Pieter Corneliszoon Hooft (1581 - 1647) werd geboren in Amsterdam, dertien jaar na het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Hij was een geleerde en intellectuele schrijver, historicus, taalbouwer en na Joost van den Vondel de beroemdste Nederlandse (toneel)dichter uit de Gouden Eeuw. Hij werd ook wel het Hoofd der Hollandse poëten genoemd en droeg veel bij aan de Nederlandse taal met zijn toneelstukken en sonnetten, waarin hij onder meer lexicale vernieuwingen en typisch Latijnse constructies introduceerde; hij bedacht nieuwe Nederlandse woorden en maakte lange en ingewikkelde zinnen. Hij was ook burgemeester van Muiden en ontving in zijn ambtswoning - het Muiderslot - veel geleerden en kunstenaars. Daarnaast maakte hij deel uit van de rederijkerskamer De Eglentier en richtte in 1617 samen met Bredero en Coster de eerste vaste schouwburg van Nederland op: de Nederduytsche Academie. De Academie was ook bedoeld om kennis en wetenschap voor meerdere bevolkingslagen toegankelijk te maken, al waren vrouwen hiervan nog uitgesloten. Zijn levensmotto was 'Omnibus idem': hetzelfde voor iedereen.

Hooft werd vooral bekend om Nederlandse historiën, zijn onafgemaakte meesterwerk over de Nederlandse Opstand, waarin hij de periode van 1555 tot 1587 beschrijft én om zijn toneelstukken Granida (1605), Geeraerdt van Velsen en Warenar (1617) over een vrek die zo op de centen is dat hij er alles voor opoffert, zelfs zijn dochter. Deze komedie was het openingsstuk van de eerdergenoemde Nederduytsche Academie. Ook met zijn liefdesemblemen, poëzie en liederen bracht Hooft het hoofd van menig Hollander op hol.

Lees hier en daar meer over Hooft.

Een deuntje

In het werk van Hooft komt vaak het ideaal van de 'Echte Liefde' naar voren. 'Echte Liefde' zou, volgens hem, zorgen voor harmonie en geluk in het huwelijk. In zijn toneelstuk Granida zegt hij bijvoorbeeld: "Zij ['Echte Liefde'] zaligt bruidegom en bruid". Lees meer hierover in de keuzemodule 'Liefde', op de subpagina 'Liefdesgedichten'.

In 'Deuntje' gaan de echtelieden elkaar echter uit naam van 'Reine Liefde' geregeld te lijf. Hooft lijkt daarmee juist luchtig de spot te drijven met zuivere liefde en een waarschuwend voorbeeld te geven van hoe het niet moet met de liefde.

Opdracht 1

Voer onderstaande drie deelopdrachten uit om het 'Deuntje' beter te begrijpen.

Opdracht 2

Draag het 'Deuntje' in tweetallen voor en maak een audio-opname óf voer het op als een act en maak een video-opname.