Hieronder staat een Geogebra figuur van opg 25. Je kunt nu het punt M bewegen over de lijn BC. Hierdoor verandert de verhouding van AN:NB.
In het startvoorbeeld is de verhouding 6:1. Stel dat je deze verhouding wilt bewijzen, welke gegevens heb je dan nodig?
Toets meetkunde: (Voor uitvergroten klik op de plaatjes).
Alternatieve oplosmethoden voor opgave 2.
Opgave 3: aanpak zoek twee congruente driehoeken.
Opgave 4 Maak gebruik van de gelijkbenigheid van driehoek ABC (dus hoek B en C zijn gelijk) en toon dan met behulp van een koordenvierhoek aan dat hoek D gelijk is aan hoek B.
Opgave 5: Je moet aantonen dat ABCD een koordenvierhoek is. Dus je moet bewijzen dat twee overstaande hoeken samen 180 graden zijn.
neem bijvoorbeeld de hoeken A en C. Je moet dan in de vierhoek bij hoek A en de vierhoek bij hoek C berekenen hoe groot de hoeken z ijn.
Welke hoeken zijn dat allemaal en wat weet je van die hoeken?