‘Laten we met de les beginnen, doe maar je telefoon weg!’ zegt onze docent, Birgit, dan bijna elke les. Ik probeer dat te doen– maar helaas, elke keer mislukt het. De popup-berichtjes op het scherm verleiden me altijd om er even naar hen te kijken.
Ik geloof dat ik niet de enige student ben die dit heeft. Mobiele telefoons spelen een steeds belangrijker rol in mijn leven. Het is niet overdreven om te zeggen dat ik een dag niet kan uitstaan zonder mijn mobiele telefoon.
Hetzelfde overkwam ook met mijn broertje. Toen hij 9 jaar was, kreeg hij zijn eerste smartphone. ‘Het is het begin van de Wereldoorlog III’ zei mijn moeder. Vanwege de mobiele telefoon kreeg ze elke dag ruzie met mijn broer. ‘Je mag je telefoon niet naar school meenemen! Geef je telefoon aan mij, en doe je huiswerk! Niet met je mobiele telefoon spelen tijdens het eten!’ ‘Tja, wat vervelend!’ zo reageerde mijn broertje.
De over-afhankelijkheid van de mobiele telefoons heeft tot veel tegenstrijdigheden geleid tussen docenten en studenten, ouders en kinderen. Van China tot Nederland heb ik al veel erover gehoord. Het lijkt erop dat er een onweerstaanbare trend is: er zijn steeds meer jongeren onbeheersbaar ‘verliefd’ geworden op hun telefoontjes.
Er zijn altijd uitvluchten. ‘De mobiele telefoon is ook een perfect woordenboek.’, ‘Ik gebruik het om informatie te zoeken.’ect. Natuurlijk geven deze excuses ons een geestelijke troost, maar verder niks. In feite kan ik niet van de mobiele telefoon wegblijven, omdat ik bezorgd ben dat ik een berichtje in de volgende seconde ga krijgen.
Maar gelukkig verandert de situatie een beetje. Op een nacht ging ik terug naar huis om half twaalf en zag dat mijn moeder nog bezig was met haar mobiele telefoon. Het is tijd om die zin te zeggen. ‘Mam, doe je telefoon maar weg en ga slapen!’ zei ik.