2002 Q3

28/9/02

Op de allereerste plaats de felicitaties voor Peter en Joke vanwege hun grootouderschap. Hun bijdrage lag weliswaar in het verleden maar je ziet wat er van komt. Verder hoop ik dat goed voorbeeld goed doet volgen want de opa’s Rob en Jo lopen alsmaar meer sterren van de hemel.

Het was voor mij een week van rijden en lopen en tussendoor wat werken. Ondanks het rondje Nederland (Heerlen-Utrecht-Heerlen-Emmen-Utrecht-Leiden-Heerlen) lukte het toch nog om in 4 dagen een trainingstijd van 9 h. 02 min. op de chrono te brengen. De rustdag voor de Stadsloop schoot er daardoor wel bij in maar de 1 h. 40 min. hellingbos bij Valkenburg, inclusief de trappen bij het Casino, was gewoon lekker afzien.

14/9/02

Dementie en andere zaken. De discussie over de dementie van oudere lopers werd zaterdag definitief afgesloten toen bij het verlaten van het Vogeltjeshuis bleek dat Edwin zijn autoportier wagenwijd had laten openstaan. De opmerking dat dit een test was voor de eerlijkheid van passanten in de Meerssener Beemden kon hem niet meer redden. Gelukkig heeft hij op zulke momenten zijn gezicht mee.

Een en ander kon de goede stemming tijdens de loop en bij de koffietafel van de "Jarige Maagden" niet meer bederven. In tegendeel het was na de vondst van Herbert in de vorm van Sabic-loopjurken als nieuwe outfit een absolute uitsmijter en een genoegdoening voor de 50 en 60 plussers.. De loop van 1 h. 40 min. zou voor mij normaal gesproken wat kort zijn maar voor het herstel lang genoeg. Volgende week kunnen we weer vlammen in het ongetwijfeld zonnige Maastricht.

De beklimming van de Watertoren in Schimmert was als verjaardagscadeau een mooie en leerzame onderbreking waarbij wij de Watertoren-deskundigheid van Piet zeer misten. Ik zag Piet zijn peinzende finishfoto en hoorde van zijn diepe teleurstelling. De vrees dat Piet door de tegenslagen in dit jaar zal afhaken deel ik niet. Ik ken hem langer dan vandaag en weet dat hij karakter heeft. Iedereen heeft wel eens een shit periode maar dat maakt je sterker als je niet in zelfbeklag wegzinkt. Voorzover de oorzaak niet in de blessures zit is de remedie analyseren en de aanpak bijstellen. De hatelijke 3 vooraan zal dan met Jo als lichtend voorbeeld omgezet worden in een 2.

Zondag was eigenlijk bestemd als fietsdag maar de grauwe ochtendlucht ontnam mij de lust. 's Middags verscheen de zon steeds uitbundiger en dat lokte mij in de schoenen en naar buiten. Het Limburgse landschap toonde heerlijk helder en het was puur genieten. Het resultaat werd 2 h. 03 min. met nog behoorlijk wat power er op. In ieder geval zijn wij klaar voor Maastricht. Edoch, eerst moet ik zaterdag met andere vaders de PaDo dag met mijn dochter en haar jaarclub van nog 18 andere kakelende kakkers doorstaan. Zij drinken allen beter dan zij studeren en ik heb begrepen dat hun hoogste doel het afvoeren van dronken vaders is. Maar zo te zien aan de finishfoto kan ik na de Mergelland Marathon nog wat hebben.

7/9/02

Met de ouwe stomp op stap. De weersvoorspelling voor de Mergelland Marathon leek wat op die voor de DSM Classic. Ook de ervaring was het zelfde, het klopte mooi niet. Maar daar waar het bij de Classic bakken uit de hemel goot terwijl ik graag in een warm zonnetje fiets, was het nu een warm zonnetje terwijl ik graag de marathon in een verkoelend buitje loop. De achtergrond is dat de verkoeling bij fietsen door de windsnelheid groter is dan bij het lopen en drinken bij het lopen minder goed gaat dan bij het fietsen. Ergo lopen in een zomers zonnetje betekent een tandje terug en meer drinken dan normaal.

Bij de start was dit echter geen onderwerp van gesprek en onderweg heb ik menigeen te vergeefs aangeraden meer te drinken. De gevolgen waren een slagveld zoals ik zelden heb gezien. Het was in mijn waarneming zelfs erger dan drie jaar geleden ondanks dat het niet extreem warm was. Denkelijk is de combinatie warmte, luchtvochtigheid en weinig wind de oorzaak daarvan. De commotie bij de start over de splitsing tussen atleten en recreanten heb ik volledig gemist en dus kon ik voor de prijzen gaan die mij door de splitsing nooit zouden toevallen.

Mijn persoonlijk doel was om ook de 4e marathon van dit jaar binnen de 4 h. te lopen. Normaal gesproken een haalbaar doel gezien de goede voorbereiding. Na 3 km wist ik het echter al: "Mission impossible". De groep rond mij heen deelde de mening nog niet en liep zelfs fluks weg maar ik heb ze allemaal nog voor de 35 km teruggezien en ingehaald of bij de 25 km zien stoppen.

Ik voelde mij voortreffelijk en na het op stoom komen had ik lekker lopend nog een krap zicht op mijn doel. Goed voelen en lekker lopen is evenwel nog niet snel lopen zoals ik achteraf in de grafiek waarnam. In de eerste ronde heb ik eerst Leny en Anne in een bijpratend gesprek achter mij gelaten. Jos V. kwam ik iets eerder dan verwacht in Genzon voorbij maar dat kwam denkelijk door de dame waar hij mee opliep. In de klim na het Ravensbos trof ik verder een goedgemutst etende Gerrie aan die wel met veel doorzettingsvermogen loopt maar in tegenstelling tot bij het fietsen daar geen groot mes op kan zetten vanwege zijn knieën. Kamal trof ik niet en dat verbaasde mij ook niet. In de Classic zag ik al dat hij, verlost van zijn achillespeesleed, veel gedaan heeft en in een groeiende vorm verkeert.

Achteraf gezien heeft het verval rond het einde van de eerste ronde en het begin van de tweede ronde gezeten. Dat ik daar niets van gemerkt heb zal door sommige teamleden als dementie worden opgevat. Ik houd het echter op loopervaring bij warm weer. Ik voelde, hoewel makkelijk lopend, de spieren en wist dat elke onbesuisde actie zou kunnen resulteren in problemen. De tweede ronde heb ik ervaren als een normale lange duur training. Eigen tempo, lekker weer, mooie omgeving, weinig op de weg, hier en daar gratis drinken en wat wil je nog meer.

Natuurlijk!, af en toe eens aanspraak. Eerst was dat Edwin die zoals gebruikelijk in de training ook in de wedstrijd iets eerder omkeerde. Daarna monterde Oda mij fietsend op met de boodschap dat Jo er doorheen zat, Huub was uitgestapt, Martin binnen bereik was en Karel na hem het volgende slachtoffer zou kunnen zijn.

Bij het verglijden van de 2e ronde temperde wat wolkjes de zon en blies een zacht windje tegen. Dat was het moment om de gespaarde energie om te zetten in arbeid. De laatste 7 km liepen makkelijk en snel(ler). De afdaling van de korte Raarberg kon nog met volle belasting op de dijen genomen worden en onbedoeld haalde ik bij de finisch Martin nog bij, die juist achter Karel was geëindigd. Goed beschouwd had ik achteraf bekeken de beuk er in moeten zetten maar als coach moet je de pupillen sparen.


De rest was een aangenaam samenzijn met wat nawerkende commotie. Ik heb daar wat sussende woorden over. De organisatie was vanuit mijn waarneming gezien best goed. De filter is dat ik weet wat er allemaal aan de pas komt. Politie, Brandweer, Vergunningen, Subsidies enz., enz. De organisatie draart daarbij op een paar goedwillende vrijwilligers die e.e.a. hobbymatig regelen. Soms verstarren dan zaken zoals die zijn gepasseerd. De kunst van organisaties is om positief in te blijven spelen op wensen van lopers, de kunst van lopers is begrip te hebben voor organisaties en problemen positief terug te koppelen. De naweeën bleken maandag minimaal. Wat stram, geen spierpijn en geen traumaverschijnselen in de knieën. Donderdag weer eens bewegen en zaterdag normaal aan de bak. Intussen heb ik begrepen dat ik vanwege de uitvallers bij de eerste helft ben geëindigd en dat ik eerder minder dan meer dan de grote vedetten heb ingeleverd. Dit verzacht het knagen aan mijn ego door het niet halen van de 4 h.

31/8/02

De DSM Classic had mij licht achteruit geworpen. Dus de afgelopen week werd een tandje bij gezet met tweemaal een retourtje Emmen als handicap. De zaterdagtraining moest de afronding worden maar daarvoor was nog een keuzeprobleem:

  • Wat pierewaaien als start voor de rustweek (advies Jo).

  • Het schema afmaken met 2 h. 07 min. (opdracht trainer).

  • Het voortschrijdend weekgemiddelde op 9 h. brengen (optische mijlpaal).

  • Een 3 h. loopje (maximaliseren zelfvertrouwen).

Het begon met een valse start. Een mogelijke lange afstand beginnen met hellingen op en af te raggen is niet echt optimaal. Even kreeg ik het koude en sombere Vogeltjesbos greep op mijn psyche en welde de nijging in mij op om voor 1. te kiezen.

Gelukkig verlangde Jo al snel naar het uitzicht op het zonnige Maastricht. Bij het verlaten van het bos zag ik 2. gloren. De hoop op medestanders viel echter snel in duigen. Met een kort lopende Marc, Karel met pijnlijke knieën, Peter B. afwezig, “Jansen” niet bij de les en verder alleen maar verstandige mensen, was ik op mijzelf teruggeworpen.

Toen na drie kwartier “teruggaan” het demotiverende onderwerp van gesprek werd, gaf dat mij de kick ik nodig had. Bij Bemelen scheidden onze wegen en al heel snel kwam ik in mijn ritme. Via Cadier, Margraten, Welsden, Scheulder, Oud Valkenburg, Valkenburg, Trappen naar Casino, Koningswinkel en Berg geraakte ik zonder ook maar een spoor van een inzinking en bordevol zelfvertrouwen terug bij het Vogelhuisje. Met deze vorm van de dag moet de Mergelland Marathon met twee vingers in de neus te lopen zijn. Gelukkig weet ik dat marathon planningen zelden uit komen en verbind ik dus geen enkele tijdsprognose aan deze euforie.

's Middags heb ik zwaar geboet voor mijn ergerlijk deserteren bij de overigens uitstekende rekoefeningen van Karel en Marc. Drie volgroeide pruimenbomen in een goed pruimenjaar betekent uren rapen, plukken, sorteren en verwerken. Daar wordt je nou echt lenig van. Dit weekend onderging ik het genoegen van de diepblauwe Kwetschen (Bak- oftewel Wijnpruimen) en de roze rood blozende Reine Claude Victoria. Zondag was het tijd om gas terug te nemen. De speakers van de Telematicaloop heb ik dus om niet laten roepen. Het is een leuke thuiswedstrijd maar je betaalt je blauw voor een stel wedstrijdatleten uit Verweggistan. Nee, een lekker rondje Heuvelland van 1 h. 42 min. was mijn besluit van een wat warrige mix van DSM Classic en Mergelland Marathon voorbereiding. Nu nog even niet verstappen en geen opkomende verkoudheid.


24/8/02

De weerkaart had mij al het ergste doen vrezen. Als lagedrukgebieden blijven hangen dan is het altijd rond de Ardennen. Dus toen ik zaterdagmorgen fris en vrolijk met het ruisen van de regen wakker werd wist ik bij voorbaat dat de DSM Classic een uitermate vochtig gebeuren zou worden. Toch ben ik op de fiets naar de start gereden want ik zag het parkeren in het prats-weiland bij Vaalsbroek al voor mij. Zonder Drentse Turftrappers ben je dan verloren. Verder wil een mens na een eerste werkweek na de vakantie en 1500 km woon-werkverkeer over het asfalt weer eens echt bewegen. In Vaalsbroek stonden Leny en Emmense equipe al klaar om deze inmiddels al verzopen kater in hun midden op te nemen.

De plannen van foto's onderweg nemen en de rit via de GPS vast te leggen heb ik maar naast mij in het water laten vallen. Ik zag de elektronica al naar afloop de errors geven. Na de gebruikelijke groepsfoto's was het rond 11.00 h. zover en kon het waterballet beginnen. Jammer genoeg moest Leny uitstappen met een defecte derailleur. Natuurlijk net na de de beurt bij de fietsenmaker. Kennelijk zijn fietsen net auto's. Als ze in de garage zijn geweest dan krijg je altijd wat. Gelukkig vond zij in een volgwagen van Risk (ex. ADB) gastvrij onderdak en heeft zodoende alles meegemaakt.

De tocht zelf was lichter dan vorig jaar door het koele en gelukkig windstille weer. Toch kregen wij voor Banneux nog even een plensbui te verwerken die alle zweet, voor zover aanwezig, voor een jaar wegspoelde. Sabine (Klazinaveen), Gerrie, Kamal en Sije (éénmalig Chamonix-ganger) zijn beesten op de fiets. Sabine is een Leontien van Moorsel, Sije is een Lance Amstrong, Gerrie een Pantani en Kamal is zo'n alsmaar fel demarrerende Italiaan. Hun serieuze voorbereiding wierp dus duidelijk vruchten af maar zij moeten voortaan niet 's middags vrij nemen en voor mijn raam vrolijk starten voor een training. Gelukkig hielden ze elkaar bezig zodat ik rustig voort kon peddelen. Het liep bij mij weliswaar goed maar misschien vanwege de vergane week had ik niet echt mijn dag. Samen uit samen thuis was een nieuw fenomeen voor Emmen pedaleurs dat geweldig scoorde en zo kon het gebeuren dat de turftrappertjes in tegenstelling tot vorige jaren als één blok turf met Blok binnenkwamen.n.

De leemprut waarin de barbecue en het bier verwerkt moest worden kon de pret niet kreuken. Maar de fietstocht terug was daardoor afzien. Het plateau van Banenheide leek belangrijk opgehoogd en de Molsberg bij Simpelveld leek de Mont Blanc wel. Na nagenoeg 150 km op de dagteller kon ik beginnen met het ontmodderen en daarna mocht ik door naar een feestje van bekenden waar ik nog enige dorst kon lessen.

Zondag moest het lopen weer eens serieus genomen worden. Het werd met wat stijve bovenbenen 3h. en 02 min. maar verder liep het als een trein. Na afloop verviel deze bejaarde echter in een avonddutje met coma-achtige verschijnselen. De vorm was echter weer vastgesteld en daar ging het om.

Donderdag 15/08/02

Het was vandaag een vrije dag in Italië vanwege Ferragoso. Dit is naar ik begrepen heb gewoon een vrije dag vanwege het feit dat augustus de vakantie maand is. Je moet er maar opkomen. Aangezien veel mensen naar zee trekken leek het mij een gepaste gelegenheid om het wat hoger op te gaan zoeken. Hoge passen zijn in de Alpi Apuane voldoende voorhanden in de vorm van ongebaande bergpaden maar schaars als het om een rondrit over asfalt gaat.

De Passeo del Vestito, aangelegd voor de marmerwinning, is één van de weinige wegen die tot pashoogte zijn geasfalteerd en een rondrit toelaat. Het aanrijden kostte een kleine 25 km langs de boulevards van de opeenvolgende Lido´s. Maar vanaf Massa is het ook gelijk van dik hout zaagt men planken. De start van de iets meer dan 1000 m aan hoogteverschil was begonnen.

NB: Let op het woord “hoogteverschil” want veelal worden cols in de absolute hoogte aangegeven en als je al op 500 m zit dan is een col van 1500 m dus slechts 1000 m hoogteverschil. Een aardig thema om eens op verjaardagen en partijen aan te snijden als er te veel wielerlatijn wordt gespuid.

Aan het begin van de klim werd ik door hele pelotons Tifosis voorbijgestoken maar ik ken de Pappenheimers uit eerdere waarnemingen. Met veel bravoure wordt naar Antona gereden en dan rap afdalen voordat het echt moeilijk wordt. Na Antona had ik de weg, op de auto´s na, alleen en wordt het in de hitte anderhalf uur doorstampen op het één na kleinste verzet met om het half uur een bidon water er in. De man met de hamer staat bij het bordje “Passeo del Vestito 4 km” te wachten. Vanaf zo´n bord ga je of je wilt of niet de honderden de meters tellen en op de hoogtemeter zitten kijken.

Het traject bleef overigens goed afleiden. De weg is op het laatste deel uitgehakt in het zuiverste marmer en biedt prachtige uitzichten op zee, dorpjes, marmergroeven en de toppen. Uitzichten die per tornante (lus) aan je voorbij draaien.

Wat ook goed afleidde was de sportieve en jeugdige dame die ik op 3 km voor de top in zicht kreeg. Ineens waren daar de geheime krachten van de sport die één tandje hoger toestonden. Gelijk zijn wij boven gekomen maar konden daarna geen woord meer wisselen in welke taal dan ook. Als een Blok-Bok liet ik mij vervolgens op het hoogste punt in alle ijdelheid fotograferen.

De pas is in werkelijk een tunnel van bijna een kilometer. Voor de tunnel ligt een marmergroeve waar rond omheen hele families zich wandelend en picknickend vermaakten.

De groeves worden zelfs als zonnebank gebruikt want op die hoogte is meer UV straling, de temperatuur is in de bergen aangenamer en het witte marmer werkt als een super reflector. Hoezo naar zee met zo´n zonnebank!

De afdaling kostte nog een uur en een kwartier van geconcentreerd rijden. Gelukkig niet koud doordat het inmiddels tegen de 30º C liep, maar wel kramp in de handen van het remmen. Terug op de laagvlakte was het nog een kleine 20 km vlak peddelen en dat liep goed. Na afloop heb ik op het strand lekker in het zonnetje aan de vloedlijn liggen pitten voor zover Feragosa dat toeliet, want op die dag mag iedereen natgooien en dat gebeurd dan ook ruimschoots.

Het sportieve resultaat van de dag stemde tot tevredenheid. Geen stijve maar wel voelbare bovenbenen en voor de rest fit. Voor mij was deze tocht dé generale voor de Classic. Niet echt imponerend misschien voor de echte kilometervreters op de fiets maar wel voor een loper die tijdelijk voor twee walletjes moet eten. Dat laatste heb ik ´s avonds ook goed gedaan want het feest gaat gepaard met een feestmaaltijd van vis en witte wijn en dat zijn twee kanten van het leven die ik niet laat lopen.

Morgen is de laatste vakantiedag en dat wordt lopen geblazen. Zaterdag uitrusten in de file en Zondag nog even in Limburg op de fiets en dan absolute fietsrust. In het wielerpeloton was het tot voor kort niet ongebruikelijk om één dag voor b.v. Luik – Bastenaken – Luik het parkoers bij wijze van training te gaan fietsen. Tegenwoordig is ook bij het wielrennen het begrip ontstaan over trainen door rust.

Met andere woorden doe een week voor de Classic niets of peddel rustig een paar kilometers weg. Je voelt je lui maar je vlamt na een week als geen ander. Als het van de laatste week zou moeten afhangen dan heb je simpelweg te weinig gedaan Er blijft dan niets anders over dan in de Classic op de blaren gaan zitten. Maar in een “samen uit samen thuis” team komt dat ook nog wel goed.

Woensdag 14/08/02

Het was vandaag een fietsrustdag dus tijd om de marathon voorbereidingen verder ter voet te nemen. De achterstand door de korte keelongesteldheid van vorige week was bijna ingehaald en op het programma stond 48 min. lopen of zoveel meer als er inzat en ook uitkwam.

De dag was bloedwarm en zo besloot ik om onder het koele naaldendak van het Pinete del Ponente (Pijnboombos) in Viareggio te gaan lopen. De laagvlakte tussen de bergen en de zee moet oorspronkelijk één bos geweest zijn, afgewisseld met rietlanden en vennen.

De oorspronkelijke Via Aurelia loopt iets hoger aan de rand van de bergen en de dorpen er langs pleegden landbouw op laagvlakte en hadden allemaal van oudsher een Lido (badgelegenheid) aan zee. Vandaar het Massa en Lido di Massa, Pietrasanta en Lido di Pietrassanta, enz. In de loop van de tijd is de laagvlakte op een met de Hollandse polders vergelijkbare wijze (slootjes/dijken/sluisjes) ontgonnen. Nu resten slechts hier en daar nog wat bos, meertjes en rietlanden in ruil voor veel tuinbouw, boomgaarden en industrieland.

In Viareggio ligt als stadspark nog zo´n 3 bij 1 km restant pijnboombos. Vooruitziende bestuurders hebben dat niet opgeofferd is aan de woningbouw. Het is af en toe eens leuk om dat bos via de 6 paden in langsrichting door te hollen. Het park is namelijk zeer multifunctioneel. Verstandige mensen overleven daar in alle rust de middaghitte, onverstandige mensen doen daar van alles. Een opsomming van wat ik al rennend zag:

  • Kienen

  • Een soort curling

  • Dansen

  • Een openlucht bejaardensoos

  • Tennis

  • Skating

  • Hardlopen

  • Ponyrijden

  • Koetsjesrijden

  • Trapauto´s

  • Allerlei kermisattracties

Kortom je bent er niet alleen en je wordt doorlopend audiovisueel met van alles vermaakt. Dit inclusief de bijbehorende, alom hoorbare Italiaanse krakers die allemaal over “Ti Amo” handelen. Een mij vreemde variant van “Ti Amo” trof ik in een wat stiller hoekje van het bos aan.. Plots wemelde het van mannen die achter bomen naar elkaar stonden te kijken. Ik heb toen maar even een tempo loopje ingelast in de hoop dat ik niet te veel opwinding had veroorzaakt

Buiten het bos heb ik nog een rondje haven gelopen. Er liggen daar ongelooflijke slagschepen uit alle delen van de wereld met complete bemanningen er op van het soort “Prince de Lignac”. Varen zie je die overigens zelden, het zijn kennelijk meer veredelde woonschepen. Terug in het hotel had ik binnen een straal van 3 km al kris krassend 1 h. 22 min. vol gemaakt. Het voortschrijden weekgemiddeld van het lopen kwam daardoor uit op 8 h. 54 min. Ruimschoots voldoende als voorbereiding op de Mergelland Marathon van 8 september a.s.

Dinsdag 13/08/02

Het weer was stralend blauw en al snel sloegen de eerste verse buitenlandse bleekgezichten op het strand rood uit. De buitenlandse toeristen zijn in Viareggio naar verhouding overigens schaars en vrijwel beperkt tot Engelsen, Fransen en Duits sprekende Zwitsers. Fransen praten alleen maar met Fransen, Engelsen houden wel van “social talk” en Zwitsers houden nergens van behalve van hun eigen vlag. Italianen zijn gewoon Italianen.

Al zittend in mijn stoeltje aan de vloedlijn zag ik dat plaatje aan. Maar een plaatje zien is nog geen plaatje bij een geschreven praatje. De foto´s bij deze stukjes komen niet vanzelf. Zij komen uit mijn digitale camera. Helaas kan deze bij het lopen niet mee maar gelukkig wel op de fiets. De consequentie is dat ik gelopen trajecten na moet fietsen om de bijpassende foto´s te maken of omgekeerd. Dus fietste ik vandaag het traject dat ik gisteren gelopen had.

Te zien is dat de stijgsnelheid beduidend lager is dan de dag ervoor met lopen. Niet alleen een paar minuten foto´s nemen drukte het tempo aanzienlijk maar ook het aan de makkelijke kant oprijden van de berg maakt de fietser lui.

Het goede bericht is dat het verzet met het verstrijken van de vakantie één tot twee tandjes hoger gezet kan worden. De fiets-turbo-dijen zijn dus in ontwikkeling. Jammer genoeg dreef in de bergen de bewolking wat op zodat het niet geheel zonnig was. Het was ondanks dat echter puur genieten.

Ook deze dag liep de weg terug weer als vanzelf. Toch zijn er een paar kanttekeningen bij te plaatsen. Ten eerste gaat het asfalteren in Italië met de Franse slag. Elk putdeksel is dus een kuil of een hobbel en als er geen putdeksels zijn dan zijn er toch wel kuilen en hobbels. Deze liggen natuurlijk bij voorkeur langs de kant van de weg waar gefietst wordt. Niet opletten betekend elke keer een schop onder je kont en de bijpassende strijdkreet.

Het ontwijken van deze obstakels is een nationale sport van alles wat wielen heeft. Omkijken over de weg zwabberen en weer terug. Leuk op een rustig Nederlands weggetje.

Maar op de Via Aurellia is dat als koordansen. Het aardige is dat je er aardigheid in krijgt en het is waarschijnlijk de reden dat Italianen over het algemeen goede, dus goed zwabberende, sprinters zijn. Dit geldt ook voor Belgen want tijdens de Classic kunnen ervaren dat het asfalteren daar in ieder geval met de Waalse slag gebeurd en dat lijkt op Frans.

Maandag 12/08/02

Het weer was weer min of meer zoals het in Italië moest zijn. Dus eerst in de strandstoel wat bronzend uithangen en dan in de middag er weer lopend tegen aan. De keuze viel deze dag op een route bij Seravezza, een plaatsje iets verder weg liggend, waardoor het automatisch Bike–Run–Bike werd. Seravezza is een plaatje van een plaatsje. Het ligt in een inham van de Alpi Apuane op de kruising van de riviertjes Serra en Vezza. In de naam is echter de dubbele r weggevallen.Het bijzondere is dat de op deze riviertjes afwaterende bergen uit witte marmer bestaan (na het verwijderen van het geërodeerde oppervlak) en uitgevreten zijn door op holle kiezen lijkende wit blinkende marmergroeven. Van een afstand lijken dat wel plekken met sneeuwresten uit de winter.

Het marmer wordt in blokken gewonnen door zagen en hakken. Het puin wat vrijkomt wordt of de helling afgekieperd richting rivier of gebruikt voor de wegen. De riviertjes hebben dus wit marmeren beddingen en de paden zijn met blinkend wit marmer geplaveid.

De marmerwinning is daar al van ver voor onze jaartelling en is dus al eeuwen en eeuwen gaande. Michelangelo haalde bijvoorbeeld in de buurt bij het plaatsje Azzano persoonlijk zijn marmer. Het verhaal gaat dat hij dag en nacht bij zijn eenmaal uitverkoren blok in wording bleef totdat het uitgehakt/uitgezaagd/uitgebroken en heel en al in het dal was. Zo´n blok van ca twee meter hoog met één vierkante meter als basis er uit krijgen is één maar het naar beneden krijgen is twee. Nu gaat dat hup met een kraan op een vrachtwagen en rijden maar. Vroeger werden de blokken echter over steile dus gevaarlijke glijbanen met handkracht naar beneden gesleept/gevierd. Ik heb daar de kilometers lange restanten van gezien. Het zijn bewonderenswaardige hoogstandjes van wegenbouw met allerlei overbruggingsbogen over hoogteverschillen van vele honderden meters.

De route die ik heb gelopen had de sprekende naam van Percorso (parkoers) Michelangelo en was heen zo´n inmiddels geasfalteerde glijbaan. Die eindigde in een groeve op 625 m hoogte. Een schitterend traject langs de Serra steil omhoog. De Serra stond nog redelijk met water en in de kolken achter de watervalletjes had elke familie zo zijn eigen marmeren zwembad ingenomen.

Bij de groeve stond een monument voor de Marmerwinners. Dat maakte duidelijk dat niet alleen het werk gevaarlijk was maar dat ook Moeder Natuur haar tol eiste met bliksem, sneeuw en ijs als ingrediënten. Omdat de groeve wegens vakantie gesloten heb ik de verbodsborden genegeerd en ben er doorheen gelopen.

Aan het eind bleek een vandaar overwoekerde weg nog de bergen in te slingeren maar deze eindigde uiteindelijk in een bergpad naar, ongetwijfeld, de top van de Monte Altissimo. Dat was voor de geplande tijd iets te hoog/ver en bovendien veel te gevaarlijk om op loopschoenen te doen.

Na de groeve ben ik langs Azzano naar beneden gelopen. Daar laat Michelangelo nog steeds zijn sporen na. Al voor het dorp hoorde ik een concert voor honderd spechten maar dat bleek een beeldhouwerschool te zijn. De bidon bijvullen is dan altijd een goed werkende openingszet en zodoende kon ik druipend en wel van het zweet ingewijd worden in de geheimen van het beitelen.

De rest was 40 min. afdalen naar Seravessa. Daar stond mijn fiets na 2 h. 17 min. netto nog geduldig te wachten voor het gebouw van de Club Alpi Apuana. Terug reed het heerlijk in de avondzon en na het wegtrappen van de post loopstramheid kon de fietsturbo er weer op. De Bike eindigde in 33,7 km. De nadorst is de enige kwelling die na dit soort uitspattingen blijft maar dat is het minste probleem in Italië.

Zondag 11/08/02

Alle zegen komt van boven maar zoveel zegen heb ik nu ook weer niet nodig. Het weer is onstabiel met twee lage drukgebieden die in de buurt van Corsica in het Middellandse zeegebied rondtollen. In de 2e helft van de winter is dat normaal en geeft zo´n drukverdeling veel sneeuw aan de zuidkant van de Alpen. Nu heb ik nog nooit zoveel regen gezien in deze zuidelijke streken. Vannacht en vanmorgen dus alweer onweer. Gelukkig knapte het in de loop van de dag snel op maar een dagtocht zat er niet meer in.

Maar daarom niet getreurd. De spieren kunnen niet altijd gespannen zijn dus gewoon maar wat vrij in de omgeving trappen. Dit leverde in ieder geval een nieuw looptraject op langs de Via Panoramic. Ik had het naambordje al eerder gezien maar laten lopen omdat je lopend wat minder zijsprongen kan maken dan fietsend. De via werd na enige tijd ongeplaveid maar dan laat de sportfiets zijn toegevoegde waarde zien. Verder raakte ik zo achteraf dat ik op het kleinste verzet “danseuze” uit het zadel moest en jawel boven stond ter beloning een bordje Campo Romano (Romeins Legerkamp).

De uitzichten onderweg waren plaatjes. De achtergrond van de grafiek verbergt nog het uitzicht op Pisa in de verte. Met het blote oog meende ik nog de scheve toren te kunnen zien maar dat zal wel een fata morgana zijn geweest. Grafiek optisch gezien omvat het traject drie venijnige klimmetjes. De hoogtemeter meet echter met een beperkte frequentie. Normaal wordt maar eenmaal per kwartier geregistreerd. De tussenliggende hobbeltjes zijn dus niet te zien.

Onderweg was het druk op de hellingen met goed doortrainde Tifosies voorzien van mooi materiaal. De sportfiets schiet dan te kort om goed mee te kunnen. Met wat meer gewicht en dus een tandje lager is echter goed te leven in Toscane en als in moeilijke momenten de twijfel aan eigen benen toeslaat dan kan je in Italië altijd en overal voor troost omhoog kijken.

Tegen zeven uur was ik gezond en wel weer terug in het hotel en volkomen voorbereid op de daar te serveren pasta è vino. Over eten en drinken gesproken. Onder het lopen kan je niet eten maar na enige gewenning wel behoorlijk drinken, al blijft dat te weinig. Tijdens het fietsen eet ik dus ook niet en blijf mij verbazen over de hoeveelheden die fietsers eten. Het geheim daarvan heb ik nog niet ontraadseld want energie heeft het lichaam genoeg in opslag. Wie het weet mag het zeggen.

Zaterdag 10/08/02

De marathon vereist een aantal voorbereidende duurlopen van ca 3 uur. Met het uitlopen de volgende dag wordt dan in twee dagen de marathon afstand of meer afgelegd. Het goed kunnen doorstaan van deze exercitie betekend goed voorbereid zijn. In uitgeruste toestand maakt de volgorde mij weinig uit dus ging ik vandaag voor ca 3 h. langs een voor mij nieuw klim/daalrondje. Het weer was uitstekend. Na een zwaar onweer afgelopen nacht was het droog en voor Toscane zeer fris weer. Wel gutste overal nog het water naar beneden en stond het waterpeil in de normaal praktisch droogstaande riviertjes op ca +1 m. Hier en daar waren wegen wat weggeslagen en sentiero`s (bergpaadjes) lopen was er niet bij want dat waren nu even beekjes geworden.

Het liep allemaal voortreffelijk maar natuurlijk wat rustiger dan over de kortere afstanden. De klim naar Pedona was een echte kuitenbijter van bijna een uur. De lange afdaling daarna is na ruim twee uur lopen een verhaal apart. De spieren worden moe en de klappen op het loopwerk beginnen bezwaarlijk door te dreunen. Het ideale moment om blessures op te doen. De ca kwam uiteindelijk zonder problemen uit op 3 h. 05 min. Ergo een goed ingeschat rondje.

Terug op de fiets was een koud gebeuren als je met een nat singlet hard doortrapt om het warm te krijgen. Het laatste stukje door Viareggio is altijd een belevenis. Stik druk en iedereen rijdt maar wat aan. Het beste is gewoon mee te doen met deze Italiaanse verkeersregels want als je de Nederlandse toepast wordt je zo van je fietsje gekoerst.

De bike-teller van het hotel-loopverkeer bleef vandaag staan op 14,4 km. Niet veel maar morgen is het een looprustdag dus een fietsdag.

Op het programma staat nog een pas nabij de Monte Altissimo (Hoogste Berg).Maar deze ligt boven de 1000 m en dan wordt het weer van belang. Van het Middellandse Zee klimaat fiets je op hemelsbreed 10 km regelrecht het Alpine klimaat binnen en dat kan bij onweersachtig weer onaangename verassingen opleveren. Ooit stuurde een Italiaanse “Mama” mij terug toen ik de weg naar boven vroeg. Later zag ik een gedenkteken voor verongelukte marmerzagers. Van de twintig die er opstonden was 1/3 gesneuveld door de bliksem

Maar we zien morgen verder. Ik hoop overigens niet te dromen van het verzet want naar die hoogte fietsen wordt een paar uur beuken zonder dat er een tandje lichter meer voorvoeten is. Leuk dat trainen voor de DSM Classic, waar doen we het toch allemaal voor! Mijn antwoord is om met plezier te rijden en niet uitgewoond en stuk op Kasteel Vaalsbroek terug te komen. Het weer hebben we niet in de hand maar de voorbereiding wel. Het stuk is zeker door de pauze halverwege goed te rijden. Het enige afzien ziet in de klim naar Banneux maar eenmaal in dit bedevaartsoord aangekomen is alles snel vergeten. Mentaal is de laatste klim een lastige. Hoe je ook wendt of keert, voor Vaalsbroek is er altijd een klim terwijl je de barbecue al kan ruiken en het koele pilsje aan de lippen voelt. Hier is dus de teamgeest van belang want even een letterlijk of figuurlijk duwtje in de rug helpt veel.

De laatste jaren is het steeds bloedheet geweest maar dat is niet standaard. De eerste keer dat ik de Classic reed was het een koude en troosteloze bedoeling in een miezerige regen. Amper 15° C, met de winterhandschoenen aan en toch nog dooie vingers krijgen van de kou. Geen pils aan het eind maar warme soep.

Vrijdag 09/08/02

Het fietsen van gisteren had goed gedaan ondanks de nu licht lopende neus. De hartslag was terug in de 50 slagen/min. en de zin in lopen was er weer. Dus na het zonnebad op de fiets richting bergjes met de intenties van een uurtje rustig schravelen. Wat het in de bekende overmoed werd is op de kaart af te lezen. Door het onweer van de afgelopen nacht was het lekker fris en niet stoffig. Op de kaart is dat simpel maar de werkelijkheid is anders. De borden, zo die er zijn, wijzen wel maar niet altijd in de richting die gegaan moet worden. Daardoor liep ik een extra lusje voordat ik weer op het rechte pad kwam. Eerst langs de rivier waar zowaar water instroomde richting Camaiori en daar de weg naar la Culla zoeken. Op de kaart vertonen verder de wegen wat flauwe kronkels maar de werkelijkheid is een aaneenrijging van serpentines.

Soms zie je op de wegen pijlen staan die wijzen op iets wat op een paadje lijkt. Halverwege nam ik de gok want soms eindig je voor een hek of op een erf met hond, maar deze was raak.

Gelijk steil omhoog langs een pre-asfaltpad van een Romeins soort makelij. Om de ca 0,5 m trapsgewijs dwars geplaatste lateien, opgevuld met ronde stenen. De stijgsnelheid kan dan ten opzichte van de asfaltweg vergroot worden en de fietser die mij aan het begin van de helling passeerde meende boven een geestverschijning te zien toen ik al afdaalde.

La Culla bestaat uit een aantal huizen en natuurlijk een kerk met her en der nog wat kapelletjes. Het beste van dit soort dorpjes is echter de waterkraan met aqua potabile (drinkwater) en zo hobbel je met de bidon van een halve liter van kraan tot kraan.

Daarnaast hangt er nog al wat gratis fruit voor de druivensuikers.

Het stikt van de bramen en hier en daar hangen pruimen en perziken over de openbare weg. Drinken is met warm weer of snel verdampend weer een absolute must. Ik kan niet genoeg op dat onderwerp hameren. Vochtgebrek sloopt je krachten en geeft aanleiding tot krampen. Als je dorst krijgt is het al te laat dus drinken voordat je dorst krijgt en desnoods maar een keertje extra achter de boom. De Classic van 2001 moet voor velen een les zijn.

De afdaling was bijna koud met een singlet aan waar het water uitloopt. Gelukkig wordt het bij het naderen van het dal steeds warmer maar je produceert gewoonweg te weinig energie om op temperatuur te blijven. Na 2 h. 10 min. netto stond ik weer monter bij de fiets en kwam uiteindelijk uit op een bike deel van 19,1 km vlak.

Donderdag 08/08/02

De naalden hadden hun bezigheden gestaakt en behoudens een natte neus voelde ik mij prima. In de middag werd het strand mij te veel en leek een rustige fietstocht gezondheidshalve alleszins haalbaar.

De doel werd Pietrasanta, een centrum van beeldhouwerei in dit marmer gebied. Vorig jaar had ik in een atelier wat foto´s kunnen maken en als wederdienst wilde ik met wat afdrukken teruggaan.

De 10 km heen door de laagvlakte liepen als vanzelf en het atelier was snel teruggevonden. De beeldhoudsters waren zeer vereerd en milli grazie en multo gentile werden mijn deel.

Het centrum van Pietrasanta met een Duomo uit de 11e eeuw is tevens een doorlopende openlucht beeldententoonstelling. Dus was aansluitend genoeg werelds en kerkelijk kijk- en fotowerk te doen. Daarna begon de kuiten te kriebelen. Van het hardlopen wist ik in de omgeving een mooi rondje langs twee bergdorpjes, het was niet te warm, het lijf voelde en wat doe je dan? Het antwoord is juist: “Gewoon op de pedalen”.

De klim van 5 km naar bijna 400 m liep voortreffelijk en aan de stijgsnelheid is te zien dat ik mij netjes heb gespaard. De ene tifosie die mij “danseuze” inhaalde heb dan ook netjes laten gaan.

Ik blijf dat “danseuze” telkens weer proberen maar zittend klimmen met een kleiner verzet en een wat hogere trapfrequentie gaat mij toch veel beter af. De terugweg was een makkie op het grote mes.

Woensdag 07/08/02

De naalden in mijn keel bleven constant steken maar hadden niet zoals gewoonlijke de neiging af te zakken naar de luchtpijpen en op te stijgen naar de neusholte om zodoende het geheel te doen overgaan in gerochel en gesnotter. De dag werd dus in ruste doorgebracht op het strand met mijn nieuw verworven kaart van de omgeving. Ik oen had de kaart natuurlijk thuis laten liggen. Zonder kaart rijden/lopen is wat link. Overal lopen wegen en weggetjes maar verkeerd gaan in een berg- of heuvelland betekend per definitie één klim extra.

Maandag 05/08/02

De dag begon niet helemaal zonnig en hoewel ik een niet-fietsdag had ingepland kon ik de verleiding niet weerstaan. Het compromis was een vlakke rit naar Lucca, een nog in prachtige staat verkerende omwalde vestingstad. Ooit was Lucca een belangrijker handelsstad dan Florance maar uiteindelijk konden de Florantijnen beter knokken. Een rondritje van bijna 70 km met twee kleine klimmetjes leek goed te doen maar viel uiteindelijk niet helemaal mee. Op de terugweg waaide het Hollands hard op de kop terwijl de weg alsmaar vals plat vertoonde tot 10 km voor het eind. Kortom een echte harkpartij van zoeken naar het juiste verzet.

Gelukkig bleef vandaag de fut om na wat bruinend strandwerk in de late middag/vooravond nog te gaan lopen. De routekeuze viel op een retourtje Lago di Torre (Torenmeer), een wonderschoon oord waaraan de beroemde Italiaanse componist Giacomo Puccini een groot deel van zijn schrijvend leven heeft doorgebracht. De schoonheid van het meer en de wetenschap dat hij zijn leven heeft doorgebracht in een trio met zijn beminde vrouw en zijn nog meer beminde lievelingssopraan doen de romantiek van zijn werk zeer begrijpen.

Een heerlijk looptraject grotendeels door een Pijnboombos achter het strand. Op de teller kwam 1 h. 58 min. oftewel 59 min . heen en 59 min. terug.

's Avond sloeg het noodlot toe. In drie jaar niet verkouden geweest en nu plots een keel met stekende naalden. Stoppen met sporten is dan het devies want doorgaan met een virus in je lijf kan eindigen bij je hartkleppen of longen. Het eerste heb ik in mijn omgeving meegemaakt, het laatste aan de lijve ondervonden en dus nooit meer. Een zware maar tijdelijke teleurstelling want alleen het strandleven boeit niet zo. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel want met de Classic moet het over zijn. Mijn naasten wijten het overigens aan gebrek aan weerstand maar daar geloof ik niet in. Ik geef gewoon de airco de schuld.


Dinsdag 06/08/02

De dag begon met een daverend onweer waar heel België van op de foto had gekund. De boulevard veranderde tijdelijk in een lang smal meer van 30 cm diep maar dat ging na een paar uur weer over en het strandleven kon zijn loop hernemen. De naalden in de keel bleven hinderlijk aanwezig ondanks aspirines, keelsnoepjes en veel drinken. Dus op de kont in de stoel op het strand met tijd voor sportieve overpeinzingen.

Italië is een sportief land. Op de TV zien wij slechts flarden van de voetbal en Giro-gekte maar er is meer. Ten eerste beoefenen de Italiaanse mannen op het strand het baltsspel intensief met allerlei balspelen. Buiten deze liefhebberij zijn vele mannen en naar verhouding opvallend veel vrouwen nog serieus langs de wegen bezig met wielrennen, lopen en skaten. Vrijwel altijd in groepen en natuurlijk met oog voor het uiterlijk. Dat laatste bedriegt mijn kennersoog niet. Ik zie onderweg in de laatste mode behoorlijk wat klasbakken fietsen en lopen. Pezige lichte figuren zonder een grammetje vet.

Het terrassen werk staat verder garant voor deskundige toeschouwers. Wordt je in Nederland verblijd met “Ze hebben ´m al”, Italianen schieten ook onder invloed van de Capucino al vol en roepen van harte “Forza (sterkte), forza!” als je omhoog harkt. De wegen staan verder vol gekalkt met aanmoedigingen als overblijfsel van de vele wielerrondes die ´s zondags gehouden worden. Ook in verkeer is men (in principe) zeer tegemoetkomend. Sowieso mag al veel als je maar vriendelijk blijft, maar sportief mag je meer. Dat neemt niet weg dat het behoorlijk opletten geblazen is want alles crost met groot enthousiasme door elkaar heen. Vooral de scooters zorgen dat er geen risicoloze momenten voor lopers en fietsers in het verkeer zijn.


Zondag 04/08/02

Na het ontbijt eerst een zonnebad en daar krijg je het ook warm van. Na de koffie ben ik dus maar wat verkoeling gaan zoeken op de fiets. In mijn jeugdige overmoed kwam ik, met dit jaar pas een dikke 200 km in de benen, op het idee om naar Santa Anna (uitspreken als Santana) te fietsen. Dit is bergdorp ligt op ruim 600 m in een ontoegankelijk bebost gebied.

Deze ligging is het dorp in de 2e wereldoorlog fataal geworden. De Duitsers onder leiding van Kesselring hadden daar namelijk een appeltje te schillen met verzetstroepen en dus vonden ze nodig om en passant de 560 bewoners met baby’s en grijsaards in kluis bijeen te drijven in een gebouw en af te schieten. De Italiaanse variant op het Nederlandse Putten dus. Wat rest is een indrukwekkend monument van deze waanzin dat tevens een geliefd Italiaans oord is om met pasta è vino de middaghitte te ontvluchten.

Tegen deze achtergrond zwoegde ik een uur en een kwartier omhoog zoals blijkt uit de weergave.Het afdalen ging even wat sneller maar voluit gaan is er niet bij. Het bochtenwerk vraagt wat remwerk en de bij tijd en wijle gemene kuilen in de weg vergen heel wat extra remwerk. De remblokjes op de aluminium velgen krijsten overigens prachtig en goed hoorbaar voor het opkomend verkeer.

Na deze rit was mijn voornemen tot een aansluitend loopje geheel in de benen gezakt. Even uitzakken met een pilsje in de zon was het enige dat ik nog kan opbrengen. Ook deze dag eindigde dus met een onlesbare dorst vanwege het overmatige zweten. De scherpe Italiaanse keuken en alweer veel water en een weinig wijn brachten de oplossing.

Zaterdag 03/08/02

Na een week van 8 h. 36 min. lopen en pakken en zakken voor twee weken vakantie was het goed uitrusten in het filegewoel op weg naar Italië. Aan het vorig weekend gebeuren met het fietsen werd de afgelopen week echter niets meer toegevoegd. Vanwege familiaire zaken was een tussenstop in Como gepland. Dat gaf de kans om ´s morgens nog voor een klein half uur langs het gelijknamige meer te lopen. Langs de oever waar nog steeds de bouwvallige resten van DSM Italia SA met een DSM logo gesierd worden. Hoezo DSM Unlimited.

Na nog wat aanvullend filewerk kwam Viareggio in zicht en na het uitpakken was het tijd om de omgeving te verkennen via een bike-run-bike. Het fietsen op de zwaardere sportfiets in plaats van het racemonster bij 31 ºC viel even tegen maar het was in ieder geval een positieve handicap voor de Classic. Wat zich afspeelde is te lezen in de grafiek.

Eerst een stief kwartiertje trappen door een laagvlakte met groente en fruit en dan gelijk een bochtige klim naar een dorpje op 250 m. De fiets parkeren aan een stevige paal, wat drinken en dan verder bergopwaarts hardlopen naar Pedona, een echt oud Italiaans bergnest. Daarna in een lange afdaling weer terug naar de laagvlakte, wat heuvelen en dan via een oud Romeins pad steil omhoog. Dat soort paadjes vind je in de bergen als je goed oplet overal nog. Zij zijn zo steil omdat mensen en ezels nu eenmaal steiler kunnen klimmen dan auto´s en fietsen.

Wat niet af te lezen is zijn de halve liter water per 25 min. die erin gegoten moesten worden om op temperatuur te blijven en de liters die er per uur weer uitliepen. De hele avond heb ik van de bike-run-bike kunnen nagenieten met dorstlessen via water en wijn.

DSM Nieuws juli 2002

DSM team presteert op flanken van de Mont Blanc

Chamonix (Fr.). Het DSM Running Team heeft afgelopen zondag geweldig gepresteerd in de 24e editie van de Cross de Mont Blanc te Frankrijk. Deze internationale bergloop/hardloopwedstrijd van ruim 23 kilometer lengte over smalle bergpaden rond de Mont Blanc met een hoogte verschil van 1500m was voor 1200 deelnemers uit een twintigtal landen weer adembenemend in dubbel opzicht. Het Limburgse DSM Running Team bestaande uit lopers van DSM en het nieuwe Sabic hebben na een maanden lange voorbereiding over de Limburgse heuvels hun krachten in het hooggebergte getoond en kunnen tevreden terug kijken naar de strijd met de "berggeiten" uit de Alpenlanden. Ger Lemmens kwam na 2:14 uur zwoegen tegen de berg als eerste van het team boven bij de finish op 1 minuut gevolgd door Jo Schoonbroodt die hiermee in het totaalklassement 5e in de categorie 50+ werd.

Bijgekomen van deze helle tocht werd er al vooruit gekeken naar het volgende jaar want dan wordt de Cross du Mont Blanc een marathon afstand.

Cross du Mont-Blanc Chamonix Ranglijst Aller Tijden (RAT)