Op het einde van de les moeten leerlingen in staat zijn om:
Gehele getallen op te tellen en af te trekken met behulp van verschillende rekenregels;
Optellen en aftrekken van gehele getallen in contexten toe te passen. Leerlingen moeten in staat zijn om praktische situaties te vertalen naar wiskundige bewerkingen met gehele getallen.
(in de les)
Verwerkingsopdracht 11 t/m 13
Signaaloefening 9
Maak de onderstaande test tot je ze foutloos kunt! Als de test is ingevuld kun je je fouten verbeteren. Je kan de test meermaals opnieuw maken ter voorbereiding van de toets op het einde van de module.