Rapport Wennink: Aandeelhouders moeten beloond worden
Rapport Wennink: Aandeelhouders moeten beloond worden
John Tabé hakt door: 29-12-25
Zodra een kabinet interesse toont in een megaproject, zie ik de kosten omhoogschieten. Het rapport Wennink is nog niet eens besproken en de teller staat al op 150 miljard euro. Bedrijven ruiken geld en eisen meteen extra bijdragen. Ik herken het patroon direct: zodra publiek geld op tafel ligt, schuift het bedrijfsleven aan met een open rekening.
De voorbeelden stapelen zich voor mijn ogen op. Het Nationaal Groeifonds, Project Beethoven, de miljarden voor ASML, telkens hoor ik dezelfde boodschap: zonder staatssteun stort alles in. Ondertussen ontsporen grote projecten keer op keer. De hogesnelheidslijn loopt 4,3 miljard uit de hand, de Betuwelijn 2,2 miljard, de Noord‑Zuidlijn meer dan 2 miljard. Zelfs de renovatie van het Binnenhof explodeert van 300 miljoen naar 2 miljard euro.
Voor mij is de conclusie glashelder: zo’n 70% van de grote overheidsinvesteringen van 100 miljoen euro of meer mislukt door overschrijdingen, vertragingen of beide. Ik zie hoe bedrijven het spel spelen. Ze schrijven laag in om de opdracht binnen te halen, draaien daarna de kosten op en schuiven de risico’s door naar de belastingbetaler. Hun winst blijft privé, de rekening wordt publiek.
Tegelijkertijd moet ik horen dat de overheidsbudgetten “krap” zijn. De zorg kraakt, scholen wachten op renovatie en de woningmarkt zit muurvast. Voor publieke voorzieningen is nooit geld genoeg, maar zodra private partijen profiteren, blijkt de schatkist ineens verrassend diep.
En zo zie ik de geschiedenis opnieuw in hetzelfde rondje draaien. Het rapport Wennink wil belastinggeld inzetten om private winsten te subsidiëren en aandeelhouders te plezieren, terwijl de publieke sector op omvallen staat. Het contrast wordt elke dag scherper, en ik vraag me af…