2005 Q1

26/3/05

Jo deelt met mij, zoals ik met Jo deel, dat wij wereldberoemd zijn in Nederland. Eerst kwam zaterdag in Schin op Geul een onbekende loper naar mij toe met de woorden: Ik kom uit Rotterdam en ik ken je van de Rotterdam Marathon". Wat later bij de Kluis op de Schelsberg bleek een atletiek vereniging uit Geldrop daar een onderlinge loop te hebben uitgezet. Een inlopende loper vroeg prompt naar zijn loopmaatje Jo Schoonbroodt toen hij het DSM logo ontwaarde. Dit bevestigde dat Jo terecht als invité in het A-vak is uitgenodigd voor de Rotterdam Marathon. Ik verwacht natuurlijk op grond van onze gezamenlijke bekendheid een dergelijk berichtje met de volgende post. Jo vertelde mij dit heugelijke nieuws toen ik hem en route trof bij het verlaten van Maastricht op weg naar de zaterdagtraining. Wat mij betreft was deze ontmoeting gepland om mij te excuseren voor de zaterdagtraining. Het weer was schitterend voor een lange en vooral rustige loop en daarbij lopen de jonge honden van de groep mij maar springerig voor de voeten.

Bij de start om voor negenen dacht ik nog de noodzaak van een windjack in te zien maar in het zonnetje langs de Geul smolt deze snel weg. De lucht werd steeds blauwer en na de ontmoeting met Jo ging het jasje snel uit en werd het echt zonnebaden met het zweet des aanschijn als huidtoner.

Ondanks het afpellen van de kledinglaag was de bidon was snel leeg en de geplande stop bij het Tuincentrum Frijns in Groot Welsden redde mij van het sterven van de dorst. Via Scheulder en het Gerendal kwam na ruim 2 h. Schin op Geul in zicht. De voorjaarspracht van deze waterweg werd jammer genoeg opgesierd door de sporen die het hoge water had achtergelaten. De vuile was van de bovenstroom was letterlijk benedenstrooms in de struiken opgehangen.

Na Schin op Geul werd de eerder genoemde berg met kluis beklommen. Daar kwam ik juist op tijd voor de grote schoonmaak van dit bedevaartoord door vrijwilligers. De inzet van deze inheemse oeverbewoners compenseerde gelijk de negatieve gevoelens over het milieugedrag in het stroomgebied van de Geul. Het uitzicht deed de rest want het stuk tussen Valkenburg en Schin op Geul is één van de mooiste gebieden in Limburg.

Het laatste stuk van Valkenburg naar Meerssen was simpelweg lekker uitlopen en na 3:07 was ik dat ook. Daarna was het echt werken geblazen want tuinieren is pas echt een uitputtende bezigheid.

Paasmaandag

Sinds mijn moeder spreek ik geen vrouw meer tegen en zo kon het gebeuren dat ik naar Leny luisterde. Ik moest en zou mij sparen voor de 19e Peter Rusmanloop op 2e Paasdag. Dit trainingsrondje van dit helaas overleden kanon lijkt makkelijker dan het is en wellicht was een dagje rust toch een dringende aanrader. Ik heb de twijfelachtige eer om nog door Peter in de 2e ronde van één van mijn eerste halve marathons ingehaald te zijn geworden. Dit was, ondanks het feit dat ik iets van 1:34 liep, niet zo vreemd want hij liep de marathon in iets van 2:14.

Leny heb ik gehaast naar een 1:28 netto en de laatste 2 km ging daarbij in minder dan 9 min. Gelukkig is het weer altijd tegengestelde aan dat wat voorspeld wordt. Dus het zonnetje scheen, de wind viel mee en de temperatuur had het korte broek-shirt niveau. Een goed moment om maar eens door te tuffen en zo kwam ik tot mijn verbazing het 67 jaar jonge talent Rien met d'r op en d'r over tegen. Door huizenbouw had hij lang niet getraind, zo zei hij. Maar zoals gewoonlijk liep hij ondanks dat als een kieviet. Rien voorbij lopen is een jongensdroom die ooit bij het NK Berglopen werd vervuld. Zo'n moment moet je echter niet willen herhalen dus besloot ik na 10 km om Rien weer tegemoet te lopen om de laatste van onze groep op te gaan halen. De opmerkingen bij het tegengesteld lopen van het parcours maakte de loop pas echt gezellig.

Mevrouw zag een jeugdige leeftijdsgenoot voor haar lopen en dat werd gelijk oorlog om de 1e prijs bij de derde jeugd. Op de meet werd de bloedstollende strijd met een eerste plaats voor haar beslecht..

Ik werd evenals Jo 9e, hij in het algemeen en ik specifiek M60. Wij zullen dit onderling gevecht om de hoogste plaats in de Rotterdam Marathon verder voortzetten Jo won traditiegetrouw de M50 maar er zaten dit keer wat luchtjes aan zijn winst. Wat te denken van het feit dat deze klasse de leeftijd van 50 t/m 79 jaar doorloopt en wat te denken van Jo zijn malversaties. Inschrijven onder Sabic en lopen met een DSM Outfit met een DSM nummer. Leny nam deze luchtjes gelukkig luchtjes op en was bereid om de winnaarsfoto met Jo te delen.

19/3/05

Zaterdag is voor mij het begin van de nieuwe loopweek. De ratio hiervan is dat een week van ploeteren en zwoegen voorbij is en weer met een schone lei begonnen kan worden. Voor Pensionados lijkt dat volslagen onzin maar het blijkt intussen dat ik het na mijn werken voor mijn dagelijks brood alsmaar drukker krijgt met het vrijwillig werken. Ook deze week vertoefde ik weer een paar dagen in de Randstad om mij bezig te houden met de randverschijnselen daar. Tussendoor probeer ik dan wat over de randen van de buitenwijken heen te kijken en zo zie je, weg van de snelweg, nog wat van het echte Holland.

Wat te denken een sleutelgat met een slot er achter. De geschiedenisles over Graaf Floris V oftewel de Keerlen Gods kwam weer helemaal boven drijven. Mijn Hollandse hart sloeg helemaal over toen ik een ooievaarsnest waarnam. Met het nog lege nest was de blijde verwachting nog niet vervuld maar dat het ging gebeuren stond als een paal boven het water van de pas geschoonde slootjes. Terugdenkend aan de ooievaarsnesten die in Drenthe had gezien drong zich plots de vraag op van: "Hoe zou het met Herbert en Anne gaan". Graag had ik Herbert zijn "live" verslagen van kinderkamers e.d. onder het lopen aangehoord.

"Zolang ik besta zal ik blijven lopen" is een aardige variant op het uithangbord dat ik waarnam. Het pand was overigens te koop en dus was het gezegde niet houdbaar gebleken. dat as mijn variant ook niet want de stervenskoude hard doorblazende wind nodigde niet uit tot lichamelijke exercities in het Hollandse landschap. Maar de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens en dus nam ik mij voor om zaterdag maar de beuk er in te gooien.

De weergoden waren ons zaterdag goed gezind. Vorige week nog in de sneeuw en nu in de korte broek. Dat ontwaken uit de winterslaap voelt zo ongeveer als een verjongingskuur. Om 9.00 h. was ik al op pad om in te lopen en de eerste derde van drie uur vol te maken. Om 10.00 h. sloot ik aan bij het geweld van de zaterdag training. Deze was druk bezocht want de Maasmarathon in mei a.s. met het passen van de kleding wierp zijn schaduw vooruit. Tot mijn blijde verrassing waren ook Marc en Janine in goede gezondheid present. De hielpees operatie van Marc was goed geslaagd en na een lange revalidatie kon hij alweer 2 h. hardlopen.

Delftse Jos en Kirchroadsje Frenske hebben hier een opsteker aan want eens verdwijnen blessures. Mijn verjongingskuur bleek boerenbedrog. Voor een 3 uurs loop lag het tempo te hoog en het steeds opgehaald moeten worden door de tempobeulen maakt geen van de partijen gelukkig. Hoewel Oda gelijk heeft met haar stelling dat na 62e jaar het hardlopen voorbij is, moet zij bij mij nog gelijk krijgen dus ging ik in afzondering voor de drie uur. Alleen lopen is rustig maar absoluut niet saai. De natuur en de omgeving blijft een bron van inspiratie en het bevriezen in bits en bytes is dan een aardigheid.

Van een afstand leek het wel een stuk in het prikkeldraad gewaaide landbouwfolie. Van dicht bij was het een mini drama van een gepieste vleermuis. Zijn sonar was denkelijk even uitgeval en toen hing hij/zij hulpeloos vast aan de draad. De tweede derde van de drie uur ging over het plateau bij Berg en Terblijt naar Valkenburg. Dit stadje heeft een dubieuze naam als het over het zomerse massatoerisme gaat maar het is en blijft een leuk oord met verrassende plaatjes.

In het derde deel van de drie uur heb ik mij niet gespaard. Het gaat dan wel minder snel maar het dieselt nog steeds rustig voort. Bij herhaling vanuit het Geuldal omhoog en het volgende weggentje weer naar beneden leert de beentjes weer waar ze voor zijn. Precies na 3 h. was ik terug. Moe ben ik pas 's middags in de tuin geworden. Eén van mijn projecten is om deze wildernis op 1100 m2 vruchtbare lössgrond in bedwang te houden met mijn (nieuwe) hakselaar. Het moet lukken maar het is een echte tuin marathon.

Zondag kwam zowaar het zonnetje 's middags door en in de afbouw komt na drie uur de twee uur. Het plateau van Ubachsberg is daarvoor een aardig uitgangspunt. Het vervelende is echter dat het boven op de berg altijd weer naar beneden gaat en, jawel, dat het beneden weer altijd naar boven. Het aardige is dat de Oer Limburgers dit ook al wisten en daar zelfs gedenktekens voor geplaatst hebben. Op het voetpad van Winthagen naar de Kruishoeve staat boven een wegkruis met de aanduiding "Trappegats", de verwoording van het kruis dat zojuist gedragen is. De vertroosting staat er onder in de vorm van een bank met de doordachte tekst "Wen ich zit daan geet ut". Hoe kom je er op of beter gezegd hoe kom je er af want het zat zo lekker.

Na twee uur op en af ging de pijp langzaam maar zeker uit. Mijn 's morgens voortgezette tuinwerk eiste zijn tol. Het slotakkoord van een loop bestaat voor mij, van welke kant ook gezien, altijd uit een klim van 50 m over een kilometer. Op mijn tandvlees kwam ik aan en in bad werd ik weer mens na een lekker dompeldutje. De tuin heb ik niet meer gezien.

12/3/05

De weersvoorspelling sprak van maartse buien maar de witte wereld bij het opstaan zaterdag was toch meer dan gedacht. In de auto op weg naar de zaterdagtraining werd het er niet beter op en dus mochten wij in een heuse sneeuwjacht starten. Ondanks de Treechloop van zondag was de belangstelling groot, evenals het ongeduld om te starten. Piet probeerde zelfs een echte pikstart te maken ten koste van de zich nog verkledende Hub F. De oorzaak was ongetwijfeld zijn, door de reservering voor de Mont Blanc Marathon aangewakkerde,trainingsambitie. Een pikstart is echter geen goed begin voor de vele kilometers dieselen die hij zal moeten doen.

Karel informeerde nader over Frans zijn wankele gezondheid. De arme Amkreuz wordt door zijn knieblessure ongeveer echt am (kreuz) genageld. Hopelijk vind hij heil en vertroosting in het academisch ziekenhuis van Nijmegen. Mijn troost voor hem is dat hij gezien zijn leeftijd nog een loopcarrière voor zich heeft. Een troost die ik mijzelf helaas niet meer kan geven.

Peter onthulde mij en route nog het geheim achter "taai kreng". Het bleek dat Oda haar medelopers op lange afstandwedstrijden tot wanhoop drijft door ze met constant lopen steeds maar weer bij te halen. Het onderwerp zelf had natuurlijk al lang weer onschuldig de kop genomen.

Jo treurde blijvend over zijn gestolen loopbroek. Het enige reserve exemplaar dat Leny nog bezat was te klein en beklemde hem zodanig am Kreuz dat hij voortaan bij de dames zou kunnen starten. Hij was hier zo ontdaan over dat hij mijn autoruit aan de andere kant wilde inslaan.

Al lopende werd verder de 6 uur van Stein geëvalueerd. Karel had daar mijn Noorbeek van drie weken geleden gevonden en was ook wijselijk gestopt. Ruud zou het goed gedaan hebben maar ik vernam dat hij zo (over)geconcentreerd was dat hij zelfs zijn supporters niet meer herkende.Tussen de sneeuwbuien door was het, zeker in de richting van Maastricht lopend, bijna aangenaam in het zonnetje. Voor de oplettende kijkertjes waren de voorbodes van het voorjaar al goed te zien. De sneeuwklokjes bloeide uitbundig in de sneeuw.

De eerste lammetjes huppelde dartel door die sneeuw en de sleedoorn hield zijn bloesem nog maar amper in de knop onder de sneeuw. De 18e maart 1972 stond deze naar mijn weten al heel vroeg in volle in bloei maar toen waren we nog onwetend van het broeikaseffect.

Nu zal het zeker een weekje later worden naar mijn schatting. Het was overigens wel baggeren over de landwegen. Ik zag zelfs mensen met gamachen wandelen tegen de modder. Een komisch gezicht als je weet dat je die alleen maar draagt in diepe sneeuw. Maar al dat getrampel in die natte brei geeft de vorm voor de zomer. Afgelopen week voelde ik dat al komen toen het even wat zachter werd.

Zondag was ik na de Tefaf aanvankelijk, door het zien van al die kunstwerken, geestelijk te uitgeput om aan het lopen te denken. Daarnaast was ik lichamelijk zo uitgewoond door het slenteren dat ik nog niet aan lopen kon denken. Aan het eind van de middag was ik echter weer op krachten en dus in de schoenen. Op sommige momenten trekt de Wilhelminaberg mij aan en dat was ook deze middag. Denkend aan mijn Nederlands Kampioen 50+ zijn in 1993 (ik was de enige in de categorie) besloot ik het parcours weer eens te lopen. Het bleek nog goeddeels in tact te zijn ondanks de bouw van de skibaan. Bij de gevreesde steenhelling aan de Strijthagerbeek bleek zelfs de boom nog aanwezig waar onderdoor gekropen moest worden.

De vorst en de sneeuw hadden de helling echter veranderd in een landslide van kolenschlam met steenpratsch. De beklimming leek daardoor meer op een springprocessie van twee stappen vooruit en één achteruit. De takken van de boom hebben mij gered. Het uitzicht boven maakte echter alles weer goed, zeker als je bedenkt dat dit kunstwerk grotendeels met de houweel en de schop geschapen is. Zo bekeken was het dus een kunstzinnige zondag.

5/3/05

De jeugd heeft mij de afgelopen weken flink bezig gehouden. Mijn inspanningen voor NFTE om kanszoekende probleemjongeren te trainen in zelf ondernemen kreeg een nogal dubbele betekenis. Terwijl ik in Gouda ijverig voor hen bezig was, zochten zij zelf hun kans in mijn auto. Het is nog een geluk bij een ongeluk dat zij mijn bolide via de zijruit opende. Na enig zoeken met het open raam naar een hulpdienst kon ik mijn verijsde lichaam opwarmen bij Autoruit Totaal. Het feit dat deze firma avonddiensten draaide zegt al genoeg. De Goudse Hermandad maakte dat nog duidelijker. De verkorte aangifte kan vanwege de grote aantallen gewoon via Internet worden gedaan. Mijn geboortestad overtreft namelijk Amsterdam in aantallen auto-inbraken c.q. vernielingen. Het nut van het invullen werd door de dienstdoende agente toegelicht met de woorden: "Ach meneer, het is alleen maar voor de statistieken". Daar heb ik dus maar niet aan meegewerkt.

"Ach meneer, het is alleen maar voor de statistieken"

In de Amsterdamse Bijlmermeer beleefde ik de positieve kanten van mijn inspanningen. Probleemjongeren die aan een vakjury van CEO's uit het bedrijfsleven, onder leiding van Humberto Tan, onder de ogen van de pers hun ondernemingsplan presenteerden. Het is een belevenis om te zien wat voor talent er onder de jeugd schuilt. Het feit dat de meeting ruim een uur uitliep zonder dat iemand wegliep spreekt boeldelen over de sfeer en de kwaliteit.

Is er nog gelopen is natuurlijk dé goede vraag. Na Noorbeek moest ik rusten. Niet vanwege vermoeidheid maar vanwege een tikje in een balansspier in de overgang van de kuit naar de hielpees. Daar krijgen vermoeide spieren wel eens last van bij een verstapping en in die mogelijkheden grossierde Noorbeek. Na een week liep het wel weer maar ik deed gelijk weer te veel in mijn jeugdige overmoed.

Afgelopen week ging het wat rustiger en zo kon ik mij zaterdag weer op de training melden. Omdat ik wat vroeg was liep ik Jo tegemoet maar die kwam niet. Hij rustte uit om de 10 mijl in Beek voor de neuzen van die messentrekkende Maaskanters weg te kapen. Het was dus dun met de opkomst maar de trainingspremière van Thea vergoedde dit ruimschoots. Zij liep nog wel achter Huub aan maar dat is een goed teken. Ik had echter nog wat last van de kuit en moest voorzichtig aan doen. Achteraf bleek dat ik oude loopschoenen had aangetrokken waar de hielverhogingen al uit genomen waren. Zo'n stommiteit is natuurlijk vragen om pijn in de hielpees en die kreeg ik ook. Toch was het lekker lopen. Windstil, iets onder nul en een sneeuwdekje dat is pure wintersport.

Zondag kon de lijn doorgetrokken worden. Achter de ramen beloofde de halfbewolkte lucht een aangename loop. Dat viel echter vies tegen want er stond een koude wind boven het dunne Limburgse sneeuwdek. De sneeuw in Nederland is namelijk goed verdeeld. Boven de rivieren de meeste sneeuw en de meeste ellende en beneden de rivieren het omgekeerde. Toch zag mijn cameraatje mooie winterbeelden waaronder ik mijzelf en de splijtzwam mag rekenen. De schade aan de te vroeg uitgelopen natuur heb ik nog niet mogen ontdekken. De lente dreigt eerder iets aan de late kant te komen. De onzin hierover in de media is eigenlijk te gek voor woorden. Laatst zag en hoorde ik nog een deskundige in de hoedanigheid als natuurobservatrice, De stakker wist niet eens dat de hazelaar in de eerste maanden van het jaar bloeit en verder tobde zij over het feit dat nu die arme sneeuwklokjes zomaar in de sneeuw stonden. Over de zieligheid van waterbuffels, stormvogels, ijsberen, zonnekoninkjes, regenwulpen en ijskonijnen moet ik nog horen.

19/2/05

De wijze raad van Karel is mij zaterdag slecht bevallen. De sponsorloop van 45 km in Noorbeek voor Mali liep bij mij voor geen meter. Na 6 van de 9 ronden ben ik gestopt. De simpele reden was natuurlijk het gebrek aan moraal om mij stuk te lopen. De excuses waren hoofdpijn, het geaccidenteerde parcours, de blubbersneeuw op de modderpaden, een latente verkoudheid, een tikje in de aanhechting van de kuit bij een struikelpartij en vooral mijn absoluut onvermogen om rondjes te lopen. Kortom, het Lopers Groot Smoezenboek kan weer met een hoofdstuk worden aangevuld. Gelukkig gingen ten tijde van mijn stoppen de hemelsluizen nog eens open voor de doorstroom van een nieuw lading hagel en natte sneeuw. Dit onderstreepte de wijsheid van mijn besluit en tevreden over de geslaagde xxxL zaterdagtraining in de mooie omgeving van Noorbeek ging ik dus huiswaarts.


Het stoppen lag niet aan de organisatie van dit door Henk Sipers en Jos Vrancken georganiseerde evenement. Deze toonde de hand van ervaren twee ervaren wedstrijdlopers en was ronduit perfect. Ook lag het niet aan de ambiance van het toegestroomde leger van vreemde, avontuur gekke, lopers. Hieronder bevonden zich, naast vele bekenden uit andere evenementen, natuurlijk Jo, Karel en Huub Rokx. Leny was, evenals Paul geveld door een kwaadaardige griep. Oda en Peter werden node gemist omdat zij naar zeggen zouden inschrijven. De loop team-tam werkte echter naar behoren want zij waren 's morgens al lopend gesignaleerd en bleven dus gemist. Ook Frans werd gemist maar hier bracht Karel, heet van de naald, het laatste nieuws. Frans was 's morgens spoorslags vertrokken naar een Belgisch madammeke in Brugge. Karel beweerde het fijne daarvan niet te weten maar zijn snor trilde ongewoon heftig bij deze bewering.

Ook het weer was heftig te noemen. De sneeuwgrens lag 's morgens zo ongeveer in mijn achtertuin en bij het naderen van Noorbeek werd, door de hoogte, het witte deken dikker en de temperatuur een graadje lager. Het door de ervaren cross loper Jos uitgezette parcours zag er op de foto's vrij onschuldig uit maar de werkelijkheid bleek anders. Na de start werd als voorgerecht vrijwel gelijk een taaie klim van bijna 2 km over deels een met blubbersneeuw bedekte veldweg via Kwaakhaag naar Ulvend (B) geserveerd. Daarna ging het hoofdgerecht vlak maar in de wind over een idem veldweg van bijna 2 km naar de sub urbs van Noorbeek met daarin een venijnige afdaling naar de voorstad Vroelen.

Je moet zelf over dat pad gelopen hebben om te begrijpen wat het was. In de eerste ronde hield het weer zich gelukkig tamelijk goed. Af en toe kwam zelfs een flauw zonnetje door als in de richting van Maastricht gelopen werd. Na een donderslag bij een redelijk heldere hemel in de 3e ronde was de pret over en kregen we een pracht van een hagelbui op onze kop. Daarna kwam het nooit meer echt goed. Guur, koud en nat.

Tijdens de loop heb ik kunnen vaststellen dat Jo de helft sneller loopt dan ik. De geestelijke saaiheid van rondes lopen wordt gecompenseerd door de verstandelijke uitdaging in het tellen van de hoeveelheid keren dat je inhaalt en dat je ingehaald wordt. Om weliswaar verschillende redenen zijn zowel Jo als ik de tel volledig kwijtgeraakt. Wel heb ik kunnen becijferen dat Jo relatief slechter heeft gelopen dan ik want hij kwam steeds verder in de ronde langs stuiven. Zijn smoes was het gebrek aan tegenstand. Bij de start was weliswaar een Belg van hem weggelopen maar die was zo snel doodgelopen (en kennelijk begraven) want Jo had hem niet meer gezien. Bij de start had Jo, tot grote vreugde van de andere lopers, overigens een openbare waarschuwing van de organisatie om zich te gedragen op het parcours. Veel heeft dat niet geholpen want hij bood zelfs mij geen gelegenheid om aan te pikken.

Het parcours deed België aan en het uithangbord met Leffe er op in Ulvend moet Karel en Huub bijzonder geïnspireerd hebben. Terwijl Jo en ik ijverig doordraafden waren zij onderweg de polsbewegingen voor de "after run" aan het oefenen. Dankzij Thea, die zichzelf als debuterende fotografe volledig heeft waargemaakt, is dit alles voor de publieke waarheidsvinding vastgelegd.

Het rondes lopen maakt het onmogelijk mogelijk. Uiteindelijk liep ik nog voor Jo, Karel en Huub toen ik na 6 ronden stopte. Jo finishte achter mij in de winnende tijd van 3:13 en maakte daarmee Henk zichtbaar gelukkig. Zelf heeft hij aan iedereen onderweg bij zijn "erop en erover" verteld dat hij een ontspannen trainingsloop aan het doen was maar zijn gezicht spreekt andere taal en toont de moraal die bij mij nu even weg is.

12/2/05

Het liedje "Regen en wind kunnen ons niet deren" was zaterdag de laatste strohalm om te kunnen blijven lopen. Ondanks de bloeiende krokussen en een temperatuur van 12ºC was het door de regen en wind bar en boos. Geen hond zou het in zijn kop halen om de straat op te gaan laat staan dat een verstandig mens daar zou gaan hardlopen. Dat ik toch de deur uit ging voor een xxxL loop kan dus veel over mijn verstandelijke vermogens zeggen maar er kan ook een verstandige reden voor zijn. Deze verstandige reden was het onverstand om mij op te geven voor een sponsorloop over 45 km volgende week in Noorbeek. Er moest dus nog wat gedaan worden. Bij dat doen kwam ik nog een gek tegen want Jo kruiste op weg naar de training mijn pad in de omgeving van Rothem. Samenlopen bij een xxxL is voor mij helaas geen optie meer want het haalt mij uit het broodnodige ritme en zo ging ieder zijns weeg.

Noorbeek ligt te zuiden van de as Maastricht-Vaals en ligt in een dal en daar moet je bij het lopen hoe dan ook uit. De dalen in die omgeving beginnen relatief al wat lager te liggen dan de bergen en dat is een extra uitdaging. Om deze vast te proeven besloot ik om vanuit Meerssen via Maastricht (waar was de zon Jo?) in die richting te lopen en zo geraakte ik met de wind en regen "half zij tot voor" in Elckenrade. Het keerpunt bij de stichting "Wereldwijd" gaf met de wind "half zij tot achter" een andere kijk op het leven. Via Margraten en Sibbe werd ik letterlijk Valkenburg in geblazen. Daarna was het nog een stief kwartiertje schravelen tegen de wind in. Op de koeling viel echter niets aan te merken want de gestaagde neervallende regen was als slotakkoord overgegaan in plensregen. Tot op het bot koud ben ik met de verwarming op "hi" teruggereden. Pas in bad ontdooide ik.

Zondag was het weer met de nog meer neerplenzende regen en de alsmaar doorwaaiende wind nog beroerder dan zaterdag. Gelukkig viel de wijze raad van Karel mij in: "Simon, je moet rust houden voor de marathon". Gewoonlijk vind ik dat onzin want je roest er maar van vast. Bij dit weer leek het mij een wijze raad toe die ik natuurlijk altijd volg.

5/2/05

Toen ik zaterdag, na enige voorloopactiviteiten, om 10.00 h bij de Nachtegaal aankwam moest ik gelijk spitsroeden lopen bij Peter Bakker. Hij had aan de hand van de tijd van Jo uitgerekend dat er bij mij toch sprake was van achteruitgang in plaats van vooruitgang bij de Midwintermarathon. Het gegeven dat ik mijn beste krachten in de begeleiding (chaufferen, inwendige mens, mental coaching en nazorg) van Jo gestoken had telde kennelijk niet mee. Nu had Jo daar ook niets van vermeld in zijn verslag, sterker nog, hij had valselijk de illusie gewekt dat ik laatste zou zijn geworden in de Midwintermarathon. Al met al was de toon gezet en zat de stemming er gelijk goed in.


Later begreep ik dat Peter sprak vanuit zijn eigen angst voor aftakeling. Oda spreekt namelijk in toenemende mate publiekelijk met hem over het feit dat zij relatief ten opzichte van hem in snel tempo sneller wordt en glimlacht daarbij (te) veel betekenend. Hij kan daar nog niet mee omgaan en uitte later zijn angst met een kreet die mij stil deed vallen maar Oda niet. Nu bij uitzondering de Schoonbroodt Brothers eens niet op kop liepen, liep plots Oda daar.

“Ze kraak aan alle kanten” zuchtte Peter luid, doelend op haar somtijds broze gezondheid, om daarna te schreeuwen: “Hé, taai kreng”. Oda keek daar niet van op en ook niet door om en liep door. Waarom zou zij ook want van taai kan je op haar jeugdige leeftijd zeker nog niet spreken en een kreng is zij letterlijk en figuurlijk niet. Het enige wat ik zou kunnen opmerken is dat zij de laatste kilometers graag wegsprint van haar medelopers die zij eerst zand in de ogen heeft gestrooid met verklaringen over een off day.

Jo zat nog in een dip door de diefstal van zijn DSM loopbroek waarin hij zoveel triomfen mocht vieren. Hij sprak niet over de inhoud maar over de emotionele waarde van de verpakking. Ik vrees dat de broek zijn talisman was en ben benieuwd of hij de volgende wedstrijden nog kan presteren nu hij in zijn hemd staat. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel want hij is door in zijn boernoes te staan nu wel gekleed voor de marathon van Riad waar hij de eer van Sabic hoog wil gaan houden. Uitgeput door al het druk gepraat heb ik mij voor het ontspannen duurwerk na een driekwart uur van de groep afgescheiden. In de richting van Maastricht, dus heerlijk in de zon, ben ik verder gelopen in het merkwaardig stille Maasdal. Het Carnaval had kennelijk weer duchtig huisgehouden zodat er geen kip op straat was. Bij de start vroor het nog -2°C en was het landschap nog maagdelijk wit maar nu was het puffen en bruinen in de zon. Bij Bemelen zag ik deze rotswand kleuren in de ochtendzon. Hoewel volgens Otto met dit soort foto’s gewacht moet worden tot zonsondergang heb ik het toch maar gewaagd om het beeld vast te leggen. Hoezo 0.3 miljoen pixels, het is een wonder deze mini Thrust!.

Zondag

was het weer een herhaling van zaterdag. Na enig zaagwerk in de tuin ter voorkoming van: “Boompje groot, plantertje nog niet dood.”, was het tijd voor een Carnavalsoptochttoer. De optochten “trekken” in Heerlen, Simpelveld, Eys en Nyswiller op zondag en dat is wel een loopje waard. Het kenmerk in de kleine plaatsen is dat de ene helft van het dorp verkleed langs de kant kijkt naar in welke verkleding de andere helft langs komt. Je kan je dus als loper rustig in het gedruis mengen.

Helaas viel het dit jaar wat tegen. Het spijt mij als Hollander te moeten zeggen dat het Carnaval verhollands. De echte kleine humor maakt meer en meer plaats voor grote wagen waarop wat jeugd met “biertje” Ali B. tracht te imiteren. Niet moeilijk want alles wat niet klinkt is goed maar het is het aanhoren en aanzien niet waard. Het tocht bleef overigens wel gezellig met het volgen van de plateaus. Het gedruis klinkt namelijk op uit de dalen en dus was het stil zonder stil te zijn. Lang lopen heeft ’s winters als enige nadeel dat het met ter kimme dalen van de toch al laagstaande zon de kou toeslaat. Gebruind maar verkleumd ben ik bij terugkeer gelijk in een zeer warm bad gesprongen. Toen mijn middagslaapje uit was de zon onder en het bad op lichaamstemperatuur gekomen.

29/1/05

Zaterdag gingen Jo en ik naar een cursus hardlopen in Apeldoorn. Althans dat begrepen wij aan de hand van de reclameposters onderweg tijdens het lopen van de marathon. Hier poseer ik op verzoek van de mij door de cursusleiding toegewezen personal coach op het zo kritische 33 km punt. Het kwam overigens goed uit want twee jeugdige Duitsers waren mij al een paar kilometer als haas aan het gebruiken en dat loopt niet prettig. Jo bleek natuurlijk een snelle leerling te zijn en was toen allang dit punt voorbij gesneld en gefinisht. Op de heenweg had ik hem voorspeld dat het een toptijd ging worden vanwege de zuurstofrijke lucht, het windstille weer, de ideale temperatuur van rond de nul graden en het voor de spieren afwisselende parcours. Deze voorspelling kwam uit want het werd bijna een PR. Had Jo voor de kou een extra borstrokje en handschoenen aangetrokken dan was dit gebeurd. Toch perste Jo, met handicap en met dank aan zijn voorbereiding in de Oude Leedeloop, toch maar even 2:43 uit de benen. Ik moest toen nog aan de 2e ronde van 14 km beginnen waaruit moge blijken dat ik een trage leerling was. Eugène kwam ongeveer gelijk met Jo over de finish maar had in de Asseltloop 14 km minder gelopen. Leny combineerde intussen een wielercross met het praktijk onderdeel van de cursus fotograferen van loopwedstrijden. Hub Rokx was niet van de partij omdat hij nog steeds met de griep aan het worstelen was.

Het was voor mij de zoveelste (ergens tussen de 5 en 10) Midwintermarathon. Regen, wind, natte/droge sneeuw en vrieskou zijn daar al mijn deel geweest. Desondanks is het een leuke loop. Je ontwaak vroeg uit de winterslaap en het parcours en de perfecte organisatie voorkomen het bijpassende ochtendhumeur. De loop loopt prachtig door de rust van de heuvelende bossen, heide en velden en zeker als er zoals nu hier en daar nog wat sneeuw ligt, is het een verstild winterwonderland.

Het is geen toeval dat Koningin Wilhelmina daar haar boek"Eenzaam maar niet alleen" schreef want na de finish van de Asseltronde loop je op die manier door de Apeldoornse dreven. Dat zijn natuurlijk de beste momenten om dingen op een rij te zetten en dus hield ik mij bezig met de prangende vraag waar de tijd was dat ik dit parcours vrolijk weg in 3:22 rondde.

Terug thuis ben ik met deze wetenschap nog eens in het digitale archief gedoken dat, ondanks de intussen drie gesneuveld HD's, toch nog uniek materiaal bevat. Zo vond ik nog de 3:26 van 1991 en kan dus hierbij pijnlijk zichtbaar maken wat het verval van mij is dat, oh grote doch schrale troost, onherroepelijk voor iedereen komt. De positieve punten voor mij zijn dat de schaal niet bij nul begint, ik nog met plezier loop, langer kan lopen dan vroeger en nu beter tempo kan houden.

Bij het naderen van de finish bleken anderen ook over deze vraag nagedacht te hebben en het antwoord www.je-echte-leeftijd.nl hing boven de weg.

Ondanks het gepeins bleek aan de finish dat in de wedstrijd toch wel werk was verzet. Om te beginnen was de tijd 4 minuten sneller dan vorig jaar en dat heet dus progressie in plaats van verval. Verder was er in termen van klimmen nog ongeveer tweemaal de Domtoren beklommen. Voornamelijk over gemeen vals plat en alsmaar golvende fietspaden.

Het liep vanaf het begin wel goed maar het beste zat in vergelijking met vorig jaar toch in de 2e ronde. De klimmen werden wat rustiger genomen dan 2004 ten voordele van winst op de vlakke stukken en in de afdaling. Na het hoogste punt op 35 km kon de turbo er weer op en liep ik nog wat lopers in en kon de achtervolgende oosterburen definitief afschudden.

Gelukkig hoefde ik geen eindsprint te plaatsen. Afgezien van het feit dat zoiets met een chiptijdwaarneming sowieso onzin is, bleek de man naast mij uit 1947 te stammen en de man achter mij zat als winnaar in 2004 bij de 60+ al genoeg in de ellende. Beiden had ik op de laatste kilometers opgeveegd maar erop en erover is bij ouwe knakkers altijd een probleem. Gelukkig loonde het voor de officiële tijd om in het achterveld gestart te zijn. Na de finish met 4:39 kreeg ik mijn medaille plus drie zoenen van de jonge juffrouw die deze omhing. Hoezo verval als je er na een marathon kennelijk nog zo aantrekkelijk uitziet! Hoe zij er uitzag heb ik niet gezien want het arme kind was vanwege de kou als een kunstwerk ingepakt.

Toen ik nog in de wolken en met het hoofd opgeheven bij de finish rondkeek viel mijn oog op de ondertiteling van het spandoek. Het was inderdaad een plek om uitgelaten te zijn. Na de finish slaat in Apeldoorn de kou altijd genadeloos toe maar nu sloegen dieven nog genadelozer toe. Jo en vele anderen raakten hun spullen kwijt maar als geluk bij een ongeluk had Jo zijn waardevolle zaken in mijn auto gelaten. Daar had ik ook alles in gelaten en ontsprong zo dus de dans. De rest is zoals gewoonlijk, hoezo een marathon, een beetje moe in de benen maar verder kiplekker van de zaterdag cursus. Achteraf blijkt dat de pech voor Jo niet opkan want bij de uitslagen bleek hij 2e bij de 40+ geworden te zijn in plaats van 1e bij de 50+. Kennelijk heeft Jo ook problemen met zijn echte leeftijd maar dan in positieve zin. Verder bleek nog dat zijn snelheid te hoog lag voor de finish foto want Leny kon hem ondanks de goede timing helaas niet bijtijds op de kiek krijgen.

Zondag was het tijd voor uitlopen. Jo heeft mij dat geleerd en het helpt. In plaats van een paar dagen verstijven gewoon de schoentjes aan en hobbelen. Het lopen of beter gezegd langzaam voortslepen werd drie kwartier volgehouden maar het helpt. Het enige wetenswaardige dat onderweg plaats vond was dat ik een heer uit de handen van een dame heb mogen redden. Vraag nooit de weg aan een dame is in verreweg de meeste gevallen een goede raad. In het voorbijgaan hoorde ik de dame na een lange uitleg zeggen "zeker weten doe ik het niet" en dat zei genoeg voor een interventie.Uiteindelijk werd het een weekend van 5:24 lopen en dus ben ik weer klaar voor de volgende marathon of ultraloop.

22/1/05

Afgelopen donderdag liep het verleden DSM RunningTeam voor het laatst de Adventloop als afsluiting van 18 jaar lopen onder de DSM vlag. Gezien de datum viel de Advent in 2004 dus wat laat of in 2005 wat vroeg maar dat kon de pret niet drukken. Eerst een stukje lopen, aansluitend down cooling in de sauna, vervolgens een ruim borreluurtje en tot slot een voedzaam maal dat kan een hardloper wel aan. Dat alles dankzij Lex Nijenhuis, de Kasteelheer van Dolce Kasteel Vaalsbroek. Het lopen leidde het team door de vier landen rond het Drielandenpunt. Daarvandaan werd al klimmend en dalend de landen Nederland, Duitsland, Moresnet en België werden aangedaan. De betreffende landelijke weerprofeten hadden unaniem pijpenstelen van regen rond het Drielandenpunt voorspeld maar zoals te verwachten blijft het dan juist droog.



Karel liep ongeveer een thuiswedstrijd en fungeerde dus als roadmaster. Dit betekende berg op en berg af baggeren in een ongehoord tempo. Het team liep namelijk als een troep uitgebroken honden want iedereen wilde op enig moment wel laten zien dat er geen pap in de benen zat. Na ruim anderhalf uur hingen de tongen voldoende op de schoenen en was het dus tijd voor de groepsfoto (© Frans Amkreuz).Warm gelopen stilzittend zitten transpireren in een gloeiend hete sauna is goed beschouwd een nogal vreemde bezigheid voor lieden die gewend zijn om van inspanning te zweten. Voor de spieren en pezen is deze warmte echter als balsem op een wonde. Het bijverschijnsel van een alsmaar toenemende dorst werd maar op de koop toe genomen.

Tijdens de borrel werd Dolce Kasteel Vaalsbroek een oorkonde aangeboden als dank voor de 10 jarige gastvrijheid. Aan de hand van de tekst werd daarbij het ontstaan en de historie van de Adventloop nog eens opgehaald. Dit terugkijken was ook het thema van de verdere avond. Iedereen had als huiswerk de opgave gekregen om één persoonlijk hoogtepunt en één persoonlijk dieptepunt van het lopen in het team te presenteren.

Dat lopen fun is, zo dat nog ter discussie stond, was aan het eind van de avond zeker geen punt meer. Het enige verontrustende was dat de dieptepunten duidelijk veel meer fun gaven bij de toehoorders dan de hoogtepunten. Herbert en Anne gingen echter met het absolute hoogtepunt van de avond aan de haal. Met het uitspreken van de hoop dat mijn reïncarnatie in ieder geval tot na juli van dit jaar zou kunnen worden uitgesteld, maakte Herbert het bruggetje om de komst van een Hooijkaasje te brengenn. Het feit dat Anne ontspannen had meegelopen met de groep duidt in ieder geval op een klasse loper of loopster in wording. De avond kon daarna natuurlijk helemaal niet meer stuk.

Zaterdag moest nog even op der tanden gebeten worden ter voorbereiding op de Midwintermarathon van zaterdag a.s. in Apeldoorn. Dat betekende dus vroeg uit de veren voor een aanloopronde. Toen ik, even na tienen en iets later dan gepland, de Nachtegaal te laat ter aansluiting passeerde, zag ik iets opmerkelijks. Karel was nu zelfs vóór het lopen aan het bier gegaan. Zijn auto was tenminste opgesierd met een bierblikje en een bierviltje. Tot mijn grote verbazing echter van een merk niet zijnde Palm. De verdere voettocht verliep gestaag en zonder verdere bijzondere gebeurtenissen. Wel werd ik getroffen door de passende naamgeving van de oeroude weg tussen Amby en Berg toen ik deze naar boven opgestoomd was.

De weg begint in Amby (Amie in het Maastrichts) als Hoevereweg (hoe ver is de weg!) om bij het stijgen over te gaan in de Kuitenbergweg. De helling begint op 54 meter boven NAP om op 119 te stoppen. Dit alles over een lengte van ca. 2000 meter. Gemiddeld is het stijgingspercentage 3.3%. Het begin en het eind van de weg is vals plat. Het middenstuk van ca 900 meter, vraagt even door te harken want hier is het percentage een paar procenten hoger. De weg gaat geheel door open veld en als de wind, zoals gewoonlijk tegen is, dan is het dubbel harken.

Kennelijk leden onze voorvaderen, ondanks het door de omstandigheden gedwongen meer geoefend benenwerk, toch ook al onder het vals plat dat het naambordje boven aan de helling bekroonde. Het kan geen toeval zijn dat het bord gedragen wordt door de benen van een kruis. De foto toont het omgekeerde en dat is ook weer waar.

Zondag was het weer evenals zaterdag weer mooi met als ruis de dreigende boodschap van het KMNI en andere weersinstituten aangaande sneeuw. Deze dreiging uitte zich wel in toenemende wolkenpartijen en bitterende waterkou.

De echte voorbereiding zat er op en rust was dus de boodschap die Jo mij al dagen eerder had gegeven. Maar lopen in de natuur gaat nooit vervelen als je maar oog hebt voor het natuurschoon en dus gingen de schoenen toch aan. Hoewel het eerlijk gezegd niet echt lekker liep was het toch lekker lopen. Als compromis heb ik het kort gehouden omdat het totaal van de laatste dagen van week toch al boven de 5 h. uitkwam. Here I come Apeldoorn, vermits er geen lichamelijke ongemakken optreden of Koning Winter echt de diepvries open doet.