Het Huis te Vliet in Lopikerkapel is een tot de verbeelding sprekend rijksmonument dat door de eeuwen heen werd getransformeerd van woontoren, naar kasteel, buitenplaats, bedrijfspand en uiteindelijk naar de huidige woonbestemming.
Van de geschiedenis van het huis en de grootschalige restauratie in 2014 en 2015 zijn duizenden foto’s beschikbaar.
Met enkele van deze beelden tonen we in een film die speciaal voor de Open Monumentendag op 12 september 2020 gemaakt is een stukje van de geschiedenis & restauratie in vogelvlucht.
De film is te zien op ons Youtubekanaal: https://youtu.be/vWZ1DA-FK3c
Film credits:
Foto’s eigendom van : Cobie van Lent
Drone-foto’s gemaakt door : Nico Agterberg
Editing en voice-over door : Diana Schilperoort
Hieronder de tekst van uit de film, deze geeft een korte geschiedenis weer;
Uit onderzoek is gebleken dat de oorspronkelijk vierkante woontoren ergens rond 1250 moet zijn gebouwd. Er zijn grote 13e-eeuwse vertinde kloostermoppen aangetroffen.
Vermoedelijke heeft Huis te Vliet een relatie met de versterkte boerderij Hofstede te Vliet, welke 500 meter westwaarts lag. Deze Hofstede is midden 15e eeuw verloren gegaan, maar Huis te Vliet, hoewel vele malen verbouwd, bestaat nog steeds.
In 1512 ontstond in de provincie Utrecht het fenomeen ridderhofstad. Een erkenning van een huis of kasteel als adellijk eigendom van de bisschop van Utrecht.
In deze tijd verloren woontorens langzamerhand hun militaire functie door de nieuwe manier van oorlog voeren met sterker geschut. Wooncomfort ging nu een grotere rol spelen en dit leverde een ware bouwhausse op in de regio. Huis te Vliet werd in 1538 een erkende ridderhofstad en diende daarom een representatief onderkomen te zijn met een gracht en een ophaalbrug. De hoofdingang van Huis te Vliet bevond zich toen nog aan de noordkant dat wil zeggen; naar de Achterdijk gericht. De ingang van Huis te Vliet werd eind 17e eeuw verplaatst van de noordkant naar de zuidkant.
In de 17e en 18e eeuw kregen deze huizen meer het karakter van een symmetrisch ingedeeld landhuis met een voorplein en strak aangelegde tuin met een zichtlijn, als statussymbool.
In 1801 kwam het huis in handen van de familie Barchman Wuytiers. De privileges die het in bezit hebben van een adellijk kasteel met zich meebracht, werden door Napoleon te niet gedaan. Jonkheer C.G. Barchman Wuytiers deed in 1810 een tevergeefse poging het pand weer van de hand te doen. In 1826 heeft hij het kasteel drastisch ingekort om het geheel tot een enigszins rentegevend landgoed te laten zijn en zo de kosten te drukken. Zo is te zien op een afbeelding uit 1844.
In 1856 werd op het restant van het overgebleven kasteel een nieuw voornaam buitenhuis gebouwd. De adellijke familie Barchman Wuytiers verliet omstreeks 1920 het huis .
Daarna werd Huis te Vliet nog een aantal jaren bewoond door Baron van Hardenbroek, die het van de familie huurde.
In het midden van deze familiefoto staat Jhr. H.C.J. Barchman Wuytiers, roepnaam Joost. Hij heeft het Huis Vliet in 1936 ter veiling aangeboden, nadat het van eind jaren twintig tot 1936 leeg had gestaan. Het huis met landerijen werd via die veiling in diverse kavels verkocht en kreeg een bedrijfsbestemming.
Deze foto toont het huis vóór het afbreken van de 3e verdieping, het weghalen van de bordestrap, sloop van de helft van het ton-gewelf en het kappen van de bomen.
En deze prent geeft een indruk van het Huis te Vliet zoals het er in 2007 nog uitzag.
In 2011 kreeg het monument een BRIM rijkssubsidie, dit gaf de aanzet voor een grootscheepse restauratie.
In 2014 staat het huis in de steigers.
De muur aan de oostkant was slechter dan gedacht. Onder in de oorspronkelijke kelderruimte worden 3 gewelven aangebracht. In de gewelvenruimte wordt Tubag op de muren gedaan. Dit zorgt voor vastigheid en minder loslaten van steen- of zandgruis.
Op de vloer is vloerverwarming gekomen en daarboven een vloer van romaanse tegels. Aan de westkant ligt nu op één vloer een afwijkende betegeling als bouwspoor van de oorspronkelijk dikke muur.
Hier ziet u de moer- en kinderbinten op de zolder boven het stucplafond van de kamer op de bel-etage aan de achterzijde. De meeste kinderbinten waren, waarschijnlijk omdat ze doorbogen, een kwartslag gedraaid bij het vernieuwen van de vloer van de slaapverdieping, maar wèl hergebruikt.
Ook waren nog bouwsporen te zien van verdwenen gemetselde wanden. De vloer tussen de eerste verdieping en de gewelvenruimte was opgevuld met ca. 25m3 zand. Een speciale zuigauto heeft dit zand verwijderd. Zo werd de dikke stenen fundering zichtbaar van de gewelvenruimte/kelderruimte. De tussenvloer is daarna vol gestort met Argexkorrel korrels, die veel lichter, isolerend en duurzaam zijn.
In het monument bevinden zich diverse waterputten, onder andere in de doodlopende gang, het oudste gedeelte van het huis. Er zijn forse moerbalken ingebracht in het huis.
De aannemer had deze gezien bij een bedrijf van historische bouwmaterialen. De moerbalken komen uit een pakhuis in Groningen.
Boven op de zolder kwam de meerkantige fundering van de vroegere Belvedèretoren tevoorschijn, waar de nieuwe toren op is gebouwd.
Bij het onderste gedeelte van de spiltrap kwam onder de houten treden een stenen zestiende-eeuwse trap tevoorschijn, met in het midden een plateau.
Vermoedelijk was er via dit plateau aan twee kanten een toegang tot het kasteel. De oorspronkelijk trap heeft lager gelegen dan de huidige trap.
De meeste van de Louvre luiken waren kapot, niet meer te herstellen of zelfs geheel verdwenen. Er zijn daarom geheel nieuwe luiken gemaakt. Hiervoor is speciaal hout ingekocht. Dit hout is behandeld met azijnzuur en ruikt er zelfs nog een beetje naar.
Het is duurzaam hout en zal de tand des tijds tot ver in deze eeuw doorstaan
De vakman/timmerman heeft elk latje tot het eindresultaat 7 keer in zijn handen, totaal zijn het 520 stukjes, dus reken maar uit !
Het ornamentenplafond in de voorkamer bleek nog aan het riet te hangen, zoals vroeger veel werd toegepast. De ornamenten zijn er zorgvuldig afgehaald en schoongemaakt. Bij het schoonmaken kwam onder de witte laag nog een geel/gouden kleur tevoorschijn. De vensterkozijnen van de voorkamer op de beletage in een grondverflaag.
Bij de restauratie is ook de ‘kasteel’ toren weer teruggebracht. Zie hier de binnenkant. De windveer met gouden bol wordt bovenop de toren geplaatst.
Op het windvaantje zien we de wassenaartjes: 3 halve maantjes. Het nieuwe wapen wordt onthuld door de initiatiefnemers, de architect en de wethouder.
Dit is het oorspronkelijke wapen van de ridderhofstad, vermoedelijk het oudste en het eerste wapen van huis te vliet.
In 2020 is Huis te Vliet wederom getransformeerd en is Lopikerkapel rijker geworden met haar nieuwe wijk ‘ het HuisteVliethof ’.