Aan het einde van deze les moeten de leerlingen in staat zijn om:
2 of meer breuken op te tellen en af te trekken door gebruik te maken van vereenvoudigen en gelijknamig maken van breuken.
(in de les)
Verwerkingsopdracht 21
Signaaloefening 10
Maak de onderstaande testen tot je ze foutloos kunt! Als de test is ingevuld kun je je fouten verbeteren. Je kan de test meermaals opnieuw maken ter voorbereiding van de toets op het einde van de module.