Woordsoort: werkwoord
Strong-nummer: 4130
Frequentie: 24
Betekenis:
1) vullen
2) gevuld worden, vervuld worden
Gebruik in NT: vooral Lucas gebruikt dit woord in zijn evangelie en in Handelingen.
Teksten NBG
Mt 22:10 En die slaven gingen naar de wegen en verzamelden allen, die zij aantroffen, zowel slechten als goeden. En de bruiloftszaal werd vol <4130> met hen, die aanlagen.
Mt 27:48 En terstond liep een van hen toe en nam een spons, drenkte <4130> die met zure wijn, stak ze op een riet en gaf Hem te drinken.
Lu 1:15 Want hij zal groot zijn voor de Here en wijn en sterke drank zal hij niet drinken en met de Heilige Geest zal hij vervuld worden <4130>, reeds van de schoot zijner moeder aan,
Lu 1:23 En het geschiedde, toen de dagen van zijn dienst vervuld waren <4130>, dat hij vertrok naar zijn huis.
Lu 1:41 En toen Elisabet de groet van Maria hoorde, geschiedde het, dat het kind opsprong in haar schoot, en Elisabet werd vervuld <4130> met de Heilige Geest.
Lu 1:57 Toen voor Elisabet de tijd vervuld was <4130>, dat zij baren zou, bracht zij een zoon ter wereld.
Lu 1:67 En zijn vader Zacharias werd vervuld <4130> met de Heilige Geest en profeteerde, zeggende:
Lu 2:6 En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden <4130>, dat zij baren zou,
Lu 2:21 En toen acht dagen vervuld waren <4130>, zodat zij Hem moesten besnijden, ontving Hij ook de naam Jezus, die door de engel genoemd was, eer Hij in de moederschoot was ontvangen.
Lu 2:22 En toen de dagen hunner reiniging naar de wet van Mozes vervuld waren <4130>, brachten zij Hem naar Jeruzalem om Hem de Here voor te stellen,
Lu 4:28 En allen in de synagoge werden met toorn vervuld <4130>, toen zij dit hoorden.
Lu 5:7 En zij wenkten hun makkers in het andere schip, dat zij hen zouden komen helpen. En dezen kwamen en zij vulden <4130> beide schepen, tot zinkens toe.
Lu 5:26 En ontzetting beving allen en zij verheerlijkten God, en werden met vrees vervuld <4130>, zeggende: Wij hebben heden ongelooflijke dingen gezien.
Lu 6:11 En zij raakten volkomen <4130> hun verstand kwijt en spraken er met elkander over, wat zij Jezus doen zouden.
SV: Lu 6:11 En zij werden vervuld <4130> met uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden.
Joh 19:29 Er stond een kruik vol zure wijn; zij staken dan een spons, gedrenkt <4130> met zure wijn, op een hysopstengel en brachten die aan zijn mond.
Hnd 2:4 en zij werden allen vervuld <4130> met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Hnd 3:10 en men herkende hem als degene, die om een aalmoes gezeten had aan de Schone Poort van de tempel; en zij werden met verbazing en ontzetting vervuld <4130>, over wat met hem gebeurd was.
Hnd 4:8 Toen zeide Petrus, vervuld <4130> met de Heilige Geest, tot hen: Oversten van het volk en oudsten,
Hnd 4:31 En terwijl zij baden, werd de plaats, waar zij vergaderd waren, bewogen; en zij werden allen vervuld <4130> met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met vrijmoedigheid.
Hnd 5:17 Maar de hogepriester stond op en allen, die met hem waren (de zogenaamde partij van de Sadduceeen) en zij werden vervuld <4130> met naijver,
Hnd 9:17 En Ananias ging heen en kwam in het huis, en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest vervuld worden <4130>.
Hnd 13:9 Doch Saulus, anders gezegd Paulus, vervuld met <4130> de Heilige Geest, zag hem scherp aan, en zeide:
Hnd 13:45 Doch toen de Joden de scharen zagen, werden zij vervuld <4130> met nijd en spraken lasterende, tegen hetgeen door Paulus gezegd werd.
Hnd 19:29 En de stad werd een en al <4130> verwarring en zij stormden als een man naar het theater en sleurden Gajus en Aristarchus, Macedonische reisgenoten van Paulus, mede.
SV: Hnd 19:29 En de gehele stad werd vol verwarring