Na het observeren zul je je bevindingen vaak moeten overbrengen aan anderen. We noemen dit rapporteren.
Rapporteren = het overbrengen van informatie aan anderen
Er zijn twee manieren van rapporteren:
mondeling (bv. bij de dienstoverdracht)
schriftelijk (bv. de rapportage van observaties door een psycholoog naar ouders)
Het mondeling rapporteren vereist een grote kennis van zaken (je kunt niet alles precies voorbereiden wat je gaat zeggen).
Voordelen:
het doorgeven van informatie gaat sneller
de ontvanger kan gelijk reageren
Nadelen:
de informatie is niet vastgelegd, de ontvanger moet vertrouwen op zijn geheugen
je weet niet welk deel van de informatie bij de ontvanger is overgekomen
er is meer kans op interpretatiefouten bij de ontvanger
Tips bij mondeling rapporteren:
het is van belang te beschikken over goede communicatieve vaardigheden
check tijdens het gesprek je toehoorder om erachter te komen of hij begrijpt wat je bedoelt en of hij je verhaal kan volgen
maak onderscheid tussen de feitelijke gegevens van de geobserveerde en hoe jij die gegevens interpreteert
vertel in een logische volgorde
vermijd overbodige informatie
het is aan te raden om van tevoren een aantal steekwoorden op te schrijven over wat je kwijt wilt
Bij een schriftelijke rapportage worden de observatiebevindingen vastgelegd in een rapport.
Voordelen:
de ontvanger kan alles nalezen
de onderzoeksbevindingen kunnen worden bewaard
Nadelen:
het schrijven van het rapport kost veel tijd
de lezer kan geen vragen stellen, dus het rapport moet duidelijk en volledig zijn
Tips bij schriftelijk rapporteren:
gebruik duidelijke en correcte taal
vermijd etiketten en subjectieve termen (woorden als 'steeds', 'erg', 'nogal wat', 'tamelijk', 'voortdurend', 'behoorlijk' en dergelijke moeten zoveel mogelijk worden vermeden, omdat iedereen hier wat anders onder verstaat)
rapporteer objectief en schrijf op wat je waarneemt (bijvoorbeeld: 'De man loopt om de 5 minuten naar de toilet', en niet: 'De man moet voortdurend naar de toilet', want tenslotte weet je niet of de man naar de wc ging of zijn handen ging wassen)
een rapport moet overzichtelijk en volledig zijn
De opbouw van een observatierapport kan van geval tot geval verschillen. Instellingen kunnen verschillende opbouwen gebruiken. Het is daarom belangrijk om na te vragen hoe het observatierapport in de instelling wordt opgebouwd.
Ongeacht de opbouw komen de onderstaande onderdelen in een observatieverslag terug:
Dit bestaat uit persoonlijke gegevens en achtergrondinformatie van de geobserveerde.
Wat is de aanleiding? (de reden dat je gaat observeren)
Wat is je doel met de observatie? Welke vragen wil je beantwoord zien?
Voor welke observatiemethode kies je? En waarom? (zorg dat de observatiemethode aansluit bij het doel van je observatie)
Hier komen de feitelijke observatiegegevens: wat heb je objectief geobserveerd? Zorg dat er geen interpretaties worden gedaan!
Eventueel kunnen ingevulde observatieschema's in een bijlage aan het rapport worden toegevoegd.
De interpretatie bevat het denkwerk van de observator. Let erop dat je duidelijk maakt wat feiten en wat interpretaties zijn.
Tot slot kom je tot een conclusie. In deze conclusie geef je aan of je je observatiedoel bereikt hebt en je geeft antwoord op de observatievragen die je je had gesteld.
Je werkt in een beroep met mensen. Mensen hebben gevoelens. Je moet je hiervan bewust zijn: je kunt niet alles zeggen of schrijven wat je wilt. We noemen dit ethiek.
Ethiek = geheel van gedachten over en visies op de gedragsregels die mensen tegenover elkaar in acht moeten nemen
Het gaat er hierbij om wat fatsoenlijk is en wat niet. Dit is steeds een individuele afweging. Je zult je steeds moeten afvragen of je er iemand mee helpt of dat je iemand ermee pijn doet.
Het is erg belangrijk dat je rekening houdt met de privacy van de geobserveerde. Je kunt dit doen door:
niet aan groepsgenoten bekend te maken dat je een bepaald persoon gaat observeren
in de rapportage de echte naam niet gebruiken, gebruik bijvoorbeeld de initialen (E.B. in plaats van Ellen Bouwer) of een eigen verzonnen naam
de rapportages niet rond laten slingeren
op te letten waar je de rapportage eventueel op internet zet
inzage- en correctierecht
Een cliënt heeft altijd recht om het eigen rapport in te zien en indien hij vindt dat er zaken in staan waar hij het niet mee eens is, dan moeten deze gecorrigeerd worden. Dit is geregeld in de Wet bescherming persoonsgegevens. Een familielid mag het rapport alleen lezen indien de cliënt daar toestemming voor heeft gegeven. Is de cliënt niet aanspreekbaar, dan mag de formeel aangestelde contactpersoon het rapport inzien.