.

Vrijdag 18 juli 2008

Vandaag gaat het via Porto, Calvi par la Côte, Lumio, L'Ile Rousse door Le Désert des Agriates naar Saint-Florent. Een mooi ritje. Vooral Le désert maakt wederom indruk. Het is een volledig onbewoond stukje woeste natuur, waar slechts één weg doorheen loopt. Enkele ezelspaden lopen naar de zee. Naar het schijnt liggen daar de mooiste stranden van het gehele middellandse zeegebied. Maar vermits wij geen zonnekloppers zijn doen we geen inspanning om er te geraken.

Lumio. Caroline probeert een babbelke te slaan maar het madammeke sprak enkel Corsicaans.

Eenmaal in Saint-Florent aangekomen installeren we onze tent op camping "Les Pinèdes". Een toffe camping die aan een riviertje ligt dat in zee uitmondt. Veel kampeerders hebben een bootje en vertrekken van op de camping naar de stranden van "Le désert des Agriates" of wie weet gewoon naar de Carrefour? We vinden een leuk plekje in een kleine weide bij het water. Er is zelfs zacht groen gras. Het is ook de duurste camping die wij in Corsica bezochten, maar mèt een zwembad , een winkeltje en proper sanitair. Onze luchtmatras loopt leeg. Ik doe een matras-check in het riviertje en stel vast dat het rubber poreus geworden is en zowat overal lucht verliest. Morgen zullen we een nieuwe moeten aanschaffen. Onze Franse buurman komt over de motor babbelen en blijkt nog winnaar te zijn geweest van een of andere Africa Raid voor motorfietsen. 's Avonds gaan we kuieren en eten in het mondaine Saint-Florent dat we nog goed kennen van onze eerste trip naar Corsica.

the green green gras of "La Pinède"

Zaterdag 19 juli 2008

We raken moeilijk op dreef want die lekke matras heeft er voor gezorgd dat we slecht geslapen hebben. We luieren wat op de camping. Vandaag is het shopping dag. We rijden via Patrimonio (wijnstreek) naar Bastia. In de Géant kopen we voor 28.50 € een ferme luchtmatras. We keren terug over de zeer mooie Col de Stefano en ook Oletta is een mooi dorp. 's Avonds naar Saint-Florent. We zetten ons op het terras van Bar l'Escale en zien allerlei bootvolk met sjieke jachten aanmeren. Er voltrekt zich een vreemde symbiose van bootvolk dat op de boot zit om bekeken te worden en gewoon volk dat passeert om naar het graag bekeken bootvolk te kijken... of zoiets.

Morgenstemming na een nacht op een leeglopende luchtmatras.

De baai van Saint-Florent, gezien van op de wijngaardflanken van Patrimonio

Zondag 20 juli 2008

Een tochtje zonder bagage naar het kustdorp Nonza. Daarna naar Oletta en het kerkje van San Michèle in Murato. Het is altijd een plezier om eens zonder bagage in de bergen te rijden. De motorfiets is dan een stukje wendbaarder en reageert pittiger.

Nonza

openluchtcafé in Nonza

het kerkje van Murato

Van Murato nemen we een bergbaantje en passeren de kleine dorpjes Rapale, Pieve, Sorio, San Gavino-di-Tenda. Het landschap en begroeiing variëren van dorp tot dorp. We hebben de indruk dat hier weinig toeristen komen en onze indruk wordt bevestigd wanneer we dit aan de vriendelijke cafébaas Jean-Marc vragen. "Vous êtes les premiers cet année" zegt hij. De eerste en we zijn al 20 juli voorbij. Van de toeristen zal hij niet rijk worden. Hij vertelt nog over het plattelandsleven in Corsica, over het beperkte stromend water in de zomer en over de eentonigheid in de winter. Het enige verzetje zijn de veelvuldige jachtpartijen.

's Avonds genieten we van een overheerlijk afscheidsdiner in het restaurant "Il Furnelli" te Saint Florent. Voor 17 € eten we o.a. cassoulet, ravioli al Brocciu, aubergines met kaas, fiadone (een citroentaartje).

op het terras van cafébaas Jean-Marc als eerste toerist van het jaar.

Maandag 21 juli 2008

Opkramen. We slaan nog een babbel met een jong Grieks koppeltje dat ook met de motor op reis is. Onze boot vertrekt om 15.00. We checken vlot in. Het is heel warm op het dek en na een uurtje zonnekloppen verhuizen we naar een schaduwplekje. Omdat we laat in Genua zullen aankomen reserveren we telefonisch in Hotel Mediterrannea een kamer samen met een bewaakt plaatjes voor de motor. Wij hadden op onze doorreis dit hotel gezien en hadden een kaartje meegenomen. Het ligt op de grote boulevard die langs het strand loopt.

Bastia, Corsica

Wachten op de ferry in de haven van Bastia

Dinsdag 22 juli 2008

Ontbijten en on the road again. We komen vlot vooruit. Wij hadden het voornemen om de Gothardpas te nemen maar eenmaal we Milaan naderen zien we aan de horizon de Alpen in de namiddagzon schitteren en besluiten om nogmaals de Simplonpas te nemen. Deze keer gelukkig geen regen en mist maar een lekker zonnetje. Alles ligt er haarscherp bij... ook de bochten!

We kamperen tussen de Simplon en de Grimselpas in een niemendalletje genaamd Fisch im Fischertal. 's Nachts is het superkoud en dat waren we niet meer gewoon. We houden onze sokken aan en gebruiken onze motorjassen als extra deken.

Woensdag 23 juli 2008

Nogal laat vertrokken. Van de zwitserse Alpen tot in Mulhouse. We overnachten op de municipale van Mulhouse. 's Avonds gaan we nog naar Mulhouse centrum. We rijden wat verloren en vinden niet echt een centrum. In een buitenwijk nemen we een aperitief daarna vinden we alsnog het marktplein. Mulhouse heeft nieuwe tramlijnen, fietsbanen en een kompleet nieuw verkeersplan dat er heel verzorgd uit ziet.

Donderdag 24 juli 2008

Van Mulhouse naar Charlesville-Mezières, waar we op de schitterende camping municipale overnachten. Een oude metalen voetgangersbrug over de Maas verbindt de camping met het stadscentrum. We wandelen 's avonds tot in de stad.

Vrijdag 25 juli 2008

We zijn slechts 250 km van thuis. We volgen de Maas tot in Givet. Dan België binnen. Ondanks het zomerweer bekruipt ons een lichte moedeloosheid wanneer we Kortrijk binnenrijden en we de bedenking maken dat we in Corsica geen enkel verkeerslicht gezien hebben. Eenmaal thuis zetten we de terrasdeuren open en de pasties op tafel. De motorfiets mag op stal. Hij ruikt naar verhitte olie en benzine. Ik geef een klopje op zijn benzinetank als wil ik zeggen "goed gedaan maatje".

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------