2006 Q1

25/03/06

Amper op pad bleek ons pad zaterdag het pad van de paddentrek te kruisen. Op de weg zat, naar ik meen, een goed uit de kluiten gewassen Knoflookpaddin met de mooie soortnaam Pelobatis Fuscus. Jammer genoeg was ik te geconcentreerd op het bij houden van de onder leiding van Jo voort stuivende groep dat ik vergat om een foto te nemen. Terug bij af ben ik nog even opnieuw begonnen voor een herkansing maar de pad was intussen verder getrokken of verdwenen in de maag van een kraai. het missen van een foto kan natuurlijk niet en dat betekende zondag een tweede extra ommetje naar in dit geval Kasteel Wijlre . Daar trekken namelijk om deze tijd de padden vanuit de "paddenpool" naar de kasteelgracht en dat is altijd prijs. Het bleek loon naar werken en dat kregen de paddenmannetjes ook. Zij lopen zo ongeveer drie op één en dat geeft wat eierschuim op het water.

De opkomst was zaterdag dun en verdeeld in meningen over de te lopen tijd. Jo kwam vertellen dat hij kwam om weer terug te lopen want hij wilde zondag niet te moe zijn bij het afhalen van zijn prijs, Klaus moest kennelijk bijtijds winkelen in Valkenburg en Raymond moet in deze tijd tijdig zijn nieuwe schaapjes gaan tellen. Uiteindelijk heb ik Jo maar naar huis gebracht. Hierbij begreep ik dat hij zijn trainingsaanpak heeft gewijzigd. In plaats van duurlopen loopt hij alleen nog korte wedstrijden en winkelt lang met Jenny. Ik begreep al niet dat ik hem zo makkelijk kon bijhouden. Natuurlijk werd ik en route onderhouden over mijn, tot nu toe, schamel wedstrijdprogramma. De toelichting dat de ombouw van de klasse 60+ naar de klasse 55 -65 alle competitielust wegneemt werd door de jeugd niet echt begrepen. Maar ik heb de tijd mee, tegen de tijd zij 60+ zijn (en nog lopen) zal het begrip wel komen. Ook kwam de voorbereiding voor de Maasmarathon aan de orde maar alleen in woorden. Zes en drie weken hiervoor moet gepiekt worden. De zes heb ik dus zaterdag verder alleen moeten doen.

De paddentrek betekent dat de temperatuur boven de 10ºC was en op één plensbui na bleef het droog. Dat betekende ook dat ik na afloop geen droge draad meer aan het lijf had van het zweten. Ondanks de aangepaste kleding is zo'n plotseling hogere temperatuur altijd even afzien. Het werd een lente rondje van 3:10 van Meerssen - Maastricht - Margraten - Scheulder - Schin op Geul - Valkenburg - Meerssen.

De week was ondanks het nog steeds te koude weer ook niet mis. Het voortschrijdende weekgemiddelde kwam op een zeer aanvaarbare 10:48 en dat begint op marathonvorm te lijken lijken. Deze lange duur is geen sport masochisme. Voor een zelfde traininginspanning moet het teruglopen van de gemiddelde snelheid namelijk gecompenseerd worden door langer te lopen. Dat betekent in mijn geval dus 15% meer kilometers dan 7 jaar geleden. Daartegenover staat dat je nog eens ergens komt. Zo trof ik op de weg van Oirsbach (D) naar Lemiers (NL) een niet mis te verstane spirituele oproep aan langs dravende lopers.

Beneden in Lemiers vonden we als beloning voor mijn bezinning een nog niet gekend pad, met zicht op een leuk privé optrekje, langs de Senserbach.

Zondag stond zoals vermeld dus in het licht van de paddenfotografie en dat lukte mooi. Het betekende wel duurlopen bij nog warmer weer. Uiteindelijk dwongen de padden mij tot het vestigen van een nieuw weekend record met 5:53. Wellicht komen en/of de Marathon PlusLoop, de Fortis Utrecht Marathon ,de Rembrandt Marathon in Friesland en de Enschedé Marathon nog in het vizier.

18/03/06

Het was de week van de twee ouwe stompen. De eerste ouwe stomp stond in het park van Schaep en Burgh. De naam van dit 's Gravelandse landgoed slaat niet op de schaapsstal van de pasgeboren lammetjes in de wei aan de rand van het water. Het heeft te maken met wijle de Amsterdamse heer Schaep die zijn schaapjes op het droge had. De tweede ouwe stomp zeulde na een afbeulende werkdag in Amsterdam door het park van Schaep's optrekje.

De ouwe stomp trof deze ouwe stomp als een bliksemschicht. Elke eik, hoe krachtig ook, vindt zijn einde. Meestal is dat door jammerlijk vellen maar deze mocht nog wat doorhobbelen te midden van zijn meer jeugdige kompanen. Kaal, knoestig, stram en verweerd speelt hij echter nog mee in het landschap. Dit gaf een nieuwe impuls aan mijn doorhobbelen langs Neerlands dreven. Een jonge eik wordt ik niet meer maar zolang blessures mij niet vellen blijf ik het landschap op mijn reizen door Nederland stofferen.

Zaterdag werd het weer eens tijd voor lange duur daden. De blaasbalgen werkten weer goed en de ergste kou leek uit de lucht. Dat laatste bleek schone schijn want de thermometer bleef steken op 3ºC in plaats van de voorspelde 8ºC. Het ergste was echter de koude wind daarbij. In de beschutting van het redelijk uitgespoelde Geuldal en in het zonnetje met de wind in de rug op het plateau liep het echter lekker weg. Alleen de laatste 20 minuten was het opboksen tegen de wind. Het Geuldal is altijd goed voor een paar plaatjes. Dat de ganzenmars aangevoerd werd door een eend was echter een geheel nieuw beeld.

Het resultaat van 3:12 was loon naar werken en tegelijk het startsein voor dromen over later. Dat later is in ieder geval in mei de Maasmarathon en de Marathon van Klazienaveen. In juni staat voor ongeveer de 20e keer Chamonix met de Mont Marathon op de kalender. Zonder mij is deze wedstrijd uiteraard niet meer denkbaar. De Mergelland Marathon moet ik jammer genoeg laten lopen vanwege werkzaamheden in Amerika. Daar tussendoor is alles nog open behalve het rijden van de DSM Classic van het Noorden en van het Zuiden.

Verder is er nog de invitatie van Youri Bouman aan het voormalig DSM RunningTeam en zijn zaterdagtrainingsmaatjes om hem te komen vergezellen in de komende NY Marathon. Hij werkt aan een sponsoring en liefhebbers moeten zich melden bij Jo Schoonbroodt.

Zondag werd het tijd om de vorm aan de tand te voelen en dat werd bijna mijn einde. Het mooie weer had veel autowandelaars tussen de wielen gebracht en dan wordt het link in het Heuvelland. Die auto's zijn namelijk zaterdags gewassen en gepoetst en dan is uitwijken in de berm niet bespreekbaar. Zo werd ik dus door een SUV met een suffe juf achter het stuur de berm ingewerkt. Het liep op geschaafd vel en gescheurd jasje goed af. Juf was intussen al uit het zicht en dat was maar goed ook want vrouwen moet je liefhebben.

Tot dan en nadien liep het verder prima. De zon scheen, de sneeuw was bijna weg gedooid uit de holle wegen en de blubber was opgedroogd tot fijn lössstof. Als ik dit alles in een kale polder zou moeten lopen dan wist ik het nog niet. Ik bewonder Jos Brouwer dan ook eindeloos in al zijn Delftse lopen fietsen en zwemmen.

Hoewel, ik mag niet overdrijven. Vergelijk nu zelf het gebied waar al rond 1500 AC aan mijn genen werd gesleuteld met het gebied waarin ik mij heden met dit resultaat als allochtoon mag bewegen. Het weekend eindigde op 5:36 en het voortschrijdende weekgemiddelde kwam hiermee op 9:04. De loopwinter lijkt dus redelijk voorbij. Nu maar concentreren op de eerste warmte stuwing.

11/03/06

Een mens moet alles meegemaakt hebben in zijn leven maar bij hardlopers kan dat lang duren. Zaterdag liet het weer een nog niet vertoond staaltje zien. Vertrekken bij windstil nevelig druilerig weer bij 3,5 ºC en ruim twee uur later terugkomen in een jagende sneeuwjacht uit het oosten bij -0,5ºC had ik nog niet beleefd. Het zal het broeikaseffect wel weer zijn in plaats van een gewone Hollandse winter.

De deur uitgaan is zoals bekend het moeilijkste van het lopen. Eenmaal onderweg is er geen vuiltje meer aan de lucht ook al sneeuwt en vriest het. Het onweer kon de pret dus in het geheel niet kreuken. Integendeel, het doorstampen in gevecht tegen de elementen is heerlijk. Dit zeker na een week waarin de jeugd mij in de bolide weer van zuid naar noord v.v. door het land joeg,

Statige stinsen, herenboerderijen, terpdorpjes met één kerk en tien huizen en de elfsteden stadjes onderscheiden deze provincie van alle anderen. Het geheel wordt bevolkt door diep Friezen die een taal spreken die niemand verstaat. Gelukkig zijn zij tweetalig en onderwijzen de buitenlanders graag door alles ook in twee talen te presenteren.

Leeuwarden/Ljouwert was dit keer de bestemming maar het weer bracht mij niet in de stemming om daar te gaan lopen. Als in het hotel de regen tegen de ruiten klettert dan is het de deur uitgaan meer dan moeilijk of zeg maar onmogelijk. Dus luiheid was mijn lot. Maar zelfs in de regen is Friesland een mooi land. Het is weg van de snelweg zelfs in de winter prachtig aangekleed biljartlaken zoals ik op de terugweg mocht vaststellen. Zo kwam ik vanuit in Snits terecht. Deze plaats is behalve van de elfstedentocht bekend van zijn Wetterpoarte, de Snitswike, Alvestêde Fytsfjouwerdaagse en het Frysk Skipfer Museum.

De zaterdagloop bewees dat luiheid loont. Het begin liep weliswaar zodanig stroef dat ik even overwoog om mij in de kolkende Geul te werpen teneinde nog enige snelheid te kunnen halen. Mijn zwemkunst is echter te beperkt om het resultaat bij leven te beleven. Dat is overigens relatief want zelfs de waterratten wagen zich na regenval niet in stroom. Verder is het strijken van de stuw voor de watermolen en het blokkeren van sluis naar diens instroom geen loos gebaar. Bij laag water in de zomer heb ik het ooit eens gewaagd vanwege een weggespoelde brug maar dat was eens en nooit weer. Later liep het echter verrassend makkelijk weg hoewel de Geul sneller bleef. Die kan echter niet omhoog stromen maar ik wel omhoog stomen. De klimmetjes in de sneeuw brachten het goede gevoel weer snel terug.

Zondag was een pure wintersportdag met in de zon net boven nul en in de schaduw vorst. Lopen over een dun sneeuwlaagje met af en toe wat losse sneeuwvlokken en regelmatig een zonnetje. Met de wind mee droop het water er af en met de wind tegen liep ik achteraf gezien bijna frost bite op. In ieder geval nodigde het uit tot een langere loop dan zaterdag en zo kwam ik weer eens in de richting van de 5:00 in het weekend.

Toch is het wat mij betreft wel genoeg geweest voor deze winter. Het hunkeren naar de korte broek en singlet begint intussen ziekelijke vormen aan te nemen en de fiets wil ook eens van stal. Nog minder dan een maand en dan staat de Rotterdam Marathon weer voor de deur met de Parelloop in Brunssum als opwarmer maar met dit weer wordt je daar nog niet warm van.

Lange voettochten brengen altijd groot en klein leed aan het licht. Bij Bosschehuizen trof ik groot leed. Sinds ik midden op mijn oprit verblijd werd met een zelfde product sprak dit zeer aan,


04/03/06

Botontkalking en slechtziendheid waren mijn hardloopthema's van deze week. Volgens de media sneeuwde het alleen in midden en noord Nederland. Kennelijk staat het diepe zuiden niet op hun weerkaarten. Daar hield het deze week in ieder geval niet op met sneeuwen. Sneeuw is voor hardlopers een soort jing-jang. Het loopt heerlijk totdat je sneeuwblind raakt en/of uitglijdt De gevolgen laten zich raden. Het schiet sowieso niet zo hard meer op maar met een stok op de tast de weg door het sneeuwlandschap vinden schiet al helemaal niet op.

Zaterdag trof ik gelukkig onderweg wat blinde soortgenoten. Ik weet nu het verschil tussen het aan de stok lopen en krijgen.

Naar de "Parabel der Blinden" van Pieter Bruegel de Oude".


De jing en de jang van de sneeuw werd treffend in beeld gebracht door een aantal nudisten van op zich verschillende zoogdiersoorten die ik onderweg trof. Zoek het onderscheid tussen denkende mensen en redeloze oerossen. Bij het lopen manifesteerde de jing en jang zich op een andere manier. In de buien op de plateaus soms poolomstandigheden door de sneeuwjachten. Na de buien het zonnetje met daardoor de beeldige sneeuwbeelden.

De jing en jang van het lopen en ademhalen kwam deze week vrijwel in evenwicht. Alleen na het lopen dreigen de blaasbalgen nog een tijdje naar buiten te komen maar dat had ik altijd al. Het opvoeren van de duur mocht ook naam hebben. Het weekgemiddelde kwam met 8:23 weer op ongeveer 90% van het streven en de duur naderde weer de 2:30. Het ging echter door het weer en de omstandigheden niet van een leien dakje. Er moest bij tijd en wijle behoorlijk gekluund worden door de holle wegen. Toch begint het tijd te worden om weer plannen te maken. De Mont Ventoux van 19/3/06 is echter van de lijst afgevoerd voorzover deze er al opstond. Het is a) te kort dag en b) waarschijnlijk nog te veel sneeuw. De mogelijkheid c) ik ben niet gek laat ik als onwaarheid maar buiten beschouwing.

Zondag hield de jing en jang van het weer van zon en sneeuwjachten onverminderd aan. De beginnende katjes aan de bomen, ontluikende sneeuwklokjes, gevlekte aronskelk, opkomende digitalis verraden echter dat de regeringsperiode van Koning Winter ten einde loopt. Nog even dan krijgen we de eerste warmtestuwing in de wedstrijden weer te verwerken. Op 13/3/1991 liep ik de Westland Marathon onder een stralende hemel bij plots 18º C. Jos en Opa Brouwer zullen deze helletocht ook nog wel op het netvlies hebben staan en begrijpen dat de 3:38 op mijn 48e een toptijd was

25/02/06

Op 2/3 van het normale weekgemiddelde en na bijna 4 weken weer een duur boven de twee uur is de voorbode van herstel. Dit ging niet gepaard met voorbodes van de lente. Het was en bleef smerig koud met een harde oostenwind en een lucht waar voortdurend dunne sneeuw uitdwarrelde. Het gejojood tussen plus en min werd zelfs mijn regenpijp teveel en zo kon ik met wat goede wil gaan ijsklimmen. De broeikaslobby heeft onder deze omstandigheden wijselijk haar aandachtsgebied naar de amandelbomen in Spanje verlegd. Deze zouden daar vanwege de klimaatverandering nu te vroeg bloeien hoewel ze dat elk jaar ongeveer om deze tijd doen. Over drie weken zal de sleedoorn in Nederland naar hun zeggen wel te vroeg bloeien tenzij de vogelpest dan nog de publiciteit krijgt. De angst voor de pandemie heeft intussen meer slachtoffers geëist dan de vogelpest zelf. De kans om die te krijgen is ongeveer net zo klein als door een meteoriet geveld te worden.

Het koude weer was in ieder geval goed voor het Olympische Winterspelen gevoel. Enerzijds het wijgevoel bij het lopen en anderzijds het behaaglijk warm van achter de snorrende kachel (=CV) bekijken van andermans dood of de gladiolen. De gladiolen zijn gelukkig schaars en zo konden we weer genieten van veel sportdrama met af en toe een toefje van hemels geluk. Het ligt natuurlijk voor de hand om het meest te genieten van de sporten die je zelf ook praktiseert en dat heb ik dus gedaan. Het werd dus voornamelijk schaatsen, langlaufen en skiën met wat nieuwsgierige uitstapjes naar de arena's van andere wintersporten.

De oude beelden herhalingsbeelden uit mijn jeugd vormde een extra aankleding en lijken in vergelijking met de snelheid van nu soms slapstick. Dat schijn bedriegt ondervond Sven Kramer aan de lijve toen hij op niet klappende schaatsen en in de gebreide wollen outfit van toen de Olympische tijd van Ard Schenk mocht aanvallen. Hij weet nu i dat hij n die tijd geen schijn van kans had gehad. Maar ook in het heden blijft het relatief. De Keniaan die met een gemiddelde van boven de 18 km/h de 10 km op de skietjes wegliep in het veld waar 25 km/h wordt gelopen lijkt niets maar ik haal amper de 16 km/h.

Het opzoeken van de luwte leidde bij het lopen onder andere in de richting van Kerkrade. Een veel verguisde plaats waar de kolenwinning diepe sporen in het landschap en op de zielen van de bewoners heeft achtergelaten. De relatie tussen Kerkradenaren en de rest van Limburg is ongeveer even moeizaam als die van Maastrichtenaren met het volk buiten hun stadswallen. Ik voel dat zelfs als Hollander aan en ga dus beide steden met gepaste schroom in en met grote opluchting weer uit.

Maar eerlijk is eerlijk, het moet gezegd worden dat Kerkrade veel te bieden heeft. Het klooster Rolduc, het museum Industrion, de Miljoenenlijn als treinverbinding en tussen de afgrijselijke bebouwing verborgen een mooie natuur. Een van de mooiste gebieden is het beekdal van de Anstel met zijn zelfs naar Hollandse maatstaven behoorlijk grote stuwmeren. Deze zijn niet aangelegd voor deze korenmolen maar simpelweg om de lager gelegen dorpen te behoeden voor overstroming bij plensregens. Gelukkig plensde het bij het nemen deze foto niet. De sneeuwstrepen geven aan dat we het toch niet droog konden houden.

Zaterdag scheen tot ieders verbijstering de zon en dan ziet de wereld er weer heel anders uit. De keuze viel op een nostalgisch toertje naar het Ravensbosch. In de beginperiode van de zaterdagtraining werd dit mistieke hellingbos veel belopen om inspiratie op te doen voor de Cross du Mont Blanc. De Romeinen hadden hier al een tempel, de paters Oblaten hun klooster en nu straalt Jomanda hier in. Verder had de schilder Charles Eijck hier zijn prachtig gelegen atelier. Het bos was nog onveranderd inspirerend. Alleen de helling waarop iedereen tweemaal stierf hebben we maar overgeslagen. Het moet tenslotte leuk blijven in het voorseizoen. De terugweg langs de Geul hield de contemplatieve sfeer er in. Tenslotte is kasteel St. Gerlach ooit als klooster begonnen.

18/02/06

De Khumba kuch is genoemd naar de gelijknamige gletsjer van de Mount Everest. De longen proberen op grote hoogte een veelvoud aan lucht binnen lucht binnen te krijgen om het lagere zuurstofpercentage van de lucht te compenseren. Hierbij worden ook de longpunten, die normaal weinig gebruikt worden, intensief ingezet. Deze raken helaas door de droge en koude lucht geïrriteerd met als gevolg een aanhoudende droge hoest. Bij de beklimming van de Gokyo Ri in 1997 kreeg ik om de 10 m een enorme hoestbui en dan is een klim van 4790 m naar 5483 m een kwelling. De beloning is het uitzicht op de beneden liggende Khumba gletsjer en o.a. de toppen van de Mount Everest en in dit geval de Cho Oyu. Dat bijna iedereen in de Himalaya deze kuch krijgt wist ik dus maar dat je deze ook op kan doen door het sporten in de droge vrieslucht van de Oostenrijkse bergen weet ik nu ook.

Dag en vooral nacht hoestbuien zonder dat er wat uit de bronchiën op borrelt is redelijk slopend. Vooral dat spelen voor nachtwacht smoort overdag elk denken aan lopen in de kiem. De afgelopen week zwakte het geblaf gelukkig langzaam af en kwam de fut er weer langzaam in. Na wat gereis in de Randstad waar ik andere nachtwachten zag staan, was zaterdag de loop come back gepland. De komst naar de zaterdagtraining van Yuri Bouhuis uit de USA om onze mogelijke deelname aan de NY Marathon te bespreken gaf het laatste duwtje. Helaas geen Yuri maar wel een stromende regen met later natte sneeuw erin. Geen weer voor een terugkomst. Het werd dus weg naar de koffie achter de geraniums.

Zondag was het weer weer aanzienlijk opgeknapt en dus kwam het er toch van. De benen vielen zeker niet tegen na de twee weken van gedwongen rust en de longen werkte niet al te veel tegen. Alleen bij de drinkpauzes werd er nog wat nageblaft. Het relatief korte loopje bevestigde weer eens dat het gratis openlucht fitness center altijd weer nieuwe indrukken geeft.

Eerst werden wij verrast door de eerste lentebodes. Als de mollen met verse hopen grond boven de grond komen dan is de vorst uit de grond. Er zal best nog wel wat sneeuw komen maar dat is om de juiste naamgeving van de sneeuwklokjes te onderstrepen.

Het is echter niet alles goud wat er blinkt. De gemeentelijke reinigingsbelastingpolitiek, met als credo de vuilvuiler betaalt, is een verkapte manier om de kas te spekken. Het jaagt de vervuilers in toenemende mate de natuur in. De gemeente gaat nu een bureau inhuren om uit te vinden hoe dat komt. Mijn gratis advies is maak het goedkoper en makkelijker om vuil op de juiste plek te storten.

Eind goed was echter al goed. Een ophoping van geparkeerde auto's bij de anders zo rustige boerderij Eikenhof bij Eyserhei wenkte belangstelling en bood een natuurlijk moment voor een drinkpauzes. Het bleek dat een paar honderd schaapjes in het publiek door twee schaapscheerders uit hun wollen winterjas werden gelicht. Als dat nog gratis toegankelijk is dan worden Limburgers gelijk Hollanders en komen dus in drommen. Ik voelde mij dus helemaal thuis. De vertoning was eigenlijk te schaapachtig om waar te zijn. Voor, tijdens en na het scheren dat eigenlijk trimmen is, blijven het onnozele schapen. Zij hebben van nature al weinig poot om op te staan en zij laten gedwee geen blaat. Na het gebeuren beginnen ze in het naakt roze vel onmiddellijk weer alles, in dit geval voor minstens twee, op te vreten wat op hun weg komt.Nu komende week maar verder opkrabbelen en even nog deemoedig niet denken aan uitdagingen. Als dat lukt dan komt de overmoedigheid wel snel genoeg terug.

28/01/06

Tot München ging het heel voorspoedig, tot en met München was het weer het gebruikelijke file leed. Gelukkig een onsje minder dan tijdens de Kerst en de Carnaval periode maar het bleef toch een langzaam voortschrijdende optocht van skiboxen met afgeladen auto's eronder. Ter compensatie van het ongemak mag je achter glas aapjes kijken naar de mede homo sapiens in de belendende auto's. Dat is als geluk bij een ongeluk puur cabaret met jezelf in de dubbelrol van medespeler en toeschouwer. De thema's van de berijder met zijn auto, vrouw, kinderen, kleding, belading, rijstijl, e.d. zijn schier onuitputtelijk en vol humor. Dit jaar viel een nieuwe modetrend op. In een SUV met het ski outfit alvast aangetrokken en de skibril op het kaalgeschoren hoofd over de autobahn rijden is cool alhoewel het achter de autoruit in het winterzonnetje tamelijk hot is.

Gelukkig komt aan alle lijden eens een eind. Na bijna 900 km was eind goed weer al goed. Zonder kleerscheuren gezond aangekomen, een goed hotel uitgekozen, veel sneeuw, vriesweer en een strak blauwe avondlucht lucht was de finale. Jammer genoeg was het wat te laat (en ook te koud) voor een verlate zaterdagtraining in de vorm van verkennend rondje lopen. Gelukkig was het vroeg genoeg voor een Weissenbier voor het stevige Oostenrijkse avondmaal.

29/01/06

Dat Zell am See aan de Zellsee ligt is zo klaar als een klontje. Het meer was 's morgens echter in nevelen gehuld die bij meer dan 10 graden onder nul prachtig op de bomen en struiken waren aangevroren. Na mijn sponsoractiviteiten in de vorm van ski's huren en skipassen financieren koos ik voor het acclimatiseren het lopen als eerste wintersport. In de bergen is mijn neus namelijk mijn achilleshiel. Deze begint namelijk bij tijd en wijle spontaan te lopen als ik op hoogte kom. Niet met water maar met mooi rood bloed. Niets ernstig want ik heb dit soort aderlatingen al van kindsbeen af. Het stopt even plotseling als het begint en ik denk dan maar beter een ader in de neus dan in de hersenbol. Een nadeel is wel dat de sneeuw er zo van verkleurt.

Een rondje Zellsee in de winterzon langs de Seerundweg was het voor de handliggende idee voor de verkenning van het schaats-, langlauf- en loopcircuit. Ik had natuurlijk ook van wal kunnen steken want het meer, dat in het midden meer dan 60 m diep is, was met ca 30 cm zo dik bevroren dat er paden voor de zondagswandelaars waren uitgezet.

Schaatsen bleek jammer genoeg geen optie vanwege de dikke sneeuwlaag op het ijs en het ontbreken van baanvegers. De loipes lagen er echter schitterend bij voor zowel het nordic als skating langlaufen. Het enige nadeel dat natuurlijk ook zijn voordeel had was dat deze zo vlak waren als een biljartlaken. Rondom het meer was er verder een zee aan bergen om tegen op de zeulen en vanaf te glijden dus ook dat zat ook wel goed.

In de zon was het rond nul graden maar in de schaduw vroor het. Dit zorgde voor prachtige natuurlijke ijskristalwerken. De ijspegels vormden één kunststroming die echter wel scherpe kanten heeft. Het kijken naar de ijsstalactieten aan de dakranden is meer dan bewondering alleen. Aangepunte vuistdikke ijspegels van soms wel een meter lang zijn redelijk moorddadig. De zwaan die op de See rustig de langslopende wandelaars zat te bekijken was dit niet. Bij gebrek aan water simuleerde hij/zij op de sneeuw rond te dobberen en leverde zo het bewijs dat wit witter kan dan sneeuwwit.

Na anderhalf uur was het meer gerond en was het tijd om de lichamelijke oefeningen op de loipes verder te gaan praktiseren. Mijn laatste langlaufexercitie telde 50 km en dateerde van twee jaar terug met nog een goede schouder. Nu was het spannend of de linkerarm bruikbaar zou zijn. Langlaufen zonder stokken gaat overigens ook uitstekend maar het gaat, door het gemis van de armafzet naast de beenafzet, ongeveer de helft langzamer.

De poging strandde echter aanvankelijk op mijn rechterbeen of beter gezegd de rechterbinding. Deze brak uit de vergrendeling los bij het vast doen. Gelukkig zijn de Oostenrijkse dorpen bezaaid met ski winkels annex werkplaatsen en zo kon ik later toch nog opstappen en wegwezen.

Tot mijn verrassing deed mijn linkerarm het nordic goed. Het skaten bleek echter een beperkte optie vanwege de andere afzet met de armen. Wel jammer want dat gaat namelijk steady state ongeveer net zo hard als schaatsen terwijl het nordic maar een paar kilometer sneller gaat dan hardlopen. Daarnaast heb je natuurlijk nog het langzaam langlaufen dat bestaat uit nordic walking met ski's aan.

Ik loop rond op ren ski's. Deze zijn helemaal glad en de grip moet of uit de wax worden gehaald of uit de zijdelingse afzet bij de schaatsbeweging. Het waxen is een kunst apart en hangt af van de sneeuwsoort en sneeuwtemperatuur. Mits goed gekozen en opgebracht lopen de wax ski's beduidend sneller dan de getande no-wax ski's. Het schaatsen is als het schaatsen met 1,5 m lange noren aan de voeten. Het been bij trekken gaat dus wat anders. Het langlaufen is zoals alle behendigheidsporten, je verleert het nooit, het moet weer even wennen en het went snel. Het werd een rondje van rond 10 km dat net voor het donker werd gerond. Het teruglopen naar het hotel was de grootste opgave. Warm gedraaid voorzichtig terugwandelen op de gladde schoentjes over de verijsde straten in de vrieskou is het minst plezierige deel van deze sport.

30/01/06

Maandag was de tijd rijp voor het grote bergafwaarts glijden. Natuurlijk onder het toeziende oog en de bezielende leiding van mijn nazaten plus aanhang. Mijn zoon en dochter zijn op de ski's opgegroeid en nemen de met zwart aangeduide afgronden alsof het vals plat is. Onder hun luide aanmoedigingen stort ik mij in arrenmoede dan soms ook maar in de diepte. Echter niet in elke diepte want de reddingshelikopter vloog waarschuwend aan en af en in het dal spraken de opstijgende gipsvluchten een ronkend woordje mee.

De oude planken waren dit jaar thuisgelaten ten kosten van de makkelijker te hanteren gehuurde carve ski's. Dat bleek een gelukkige greep te zijn want het moderne materiaal liep veel beter en stuurde beduidend makkelijker. Niet dat het veel lichter is geworden want zolang je niet glijdt blijft het zeulen met die zware klossen van schoenen aan de voeten en die loodzware planken op de schouders. Ook het bergafwaarts glijden verleert nooit maar het gevoel moet wel weer even terugkomen. Skiënd achter mijn dochter deed haar goede voorbeeld mij weer snel goed volgen. Omgekeerd had dat vroeger meer voeten in de aarde. Het leven op de piste is een verhaal apart. Het merendeel amuseert zich gewoon in de zonneschijn en poedersneeuw. De uitschieters zijn de hip hoppers op snowboards die je zonder pardon in de grond boren, de rokers die na de worst met patat en een paar biertjes op met een sigaret in de mond, rokend, licht beneveld en luid schreeuwend hun weg zoeken en de yup's die voor de bestrijding van hun midlive crisis hun SUV's hebben omgeruild voor buiten normale glijmiddelen. Het was, hoe dan ook, genieten.

Goed geprepareerde pistes, mooie sneeuw, geen wind, stralende zon, lichte vorst en prachtige uitzichten.

's Middags raakte ik verticaal uitgegleden en werd dit horizontaal voortgezet op de rustige cross country piste. Hier is het leven ook een verhaal apart maar wel een stuk sportiever. Het lijkt wat op loopwedstrijden waar je toppers naast de oprechte amateurs ziet optreden. Zodra het op de eigen inspanning aankomt verandert kennelijk het menselijk gedrag.

31/01/06

Mijn nazaten langlaufen net zo goed als skiën of omgekeerd. Ooit deden zij in hun nog prillere jeugd zelfs mee aan Einheimische wedstrijden. Het duo glijden zit hun dus in de genen en zo trokken zij 's morgens met aanhang de berijpte wereld in. Helaas met mij op loopschoenen want de ski's hadden zij geconfisqueerd voor de ongeoefende aanhang. De gevolgen voor de ongeoefende laten zich raden als je het vanzelf glijden gewend bent. Het zelf voortbewegen lijkt makkelijk maar blijkt lastig. Bloed, zweet en nog net geen tranen waren het resultaat van deze leeroefening. Daarna was er gelukkig koffie in de bekende kleine Konditorei en daar kom je dan weer van bij.

Daarna lonkten de bergen weer voor een paar uurtjes. Na enig afglijden ben ik daar aan tegen het eind van de middag weer uitgetrokken om een stukje te gaan hardlopen. Op voorhand het avondmaal verteren was namelijk een dwingende noodzaak. Tegen elke avond een lopend buffet met een overdaad van gerechten is het echter moeilijk opboksen, nog afgezien van het bier en de Oostenrijkse wijnen.

01/02/06

Het naar beneden glijden zat er deze dag niet in. De lang niet gebruikte ski spieren waren wat verzuurd en waarom zou een mens zich verder pijnigen in zijn vakantie. Het werd dus 's morgen eerst langlaufen omdat deze spieren nog niet tegenwerkten en 's middags een lange duur omdat deze spieren niets meer merken als zij werken.

In den vreemde is lopen altijd al een avontuur maar 's winters wordt dat een ontdekkingsreis. Welke paden zijn te belopen zonder in de Tiefschnee of op een ski of rodelweg uit te komen is dan de uitdaging. Het werd uiteindelijk eerst Tiefschnee nadat ik het asfalt en de laatste Bauernhof met de bijbehorende verbaasde boer achter mij had gelaten. Het werd een fraaie traverse door een dichtbesneeuwde couloir met inbegrip van de bijbehorende beek. Aan het eind belande ik op de afsteker van de piste maar wist deze gelukkig zonder aanrijdingen en benen breken af te komen. Het uitzicht was loon naar werken met een prachtig beeld van de luchtlaag die de koude inversie in het dal aangaf.

Daarna kreeg ik de smaak echt te pakken en trok verder omhoog met het doel uiteindelijk toch weer beneden uit te komen. Na veel Tiefschnee leek het keerpunt bij de houthakkers te liggen die het pad bij een splitsing hadden verspert met een groot bord Durchgang Gesperrt. De splitsing naar het dal eindigde na een forse afdaling echter jammerlijk bij een verlaten boerderij aan de rand van een diepe afgrond. Dus terug en de versperring nemen voor de ogen van de stomverbaasde houthakkers of beter gezegd houtzagers want een bijl komt er niet meer aan te pas. Deze weg leidde gelukkig naar het dorp in het dal met de passende naam Aufhausen.

Bij het voor de streek obligate kerkje van het oord ben ik even gestopt om dank te zeggen voor het weer bereiken van de bewoonde wereld. Het was helaas gesloten zodat de foto het kenmerk van een piep show heeft meegekregen. Je moet er overigens niet aan denken en het zou bovendien stom zijn om zo'n survival bij slecht weer te doen.

De weg naar beneden had mij echter van Zell am See weggeleid en dus was het nog een stief kwartiertje lopen voordat na twee uur lopen het hotel weer in zicht kwam. Daar heb ik in het warme bad voldaan mijn middagslaapje gedaan.

02/02/06

Op een steenworpafstand van Zell am See ligt bij Kaprun de Kitzsteinhorn. Op de gletsjer van deze berg wordt het hele jaar geskied. De faam van het gebied is terecht want het is een prachtig gebied. Toch ging ik er met enige schroom heen want het gebied is berucht vanwege de tunnelbrand met de skitrein. Deze eiste in november 2000 meer dan 150 doden doden. Het trof mij dat, behalve de verlaten ingang van de tunnel, bij de liften niets opmerkelijks aan dat gebeuren herinnert. Er schijnt wel een monument te zijn maar voor het oog van de toeristen must de show kennelijk ongestoord go on. Dus gewoon een nieuwe en nog grotere lift aanleggen en weer omhoog.

Mogelijk is het fantastische uitzicht nog het beste monument. De besneeuwde See en de sneeuwvlakte van het Moosland geven daarbij van boven mooi weer hoe de gletsjer in de ijstijd ooit door het dal stroomde en dus hoe betrekkelijk ons wintersport gedoe op eeuwigheid is.

Aan de voet van de Kitzsteinhorn-gletsjer is de Österreichische Ski Akademie gevestigd. Daar worden de fijne kneepjes van het vak geoefend, waaronder het starten uit de bekende starthokjes. Dit is een niet onbelangrijk deel van de afdaling want elk jaar worden we weer verblijd met beelden van niet vastzittende ski's en vergeten stokken. Natuurlijk greep ik mijn kans om mijn ski gekunsel op een een hoger plan te brengen en hoog was mijn poging in ieder geval wel.

Bij het langlaufen 's middag had ik baat van de oefening want bij de start schoot de binding alweer los en dus heb ik ca 10 km op één ski moeten volbrengen. Dank dus aan de ÖSA,

03/02/06

Vrijdagmiddag werden de trainingen van de verschillende wintersport disciplines mij kennelijk wat te veel. Het gebeurde toen ik na wat glijden van de berg was afgedaald voor wat langlaufbezigheden op mijn alweer gerepareerde ski's. Plots zag ik een koude fata morgana in de de sneeuwwoestijn van de Zellmoos. In de verte zag mijn geestesoog plots Opa JJ knerpend over de sneeuw aan komen skaten met zijn kleindochter achter zich in de slee. Wat deed deze alles kunnende Opa JJ op de loipe terwijl hij zaterdag de Midwinternarathon in Apeldoorn ging lopen en zondag nog eens een 10 km wedstrijd in Urmond. Waarom kwam hij laten zien dat ook deze sport een zacht gekookt eitje voor hem was.

Nader bekeken was het eerder zijn dochter. Waar andere moeders achter kinderwagens wandelen trok zij gezwind de slee voort. De buggy en het fietswagentje waren waren zomers haar respectievelijk hardloop- en fietsalternatief zo vertelde ze mij desgevraagd.

Tijdens de dagsluiting met hardlopen zag ik achteraf de vingerwijzing van de fata morgana. Opa JJ moet zijn talenten maar eens in de breedte gaan ontplooien. Bij het hardlopen heeft hij geen concurrentie meer. De uitdaging moet nu komen van schaatsen, langlaufen en fietsen. Zwemmen wil ik hem niet aan doen want er staat geschreven: "Wat gij niet wilt dat u geschied doet dat al zo een ander niet" en bovendien is Opa Rob niet meer in te halen nu hij bij zijn zoon kan gaan zwemmen.

Tijdens al het sportief gebeuren kwam mijn camera nog een beestachtige discriminatie op het spoor. Daar waar honden hun drollen vanwege de milieuverontreiniging moeten inpakken en meenemen mogen trekpaarden hun vijgen ongestoord op de openbare weg uit strooien.

Over sporter met snelle darmen werd, evenals over hondenuitlaters, koetsiers en schaapsherders, niet op de borden gerept. Snelle Jos, Jan met hond en schaapsherder Raymond blijven dus kennelijk welkom in Zell am See.

04/02/06

Het weekje wintersport eindigde zoals het begon met een rondje hardlopen. Dit gold ook voor de terugreis. Tot München tegenspoed en vanaf München voorspoed. Ook nu was het bij aankomst te laat voor een verlate zaterdagtraining. Zondag was het weer even wennen om te lopen in de natte sneeuwresten op de Limburgse heuvels maar altijd Sonneschein und Pulverschnee wordt op den duur ook saai.

21/1/06

Natuurlijk voor alles de gelukwensen voor Opa JJ (Jogger Jo) en zijn JJ (Jeugdige Jenny) met de geboorte van hun kleindochter Sterre. De volle maan heeft volgens mijn voorspelling tijdig de laatste hand gelegd. Vanaf nu is het toeleven naar de winst van Opa JJ in de eerstvolgende baby buddy race. Marc moet nu op zijn tellen gaan passen. Hij heeft weliswaar jaren meer ervaring dan Jo en bovendien kan hij de loophulp van Janine inroepen maar Jo is nu als V3 aan zijn derde en voorlopig nog onstuimige jeugd begonnen. Daar waar anderen, zoals bijvoorbeeld ik, al dromen van de rollator is de rollator van Jo's dromen de buggy. Maar Jo zou Jo niet zijn als hij niet geoefend zou hebben. Gelukkig heb ik altijd mijn cameraatje bij mij en zou kan genoten worden van deze primeur. Hij is nog wel aan het leeglopen maar ik schoot toch ontroerd vol bij dit beeld. A.s. zaterdag treedt hij live op. Speculeren over de loopvaardigheden van Sterre doe ik niet. Eerst maar leren lopen en dan maar kijken hoe het loopt is mijn benadering. Kleinkinderen zijn en blijven een indirecte genenmix van vier grootouders en of in die stamppot de loopgenen dominant zijn is maar afwachten. De wijsheid dat eigenschappen een geslacht overslaan is een eigen wijsheid van grootouders.

Mijn dromen van de rollator stoelden op de "mitella schouder" en de ademnood door het aandringende maar niet echt doorzettende vermenselijkte virusvariant op de vogelpest, in de wandeling ook wel verkoudheid genoemd. Ik kreeg zelfs droombeelden van gemotoriseerde rollators en het lidmaatschap van de Simpelveldse club Jack's Pace.

In dit weekend kwam gelukkig deels een eind aan al dit zelfbeklag. Er werd ondanks het weinig aangename buitenweer weer 4:36 op de klokken gezet en dat is voor mij 80% op de been. Nu was ik voor 100% op de been maar mijn schouder blijft ondanks alle maatregelen doorklieren. Het positieve is wel dat het minder wordt naarmate ik langer loop. Zo worden dus ultralopers geboren.

De gedwongen rust kwam goed uit want voor de jeugd moest ik weer wat in Nederland rondrijden. Vught, Arnhem en Nijmegen waren mijn pleisterplaatsen en zo zie je weer eens wat. De Vale Ouwe lag er winters en als altijd verlaten bij, de Rijn kwam nog bij Lobith ons land binnen, de Rijn, Maas en Waal stroomde nog immer door een oneindig laagland en op de weg was het weer hollen en stilstaan. Als we de loopschoentjes gehad hadden dan.... maar er was geen als.

Het weekend stond in het teken van de komende winter. Helaas wordt het weer zo lang van de voren voorspeld dat dit zicht op ijspret meestal uitloopt op dooi en dus een dooie mus blijkt te zijn. Jammer genoeg gaat het hier om een figuurlijke dooie mus want ik zou graag eens met die weermannen en vrouwen voor het gerecht afrekenen. Eigenlijk moesten weersvoorspellingen helemaal verboden worden. Voor het loopweer moet echter wel een uitzondering gemaakt kunnen worden

Zondag was, na het heraantreden, weer een wat langere loop gepland. Net boven nul met sporen van motsneeuw en een op het plateau wat doorblazende oostenwind waren gelijk een hardheidstest voor de komende wintersport. Niet te koud of te warm kleden is dan de puzzel opgave. Voor de wind te warm en tegen de wind te koud is het compromis.

Maar met wind tegen kijk je toch met enige jaloezie naar de schaapjes en die kijken dan schaapachtig terug. Mijn idee om eens gezellig naar ze te fluiten had onverwachte gevolgen. Kennelijk fluit ik zo schaapachtig dat zij het hoorden als een herdersfluitje en plots galoppeerden zij naar elkaar toe om gehoorzaam op een klutje te gaan staan. Het domst kijkende schaap na deze actie was ik zelf.

Na tweeënhalf was de verleiding groot om door te gaan maar soms zegevieren de resten van het verstand. Terug achter de CV bleek ik nog niet blauw van de kou te zijn maar al wel diep paars-rood. Dat zal volgende week in de Alpen ook nog wel eens gebeuren. In ieder geval gaan de ski's, langlaufers, schaatsen en hardloopschoenen mee en daarmee hoop ik het beetje warm te krijgen.

14/01/05

Het nieuws is dat er geen nieuws is omdat er geen nieuws is. Nu is dat op zich al nieuws omdat er altijd wel iets nieuws gebeurd. Op het gebied van lopen was dat echter minimaal. Vermeldens waard is wel dat natuurlijk kraken a) bestaat maar b) een bof is. Deze letterlijke meevaller doet mij 's nachts niet meer van de pijn bij het wenden en keren ontwaken. Toch was het leed niet gelden want mijn schouder was wel geradbraakt door de natuurlijke valbehandeling. Ik heb dus tegen mijn natuur in gerust.

Maar ook een geluk komt nooit alleen. Het griepje onder leden kwam 2 weken voor de wintersport ook niet slecht uit. Deze vorm van vogelpest is onvermijdelijk. In het korte bestaan van de mensheid is ons afweersysteem daar nog niet goed op afgesteld. Lopen is is dan uit den boze. Toch heb ik mij intensief met lopen bezig gehouden. Het Weeknieuws is, in verschillende vormen, al enige jaren in de lucht. Tijd dus om de verzameling te ordenen. Een karwei dat mij deze week zeker van de straat heeft gehouden. Klik via Loopnieuws of hier naar het archief om kennis te nemen oud nieuws.

07/01/06

Na de zaterdagtraining van 3:03 h. hingen de ammoniakdampen om mij heen. Volgens de aloude wielerwijsheid van soigneurs betekent dat " in topvorm". De werkelijkheid is dat het lichaam met succes eiwitten aan het opstoken is omdat de koolhydraten op zijn en dat is dan weer goed voor de lijn. Maar eerlijk is eerlijk, na de bekende moeizame ochtendstart liep het als een zonnetje in het winterzonnetje boven het licht berijpte Heuvelland. Vroeger kwam ik een week na de marathon nog wat moeizaam vooruit, nu lijkt er geen wolkje aan de lucht te zijn. Misschien ben ik toch een atleet aan het worden maar waarschijnlijker is dat het ik het niet meer zo merk.

Het vlotte herstel kondigde zich deze week al aan. Het goede weer lokte tot een nabeschouwing ter plaatse en zo kwamen bij verschillende lopen het Geuldal in de omgeving van Wylre en het keerpunt bij Camerig post SM weer in zicht. Het lag er prachtig bij maar de sporen in de weilanden langs de Geul die we getrokken hebben moeten zo ongeveer vanuit het heelal zichtbaar zijn. Het betere zicht maakte ook zichtbaar wat voor ons, door het beperkte zicht en onze zichtbare concentratie op het pad, vorige week onzichtbaar was gebleven.

Het werd door deze nabeschouwingen een trainingsweek van 9:53 h. en dat was dus zaterdag te ruiken. Bij de appelboer mocht ik wellicht daarom voorgaan toe ik daar post training langs ging.

De training begon met de verrassende komst van Piet en dus vertrokken we weer eens stipt op tijd. Zijn credo: "Te laat komen is de verkeerde prioriteiten stellen." stond in schril contrast met het credo van Leny: "Ik ben te vroeg want ik ben niet te laat.".

Piet heeft voor de Mont Blanc Marathon al een appartement in Chamonix geboekt dus zijn plannen om het lopen weer serieus op te pakken hebben een stevige basis. Zo'n dikke 10 jaar geleden debuteerde hij als jeugdig talent; Nu meet hij zich af aan het feit dat hij nu jonger is dan Jo toen deze startte met lopen. De uitspraak van Einstein: "Alles is relatief" geldt dus met de zogenaamde "aanvulling van Piet" nu voortaan ook voor lopers.

Na de Nieuwjaarswensen begon stroomafwaarts langs de Geul het lopend keuvelen of het keuvelend lopen. De SM bleek door iedereen lichamelijk goed verteerd te zijn. Geestelijk echter nog niet want de legendevorming ging onverdroten verder. Om de legendevorming te stimuleren heb ik het oorspronkelijke plan maar eens in de groep gegooid. De Geul vanaf de uitstroom bij Voelwammes in de Maas tot de binnenkomst bij Cottessen in Nederland is de uitdaging voor volgend jaar.

Jo heeft al toegezegd zijn prijzengeld in het vervoer te willen steken, dus dan moet het zeker lukken. Jo bleek overigens zijn trainingsdoelen verlegd te hebben. Hij traint nu op snelheid tussen Maastricht en Banholt ter voorbereiding op zijn komende opa oppaswerkzaamheden aldaar. Nog even en dan zien wij hem met de buggy in de trainingen en de wedstrijden. Nu nog even wachten op de volle maan van deze maand en hij kan van start in zijn nieuwe rol.

De duizendjes lopen in de richting van Itteren hebben wij wijselijk aan ons voorbij laten gaan, evenals de nog relatief ongetrainde Piet. Oude diesels en motoren uit de revisie moet je niet proberen op te voeren. In plaats daarvan zijn we rustig door het Maasdal via Brommelen verder in de richting van Geullegeschoffeld. Het is daar verboden om de vijver te gebruiken voor vissen, varen en zwemmen. Deze is kennelijk alleen bedoeld om op te schaatsen want daar stond geen verbod op. Het ijs zag er aanlokkelijk uit maar over één nacht moet je niet gaan. Als je in Geulle door het ijs zakt krijg je een bon voor het zwemmen tenzij je verdrinkt..

De Schievelsberg is een korte maar hevige klim om vanuit het Maasdal naar Moorveld te komen. Op het gelijknamige was het lekker verder bruinen in het winterzonnetje. Na het vliegveld kwam Meerssen weer in zicht maar dat was na anderhalf uur nog wat vroeg.

Nu was niet meer dan twee uur eigenlijk de bedoeling. Maar het mooie weer, de staat van de beentjes en de Raarberg in de verte verleidde mij tot een eerste extra lusje. In de afdaling hiervan ging de beer pas goed los. Met aan de overkant van het Geuldal de uitdagende Brakke Berg in zicht verdwenen de goede voornemens om het rustig aan te doen als sneeuw voor de zon. Dit ondanks het feit dat de holle wegen hiermee nog goed gevuld waren. Na de Brakke Berg werd, vanuit het Geuldal, Berg via de Kuitenberg nog aan de zegekar gebonden en Rothem nog even aangedaan. Terug bij de Nachtegaal zat er voor het gevoel nog wel een uurtje. Helaas, overdaad schaad, zoals het in de doornen van de sleedoorn vastzittende Roekenlijk bewees.

Zondag hield het wintersportweer onverminderd aan. In de schaduw bleef het licht vriezen maar in het zonnetje was het genieten. Helaas worden de veldwegen daardoor spekglad. In de zon vormt het bovenlaagje van een paar millimeter ontdooide löss namelijk een uitstekende smeerfilm. Ik zag de schuine kant, ik zag het gevaar en ik lag met een donderende smak op mijn al pijnlijke schouder. Het schoudergewricht kraakte luid en duidelijk in zijn voegen en toen werd het stil. Ik voorvoelde het ergste maar voelde niets.Helaas stond er geen kapelletje in de buurt want anders had ik het wonder hieraan kunnen verbinden. De pijn in mijn schouder was spontaan verdwenen.

Bij het volgende Heiligdom ben ik, hoewel geen religie aanhangend, toch even "http://nl.wikipedia.org/wiki/Devotie" . Daarvoor hoef je in Limburg maar even naar de volgende wegkruising te lopen. Deze Maria met Kindeke Jesus was http://www.kanne-kruike.nl/Merkeninfo/Merk12.html" en de verlate, met kinderpopjes gestoffeerde, Kerststal was heel aandoenlijk. Nu maar hopen dat mijn aandoening niet terugkomt. Ik zal in ieder geval de witte jassen om nadere uitleg vragen. Het antwoord zal ongetwijfeld iets met spontaan "http://www.umcg.nl/azg/nl/nieuws/35390/46384" oftewel chiropractie te maken hebben. Ik hoorde dat echter al tijdens de val. Het ontstaan van bottenkraken is mij nu wel duidelijk

Ik heb verder verlicht gelopen maar dat is in het mooie heuvelland rond Eys geen opgave. Na 2:22 h. was ik weer terug bij af. Misschien moet ik aan de volgende marathon gaan denken. Jo wil mij dit jaar weliswaar een voorsprong geven maar wellicht is het beter om het ijzer te smeden als het heet is.