Adriaen van de Velde
De Passieserie uit 1664
Robert Schillemans
ZOJUIST VERSCHENEN
Robert Schillemans (1954) was conservator van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder. Na zijn pensionering voltooide hij deze publicatie over een serie schilderijen die hem jarenlang fascineerde.
Vanaf 1664 hing er in de Amsterdamse zolderkerk ‘het Hart’ een serie van vijf Passieschilderijen van Adriaen van de Velde. De geestelijke dochter Sybilla Fonteijn betaalde er 250 gulden voor en doneerde de cyclus aan pater Parmentier. Dit drietal ontmoette elkaar regelmatig in deze kerk. Parmentier celebreerde er de mis, Sybilla assisteerde daarbij en deed aan liefdadigheid en Van der Velde liet er drie van zijn dochters dopen. In 1670 verdween Van de Veldes Passieserie uit ‘het Hart’. Maar nu, na ruim drie eeuwen, zijn de schilderijen opnieuw te zien in de zolderkerk, inmiddels onderdeel van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
De terugkeer van de Passieserie was de aanleiding voor nader onderzoek. Wie van het drietal bepaalde de stijl, het kleurgebruik en de afwerking van de schilderijen? Was het een ‘katholieke haastklus’ of speelde de in 1664 heersende pest een rol? In dit boek worden deze kwesties vanuit verschillende invalshoeken belicht.
From 1664, a series of five Passion paintings by Adriaen van de Velde hung in the attic church ‘het Hart’ (The Heart) in Amsterdam. Spiritual daughter Sybilla Fonteijn paid 250 guilders for it and donated the cycle to Father Petrus Parmentier. These three met regularly in this church. Parmentier celebrated mass there, Sybilla assisted and did charity work and Van der Velde had three of his daughters baptized there. In 1670, Van de Veldes Passion series disappeared from ‘het Hart’. But now, after more than three centuries, the paintings can be seen again in the attic church, now part of Museum Ons' Lieve Heer op Solder.
The return of the Passion Series prompted further investigation. Which of the trio determined the style, use of colour and finish of the paintings? Was it a ‘catholic rush job’ or did the plague that prevailed in 1664 play a role? This book examines these issues from different angles.
Petrus Parmentier
Dit nieuwe boek van Robert Schillemans, voormalig conservator van Museum Ons’ Lieve Heer op Solder, behandelt Adriaen van de Velde (1636-1672), die in 1664 vijf Passieschilderijen vervaardigde voor de Amsterdamse katholieke zolderkerk ‘het Hart’. Na jarenlange omzwervingen is die reeks weer terug in de kerk waarvoor ze werd geschilderd. Die voormalige kerkruimte staat, samen met het woonhuis eronder, sinds 1888 bekend onder de naam Museum Amstelkring en vanaf 2005 als Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
Geseling, midden rechts: ‘Adriaen van[de] Velde f. 1664.’ Doek, 92 x 140 cm.
Robert Schillemans (1954) was curator of Museum Ons' Lieve Heer op Solder. After his retirement he completed this publication about a series of paintings that fascinated him for many years.
Doornenkroning en bespotting, rechtsonder: ‘A v Velde f. 1664’. Doek, 92 x 140 cm.
This new book by Robert Schillemans, former curator of Museum our Lord in the Attic in Amsterdam, deals with Adriaen van de Velde (1636-1672), who in 1664 painted five Passion scenes for the Amsterdam attic church ‘het Hart’. After years of wandering, this cycle has finally come home to the church for which it was painted. This former place of worship, together with the canal house beneath, is known as Museum Our Lord in the Attic (Museum Ons’ Lieve Heer op Solder).
Relatively much is known about this Passion scenes. Not only that Van de Velde is the painter, but also that the spiritual virgin Sybilla Fonteijn paid 250 guilders for it, and that she donated the cycle to the priest of ‘het Hart’, Petrus Parmentier, who then had the works hung in the attics of a canal house that had been converted into a house church. Nevertheless, there is more to discover about the cycle.
.‘De Ster’ in 1846. Ingekleurde tekening, 490 x 390 mm. Amsterdam, Museum Ons’ Lieve Heer op Solder.
Compared to the rest of his oeuvre, Van de Velde’s religious work seems only of minor importance. He was first and foremost a painter of arcadian landscapes with staffage of cattle and herdsmen. At the 2016 exhibition Adriaen van de Velde ― Master of the Dutch Landscape, held at the Amsterdam Rijksmuseum and the London Dulwich Picture Gallery, his art was represented by some sixty paintings and drawings. Only four of these paintings showed a religious subject and his Passion Series was only mentioned in passing. This new book features this underexposed series as its main object.
Chapter I discusses how Van de Velde acquired his commission. This chapter also sheds light on the relationship between Van de Velde, the priest Parmentier and his spiritual daughter Fonteijn. Chapter II looks in detail at the commission situation and examines the paintings individually. Unfortunately, only one contemporary source is known in which something was recorded about the series and its significance. In order to better situate the Passion series, a discussion of Van de Velde’s other religious work follows in Chapter III. Chapter IV deals with the question of who was responsible for the program of the Passion cycle, and what this person had in mind for the series and what style was considered suitable for it.
Over die Passieserie is relatief veel bekend. Zo weten we niet alleen dat Van de Velde de schilder is, maar ook dat de geestelijke dochter Sybilla Fonteijn er 250 gulden voor betaalde en zij deze cyclus schonk aan priester Petrus Parmentier, die de werken vervolgens op de tot huiskerk ingerichte zolders van een grachtenpand liet ophangen. Maar er valt nog meer te zeggen over de cyclus.
In verhouding tot de rest van zijn oeuvre, lijkt Van de Veldes religieuze werk bijzaak. Hij verwierf vooral bekendheid met zijn met vee en figuren bevolkte arcadische landschappen. Op de expositie Adriaen van de Velde ― Meester van het Hollandse landschap, die in 2016 werd gehouden in het Rijksmuseum, werd zijn landschapskunst vertegenwoordigd met een zestigtal schilderijen en tekeningen. Slechts vier catalogusnummers toonden een religieus onderwerp en de Passieserie kwam enkel terloops ter sprake. In dit nieuwe boek staat deze onderbelichte reeks centraal.
Bewening, ongesigneerd, ongedateerd. Doek, 92 x 140 cm.
In hoofdstuk I komt aan bod hoe Van de Velde deze opdracht verwierf. Dit hoofdstuk belicht tevens de relatie tussen Van de Velde, de priester Parmentier en de geestelijke dochter Fonteijn. Hoofdstuk II staat uitvoerig stil bij de opdrachtsituatie en neemt de schilderijen afzonderlijk onder de loep. Helaas is slechts één contemporaine bron bekend, waarin iets over de serie en haar betekenis werd opgetekend. Om de Passieserie beter te situeren volgt in hoofdstuk III een bespreking van Van de Veldes overige religieuze werk. Hoofdstuk IV gaat in op de vraag wie verantwoordelijk was voor het programma van de Passiecyclus, en wat deze persoon nu precies met de serie voorhad en welke stijl hiervoor bijgevolg geschikt werd geacht.
Drie bijlagen vormen het sluitstuk van deze studie. De eerste is een vertaling van de tussen 1664 en 1682 in het Latijn opgestelde notities over de geestelijke maagden van de hand van Johannes van den Eeckhout. In deze unieke contemporaine bron, karakteriseert deze assistent van pater Parmentier de spirituele leefwereld van Sybilla Fonteijn en haar metgezellen. Deze vrouwen waren van essentieel belang voor de instandhouding van het katholicisme in het Amsterdam van de zeventiende eeuw. Met dit document krijgt Sybilla Fonteijn context. Bijlage 2 beschrijft de zeventiende-eeuwse altaarstukken van ‘het Hart’ en bijlage 3 handelt over Jan Inneveldt, een leerling van Adriaen van de Velde.
Three appendices complete this study. The first provides a translation of the notes on the spiritual virgins written in Latin between 1664 and 1682 by Johannes van den Eeckhout. In this unique contemporary source, this assistant to Parmentier characterizes the spiritual life of Sybilla Fonteijn and her companions. These women were essential to the preservation of Catholicism in seventeenth-century Amsterdam. With this document, Sybilla Fonteijn is given context. Appendix 2 gives a description of the seventeenth-century altarpieces of ‘het Hart,’ whereas Appendix 3 deals with Jan Inneveldt, a pupil of Adriaen van de Velde.
INHOUDSOPGAVE
Inleiding
Onderzoeksvragen
I. De ‘katholieke’ Adriaen van de Velde
Inleiding
Biografie
Schoonfamilie
Omgangsoecumene
Huwelijk
Testamenten
Kinderen
Schoonfamilie en voogdij
Huiskerken
Resumerend
Petrus Parmentier en ‘het Hart’
II. Adriaen van de Velde en zijn Passieserie voor ‘het Hart’
1. Jezus in Gethsemane
2. Geseling
3. Doornenkroning en bespotting
4. Kruisdraging
5. Bewening
De geheimen van het lijden
Mis en eucharistie
Van lijdensgeheimen tot Kruisweg
Lichtval en lichtwerking
Stijl en compositie
Visuele bronnen
Van de Veldes werkwijze
• Doornenkroning en bespotting te Vigo
Waardering en staat
Beïnvloeding door prenten
Invloed van schilderijen
Haastwerk?
Prijsvorming
Vriendenprijs
Resumerend
III. Van de Veldes religieuze oeuvre Oeuvre
Grote religieuze schilderijen
• Kruisiging, 1660
• Uittocht van Jacob, 1663
• Allegorie op de Onschuld, 1663
Collega-schilders
‘Heldere stijl’ en figuurstudie
• Jezus in Gethsemane, 1665
• Annunciatie, 1667
De Lairesse
• Vlucht naar Egypte, 1669
• Een afneming van ’t Kruis
Conclusie
IV. De inventor en het programma van de Passieserie
Inleiding
Petrus Parmentier
Parmentier in Gent
Afwerking
Conclusie
Bijlage 1. Geestelijke dochters
Inleiding
Transcriptie
Samenvatting
Bijlage 2. Zeventiende-eeuwse altaarstukken in ‘het Hart’
• Kruisiging
• De Liefde van Augustinus tot God
• Alle geslachten zullen mij zalig prijzen
• Kroning van Maria door de Drie-eenheid
Bijlage 3. Jan Inneveldt
Literatuur
Noten
ISBN 978-90-9036361-5 (hardcover)
132 pp. (language: Dutch)
NUR Code 654