Het standaard (III-IV) bord bestaat uit 37 zeskantige landtegels.
Officiële regels voor het opbouwen van het bord:
Scheid de landtegels van de zeetegels.
Schud de landtegels gesloten door elkaar. Neem de tegels één voor één van de stapel en leg ze als volgt uit:
Leg 5 landtegels verticaal aan elkaar op tafel neer.
Sluit links en rechts van deze rij 4 landtegels aan.
Sluit daar links en rechts nogmaals 3 landtegels op aan.
Sorteer de 9 zeetegels met havens van de overige zeetegels. Schud de eerste groep en leg ze aan de landtegels, steeds een plek voor een tegel vrijlatend. De volgorde is willekeurig. De havens moeten aan de landtegels grenzen.
Plaats de zeetegels in de opengelaten plaatsen tussen de havens.
Plaats de getallenfiches als volgt: Leg de fiches op alfabet tegen de wijzers van de klok in op de landtegels, van buiten naar binnen. Op de woestijn komt géén fiche te liggen. Als alle fiches liggen, worden ze omgedraaid. De getallen worden zichtbaar.
Van landtegels
Iedere landtegel (behalve de woestijn) levert een specifieke grondstof op voor spelers die een dorp of een stad hebben gebouwd aan deze tegel. Wanneer de twee dobbelstenen worden gegooid, geeft elke landtegel die het nummer draagt dat overeenkomt met het totaal van de dobbelstenen opbrengsten. Elk dorp aan deze tegel(s) geeft 1 grondstof, elke stad 2. Omdat er met twee dobbelstenen wordt gegooid, is het waarschijnlijk dat landtegels met de nummers 6 en 8 de meeste opbrengsten zullen genereren, en die met 2 en 12 de minste. Hoe groter het getal op de fiches gedrukt staat, hoe hoger de waarschijnlijkheid dat het getal gegooid wordt. De twee getallen die volgens de regels van de kansberekening het vaakst gegooid zullen worden, 6 en 8, zijn rood gedrukt. De grondstoffenkaarten die spelers bezitten, dienen voor andere spelers altijd zichtbaar te zijn. Het gaat echter alleen om het aantal kaarten, dit is informatie die altijd eerlijk gegeven moet worden als ernaar wordt gevraagd. Welke grondstoffen de spelers precies hebben hoeft niet bekend gemaakt te worden.
Aan het begin van elk spel voor 3 of 4 spelers, zijn er in de bank 19 kaarten van elke grondstofsoort; in een spel voor 5 of 6 spelers 24. Door naar de bank (zie hierboven) te kijken, kunnen spelers ongeveer zien hoeveel kaarten van elke grondstof er in het spel zijn. Als er op een gegeven moment niet genoeg grondstofkaarten zijn om alle spelers uit te betalen, krijgt geen van de spelers grondstoffen.
De landtegels en de bijbehorende grondstoffen:
Van handelstransacties
Onderling handelen
Alleen de speler die aan de beurt is mag grondstoffenkaarten ruilen met andere spelers. Iedereen mag de onderhandelingen om tot een ruil te komen beginnen, zolang de speler die aan de beurt is, betrokken is bij de ruil.
Hoeveel kaarten er geruild worden tegen elkaar wordt bepaald door de twee ruilende spelers.
Iedere speler die ruilt moet in elk geval één grondstof afgeven. Ruilen tegen nul grondstoffen is niet toegestaan.
Handelen met de bank
Bank (4:1): In zijn beurt, mag een speler 4 gelijke grondstoffen ruilen voor één naar keuze.
Gewone haven (3:1): Indien een speler een dorp of stad aan een 3:1 haven heeft gebouwd, mag hij in zijn beurt met de bank 3 gelijke grondstoffen ruilen voor één naar keuze.
Gespecialiseerde haven (2:1): Voor elk grondstoftype is er één gespecialiseerde haven. In zijn beurt mag een speler die een dorp of een stad aan zo’n haven heeft gebouwd van dit grondstoftype twee kaarten ruilen voor één naar keuze. Voor de andere grondstoftypen geldt de 4:1 regel.
Een haven mag niet gebruikt worden in dezelfde beurt waarin het havendorp is gebouwd.
Door stelen en de struikrover
Aan het begin van het spel staat er een zwarte struikroverfiguur op de woestijntegel. Wanneer er zeven wordt gegooid, moet de speler die aan de beurt is de struikrover verplaatsen. De speler moet dan, als dat tenminste mogelijk is, van één van de spelers die een dorp of een stad heeft aan de tegel waar de struikrover naartoe verplaatst is een grondstof stelen. De tegel met de struikrover levert geen grondstoffen op zolang hij daarop staat. De struikrover heeft geen invloed op de werking van havens.
Afleggen wanneer 7 is gegooid
Wanneer een zeven wordt gegooid in een spel voor 3-4 spelers, moeten degenen die meer dan 7 grondstoffen op handen hebben de helft (afgerond naar beneden) teruggeven aan de bank. De officiële regels zeggen dat dezelfde regel geldt in een spel voor 5-6 spelers, maar dat alle spelers aan het eind van iedere beurt mogen kopen wat ze maar willen (dorpen, steden, schepen, kaartjes) tijdens een tussentijdse bouwronde na iedere beurt (andere acties dan kopen zijn niet toegestaan). Veel speelgroepen hanteren echter een niet-officiële variant, waarbij er geen tussentijdse bouwronde plaatsvindt. Bij deze variant geldt de regel van het afleggen van de helft van de grondstofkaarten af te leggen pas bij 10 kaarten of meer.
Aan het begin van het spel gooit elke speler met de dobbelstenen. De speler die het hoogst heeft gegooid is als eerste aan de beurt. Daarna volgen de andere spelers op volgorde van zitplaats, met de klok mee. Analyse van de statistische gegevens van een groot aantal gespeelde potten Catan heeft aangetoond dat de winstpercentages opgedeeld naar startpositie, maximaal 2 procentpunten verschillen van het totale winstpercentage. Met andere woorden: het spel is zeer evenwichtig, zodat in ieder spel elke speler grofweg dezelfde kans heeft om te winnen, onafhankelijk van startpositie. Het kan wel zijn dat een bepaalde speler bijvoorbeeld vaker wint als hij als eerste een dorp mag plaatsen dan wanneer hij als derde aan de beurt is; dit verschilt per speelstijl.
Bouwregels
Wanneer het bord klaar op tafel ligt, ligt er tussen elke twee tegels een pad. Straten mogen alleen op deze paden geplaatst worden, behalve op een pad tussen twee zeetegels. Op dezelfde manier mogen schepen geplaatst worden, behalve op een pad tussen twee landtegels en alleen op andere kaarten (zie de lijst onder 1) dan de standaardkaarten. Driesprongen zijn daar waar drie tegels bij elkaar komen. Dorpen en steden mogen alleen op deze driesprongen worden gebouwd. Aangezien er aan elke driesprong drie tegels grenzen, spreidt de invloed van een dorp of stad zich uit over elk van deze tegels. Tussen dorpen en steden (of ze nu van jezelf zijn of van een andere speler) moet altijd minimaal één vrije driesprong blijven. Deze regel staat bekend als de afstandsregel. Om iets te kunnen bouwen op het eiland Catan, moet een speler bepaalde bouwkosten betalen.
Aan het begin van het spel mag iedere speler twee dorpen plaatsen. Beide dorpen mogen op een willekeurige driesprong geplaatst worden, rekening houdend met de afstandsregel. Aan beide dorpen mag een straat (op het land) of een schip (op zee) geplaatst worden. Volgens de door het gooien met de dobbelsteen vastgestelde spelervolgorde plaatst elke speler één dorp met daaraan vast een schip of een straat. Daarna, in omgekeerde volgorde het tweede dorp met straat/schip. Elke speler krijgt voor het laatst geplaatste dorp maximaal drie grondstoffen, de eerste oogst van de drie tegels die aan dit dorp grenzen. Als één of meerdere van deze drie tegels uit zee of woestijn bestaat, krijgt de speler hiervoor geen grondstof. Veel spelers vinden het handig om hun tweede dorp zo te kiezen dat ze aan het begin van het spel een straat in handen hebben (klei en hout), een ontwikkelingskaart (graan, erts en wol) of het merendeel van een stad (twee ertsen en een graan).
De acties binnen een beurt
Elke spelerbeurt bestaat uit de volgende mogelijke acties. Deze acties kunnen alleen in de hier gegeven volgorde worden uitgevoerd.
Een ontwikkelingskaart uitspelen. Dit mag op ieder moment binnen de eigen beurt gedaan worden, zelfs voordat de dobbelstenen gegooid worden (optioneel)
De dobbelstenen gooien en grondstoffen innen (of afleggen) (verplicht)
De Struikrover plaatsen en een grondstof stelen (verplicht als een zeven is gegooid)
Ruilen met spelers of de bank, eventueel via havens (optioneel)
Bouwen (optioneel)
Dobbelstenen doorgeven en beurt beëindigen (verplicht)
In praktijk worden vaak de volgende regels gehanteerd:
Een ontwikkelingskaart uitspelen. Dit mag op ieder moment binnen de eigen beurt gedaan worden, zelfs voordat de dobbelstenen gegooid worden (optioneel)
De dobbelstenen gooien en grondstoffen innen (of afleggen) (verplicht)
De Struikrover plaatsen en een grondstof stelen (verplicht als een zeven is gegooid)
Ruilen met andere spelers (optioneel)
Ruilen met havens of de bank en bouwen, in willekeurige volgorde * (optioneel)
Dobbelstenen doorgeven en beurt beëindigen (verplicht)
De Catan Wereld Kampioenschappen 2002-2003 hanteerden licht gewijzigde regels.
Een ontwikkelingskaart uitspelen. Dit mag op ieder moment binnen de eigen beurt gedaan worden, zelfs voordat de dobbelstenen gegooid worden (optioneel)
De dobbelstenen gooien en grondstoffen innen (of afleggen) (verplicht)
De Struikrover plaatsen en een grondstof stelen (verplicht als een zeven is gegooid)
Ruilen met andere spelers, havens en/of de bank en bouwen, in willekeurige volgorde * (optioneel)
Dobbelstenen doorgeven en beurt beëindigen (verplicht)
* Belangrijke beperking: Een nieuw gebouwde haven kan pas gebruikt worden in de beurt nádat hij gebouwd is.
Straten
Het bouwen van een straat kost een hout en een klei. Straten die gebouwd worden na de startopstelling moeten altijd aan bestaande straten of dorpen van de eigen kleur worden gelegd. Er mag niet over een dorp of stad van een tegenstander gebouwd worden. Ze mogen niet worden verplaatst of teruggenomen op hand. Elke speler heeft 15 straten tot zijn beschikking. Als deze allemaal zijn opgebruikt, is er geen manier om aan nieuwe te komen.
Schepen
Een schip kost een hout en een wol. Schepen mogen alleen gebouwd worden aan bestaande schepen of dorpen van de eigen kleur. Om aan een schip een straat te bouwen of omgekeerd, moet er altijd een eigen dorp tussen staan. Net als bij straten mag niemand schepen bouwen over een dorp of stad van een tegenstander. Een keer per beurt mag de speler die aan de beurt is het laatste schip van een open rij schepen (dat wil zeggen, zonder dorp aan het einde) verplaatsen, naar iedere andere plek waar hij volgens de regels een nieuw schip zou mogen bouwen. Op kaarten die met de zeevaarderuitbreiding gebouwd worden (alle behalve de standaard kaarten), heeft een speler 15 schepen tot zijn beschikking. Ook hier geldt: op is op.
Dorpen
Een dorp kost een hout, een graan, een klei en een wol. Dorpen mogen alleen worden gebouwd aan de straten en schepen van dezelfde speler. Een nieuw dorp kan uitbreiding betekenen van het aantal landtegels waaraan de speler woont, en van het aantal getalfiches dat opbrengsten oplevert. Bij het bouwen van een dorp moet altijd rekening worden gehouden met de afstandsregel. Elke speler heeft vijf dorpen tot zijn beschikking. Als een speler ze allemaal op het bord heeft staan, kan hij alleen een nieuw dorp bouwen als hij eerst een van zijn bestaande dorpen omzet in een stad.
Steden
Een stad kost twee graan en drie erts. Spelers mogen alleen van een bestaand dorp een stad maken. Een dorp wordt opgewaardeerd tot een stad, net zoals bij Monopoly de spelers een huis kunnen opwaarderen tot een hotel. Vaak biedt het bouwen van een stad op een goede driesprong de beste mogelijkheid om de productie van grondstoffen te vergroten. In een beurt zijn er geen limieten aan het bouwen en het opwaarderen van dorpen tot steden. Iedere speler heeft vier steden tot zijn beschikking. Ook hier geldt: op is op.
Ontwikkelingskaarten
Een ontwikkelingskaart kost een graan, een erts en een wol. Een ontwikkelingskaart die geen overwinningspunt is, mag op elk moment in de eigen beurt worden uitgespeeld, in de eerste beurt volgend op het moment van aankoop. Overwinningspunten mogen onmiddellijk na aankoop worden uitgespeeld en tellen in tegenstelling tot andere kaarten niet mee voor de regel die bepaalt dat er in één beurt slechts één ontwikkelingskaart uitgespeeld mag worden. Daarom heeft het totaal geen zin om overwinningspunten uit te spelen vóór het moment dat je het spel kunt winnen.
Aan het begin van een spel voor 3 of 4 personen bestaat de stapel van 25 ontwikkelingskaarten uit: 14 x ridder, 5 x overwinningspunt, 2 x monopolie, 2 x stratenbouw en 2 x uitvinding. Met 5 of 6 spelers zijn er 34 ontwikkelingskaarten: 20 x ridder, 5 x overwinningspunt, 3 x monopolie, 3 x stratenbouw en 3 x uitvinding. Elke ontwikkelingskaart kan een keer worden uitgespeeld en wordt daarna open op tafel gelegd. Uitgespeelde ontwikkelingskaarten gaan dus niet terug naar de bank. Als er geen ontwikkelingskaarten meer in de bank zijn, gaat het spel gewoon door, er kunnen alleen geen kaarten meer gekocht worden. Een ontwikkelingskaart mag nooit verhandeld worden.
De eerste speler die zijn derde ridder uitspeelt krijgt de kaart 'Grootste Riddermacht'. De kaart is twee overwinningspunten waard. Wanneer een andere speler een ridder uitspeelt en daardoor een grotere riddermacht krijgt dan degene die de kaart in zijn bezit heeft, krijgt deze onmiddellijk de kaart en de bijbehorende twee punten. Let op: de kaart blijft dus in het bezit van de eerste speler als een andere evenveel ridders heeft uitgespeeld. Alleen de speler die de kaart 'Grootste Riddermacht' in zijn bezit heeft krijgt de twee overwinningspunten. De speler die deze dus eerst had raakt ze weer kwijt.
De eerste speler die een aaneengesloten route van minstens vijf straten (en/of schepen) heeft, krijgt de kaart 'Langste Handelsroute'. De kaart is twee overwinningspunten waard. Wanneer tijdens het spel een andere speler een langere route bouwt dan de bezitter van de kaart, neemt hij onmiddellijk de langste handelsroute en de bijbehorende twee punten over. Let op: de kaart blijft dus in het bezit van de eerste speler als een ander een even lange handelsroute heeft gebouwd.
De handelsroute kan verbroken worden als een andere speler een dorp in deze route bouwt. Als dit tot gevolg heeft dat twee spelers een even lange langste handelsroute hebben, gaat de kaart 'Langste Handelsroute' terug naar de bank, totdat een speler de kaart (terug)wint.
Indien de langste handelsroute verbroken wordt, kan het gebeuren dat de speler die de kaart nu in handen krijgt 10 of meer overwinningspunten heeft. Iemand kan echter alleen in de eigen beurt winnen. Als een andere speler eerder 10 overwinningspunten of meer haalt is deze de winnaar van het spel.
Eén overwinningspunt per stuk zijn waard:
Dorp
Kaarten:
Kathedraal
Markt
Bibliotheek
Parlement
Universiteit.
Twee punten waard zijn:
Stad
Kaarten:
Grootste riddermacht
Langste handelsroute.
Op sommige kaarten levert het bouwen van een dorp op een nieuw eiland of het bouwen van handelsroutes een extra overwinningspunt op. Het spel wordt met een bepaald aantal overwinningspunten gewonnen.
De volgende spellen, uitbreidingssets en andere Catan-gerelateerde producten zijn in Nederland uitgegeven:
Kolonisten van Catan (1995): Het basisspel. Dit spel is nodig om alle andere uitbreidingen te kunnen spelen.
Er zijn diverse uitbreidingssets voorhanden, die het spel meer mogelijkheden geven.
Kolonisten van Catan (1995): uitbreidingsset voor 5 en 6 spelers - Maakt het mogelijk om het basisspel met 5 of 6 spelers te spelen.
Zeevaarders (1997) - Met deze uitbreiding kunnen de spelers met boten naar andere eilanden reizen, en worden de goudtegels geïntroduceerd.
Zeevaarders: uitbreidingsset voor 5 en 6 spelers - Maakt het mogelijk om Zeevaarders met 5 of 6 spelers te spelen.
Steden en Ridders (2001) - De spelers moeten zich verdedigen tegen "barbaren" die om de zoveel tijd toeslaan, en kunnen naar metropolen toewerken. Ook worden er in deze variant handelswaren gebruikt.
Steden en Ridders: uitbreidingsset voor 5 en 6 spelers - Maakt het mogelijk om Steden en Ridders met 5 of 6 spelers te spelen.
Historische Scenario's I (2002): Cheops & Alexander de Grote
Historische Scenario's II (2004): Troje & De Grote Muur
Kooplieden en Barbaren (2007): Kooplieden & Barbaren is een verzameling van 4 Catan varianten en 5 scenario’s (waaronder Vissers van Catan).
Kooplieden en Barbaren (2008): uitbreidingsset voor 5 en 6 spelers - Maakt het mogelijk om Kooplieden en Barbaren met 5 of 6 spelers te spelen.
De Historische Scenario's zijn gebaseerd op de echte geschiedenis, en worden in tegenstelling tot het basisspel op een vast bord (scenario) gespeeld. Om ze te kunnen spelen is het wel vereist een basisspel in bezit te hebben. Deze uitbreidingen kunnen echter niet in combinatie met de andere uitbreidingen gespeeld worden.
De Zes scenario's
In 2005 zijn er nog zes kleine uitbreidingen verschenen:
De Specialisten van Catan
De Koloniën van Catan
De Woestijnruiters van Catan
Het Grote Kanaal van Catan
De Wonderen van Catan
Diamanten voor Catan
Als iemand alle zes de uitbreidingen gekocht had kon diegene gratis een zevende miniscenario aanvragen:
De Vissers van Catan
Er zijn ook een aantal aparte Catan-gerelateerde spellen uitgebracht. Deze spellen worden los gespeeld. Er zijn er meer dan in deze lijst, maar hiervan zijn er nog geen Nederlandse uitgaven. (zie Duits)
Kolonisten van de Prehistorie (2002) - Speelt zich af in de Prehistorie.
De Ruimteschepen van Catan (2001 DE, 2004 NL) - Speelt zich af in de ruimte, andere (wat sciencefictionachtige) grondstoffen.
De Kolonisten van Catan: De val van Rome (2006) - Elke speler probeert het Romeinse Rijk te veroveren
De Kolonisten van de lage landen (2009): Met deze versie kun je in Nederland en vlaanderen spelen
De Kolonisten van Catan Mini-Editie: Om ook op reis van de Kolonisten te kunnen genieten
Kaartspel
De Kolonisten van Catan - Het Kaartspel voor twee spelers (1996): Dit is een kaartspel voor twee personen.
Het kaartspel heeft diverse uitbreidingssets:
Tovenaars en Draken
Politiek en Intrige
Ridders en Kooplieden
Wetenschap en Vooruitgang
Handel en Wandel
Barbaren en Handelsheren
Kunstenaars en Weldoeners (meegeleverd met de jubileumuitgave van het kaartspel)
In het kaartspel ligt een veel grotere nadruk op tactiek. In het spel voor drie en vier spelers neemt het samen spelen een grote rol in. In deze versie vervalt dit, omdat er maar twee spelers zijn.
Het principe blijft hetzelfde: elke speler start met twee dorpen en een straat. Door het gooien van de getallendobbelsteen worden grondstoffen vergaard. Hiermee worden wegen, dorpen en steden gebouwd om een grotere grondstoffenopbrengst te krijgen. Het verschil is dat dit alles op vierkante kaarten is uitgebeeld. Daarnaast zijn er de handkaarten en de gebeurtenisdobbelsteen. De handkaarten kunnen vergeleken worden met de kaarten uit de uitbreiding 'Steden en Ridders' van het spel voor drie en vier spelers. Deze vormen een grote set additionele gebouwen, eenheden en acties. Met deze kaarten kunnen grondstoffenopbrengsten verhoogd worden, handelsmogelijkheden verbeterd, gebouwen afgebroken en veel meer. De toevoeging van deze kaarten maakt het mogelijk het spel te beïnvloeden en deze voegen het tactische element toe. De gebeurtenisdobbelsteen heeft vijf iconen: roofoverval, goed jaar, de molen, riddertoernooi en gebeurtenis (deze laatste staat op twee zijden). In veel gevallen zorgen de bijbehorende acties voor een grondstoffenwinst of -verlies voor (één van) beide spelers.
Dobbelspel
De Kolonisten van Catan- Het Dobbelspel (2008) is een dobbelspel voor 1 tot 4 personen. Met behulp van een voorgetekend speelveld en zes dobbelstenen moeten de spelers punten proberen te halen. De interactie tussen de spelers ontbreekt in deze Catan-versie en het spel duurt korter. De spelregels zijn beperkter en het lijkt in enkele opzichten op Yahtzee, waar ook met een groot aantal dobbelstenen punten behaald moeten worden. Op het internet zijn sinds de uitgave van het spel enkele varianten te vinden, eveneens bedacht door Teuber.