Wanneer je gaat observeren, zijn er verschillende hulpmiddelen tot je beschikking.
Hieronder gaan we in op hulpmiddelen bij de registratie en algemene hulpmiddelen.
Als je observeert, dan moet je datgene wat je waarneemt vastleggen. Dit noemen we ook wel 'registreren'. Een registratie moet een zo objectief mogelijke weergave zijn van de observatie en mag geen enkele interpretatie bevatten.
De observatiemethode die je kiest is van invloed op de manier van registreren.
Hieronder gaan we in op de meest voorkomende hulpmiddelen.
Hierbij schrijf je alles op wat je ziet gebeuren en te maken heeft met je observatiedoel. Nadat je op een blad of formulier wat algemene gegevens hebt ingevuld, noteer je alles wat je van belang vindt.
Een beschrijvend verslag wordt vaak gebruikt bij een continue observatie.
Als je de observatie met een beschrijvend verslag wilt registreren, zijn er twee manieren waarop je te werkt kunt gaan:
1. Alles wat je ziet letterlijk opschrijven
Dit vergt een hoog schrijftempo, en dan nog is het moeilijk om alles bij te houden wat er gebeurt. Door de situatie op te nemen op video, kun je dit probleem ondervangen. Dit is echter niet altijd mogelijk. Bovendien geeft een video-opname een momentopname van de werkelijkheid.
2. Trefwoordensysteem
Meestal wordt er gewerkt met trefwoorden die tijdens de observatie worden genoteerd. Na afloop van de observatie worden deze trefwoorden uitgewerkt in een verslag. De trefwoorden roepen een bepaalde situatie weer voor de geest, zodat bij de uitwerking van het verslag de gehele situatie kan worden beschreven. Je moet dan niet te lang wachten met het uitwerken van het verslag, anders loop je het risico dat je al te veel bent vergeten.
Het observatieschema bevat een aantal gedragskenmerken die je kunt aankruisen of turven. Afhankelijk van het observatiedoel en de toegepaste methode kun je daarbij gebruik maken van kant-en-klare lijsten/schema's. Voor verschillende doeleinden zijn goed doordachte observatielijsten ontwikkeld. Daarvan wordt in de kinderopvang en het onderwijs gebruikgemaakt ten behoeve van het kindvolgsysteem.
Je kunt ook zelf een schema maken. Je stelt dan vast welk gedrag je wilt observeren. Je zorgt dat dit gedrag concreet is omgeschreven (en dus zo objectief mogelijk waarneembaar).
Het gebruik van een observatieschema heeft verschillende voordelen: het werkt snel, je kunt gegevens makkelijk verwerken, je kunt de observaties van verschillende mensen goed vergelijken.
Nadeel is dat je alleen gedragingen vast kunt leggen die op de lijst staan. Je bekijkt het gedrag niet in samenhang met de omgeving waarin het plaatsvindt.
Je kunt hierbij denken aan een videocamera. Je kunt dan het geobserveerde gedrag op een later moment nog eens rustig terugkijken. Je zou zelfs bepaalde fragmenten in 'slow motion' kunnen afspelen. Je zou de beelden ook met meerdere mensen terug kunnen kijken.
Als het je alleen gaat om het gesproken woord, kun je ook gebruikmaken van een memorecorder. Je zou je kunnen voorstellen dat het onmogelijk is om dingen meteen te noteren wanneer je een participerende observatie uitvoert. Dit zou je dan met behulp van een memorecorder op een later tijdstip kunnen doen.
Een stopwatch zou je kunnen gebruiken als je in je observatieplan hebt geschreven dat je 10 minuten gaat observeren. Of dat je om de 15 minuten gaat observeren.
Uiteraard zul je ook regelmatig gebruikmaken van pen en papier.