Woordsoort: bijvoeglijk naamwoord
Strong-nummer: 4134
Frequentie: 17
Betekenis: 1) vol, d.w.z. gevuld (tegenover leeg)
1a) van holle vaten
1b) van een oppervlakte die geheel bedekt is
1c) van de ziel, volledig doortrokken van
2) vol, d.w.z. compleet
2a) waaraan niets ontbreekt, volmaakt
Gebruik in NT:
Teksten NBG
Mt 14:20 En zij aten allen en werden verzadigd en zij raapten het overschot der brokken op, twaalf manden vol <4134>.
Mt 15:37 En zij aten allen en werden verzadigd, en zij raapten het overschot der brokken op, zeven korven vol <4134>.
Mr 4:28 De grond brengt vanzelf vrucht voort; eerst een halm, daarna een aar, daarna het volle <4134> koren in de aar.
Mr 6:43 En zij raapten de brokken op, twaalf manden vol <4134>, en ook van de vissen.
Mr 8:19 En herinnert gij u niet, toen Ik de vijf broden brak voor de vijfduizend, hoeveel manden vol <4134> brokken gij hebt opgeraapt? En zij zeiden tot Hem: Twaalf.
Lu 4:1 Jezus nu, vol <4134> van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest geleid in de woestijn,
Lu 5:12 En het geschiedde, toen Hij in een van de steden was, zie, daar was een man vol <4134> melaatsheid. Toen hij Jezus zag, wierp hij zich op zijn aangezicht en smeekte Hem, zeggende: Here, indien Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.
Joh 1:14 Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol <4134> van genade en waarheid.
Hnd 6:3 Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed bekend staan, vol <4134> van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak aanstellen;
Hnd 6:5 En dit voorstel vond bijval bij de gehele menigte, en zij kozen Stefanus, een man vol <4134> van geloof en Heilige Geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaus, een Jodengenoot uit Antiochie;
Hnd 6:8 En Stefanus, vol <4134> van genade en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk.
Hnd 7:55 Maar hij, vol <4134> van de heilige Geest, sloeg de ogen ten hemel en zag de heerlijkheid Gods en Jezus, staande ter rechterhand Gods,
Hnd 9:36 En er was te Joppe een discipelin, genaamd Tabita, hetgeen, vertaald, betekent Dorkas. Deze was overvloedig <4134> in goede werken en aalmoezen, die zij gaf.
Hnd 11:24 want hij was een goed man, vol <4134> van de Heilige Geest en van geloof. En een brede schare werd de Here toegevoegd.
Hnd 13:10 Zoon des duivels, vol <4134> van allerlei list en streken, vijand van alle gerechtigheid, zult gij niet ophouden de rechte wegen des Heren te verdraaien?
Hnd 19:28 Toen zij nu dit hoorden, riepen zij in heftige <4134> opwinding: Groot is de Artemis der Efeziers!
2Jo 1:8 Let op uzelf, dat gij niet verliest wat wij verricht hebben, maar uw loon ten volle <4134> ontvangt.