Klippeklatring i Rogaland

Post date: Jul 18, 2016 10:33:55 AM

Het klimmen: Sirekrok

Onder: Maja klimt Vilja (7a) te Sirekrok

Het tweede klimgebied waar wij ons op het Noorse graniet hebben gestort is Sirekrok. Het ligt dichtbij de westkust nabij Stavanger in de provincie Rogaland (Urdviki ligt in het binnenland in Vest-Agder). Sirekrok is opgenomen in het klimgidsje ‘Klippeklatring i Rogaland’ én in ‘Climb Norway.’ Zoals de titels doen vermoeden is eerstgenoemde gids voor klimrotsen in de provincie Rogaland. Er staan allerlei klimgebieden in, 40 stuks groot en klein. Het is in het Noors geschreven, maar desalniettemin redelijk te volgen als je deze taal niet machtig bent (wij komen niet verder dan ‘jeg ikke snakker norsk’).

Het Engelstalige ‘Climb Norway’ (2014) bestrijkt heel Noorwegen: van Trollskala en Himmeldalen honderden kilometers noord van de poolcirkel tot Hauktjern in de achtertuin van Oslo, 2000 km. zuidelijker. Deze overzichtsgids beperkt zich daarom tot de sportklimhoogtepunten. Hij is eenvoudig te verkrijgen op: www.climbnorway.no en opbrengsten gaan naar het Noorse behakingsfonds.

Links: Maja klimt 'Mus i nebbit' (6b), sirekrok

Deze klimgidsjes gebruiken we:

En dan nu, alles wat je altijd al hebt willen weten over Sirekrok:

-vingerviendelijke bomvaste graniet met randen, bakken, opleggers en veel wrijving

-wand = vertikaal tot flink overhangend, routes zijn atletisch en pittig gewaardeerd (de route-openers gaan ervanuit dat iedereen zijn eigen lichaamsgewicht wel een keertje of 30 kan optrekken zonder een zweetdruppeltje te laten)

-37 routes op een rij staan klaar om je tanden eens flink in te zetten (als je te verzuurd bent om nog vast te houden :-).

-vooral zevens (Franse waardering) en een stel achten, een paar zessen om in te klimmen

-2 minuutjes lopen vanaf de parkeerplaats

-dankzij de vlakke grassige ondergrond kun je lui op je klapstoeltje zekeren...

... maar dan zit je wel in de schapenkak, want die beesten mogen graag voor de regen schuilen onder de overhang. Gelijk hebben ze.

De oplettende lezer begrijpt nu ook dat je in de regen kunt klimmen te Sirekrok. Dat is maar goed ook, aan de Noorse westkust regent het namelijk vaak. Een regenpak en waterdichte schoenen aantrekken voor de aanloop is geen overbodige luxe, het houdt meteen de knuten tegen:

Big city Stavanger

Om onze in Sirekrok ontplofte bicepsen wat rust te gunnen, besloten we een dagje te stadten. Dat werd Stavanger, een mooie havenstad aan de westkust van Noorwegen die al sinds de 12e eeuw bestaat. Het was leuk om eens een stad te bezichtigen zonder dat je door andere toeristen omringd wordt. We hadden zelfs moeite een paar ansichtkaarten te scoren, en dat is ons nooit overkomen in het historische centrum van een stad.

Stavanger is de oliehoofdstad van Noorwegen, het zogenaamde ‘on-shore center’ voor de oliewinning in de Noordzee. De stad heeft daarom een internationaal karakter. Waar je in de rest van Noorwegen met een vergrootglas moet zoeken naar een niet-Noor, struikel je in Stavanger over de immigranten. Maar liefst 21% van de inwoners is niet Noors. De Polen (6,7% ) en Britten (4,6%) vormen de grootste immigrantengroepen, zij profiteren van het grote aanbod aan werk in de olie.

In Stavanger is maar 2% werkeloos, een stuk minder dan in de rest van Noorwegen en al helemaal de rest van Europa. Dat ze rijk zijn door de olie heeft ook nadelen, want het is een van de duurste steden ter wereld. Onze ansichtkaartjes hebben ons een rib uit het lijf gekost.

De fjordenboot, voor de weinige toeristen die ze bij elkaar konden krijgen

Bart chillt aan de haven, het oliemuseum is rechts in beeld

De geschiedenis flits

Het blijkt dat Stavanger een speciale band heeft met Nederland: op een prominente plek van de stad staat een standbeeld van onze eigen Cornelius Cruys. De man is in 1655 te Stavanger geboren uit Nederlandse ouders en begon zijn maritieme carriëre in Amsterdam, vanwaaruit hij voor de Oost-Indië Compagnie voer als kapitein. In die hoedanigheid liep hij in de kijker bij niemand minder dan Russische tsaar Peter de Grote!

De tsaar was in de Gouden Eeuw speciaal naar Nederland gekomen, omdat dat toen een wereldmacht was die vooruitliep op het gebied van zo’n beetje alles. Peter kwam vooral om te leren op het gebied van de nijverheid, in het bijzonder de scheepsbouw. Hij nam Cornelius Cruys mee terug naar Rusland als zijn belangrijkste maritiem adviseur om zijn floot te moderniseren. Dit deed Cruys met verve en hij wordt daarom gezien als de architect van de Russische marine.

Schuyt schopte het in Rusland tot admiraal van de vloot, de hoogst mogelijke positie in de maritieme wereld! Hij speelde onder andere en spilrol in de overwinning die de Russen behaalde in hun oorlog tegen Zweden (1700-1721) als admiraal van Ruslands beruchte Baltische floot.

Links: Bart en Cornelius Cruys, Hollandse glorie in Stavanger!

Onder: overal in de fjorden en bergen lopen schapen op eigen houtje rond, soms met ram. In de klimgids geven ze als tip om agressieve exemplaren met een stok op hun neus te tikken: