Het spel ...
Wie kent het principe van ‘steen, schaar, papier’ niet als er getosst moet worden? Tegelijkertijd haal je je hand achter je rug vandaan en houd je hem in een vuist (steen), plat (papier) of maakt knippende bewegingen met je vingers(schaar). De steen is sterker dan de schaar, want maakt deze bot. De schaar is op haar beurt weer sterker dan het papier. Het papier kan een steen omwikkelen en wint het dus van de vuist. De makers van Squod hebben deze cirkelvormige rangorde gebruikt om er een er een schaakachtig spel van te maken. Er is in Squod echter geen ‘hoogste’ of ‘laagste’ stuk: elk stuk kan een ander stuk slaan en wordt zelf door een derde stuk geslagen.
Het spel kan met twee of met vier personen gespeeld worden. Het bord wordt hierop aangepast. Bij twee spelers heeft het bord een hoek van 90 graden. Bij vier spelers zijn er twee teams die op een kruisvormig bord de strijd met elkaar aangaan. De bedoeling van het spel is om in de middencirkel schaar, steen en papier naast of onder elkaar te krijgen. In de cirkel maken de stukken pas hun identiteit kenbaar, op de drie rijen voor de cirkel zijn de stukken nog onbekend. Binnen de cirkel mogen sterkere stukken hun zwakkere broeders slaan. Vanaf de derde rij, de squodrij, mag men een stuk dat op de Squodrij van een tegenstander staat aanvallen. Aangezien beide stukken nog onbekend zijn, kan het zijn dat de aanvaller zijn stuk verliest. Het winnende stuk mag op het imaginaire snijpunt van de beide stukken plaatsnemen. Deze zet is karakteristiek voor het spel en heet dan ook de Squodzet.
papier, steen en schaar