Een paar dagen voor de bevrijding is er veel Duitse activiteit in Wingene. De soldaten plunderen en slepen alles mee wat nuttig is. De 17 e oktober voor dag en dauw blazen ze de kerktoren, de belangrijkste kruispunten rond het centrum en de bruggen over de Ringbeek op. Vanuit de Hillesteenweg komen de eerste Franse cavaleristen van het 14 e Régiment de Dragons om 9.30 uur aan in Wingene-centrum. Ze rukken onmiddellijk op richting Ruiselede. Aan de Ringbeek stoten ze op de Duitse verdedigingslinie. De geallieerde aanvallen van 17 en 18 oktober op deze linie worden telkens afgeslagen. De Duitsers beschieten Wingene-centrum vanaf Sint-Jan en Doomkerke, onder andere met gasgranaten. De geallieerde artillerie beantwoordt uiteraard de beschietingen en dit duurt tot 19 oktober ‘s morgens. De schade in het centrum en omgeving is immens, minstens 150 gebouwen zijn ernstig beschadigd of vernield. Wanneer de Duitsers zich op 19 oktober terugtrekken, kan het volledige grondgebied van Wingene bevrijd worden. De gevechten van 17 en vooral 18 oktober te Wingene kosten aan 51 Belgische en minstens 11 Franse militairen het leven, naast talloze gekwetsten. Er sneuvelen bij benadering een 30-tal Duitsers. Door de wederzijdse beschietingen komen eveneens 22 burgers om. Op het Militair Ereperk rusten 31 gesneuvelde Belgische militairen, waarvan er 29 vallen tijdens de bevrijding van Wingene. Van 3 onder hen blijft de identiteit onbekend.