בס''ד
Identiteit - gelovige heidenen of verloren stammen?
De verloren stammen van Israël
Slechts weinig christenen kennen de uitspraak van onze Heer Jezus (zijn Hebreeuwse naam is Yeshua) in Mat. 15:24: ''Hij antwoordde en zei: Ik ben alleen maar gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.’’
Wat Hij hiermee bedoelt, proberen wij u in deze studie te onderwijzen.
Al in het begin van de Bijbel kunnen we lezen dat God een relatie heeft met Zijn volk Israël. Een relatie die wordt uitgebeeld in een huwelijksband. O.a. in de aankondiging van het Nieuwe Verbond (Jer. 31: 31-33) lezen we dat God met Zijn volk getrouwd was (Jer. 31:32).
· Jer. 31:32: ‘’… niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE.’’
Vaak wordt vergeten dat Israël, net als de Verenigde Staten, verdeeld raakte in een noordelijk en zuidelijk koninkrijk. Maar anders dan de VS, werd Israël nooit meer herenigd. In feite werden deze twee koninkrijken na verloop van tijd allebei verbannen uit hun land en in ballingschap weggevoerd. Het noordelijke koninkrijk werd naar Syrië gevoerd en het zuidelijke koninkrijk naar Babylon. Daarna keerde alleen het zuidelijke koninkrijk, tenminste –het merendeel daarvan -, terug naar haar land. In de Schrift wordt het Noordelijke Koninkrijk aangeduid als het “Huis van Israël” en het Zuidelijke Koninkrijk als het “Huis van Juda”. Op een aantal plaatsen wordt “Huis van Israël” of “Israël” echter gebruikt voor beide. Het begin van de geschiedenis van deze splitsing kunnen we lezen vanaf 1 Koningen 11.
In Hosea 5:3 en Jer. 3:20 wordt duidelijk dat God de daden van Efraïm (het Noordelijke Rijk/Israël) als hoererij bestempelt. In Gods Wet lezen we dat op overspel/hoererij de dood volgt (Lev. 20:10). Het gevolg van de ongehoorzaamheid van de 10 stammen van Israël (het Noordelijke Rijk) is dat God ging scheiden van Zijn volk (Jer. 3:8). Vanaf dat moment wordt Israël ook wel Lo-Ammi genoemd, ofwel ‘niet-mijn-volk’ (Hosea1:9).
In Gods Wet staat ook heel duidelijk dat een man die zijn vrouw een echtscheidingsbrief geeft, zijn vrouw daarna niet meer terug mag nemen (Deut. 24: 1-4). Dit zien we ook nog in het Nederlandse huwelijksritueel. We beloven elkaar trouw tot de dood ons scheidt.
· 1 Kor. 7: 39: ‘’Een vrouw is door de wet gebonden, zolang haar man leeft. Als haar man echter ontslapen is, is zij vrij om te trouwen met wie zij wil, maar alleen in de Heere.’’
Een getrouwd paar blijft dus aan elkaar gebonden tot de dood. Zoals ik net aangaf, laat Jer.3:8 zien dat God Zijn volk een echtscheidingsbrief heeft gegeven. Dit betekent dus dat God Zijn volk niet meer terug kan nemen om met haar te trouwen. Toch lezen we in de Bijbel dat God Israël wel weer terug gaat nemen als vrouw (Hosea 2:22 en Rom. 9: 25-26).
Nu rijst onherroepelijk de vraag: ‘’Hoe kan dit?’’. God zegt Zelf in Zijn Thora dat een gescheiden man en vrouw niet weer mogen trouwen! Spreekt God Zichzelf dan tegen?
Nee, God spreekt Zichzelf niet tegen. Paulus probeert dit geheimenis uit te leggen in Romeinen 7.
Rom. 7: 1-4: ‘’Of, broeders, weet u niet – ik spreek immers tot mensen die de wet kennen – dat de wet over de mens heerst zolang hij leeft? Want de gehuwde vrouw is door de wet gebonden aan de man zolang hij leeft. Als de man echter gestorven is, is zij ontslagen van de wet die haar aan de man bond. Daarom dan, als zij de vrouw van een andere man wordt terwijl haar man leeft, zal zij een overspelige genoemd worden. Als haar man echter gestorven is, is zij vrij van de wet, zodat zij geen overspelige is als zij de vrouw van een andere man wordt. Zo, mijn broeders, bent u ook door het lichaam van Christus gedood met betrekking tot de wet (hier wordt niet de Thora bedoeld, maar de specifieke wet m.b.t. overspel, zie Lev. 20:10), opdat u aan een Ander zou toebehoren, namelijk aan Hem Die uit de doden opgewekt is, opdat wij vrucht zouden dragen voor God.’’
Paulus legt hier uit dat de man van HÉT Echtpaar, dus God, is gestorven. De wijze waarop God in dit verhaal gestorven is, is natuurlijk in de persoon van Jezus Christus (Yeshua haMasiach). In Mat. 1: 21 lezen we al dat Jezus komt om Zijn volk (dat is Israël), zalig te maken van hun zonden (de verwijdering met God, o.a. door de geestelijke hoererij). In o.a. Lukas 23:46 kunnen we lezen dat Yeshua stierf. Als we beseffen dat Hij kwam voor Zijn volk, en nu is gestorven, dan heeft dit tot gevolg dat de vrouw (het volk Israël) rechtens vrij is om weer met iemand te trouwen. God en Zijn volk Israël mogen dus weer trouwen met elkaar.
Merk op dat ik telkens sprak over het volk Israël, dus het Noordelijke Rijk (de 10 stammen). God is gescheiden van het Noordelijke Rijk, maar Hij heeft nooit een echtscheidingsbrief gegeven aan het Zuidelijke Rijk, aan Juda. Dit zien we bevestigd in Hosea 1:7. En uit Juda komt, zoals de naam al doet vermoeden, het volk der Joden. Juda --> Jood.
Efraïm, de 10 verloren stammen, is tot heidenen geworden. We lezen immers in Hosea 7:8: ''Efraïm, met de volken vermengt het zich.'' Zij zijn zich gaan vermengen met de heidenen en zijn uit Gods verbond gezet en waren niet meer herkenbaar als Israëlieten. Zij zijn tot heidenen geworden.
Yeshua onze Messias was een Jood en leefde te midden van de Joden, dus te midden van het Huis van Juda. In Johannes 10:16 spreekt Yeshua over 2 kuddes die samen één worden:
· Joh. 10: 16: ‘’Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn (dus: niet van het huis van Juda, maar van het Huis van Israël); ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder.’’
Wat Yeshua hier benoemt is een vervolg op wat door de profeet Ezechiël in Ez. 37: 16-22 is voorzegd:
· Ez. 37: 19: ‘’Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal het stuk hout van Jozef nemen, dat zich in de hand van Efraïm bevindt, en van de stammen van Israël, zijn metgezellen, en Ik zal het bij het stuk hout van Juda voegen, en Ik zal ze tot één stuk hout maken. Ze zullen in Mijn hand één worden.’’
Yeshua zegt dus dat Hij ervoor zal zorgen dat de verloren stammen weer in het huwelijksverbond toe mogen treden. Ze zullen bij Juda (de Joden) gevoegd worden en samen weer één volk worden, met één Herder. Dit is een prachtige belofte, maar helaas wordt dit geheimenis door velen nog niet volledig bevat.
Dit is bepalend voor onze identiteit! Wij mogen ons, als gelovigen uit de volkeren, tot Gods volk gaan rekenen. Mits wij ons willen houden aan wat God in Zijn Thora heeft opgedragen. Als je deel bent van Israël, dan moet je je ook houden aan de regels die aan Israël zijn gegeven.
Apostelconvent
In Handelingen 15 vindt het zogenaamde apostelconvent plaats. In deze vergadering was er een discussie over of de besnijdenis al dan niet zaligmakend zou zijn voor niet-Joden die tot geloof komen. Ik wil verder niet op die discussie ingaan, maar in de vergadering wordt wel iets heel interessants benoemd. In Hand.15: 14-17 wordt namelijk benoemd dat de profetie van Amos wordt vervuld in het feit dat niet-Joden tot geloof komen.
Hand. 15: 14-17: ''Simeon heeft verteld hoe God voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit hen een volk aan te nemen. En hiermee stemmen de woorden van de profeten overeen, zoals geschreven staat: Hierna zal Ik terugkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen, en wat daarvan is afgebroken, weer opbouwen en Ik zal hem weer oprichten, opdat de mensen die overgebleven zijn, de Heere zouden zoeken, en alle heidenen over wie Mijn Naam uitgeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.''
Vergelijk dit met:
· Amos 9: 11-12: ‘’Op die dag zal Ik oprichten de vervallen hut van David. Zijn scheuren zal Ik dichtmaken, en wat aan hem is afgebroken, zal Ik oprichten, Ik zal hem opbouwen als in de dagen van oude tijden af; zodat zij de rest van Edom in bezit zullen nemen, en alle heidenvolken waarover Mijn Naam is uitgeroepen, spreekt de HEERE, Die dit doet.’’
Herinnert u zich het begin van deze studie? In 1 Koningen 11 wordt het begin van de splitsing van het Koninkrijk van Israël beschreven. Dit vindt plaats na de regering van koning Salomo, de zoon van koning David. Het huis, de hut, van David werd dus afgebroken! Het huis dat één was (12 stammen) is vervallen. Maar, zoals de profeet zegt, zal God dit huis weer oprichten en weer opbouwen. Dit past dus precies bij wat Yeshua vertelde in Johannes 10.
Uit de heidenen wordt een volk aangenomen! Onder die heidenen bevinden zich de verloren stammen, de verloren schapen van het Huis van Israël.
Merk op dat deze profetie door Jakobus (nota bene de broer van Yeshua) wordt geprojecteerd op de heidenen die tot geloof komen! Hier is dus sprake van een groep mensen die niet Gods volk was (heidenen), maar nu tot Gods volk worden aangenomen.
Paulus legt deze link ook als hij in Romeinen 9 het volgende schrijft:
· Rom. 9: 24-26: ‘’Hen heeft Hij ook geroepen, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen. Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde. En het zal zijn dat op de plaats waar tegen hen gezegd was: U bent Niet-Mijn-volk, daar zullen zij kinderen van de levende God genoemd worden.‘’
Paulus legt hier, net zoals Jakobus deed, de link tussen de heidenen die tot geloof komen en de vervulling van de profetieën over het herstel van Israël. Dit is niet de enige plek waar Paulus dat doet. Ook in de brief aan de Efeziërs (niet-Joden) komt dit ter sprake:
· Efeziërs 2: 11-12 en vers 19: ''Daarom gedenkt, dat u, die voorheen heidenen waart in het vlees, en die 'voorhuid' genoemd werd door degenen, die genoemd zijn 'besnijdenis in het vlees', die met handen geschiedt, dat gij in die tijd zonder Messias was, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld ... Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen, en huisgenoten Gods''.
Ook Efeziërs 3:6 spreekt hierover: ''Namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mede-deelgenoten zijn van Zijn belofte in Messias, door het Evangelie''.
Net als Paulus, zo heeft Petrus dit geheimenis ook begrepen:
· 1 Petrus 2: 9-10: ''Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was (‘Lo-Ruchama’, zie Hos. 1:6 en Hos. 2:22), maar nu in ontferming aangenomen bent''.
En zo kunnen we nog wel door blijven gaan, zie ook Rom. 11. In het hele ‘Nieuwe Testament’ komt dit ter sprake. Het is voor de christelijke kerk dus belangrijk om zich te heroriënteren op haar identiteit. Volgens het ‘Nieuwe Testament’ wordt het volk Israël weer opgebouwd door de heidenen die tot geloof komen. Als wij ons gaan beseffen dat wij dus deel van Israël zijn, samen met Juda (onze Joodse broeders), dan zal dat gevolgen hebben voor onze geloofswandel. Dan betekent dat, dat we de Thora weer serieus moeten gaan nemen. Dit wordt duidelijk als de geloofsbelijdenis uit Deuteronomium 6 (het Shema) gaan bekijken:
· Deut. 6: 4-9: ‘’Luister, Israël! De HEERE, onze God, de HEERE is één! Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht. Deze woorden (of: geboden), die ik u heden gebied, moeten in uw hart zijn. U moet ze uw kinderen inprenten en erover spreken, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat. U moet ze als een teken op uw hand binden en ze moeten als een voorhoofdsband tussen uw ogen zijn. U moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven.’’ – vergelijk met Marcus 12: 29-31.
In Deuteronomium staat dat we God moeten liefhebben. Yeshua voegt daar in Marcus het gebod uit Lev. 19:18b aan toe, namelijk dat je je naaste moet liefhebben. Dat is de kern van Gods onderwijs.
In 1 Joh. 5: 2-3 schrijft Johannes dat we God liefhebben door Zijn geboden te houden. Dus als we Gods geboden in acht nemen, dan hebben we God lief, én ook meteen onze naaste. Dan plegen we namelijk geen moord, geen overspel, stelen we niet, onderdrukken we de weduwe en wees niet (Ex. 22:22: ''U mag geen enkele weduwe of wees onderdrukken''), geven we de hongerige te eten (Deut. 15: 7 en 11: ''Maar als er onder u een arme zal zijn, iemand uit uw broeders, binnen een van uw poorten, in uw land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, dan mag u uw hart niet verstokken, of uw hand sluiten voor uw broeder die arm is. Want armen zullen binnen uw land nooit ontbreken. Daarom gebied ik u: U moet uw hand wijd opendoen voor uw broeder, de onderdrukte en de arme in uw land''), hebben we onze vijanden lief (Ex. 23: 4-5: ''Wanneer u een rund van uw vijand of zijn verdwaalde ezel aantreft, moet u het dier beslist bij hem terugbrengen. Wanneer u de ezel van iemand die u haat, onder zijn last ziet liggen, moet u zich ervan weerhouden om het aan hem over te laten. U moet de ezel beslist samen met hem overeind helpen'', Spr. 25:21: ''Als iemand die u haat, hongerlijdt, geef hem brood te eten, en als hij dorstig is, geef hem water te drinken''), hebben we oog voor ouderen (Lev. 19:32: ''U moet opstaan voor iemand met grijze haren en eer bewijzen aan een oudere. Uw God moet u vrezen. Ik ben de HEERE'') etc.
De Wet (Gods Thora/onderwijzing) laat dus zien hoe we onze naaste moeten liefhebben. Tegelijkertijd is het niet volgen van die Thora hetzelfde als zondigen. Dit legt Johannes uit in zijn eerste brief:
1 Joh. 3: 4: ''Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid.''
In Johannes 3: 1-21 legt Yeshua aan Nicodemus uit dat een mens wedergeboren moet worden om het Koninkrijk van God te kunnen zien en binnen te kunnen gaan.
Johannes 3: 3-6: ''Yeshua zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ Yeshua antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.''
In vers 5-6 staat dat we uit de Geest geboren moeten worden. In de Geest zijn betekent dat je niet in het vlees bent. U zult zich wellicht afvragen wat het in het vlees zijn betekent. Romeinen 8 geeft ons daar antwoord op.
Romeinen 8: 5-8: ''Wie zich door zijn eigen natuur laat leiden is gericht op wat hij zelf wil, maar wie zich laat leiden door de Geest is gericht op wat de Geest wil. Wat onze eigen natuur wil brengt de dood, maar wat de Geest wil brengt leven en vrede. Onze eigen wil staat vijandig tegenover God, want hij onderwerpt zich niet aan zijn Thora (Wet) en is daar ook niet toe in staat. Wie zich door zijn eigen wil laat leiden, kan God niet behagen.''
De doop
De doop door onderdompeling, na bekering, is het teken van dat wedergeboren worden (Titus 3:5). Dit wordt bevestigd in Romeinen 6.
Romeinen 6: 1-8: ‘’Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven.’’
Het kwam net ook al even ter sprake; de relatie tussen de dood en de positie van de man in het huwelijk.
In dit voorgaande stuk staat dat, als wij ín Yeshua gedoopt worden, zowel in Zijn dood als in Zijn opstanding gedoopt worden. Dus in dat geval sterven zowel de man (Yeshua/God) als de vrouw (Zijn volk). Daar blijft het echter niet bij! God is sterker dan de dood en evenals Yeshua uit de dood is opgewekt, zo mogen ook wij na onze doop in nieuwheid des levens wandelen. Wandelen in de nieuwe identiteit, als een smetteloze bruid (Ef. 5:27), als burgers van het Koninklijke volk Israël.
Het wordt tijd dat wij hier in gaan uitstappen.
Doet u ook mee?
Bijbelteksten gekopieerd van http://herzienestatenvertaling.nl/bijbel.php
P.S. Wist u dat niet alleen christenen zichzelf als de ‘verloren stammen’ zien, maar dat dit ook in orthodox-Joodse hoek wordt geloofd? Zie voor meer informatie het onderzoekswerk van de orthodoxe Jood Yair Davidi op deze website: http://www.britam.org/ of de uitleg van de Chassidische rabbijn A. Greenbaum over deze 'Efraïm-beweging': https://youtu.be/7JxYi6JJlrU
Voor meer informatie over het in acht nemen van de Thora, zie onze studie 'Geldt de Thora voor christenen?'.
Voor meer informatie over de verloren stammen van Israël kan ik u de volgende studies aanbevelen:
· De verloren stammen in Europa? https://sites.google.com/site/waarheidvrede/home/verloren-stammen
· Wie zijn de verloren schapen/stammen?
http://119ministries.nl/media-119-ministries/item/76-verloren-schapen
· Kenmerken verloren stammen
http://www.wimjongman.nl/nieuws/2015/huis-jakob.html
Website van 'bewegingen' die deze identiteit al hebben omarmd:
· De B’ney-Yosef-beweging (zonen van Yosef) https://bneyyosefholland.wordpress.com/over/ en www.Etzbneyyosef.com
· 119 Ministries USA en Nederland
· Gemeente Bet Yosef (Huis van Yosef) in Limburg