Nieuw leven

Geboren worden uit water en geest. Wat bedoelt Yeshua (Jezus) daarmee wanneer Hij in Joh. 3:5 zegt dat dit een voorwaarde is om het Koninkrijk van God binnen te gaan?  Zou er een overeenkomst kunnen bestaan met Mat. 5:20, waarin Yeshua benadrukt dat onze gerechtigheid overvloediger moet zijn dan die van schriftgeleerden en de Farizeeën? Als onze gerechtigheid niet overvloediger is, zullen we volgens Hem het Koninkrijk beslist niet binnengaan. Maar wat wordt met gerechtigheid bedoeld? Johannes maakt het er niet duidelijker op. Hij schrijft in 1 Johannes 3:7: ‘’Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, zoals Hij rechtvaardig is.’’

In het Hebreeuws is er eenzelfde grondwoord voor de woorden rechtvaardigheid  en gerechtigheid, namelijk צדק. In de TeNaCh komen we dit grondwoord vaak tegen. Bijvoorbeeld in Deuteronomium 4: 8: ''En welk groot volk is er dat zulke rechtvaardige verordeningen en bepalingen heeft als heel deze Thora, die ik u heden voorhoud?'' en Habakuk 2: 4: ''Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven''.

Rechtvaardigheid wordt dus in verband gebracht met zowel de Thora als met geloof. Vaak wordt gezegd dat geloof in Jezus (Yeshua) voldoende is. Maar beseft men wat hiermee wordt beweerd? Als deze mensen Yeshua geloven, dan geloven zij dus ook wat Hij zegt in Mat. 5: 17-19 of in Mat. 23:1-3. Hij benadrukt daar dat de Thora strikt nagevolgd moet worden.

Uit de hele Bijbel blijkt dat Yeshua Zelf zich strikt aan de Thora hield. Neem bijv. Psalm 40: 8-10: ''Toen zei ik: Zie, ik kom; in de boekrol is over mij geschreven. Ik heb lust, o mijn God! om Uw wil te doen; en Uw Thora is in mijn binnenste. Ik verkondig de boodschap van gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het.''

Dit is in overeenstemming met wat het de Hebreeënschrijver over Yeshua zegt in Hebr. 10:7. Hij projecteert dit gedeelte uit Psalm 40 op Yeshua: 

• Hebreeën 10: 7: ''Toen sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God!''

In 1 Joh. 3:5 lezen we dat er in Yeshua geen zonde te vinden is: ''En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet.''

Maar wat is zonde?

• 1 Joh. 3: 4: ''Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid.''

• Romeinen 7: 7: ''Wat zullen wij dan zeggen? Is de Wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de Wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de Wet niet zei: U zult niet begeren.''

Yeshua heeft dus geen zonde gedaan. Dit wordt bevestigd door Hebreeën 4, 1 Petrus 2 en Mat. 26:

• Hebreeën 4: 15: ''Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde.''

• 1 Petrus 2: 22: ''Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is...''

• Mat. 26: 59-60: ''De overpriesters en de oudsten en heel de Raad zochten een valse getuigenverklaring tegen Yeshua, zodat zij Hem zouden kunnen doden, maar zij vonden niets. En hoewel er veel valse getuigen gekomen waren, vonden zij niets.''

Volgens deze teksten onderhield Yeshua de Thora dus perfect. 

Wij worden in 1 Kor. 11:1 door Sha’ul (Paulus) opgeroepen om navolgers te worden van Messias Yeshua. Dit betekent dus dat wij moeten streven om rechtvaardig te leven; rechtvaardiger dan de schriftgeleerden en Farizeeën.

Johannes schrijft zijn brief opdat wij niet tot zonde komen. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Yeshua Messias, de Rechtvaardige. En Hij is een verzoening voor onze zonden (1 Joh.2: 1-2).

Ons streven moet zijn om héél de Thora te volgen. Uit Rom. 3:23 leren we dat iedereen (zowel Jood als niet-Jood) heeft gezondigd en daarom de heerlijkheid van God mist. Sha’ul roept in Rom. 6: 1-6 op om niet te blijven zondigen, omdát we gered zijn. We moeten zelfs tot bloedens toe weerstand bieden in onze strijd tegen de zonde (Hebr.12: 4). Zoals we net hebben geleerd is de definitie van zonde het overtreden van Gods Thora (Wet) en lazen we dat iedereen die Wet heeft overtreden. Volgens Gods Wet is het niet in acht nemen van de Sabbat op de vastgestelde dag, het eten van een speklapje, het stelen enzovoort zonde.

We hebben hulp van God nodig om onze denkpatronen te veranderen. Yeshua gaf aan dat we geboren moeten worden uit water én geest. Dit betekent dat we geestelijk moeten gaan denken. Maar dat is tegenwoordig weer zo’n vage term. Wat is geestelijk denken? Paulus legt het ons uit in Rom. 8: 6-9. Hij geeft aan dat het bedenken van jouw vleselijke ik tot de dood leidt, maar het bedenken van de Geest is leven en vrede. De denkpatronen van het vlees onderwerpen zich volgens Paulus namelijk niet aan de Wet van God en kan dat ook niet. Dit legt hij ook uit aan de Galaten in Gal. 5:16-17. Hij benadrukt ook dat zij, die hun vleselijke denken navolgen, God niet kunnen behagen. In Romeinen 7:14 legt Paulus uit dat de Thora een geestelijk iets is. Alsof dit nog niet duidelijk genoeg is, benadrukt hij in hoofdstuk 12, vers 2, dat we niet aan de wereld gelijkvormig moeten worden, maar dat we innerlijk veranderd moeten worden. Als dat gebeurt kunnen we gaan ontdekken wat de wil van God is, namelijk zijn Thora na te volgen (zie ook Mat. 7: 21-23). De waterdoop (geboren worden uit water; zie Rom. 6: 1-6) is het teken dat je jouw oude leven wil afleggen om God vervolgens in een hernieuwd leven te dienen.

Ben jij al geboren uit water en geest? Zo niet, dan roep ik op om hier haast van te maken. Dat is een gebedszaak.
Yeshua komt spoedig terug.