בס''ד
Wat leert Paulus ons?
(Deze studie is o.a. gebaseerd op Bijbelstudies van 119 Ministries)
Inleiding
We zien in het 'Nieuwe Testament' dat Yeshua (Jezus) kwam om ons bekend te maken met de Thora.
In het 'Nieuwe Testament' vinden we echter ook veel brieven van Paulus. Deze brieven van Paulus zijn geschreven aan nieuwe gemeenten. Het is dus belangrijk om te beseffen dat ze in principe niet aan óns (gelovigen in Nederland) zijn geschreven. Paulus stichtte ergens een gemeente en zal er waarschijnlijk oudsten en opzieners hebben aangesteld. Hij heeft hen ook bekend gemaakt met het evangelie. Als er conflicten of onenigheden waren, dan waren het allereerst de oudsten die beslissingen moesten nemen. Mochten zij er niet uit komen, dan werd er contact gezocht met Paulus. Dat resulteerde dan vaak in een briefwisseling. Die brieven zijn nu in ons bezit. We moeten beseffen dat er dus al hele conversaties zijn voorafgegaan aan de brieven die wij nu in ons bezit hebben. Soms weten we dus niet precies wat er speelde in een gemeente.
Petrus laat ons weten dat in de tijd van Paulus zijn brieven moeilijk waren te begrijpen en dat die brieven door onkundige en onstandvastige mensen werden verdraaid tot hun eigen verderf, net zoals ze deden met de andere Geschriften. Omdat wij dit nu weten, moeten we op onze hoede zijn dat we niet worden meegesleept door de dwaling van normloze/wetteloze mensen. Dit is te lezen in 2 Petrus 3: 14-17:
2 Petr. 3: 14-17: ''Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften. U dan, geliefden, omdat u dit van tevoren weet, wees op uw hoede, zodat u niet door de dwaling van normloze mensen wordt meegesleept en afvalt van uw eigen vastheid.''
Wat geloofde Paulus?
Als Paulus op zou roepen om bepaalde geboden uit de Thora af te schaffen of juist eraan toe te voegen, dan zou hij tegen de Thora handelen. We zien dat Paulus een Farizeeër is, en afkomstig is uit de stam Benjamin. Hij is dus geboren onder de Thora:
Filippenzen 3: 5: ''Ik werd besneden toen ik acht dagen oud was en behoor tot het volk van Israël, tot de stam Benjamin, ik ben een geboren Hebreeër met de wetsopvatting van een farizeeër''.
Paulus heeft aan de voeten gezeten van Gamaliël. Dat betekent dat hij onderwijs heeft genoten van deze orthodox Joodse Rabbijn.
Handelingen 22: 3: ''Ik ben een Jood, geboren in Tarsus in Cilicië, maar opgegroeid in deze stad. Ik heb als leerling aan de voeten van Gamaliël gezeten en ben strikt volgens de voorschriften van de wet van onze voorouders opgevoed. Ik ben een vurig dienaar van God, en u allen geeft vandaag blijk van hetzelfde.''
Paulus geeft in zijn verklaring dus aan dat hij 'vandaag' nog blijk geeft van hetzelfde, dus nog steeds een vurig dienaar van God is en dus strikt de voorschriften van de wet opvolgt. Dit wordt bevestigd door Handelingen 21: 24-26, waarin we lezen dat Paulus nog steeds gelooft dat er geofferd moet worden (N.B. na Yeshua's dood en opstanding!) en dat hij zich moest reinigen (reinigingswetten) voor hij de tempel binnentrad. Al in zijn tijd werd Paulus verkeerd begrepen, zoals we net konden lezen in Petrus' waarschuwing.
Ook in Hand. 21: 28 zien we dat men in die tijd al dacht dat Paulus tegen de Wet in ging (merk op dat hij bekeerde 'Grieken' meeneemt naar de tempel). Hij komt daarna echter met een verklaring waarin hij stelt dat hij alles gelooft wat in de Thora en de profeten staat (de TeNaCH):
Handelingen 24: 14: ''Maar wel wil ik hier verklaren dat ik overeenkomstig de Weg, die zij een sekte noemen, de God van onze voorouders dien en dat ik geloof in alles wat in de Wet en de Profeten geschreven staat''.
Paulus gelooft dus alles wat in de Thora staat.
Hij gelooft dus onder andere wat in Deut. 4:2 of Deut. 12:32 staat:
Deuteronomium 4: 2: ''Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God.''
Deuteronomium 12: 32: ''U daarentegen moet alles wat ik u gebied strikt naleven; voeg er niets aan toe en doe er ook niets van af.''
Er mag dus niet worden toegevoegd of afgedaan aan de Thora en Paulus gelooft dat. Hij handelt en onderwijst overeenkomstig deze geboden. ''Maar'', zal de slimme lezer opmerken, ''die geboden zijn aan Israël gegeven, niet aan ons als Nederlandse christenen''. Het klopt inderdaad dat die geboden aan Israël zijn gegeven en dat weet Paulus ook wel. Maar, Paulus weet ook wat in Ex. 12: 49 of Num. 15:16 staat, namelijk:
Exodus 12: 49: ''Eén Wet (Thora) is er voor de ingezetene en voor de vreemdeling die te midden van u verblijft''.
Numeri 15: 16: ''Eén Wet (Thora) en één bepaling geldt voor u en voor de vreemdeling die bij u verblijft''.
Dit moet het ijkpunt zijn van waaruit wij zijn brieven lezen. Hij mag niet tegen Yeshua’s woorden ingaan, want dan zou hij een valse apostel zijn (zie bijv. wat Yeshua zegt in Mat. 28: 19 of Luk. 24:47).
Als Paulus in het ene Bijbelgedeelte zegt dat hij alles gelooft wat in de Wet en profeten staat, dan gelooft hij ook dat hij anderen (o.a. gelovigen uit de volken) niet mag oproepen om zich niet aan de geboden van God te houden, zoals we net lazen in Ex. 12: 49 en Num. 15: 29. Paulus noemt ons daarentegen geen vreemdelingen of bijwoners, maar medeburgers (Ef. 2:19):
Efeze 2: 19: ''Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods''.
Ook in Ef. 3 komt dit principe naar voren:
Efeze 3: 6: ''namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mede-deelgenoten zijn van Zijn belofte in Messias, door het Evangelie''.
Voor meer informatie hierover, zie de pagina Geldt de Thora voor christenen?
Als Paulus toch wel zo wispelturig zou zijn door in het ene gedeelte op te roepen tot de Wet te volgen en in andere gedeeltes zou oproepen om niet aan bepaalde zaken te houden, dan zou hij schizofreen zijn en zouden al zijn geschriften onbetrouwbaar zijn. Dan zouden al zijn boeken uit de Bijbel moeten.
Ik ben echter van mening dat Paulus in zijn tijd al verkeerd begrepen werd (zie bovenstaande waarschuwing van Petrus). Hoeveel te meer 2000 jaar later, door christenen in een Westerse cultuur, ver verwijderd van de Hebreeuwse wortels van het geloof…
Sekte van de Nazarenen
In handelingen 24: 5 kunnen we lezen dat Paulus een vooraanstaand persoon was binnen de sekte van de Nazarenen:
Hand. 24: 5: ''Ons is namelijk gebleken dat deze man (dit gaat over Paulus) een pest is en iemand die oproer verwekt onder al de Joden in heel de wereld, en een vooraanstaand persoon is binnen de sekte van de Nazarenen.''
Om een goed beeld te krijgen van wat de sekte van de Nazarenen precies is en in hoeverre het gedachtegoed van deze groep verschilt met dat van de hedendaagse kerk, beveel ik u aan om dit artikel te lezen (klik). Mocht de link niet werken, dan kunt het artikel ook onderaan deze website downloaden.
Een overzicht:
1. Paulus hield altijd de Sabbat:
Handelingen 17: 2: ''En Paulus ging naar zijn gewoonte bij hen naar binnen en drie Sabbatten lang ging hij met hen in gesprek vanuit de Schriften.''
Handelingen 18: 4: ''En hij sprak iedere Sabbat in de synagoge en probeerde Joden en Grieken te overtuigen.''
2. Paulus vierde de Bijbelse feesten:
Handelingen 20: 6: ''Wij echter vertrokken na de dagen van de ongezuurde broden per schip van Filippi en kwamen binnen vijf dagen bij hen in Troas aan, waar wij zeven dagen verbleven.''
Handelingen 20: 16: ''Want Paulus had zich voorgenomen Efeze voorbij te varen om geen tijd in Asia te hoeven doorbrengen, want hij haastte zich om, als het mogelijk voor hem was, op de Pinksterdag in Jeruzalem te zijn.''
3. Paulus leerde ons de Bijbelse feesten te vieren:
1 Korinthiërs 5: 7-8: ''Verwijder dan het oude zuurdeeg, opdat u een nieuw deeg zult zijn. U bent immers ongezuurd, want ook ons Paaslam is voor ons geslacht: Messias. Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid.'' --> Verwijst naar het Feest der ongezuurde broden!
Kolossenzen 2: 16: ''Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de Sabbatten.''
4. Paulus geloofde de hele Thora:
Handelingen 21: 24: ''Neem die bij u, reinig u samen met hen en betaal voor hen de kosten van de offers, zodat zij zich het hoofd kunnen laten scheren en allen kunnen weten dat er niets waar is van wat hun over u verteld is, maar dat u zo wandelt dat u ook zelf de wet in acht neemt.''
Handelingen 24: 14: ''Maar dit erken ik voor u: dat ik volgens die Weg die zij sekte noemen, op die manier de God van de vaderen dien, en dat ik alles geloof wat er in de Wet en in de Profeten geschreven staat.''
Romeinen 7: 7: ''Wat zullen wij dan zeggen? Is de Wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de Wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de Wet niet zei: U zult niet begeren.''
Romeinen 7: 12: ''Zo is dan de Wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.''
Galaten 3: 21: ''Is dan de Wet in strijd met de beloften van God? Volstrekt niet! Want als er een wet gegeven was die in staat was levend te maken, dan zou de gerechtigheid werkelijk uit de Wet zijn.''
5. Paulus zei dat we de Thora bevestigen:
Romeinen 3: 31: ''Doen wij dan door het geloof de Wet teniet? Volstrekt niet, maar wij bevestigen de Wet.''
6. Paulus onderwees de Thora:
Handelingen 28: 23: ''En nadat zij voor hem een dag vastgesteld hadden, kwamen er velen naar de plaats waar hij verbleef. Hij legde het Koninkrijk van God aan hen uit en getuigde ervan, en hij probeerde hen, van 's morgens vroeg tot de avond toe, zowel uit de Wet van Mozes als uit de Profeten, te bewegen tot het geloof in Yeshua.''
1 Korinthiërs 7: 19: ''Besneden zijn is niets en onbesneden zijn is niets, maar het in acht nemen van de geboden van God.''
2 Thessalonicenzen 2: 3: ''Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is...''
7. Paulus verheugde zich in de Thora:
Romeinen 7: 22-25: ''Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de Wet van God. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere.''
1 Timoteüs 1: 8: ''Maar wij weten dat de Wet goed is, als men die wettig gebruikt''.
8. Paulus achtte de Thora nog steeds van kracht na de Romeinen en Galaten te hebben geschreven:
Handelingen 21: 26: ''Toen nam Paulus de mannen mee en de dag daarna reinigde hij zich samen met hen, ging de tempel binnen en maakte bekend wanneer de dagen van de reiniging vervuld zouden zijn, namelijk wanneer voor ieder van hen het offer zou worden gebracht.''
9. Paulus vertelt ons hem na te volgen, zoals hij Yeshua navolgt:
1 Korinthiërs 4: 16: ''Ik roep u er dus toe op: word mijn navolgers.''
1 Korinthiërs 11: 1: ''Wees navolgers van mij, zoals ik navolger van Messias ben.''