Op het einde van de les moeten leerlingen in staat zijn om:
Getallen in oplopende en aflopende volgorde te ordenen door gebruik te maken van de juiste symbolen (<, >, =, ...)
Getallen te ordenen op een getallenas.
(in de les)
Verwerkingsopdracht 4
Signaaloefening 3
Maak de onderstaande test tot je ze foutloos kunt! Als de test is ingevuld kun je je fouten verbeteren. Je kan de test meermaals opnieuw maken ter voorbereiding van de toets op het einde van de module.