Moderne vertalingen

De gedichten zijn alfabetisch gerangschikt volgens de Engelse titel.

Van elk gedicht kunnen verschillende vertalingen gemaakt worden.

Voor inzendingen: mail uw tekst naar juulzgrand@gmail.com.

Op alle teksten berust copyright, alle rechten voorbehouden.


THE APPARITION - Vertaling door Jules Grandgagnage

(When by thy scorn, O murd'ress, I am dead)

De Verschijning

Mijn lief, mijn moordenaar, als door je spot

je mij de dood hebt ingejaagd, rust niet,

Zelfs dan ben je van mij nog niet verlost,

Want ik kom terug om aan je bed te spoken,

En zie jou, valse maagd, in andere armen

Slechter dan de mijne; je kaarsvlam beeft,

Maar hij blijft stil als je hem duwt en knijpt,

Hij denkt dat je hem roept om meer

Maar is te moe en wil van jou niets weten,

Hij doet alsof hij slaapt en draait zich om,

En dan, mijn espenwit verwaarloosd wicht,

Lig jij in koud kwikzilveren zweet gebaad,

Nog meer een spook dan ik.

Wat ik zal zeggen dan, vertel ik niet,

Ik wil je niet behoeden voor je angst;

Mijn liefde is opgebruikt; en ik verkies

dat je berouw in pijnen ondergaat.


Zie bespreking van het gedicht hier

Voor de vertaling van Huygens, klik hier

>originele Engelse tekst van The Apparition


THE BROKEN HEART - Vertaling door Willem van der Vegt

(He is stark mad, whoever says,)

Het gebroken hart

Flink gek is hij, die zegt dat hij

verliefd geweest is voor een uur.

Liefde gaat niet zo snel voorbij,

verslindt meer ruimte in slechts korte duur.

Wie luistert naar me, mocht ik zweren

dat pest m’ een jaar lang bleef verteren.

Wie zou me niet gaan honen met een lach

als ‘k zei, dat ‘k kruit zag branden, heel de dag.

Wat een futiliteit, ons hart,

zou het liefde in handen vallen.

Ander verdriet laat ook een part

voor andere zorgen, vraagt zelf niet om alles.

Zij komen, terwijl liefde trekt,

zonder te kauwen ons op slikt.

Een hele rij valt, als hij ‘n salvo doet.

Hij is de snoek, ons hart het jong gebroed.

Was dit niet zo, zeg me, wat deed

‘t mijn hart, toen ik jou zag, voor ’t eerst?

Ik nam het mee naar binnen mee,

maar toen ik buiten kwam was ’t er niet meer.

Was mijn hart toen naar jou gegaan,

dan had het jou geleerd meer aan-

gedaan te zijn met mij; maar Liefde was

in één klap klaar, versplinterde ’t als glas.

Maar niets vervalt tot niets, er zal

geen plaats volledig leeg bestaan.

Daarom denk ik, heeft mijn borst al

die stukken in zich, maar apart voortaan.

Zo zie je in gebroken glazen

slechts honderd mindere gelaten.

Mijn flard hart wenst nog, wil nog en waardeert,

kent na zo’n liefde nooit een liefde weer.


>originele Engelse tekst van The Broken Heart


THE CANONIZATION - Vertaling door C.W. Schoneveld

(For God's sake hold your tongue, and let me love,)

De heiliging

Bij God, stil jij! en duld dat ìk bemin,

Of sar mijn jicht, mijn kale kruin,

Mijn beverig lijf, of mijn verkwist fortuin,

Richt maar met geld en kunst je leven in,

Streef naar succes, verhoog je staat,

Dien een Baron of een Prelaat;

Of ’s Konings eigen, of gemunt gelaat

Mag jij vereren; doe je zin,

Maar duld dat ìk bemin.

Ach, waar is wie er pijn lijdt door mijn min?

Waar ’n bark die door mijn zuchten zonk?

Waar ’t land dat door mijn tranenvloed verdronk?

Trad door mijn kou ooit laat de lente in?

Wat mij aan bloed door koorts nog rest

Bezorgde dat één man de pest?

De huurling vecht, de pleiter op zijn best

Zoekt ’n klant met ruzie in de zin,

Hoewel ik haar bemin.

Noem ons wat jij wil, ’t volgt uit onze min;

Noem mij een vlieg, en haar dus ook,

Of kaarsen, willig stervend in hun rook;

Ook duif en arend zijn wij binnenin.

Het feniksraadsel wint aan pit

Door ons: wij tweeën één zijn dit:

Een paar dat zo onzijdigheid bezit.

Dood en herrezen, en daarin

Geheimvol door de min.

Niet leven? dan kan sterven door de min,

En stroken baar en tombe niet

Met ons geschiedverhaal, dan wèl een lied;

Zo een kroniek niet waard, bouwen we in

Sonnetten ’t fraaiste kabinet;

Een welgevormde urn strookt met

Roemvolle as, net als ’t grootste tombe-bed;

Zo stemt elk met die psalmen in

En heiligt onze min:

En roept ons zó aan: “U, die vrome min

Maakt tot elkaars geheimenis;

Die mint in vree, waar hier juist onlust is;

U, die de aardziel samenbalde in

Uw ogenpaar, dat daarmee zag

(Door spiegels en spiongedrag

Zodat ’t àl voor U samengevat lag)

Land, stad, hof: Roep Gods bijstand in

Voor ’n voorbeeld van uw min!”


Uit: Bestorm mijn hart, De beste Engelse gedichten uit de 16de-19de eeuw,

Gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld,

Tweetalige editie, Rainbow Essentials, nr. 55, Maarten Muntinga,

Amsterdam, 2008, pp.64-67 (nu iets gewijzigd). ISBN 9789041740588.

>originele Engelse tekst van The Canonization


ELEGY XVI: ON HIS MISTRESS - Vertaling door Willem van der Vegt

(By our first strange and fatal interview)

Elegy XVI of Elegy XVII

Wordt soms ook genummerd als "Elegy XVII".

Elegie XVI - Voor zijn vrouwe

Door ons eerste, noodlottig onderhoud,

door al ’t verlangen, daarbij opgebouwd,

door onze hoop, die wegkwijnt, door de wroeging

die mijn woord, waar ’t te mannelijk aan toe ging,

in jou gewekt heeft, door mijn denken aan

de pijn, mij door rivalen aangedaan,

vraag ik je rustig; door je vaders woede

door alle pijn van ‘t steeds gescheiden moeten

ondanks ‘t verlangen, smeek ik je: de eden

waarmee we onze eensgezindheid smeedden,

ontzweer en overzweer ‘k met deze waarheid:

Blijf weg bij liefde die je in gevaar leidt!

Matig, mijn lief, liefdes onstuimig razen,

blijf echt mijn vrouw, wordt niet mijn valse page;

Omdat ik mij op jou verlaat, verlaat ik

jou, door te gaan. Mijn geest is jouw zorg waardig,

dorst naar terugkeer. Als jij dood zou gaan,

dan steeg mijn ziel van ver al op jou aan.

Jouw fraais (anders almachtig) kan de zeeën

niet rustig maken, en jouw liefde weet hen

de liefde niet te leren. Boreas

laat zich er niet door temmen. Je las vast

hoe hij zijn lief Orithya deed beven.

Ziek of gezond, je in gevaar begeven

is dwaas, gevoed door ’t spel dat een beminde

die weg is, in een ander valt te vinden.

Doe niets alsof, als jongen, doe niets af van

lichaam en geest, nee, neem vooral geen afstand

van wie je bent; elkeen zal in jouw trekken

’t charmante blozen van een vrouw ontdekken.

Een aap in pak heet aap. En zowel helder

als duister blijf ‘k de maan als maan vermelden.

Fransen, zo grillig als kameleons,

van ziekenhuizen tot modesalons,

ze tappen liefde, het gezelschap met de

beste acteurs op aard, zullen jou hebben

doorzien, jammer, zo zal spoedig dat gaan en

komen we langs die lauwe Italianen,

dan zijn die best content met jou als page,

vol lust en woede zullen ze op je jagen,

als op Lots gasten. Maar, zelfs natte kwasten

als Nederlanders vallen je niet lastig,

wanneer jij hier blijft. O, blijf hier, want jij

hebt recht op Engeland als galerij,

waar je verwachtend rond mag lopen, tot

je bij de grootste Vorst geroepen wordt.

Weet, als ik ging, me wat geluk te dromen,

zonder voor onze liefde uit te komen.

Prijs me niet aan of af, wijdt vloek noch zegen

aan liefdes kracht, jaag, wie jou moet verplegen

geen stuipen op het lijf, door ’t roepen ’s nachts:

“Zuster, hij is gedood, mijn lief, ik zag

hem op de witte berg, belaagd, bestreden,

gestoken, bloedend, vallend, overleden.“

Zeg me iets beters dan die angsten aan.

Weet dat voor mij jouw liefde kan volstaan.


>originele Engelse tekst van Elegy XVI


A HYMN TO GOD THE FATHER - Vertaling door Arie van der Krogt

(WILT Thou forgive that sin where I begun)

Hymne aan God de Vader

Vergeef de zonden die in dit bestaan

Van meet af aan mij zijn gegeven, Heer.

Vergeef de zonden die ik heb begaan,

En die steeds opnieuw doe, telkens weer.

En doet U dat, dan is het niet gedaan,

Want er is meer.

Vergeef ook wat een ander heeft misdaan,

Door wat ik deed. Mijn voorbeeld was verkeerd.

Vergeef de zonden die ik kon weerstaan,

Een jaar of twee, maar niet veel langer, Heer.

En doet U dat, dan is het niet gedaan,

Want er is meer.

Mijn zonde is de vrees om dood te gaan

En te verdwijnen in een diep zwart meer.

Verzeker mij dat daar uw Zon zal staan

Zo stralend licht als nu en als weleer.

Doet U dat, dan zeg ik: het is gedaan;

Ik vrees niet meer.


>originele Engelse tekst van A Hymn to God The Father


THE FLEA - Vertaling door Jules Grandgagnage

(Mark but this flea, and mark in this)

De Vlo

Merk toch hoe die vlo zich hecht

En opzuigt wat jij me steeds ontzegt;

Een druppel bloed met die van mij vermengd

Heeft nu het lichaam van die vlo doordrenkt.

Een zonde kan ‘t niet zijn dat zij ons bijt,

Noch schande of verlies van maagdelijkheid.

Kijk hoe voldaan ze zich nu voelt,

Vervoerd van ‘t mengsel van ons beider bloed;

Helaas, die toestand hebben wij tegoed.

Schei uit, die ene klap verwoest drie levens,

Nu je zo goed als het jawoord hebt gegeven,

Want die vlo is jij, die vlo is mij,

Een tempel en een huwelijksbed is zij:

Verzet baat niet: ondanks je ouders’ klacht

Zijn wij nu één, in haar bijeengebracht.

Zelfs als mijn dood jou niet weerhoudt,

Dan is het mogelijk toch je zelfbehoud

Of profanatiezonde die je benauwt.

Hoe wreed en haastig kleurt je nagel rood,

In ons onschuldig vloeiend bloed gedoopt;

Die vlo: hoe zwaar heeft nu haar schuld gewogen?

Is het die druppel die ze heeft gezogen?

Toch triomfeer je nu in je gelijk

En zegt noch ik noch jij zijn in dit lijk;

De waarheid toont je holle vrees:

Jezelf te verliezen in mijn vlees

verspilt je eer niet meer dan’t doden van dit beest.


->originele Engelse tekst van The Flea


THE FLEA - Vertaling door Wim Tigges

(Mark but this flea, and mark in this)

De Vlo

Let op die vlo, en zie daaraan

Hoe weinig ’t is wat jij niet toe wil staan;

Mij zoog hij eerst, nu zuigt hij jou,

En in die vlo vermengt ons bloed zich nou;

Geef dan maar toe, men noemt dit feit

Geen zonde, schand’, verlies van maagdlijkheid,

Maar hij geniet vóór het gevrij,

Verzadigd door ons beider bloed zwelt hij,

En doet daarmee, helaas, iets meer dan wij.

Och, spaar drie levens in één beest,

Waar w’haast getrouwd zijn, nee getrouwd gewéést.

Die vlo is jij en ik, ’t is net

Een huwelijkstempel èn een huwelijksbed;

Hoe dwars ’t ouders, en jou, ook zit,

Wij delen nu die kluis van levend git.

Al dood je uit gewoonte mij,

Voeg daar nou niet ook nog een zelfmoord bij,

En heiligschennis, drie zonden op rij.

Heb je nu, wreed en onverhoeds,

Je nagel rood gekleurd in schuld’loos bloed?

Want waarin heeft die vlo gefaald

Dan in die druppel bij jou weggehaald?

Toch triomfeer je, zegt dat jij

Jezelf niet zwakker vindt, en ook niet mij;

Dat ’s waar, je hoeft dus niet te beven;

Je spilt net zo veel eer door je te geven

Als deze dode vlo jou nam aan leven.


THE GOOD-MORROW - Vertaling door Jules Grandgagnage

(I WONDER by my troth, what thou and I Did, till we loved ?)

De Ochtendgroet

Ik vraag me eerlijk af wat wij ooit deden

voor we ons in liefde vonden, behalve zuigen

aan de moederborst of onze kinderlijke lusten botvieren?

Of snurken in de zevenslapersgrot?

Zo was het. Maar was dit plezier niet ingebeeld?

De schoonheid die ik toen begeerde, en tot de mijne maakte,

was slechts een vage schim van jou.

Deze goede morgen doet ook onze zielen ontwaken

die elkaar niet langer angstig moeten gadeslaan;

Want liefde weerhoudt ons om nog verder te zoeken

En maakt onze kleine kamer wereldwijd.

Laat anderen oceanen en nieuwe werelden ontdekken,

Laat ze maar kaarten maken van steeds meer werelden

En laat ons één wereld bezitten, ieder één, en samen één.

Mijn gelaat in jouw ogen, en het jouwe in die van mij

Waar oprechte harten zich in spiegelen

Waar vinden we twee betere hemisferen

zonder scherp noorden en heengaand westen?

Wat sterft was nooit juist gemengd;

Met twee liefdes zo vervlochten dat geen een verzwakt,

Sterf noch jij, noch ik.


>originele Engelse tekst van The Good-Morrow


HOLY SONNET I - Vertaling door Frank Despriet

(Thou hast made me, and shall Thy work decay ?)

Jij hebt me gemaakt, en zal je werk vergaan?

Herstel me nu, want nu komt mijn eind in zicht,

Ik loop naar de dood, en de dood is op mij gericht,

En al mijn genoegens zijn voorgoed gedaan.

Ik durf mijn doffe ogen niet meer op te slaan,

Wanhoop langs achter, en de dood in mijn gezicht

Belagen me, mijn zwakke vlees is al gezwicht

Door zonde, zodat het naar de hel zal gaan.

Enkel jij bent boven, en wanneer ik naar je kijk,

Met jouw vergunning, verhef ik me weer,

Maar onze oude sluwe vijand drukt me neer,

Dat ik niet één uur ontsnap uit het slijk.

Je gratie zou me vleugels geven, zijn luister doven,

Zo jij als een magneet mijn ijzeren hart wou roven.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet I


HOLY SONNET I - Vertaling door Arie van der Krogt

(Thou hast made me, and shall Thy work decay ?)

U schiep mij, Heer, moet dan uw werk vergaan?

Geef nieuwe kracht, mijn einde is nabij,

Ik spoed mij naar de dood, de dood naar mij,

Mijn vreugd is, net als gisteren, gedaan;

Ik durf mijn wazig oog niet op te slaan,

Mijn hoop is heen, de dood komt dichterbij,

Zaait angst dat mijn verzwakte vlees straks mij,

Door zondigheid, recht naar de hel laat gaan.

Omdat u boven bent, klim ik daarheen;

Door uw verrijzenis, verrijs ik ook,

Maar weerstand biedt ik niet, geen uur, geen één,

Als onze oude vijand mij bestookt;

Geeft mij toch vleugels, trek het naar uw kant,

Mijn hart van ijzer, met uw Adamant.


HOLY SONNET II - Vertaling door Frank Despriet

(As due by many titles I resign)

Door vele plichten gebonden neem ik afstand

Van het leven voor jou, O God, die me schiep.

Jij was het die me voortbracht uit het niet,

Je gaf me je bloed, je hart en je verstand.

Ik ben je zoon, gemaakt door je eigen hand,

Je schaap, je dienaar, die je nooit verried,

Of bijna nooit; het bezorgt me veel verdriet

Dat ik de weg verloor naar je goddelijke land.

Het is de duivel die me overweldigd heeft,

Die steelt en ontvoert wat van jou moest zijn,

Hij kwelt en foltert mij met helse pijn.

Toch beken ik dat ik enkel voor jou heb geleefd.

Ik weet het, jij houdt van mij. Bevrijd me dan.

En Satan haat me, maar heeft me in zijn ban.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet II


HOLY SONNET II - Vertaling door Arie van der Krogt

(As due by many titles I resign)

Op grond van vele rechten geef ik mij

Aan u, mijn God, want eerst werd ik gemaakt

Door u, voor u, en na mijn val tot kwaad

Kocht uw bloed dat, wat u bezat, weer vrij;

Ik ben uw zoon, een zon, die door u schijnt,

Uw knecht, wiens straf en pijn u ondergaat,

Uw schaap, uw beeld, en tot mijn groot verraad,

Een tempel, waar uw Geest te gast kon zijn;

Wat moet die Duivel met zijn duivelsspel,

Rooft en bedoezelt hij niet zo uw recht?

Tenzij u komt en voor uw erfdeel vecht,

Oh, mijn hoop kwijnt, als ik dit aanzie, snel:

U houdt van mensen, maar kiest niet voor mij,

En Satan haat mij, maar laat mij niet vrij.


HOLY SONNET III - Vertaling door Frank Despriet

(O ! might those sighs and tears return again)

O konden die zuchten en tranen weer opdagen

In mijn borst en ogen, maar nu zijn ze verspild

En tevergeefs heb ik uit de dieptes gegild

Zonder dat ik wist of mijn treuren je zou behagen.

Nu heb ik niets meer, mij resten enkel vragen.

Hoe komt het dat die smart mijn hart verkilt

En dat mijn oude zondes niet zijn verstild

Zodat ik weer als vroeger de pijn moet dragen?

Terwijl de onverzadigbare dronkaard en de dief,

De vrouwengek en de snoever zich troosten met hun lot,

Vergeet ik alle voorbije vreugdes, elk genot

En troost is niet voor mij, ik (arme) voel slechts grief.

Al dit lijden heeft me niets bezorgd dan smart.

Dit was het gevolg en de oorzaak, dit brak mijn hart.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet III


HOLY SONNET III - Vertaling door Arie van der Krogt

(O ! might those sighs and tears return again)

O zuchten, tranen kom terug, want leeg

Zijn borst en ogen, jullie ben ik kwijt,

Dan zou ik in mijn ontevredenheid

Nog rouwen kunnen, nu rouw ik vergeefs;

Wat scheurt mijn hart? En hoeveel buien heeft

Mijn oog verspild door mijn afgoderij?

Mijn lijden is het kwaad dat ik belijd,

Ik leed en lijd de pijn nu die dat geeft.

De zatte dronkaard en de duisterdief,

De geile bok, de zelfgewreven trots,

Zij hebben die voorbije vreugde lief,

Want die heelt komend leed. Ik, arme, word

Nooit beter, want de pijn die men mij gaf

Was oorzaak en gevolg, zonde en straf


HOLY SONNET IV - Vertaling door Frank Despriet

(Oh my black Soule! now thou art summoned)

O mijn zwarte ziel! Nu word je belaagd

Door ziekte, bode van de dood, en overwinnaar.

Je bent als een pelgrim, op de vlucht voor gevaar

In een ver land en door iedereen opgejaagd,

Of als een dief die zijn vonnis beklaagt.

Hij schudt zijn hoofd en denkt: het is niet waar

En zit hij op de dodenkar dan trekt hij aan zijn haar,

Smekend, maar vergeefs, dat de uitspraak wordt verdaagd.

Nochtans, als je berouw toont, kan je nog op gratie hopen.

Niets is verloren, maar wie zal je die gratie geven?

Je treurt en geeft al niets meer om je leven.

Door zelfbeklag tracht je dit droeve lot te ontlopen.

Zelfs al ben je zondig, de macht van Christus is groot,

Zijn bloed kan je redden, ook al ben je dood.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet IV


HOLY SONNET IV - Vertaling door Arie van der Krogt

(Oh my black Soule! now thou art summoned)

O mijn geblaakte Ziel, jij wordt gekweld

Door ziekte, doods’ heraut en dwingeland;

Je lijkt een pelgrim die in ’t buitenland

Verraad pleegt en zich daar niet graag meer meldt;

Een dief, die dood als vonnis zag geveld,

En vurig naar een vrij bestaan verlangt,

Maar toch graag langer blijft in het gevang,

Wanneer de beul zich met zijn hakbijl meldt.

Toch kun je gratie krijgen, bij berouw,

Maar door wie wordt die gratie toegekend?

O maak je zwart wanneer je plechtig rouwt,

Word rood van schaamte, als je zondig bent;

Was je met Christus bloed, dat rood bezit

De macht je ziel te verven: rood wordt wit.


HOLY SONNET V - Vertaling door Frank Despriet

(I am a little world made cunningly)

Ik ben een kleine wereld die gemaakt is van materie

En vernuftig voorzien is van een engelachtige geest,

Maar door zonde zijn beide delen verraden geweest

Tot eindeloze nacht en mij rest niets dan miserie.

Jij die voorbij gindse hemel aan de verste periferie

Nieuwe sterren hebt geplaatst en nieuwe landen onbevreesd

Verkent, stort nieuwe zeeën in mijn ogen opdat ik verweesd

Mijn wereld mag verdrinken in een ultieme remedie,

Of hem wassen als hij niet meer moet verdrinken.

Maar oh hij moet worden verbrand; helaas hebben het vuur

Van lust en afgunst hem verbrand in een vroeger uur,

En hem smeriger gemaakt. Laat hun vlammen bezinken

En mij verbranden o Heer, met een vurige gloed

Van jou en je huis, tot rust van mijn gemoed.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet V


HOLY SONNET VI - Vertaling door Frank Despriet

(This is my playes last scene, here heavens appoint)

Dit is de laatste scène van mijn stuk, hier bepalen de goden

De laatste mijl van mijn parcours, en mijn pelgrimstocht

Die ijdel, doch vlug gedaan is, neemt deze laatste bocht,

De laatste duim van mijn span, de laatste zoden,

En dadelijk zal ik wandelen tussen de vele doden,

Met mijn ontwrichte ziel, die aan de duivel is verkocht.

Maar in de slaap heeft mijn wakend deel naar u gezocht,

Hoewel dit hier ten strengste wordt verboden.

Dan, als mijn ziel ontredderd naar de hemel vliegen wil

En het aan de aarde gebonden lichaam in de aarde verblijft,

Zal zo elke zonde vallen, dat elk haar recht verkrijgt,

Naar waar ze is geteeld, en me mee zou sleuren, naar de hel.

Beschouw me rechtvaardig, zo gezuiverd van het voze,

Want zo verlaat ik de wereld, het vlees en de boze.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet VI


HOLY SONNET VII - Vertaling door Frank Despriet

(At the round earths imagin’d corners, blow your trumpets)

Blaast jullie trompetten aan de verbeelde hoeken

Van de ronde aarde, engelen, en verrijst, verrijst

Opnieuw tot leven, gij, zonder tal of lange lijst

Van zielen, en gaat jullie verspreide lichamen zoeken,

Allen die bleven in de vloed, en zij die brandend vloeken,

Allen die oorlog, ontbering, ouderdom, plaag, despoot,

Wanhoop, wet, toeval, heeft geslacht, en gij die zonder dood

God zult zien, zoals geschreven staat in de boeken.

Maar laat hen slapen, Heer, laat mij nog wat alleen,

Want, indien boven al dezen mijn zonden steken,

Is het laat om tekens van je gratie af te smeken

Wanneer we ginder zijn; leer me hier tussen het gemeen

Hoe ik moet berouwen, want dat is even goed

Als had je mijn vergiffenis bezegeld met je bloed.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet VII


HOLY SONNET VII - Vertaling door Arie van der Krogt

(At the round earths imagin’d corners, blow your trumpets)

Laat uit de hoeken van het wereldrond,

Bezuinen klinken, engelen, verrijs,

Opdat die niet te tellen zielenrij,

Weer terug in hun verspreide hulzen komt;

Van wie door vuur verteerd is of verdronk,

Gedood door oorlog, armoe, ziekte, strijd,

Door noodlot, rechtspraak of wanhopigheid,

Of God nog zien zal, nooit de doodssmart vond.

Laat hen nog rusten, Heer, en laat mij rouwen;

Want zou mijn zonde dit te boven gaan,

Dan kan ik straks niet op uw gunst vertrouwen,

Als ik daar ben. Leer in mijn laag bestaan

Mij nu berouw, want dat is net zo goed

Als dat u mij vergeeft, straks, met Uw bloed.


HOLY SONNET VIII - Vertaling door Frank Despriet

(If faithfull soules be alike glorifi’d as Angels)

Indien trouwe zielen gelijk worden geprezen

Als engelen, dan is het zeker zichtbaar

Voor mijn vaders ziel, gezegend daar

In de hemel, dat ik de hel niet hoef te vrezen.

Maar indien onze geesten voor deze zielen zijn als wezen,

Ongekend, tenzij door omstandigheden en amper klaar

In hun tekens, ook al zijn ze zuiver en waar,

Hoe kunnen ze de gedachten van mijn geest ooit lezen?

Ze zien goddeloze minnaars huilen en klagen,

En lasterlijke samenzweerders roepen om Jezus,

Terwijl huichelaars als Judas met zijn kus

Devotie veinzen. Richt dan al je vragen

O zwaarmoedige ziel, tot God, hij kent de dorst

Van je hart, want hij plaatste het in mijn borst.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet VIII


HOLY SONNET IX - Vertaling door Frank Despriet

(If poysonous mineralls, and if that tree,)

Indien giftige mineralen, en ook die boom

Waarvan de vrucht ons, onsterfelijken, dood bracht,

Indien wellustige geiten en jaloerse slangendracht

Niet verdoemd worden, waarom is het leven dan geen droom,

Waarom bedrijven het voornemen of de rede zonder schroom

Zonden, die mij nog meer beroven van mijn kracht,

Terwijl genade eenvoudig is en eer verschaft

Aan God, waarom dreigt hij met zijn machtsvertoon?

Maar wie ben ik, dat ik eis dat je mij verhoort?

O God, oh! Maak van je kostbare bloed

En mijn tranen, een hemelse Lethevloed

Waarin je de zwarte herinnering aan mijn zonden versmoort.

Dat jij er weet van hebt, zien sommigen als een schuld,

Ik denk dat het genade is, indien jij vergeten zult.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet IX


HOLY SONNET X - Vertaling door Jules Grandgagnage

(Death, be not proud)

Wees niet zo trots, Dood, ook al sidderen velen

Van je macht, voor mij stelt het niets voor;

Want zij die vallen door jou gaan niet teloor,

Geen mens sterft of laat zich door jou bevelen.

Als slaap en rust -niets anders dan jouw beelden-

Plezier zijn, win ik meer dan ik verloor.

Zovele goede mannen gingen ons voor,

Hun ziel bevrijd, rust ook hun stil gebeente.

Jij, slaaf van ‘t lot en van de radeloze,

Wat zullen gif en strijd en ziekte baten,

Als slaapbol, drugs en amulet doen slapen?

Dus hou maar op met dat gebral te lozen.

Het eeuwige wacht na korte sluimerpijn,

En dan, Dood, zal zelfs jij er niet meer zijn.


(zie bespreking van Holy Sonnet X hier)

>originele Engelse tekst van Holy Sonnet X


HOLY SONNET X - Vertaling door Frank Despriet

(Death, be not proud)

Dood wees niet trots, want alles is maar schijn,

Jouw macht en aanzien zijn slechts een valse naam,

Want zij, van wie je denkt dat ze zijn vergaan,

Sterven niet, arme dood, en ook mij doe je geen pijn.

Uit rust en slaap, die maar je beeltenissen zijn,

Stroomt veel genot, vandaar komt al je faam,

En het vlugst zijn onze beste mensen met je meegegaan:

Hun zielen bevrijd, rust hun gebeente in een schrijn.

Jij bent slaaf van lot en toeval, van koning en leenman,

En gif, oorlog, en ziekte zijn je goede maten,

Maar papaver, of betovering doet ons ook al slapen,

En beter dan je zeis. Welnu, wat poch je dan?

Aan het eind van een korte slaap ontwaken we in eeuwigheid,

En de dood zal niet meer zijn, dood, jij sterft in vergetelheid.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet X


HOLY SONNET X - Vertaling door Arie van der Krogt

(Death, be not proud)

Dood, snoef niet zo, al zegt men dat jouw kracht

Ons grote schrik aanjaagt, dat doet hij niet;

Want niemand, die jij als jouw prooi beziet,

Sterft, arme dood; ook ik vrees niet jouw macht.

Als rust en slaap, want dat heb jij in pacht,

Ons vreugde geeft, zou dan de besten niet

Jou volgen, dood, wanneer dat zoveel biedt:

Een vrije ziel en op het graf ‘rust zacht’

Jij, slaaf van ‘t lot, van wanhoop en van vorsten,

Jij krijgt met gif en oorlogszwaard ons stil,

Maar slapen doen we ook met kruid of pil,

Ja beter zelfs – waarom dan toch zo protsen?

Wij leven eeuwig; na een korte slaap

Is Dood voorgoed voorbij; Dood, jij vergaat.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet X


HOLY SONNET X - Vertaling door C. W. Schoneveld

(Death, be not proud)

Dood, wees niet trots, al heet je machtig bij

Het volk, en ijselijk, maar dat ben je niet:

Want niemand die je als jouw mikpunt ziet

Sterft, arme Dood, en nog niet dood je mij.

Van rust en slaap, slechts jouw afspiegeling,

Gaat veel plezier uit, dus van jou nog meer;

En 't eerst vallen de besten voor jou neer:

Hun lichaam's rust, hun ziel's verheerlijking!

Jij, slaaf van toeval, noodlot, vorst, schavuit,

Gaat met gevecht, vergif, en ziekte in zee,

Klaproos of trance brengt zoeter slapen mee

Dan jouw gezeis. Dus sloof je niet zo uit!

Eén slaap voorbij, en eeuwig waken wij;.

Dan is de Dood niet meer: Dood, dood ga jij!


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet X


HOLY SONNET X - Vertaling door Willem van der Vegt

(Death, be not proud)

Dood, snoef niet, want de macht, jou toegeschreven,

zozeer te vrezen, ach, die heb je niet.

Elk, voor wie jij de ondergang gebiedt,

blijft, arme Dood, net zoals ik blijf leven.

Als slaap en rust, die beiden net als jij zijn,

ons goed doen, hoeveel beter nog doe jij!

De besten gaan het eerst met jou op reis.

Hun botten rusten, en hun ziel zal vrij zijn.

Jij slaaf van ‘t lot, van toeval en tirannen,

je laat je in met ziektes, gif en wapens.

Er is voldoende hulp om goed te slapen

zonder dat jij moet toeslaan. Poch niet langer.

Kort slapen, dan waken in eeuwigheid.

En jij gaat dood, Dood! Jij bent uit de tijd.


HOLY SONNET XI - Vertaling door Frank Despriet

(Spit in my face you Jewes, and pierce my side,)

Spuwt in mijn gezicht, gij joden, en doorboort mijn flank,

Slaat, en beschimpt, geselt, en kruisigt mij,

Want ik heb gezondigd, en gezondigd, en alleen is hij,

De rechtvaardige, gestorven als teken van ’s werelds dank.

Hij werd veroordeeld door een volkse rechtbank,

Verraden door zondaars niet goddelozer dan wij:

Ik kruisig hem dagelijks, onze vergevende koning, zij

Doodden eens een onbeduidend man, genageld aan een plank.

Oh laat me bewonderend naar zijn vreemde liefde kijken:

Hij leed voor ons en droeg gelaten onze straf,

Als beloning legden we hem levenloos in het graf.

Jakob ging gekleed in lompen om zichzelf te verrijken,

God ging gekleed in het arme vlees van een mens,

Die stierf voor ons ter vervulling van zijn wens.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XI


HOLY SONNET XII - Vertaling door Frank Despriet

(Why are wee by all creatures waited on?)

Waarom zijn wij van alle schepselen het meeste waard?

Waarom word ik door de kwistige natuur gevoed

En laat ze mij het leven, hoewel ik haar niet vergoed,

Terwijl ze zoveel zuiverder is dan ik, en niet ontaard?

Waarom verdraag je onderwerping, onwetend paard?

Jij stier en beer, waarom ben je veel te goed,

Veins je zwakte, en geef je aan de mens je bloed,

Zodat enkel hij die je doodt er wel bij vaart?

Zwakker ben ik, door schuld beladen, en leed mijn deel.

Jij hoeft niet bang te zijn, je kent geen zonden,

Maar toch, en verwonder je over dit groter wonder,

Onderwerpen deze dieren zich aan ons geheel,

Terwijl hun Schepper, niet gebonden door zonde of gemis,

Voor ons, zijn schepsels, en zijn vijanden, gestorven is.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XII


HOLY SONNET XIII - Vertaling door Frank Despriet

(What if this present were the worlds last night?)

Wat indien vannacht de wereld zou vergaan?

Toon in mijn hart, waar jij vertoeft, o ziel,

Het beeld van de gekruisigde Christus, en kniel

Zo je hem in de hemel naast God ziet staan.

Tranen in zijn ogen doen het licht uitgaan,

Bloed vult zijn fronsen, dat van zijn voorhoofd viel

En de doornen kroon ligt nu stil aan zijn hiel.

Denk je dat zijn tong je zal treffen met blaam?

Nee, nee; maar zoals ik in mijn verderf

Aan al mijn goddeloze minnaressen zei

Dat schoonheid wijst op medelijden, gevlei

Dat ik niet meende; zo zeg ik je voor ik sterf:

Boze geesten kregen afschuwelijke vormen toegewezen,

Van deze mooie vorm hoef jij zeker niets te vrezen.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XIII


HOLY SONNET XIV - Vertaling door Frank Despriet

(Batter my heart, three person’d God)

Bestorm mijn hart, drievuldige God, want alleen maar

Kloppen, ademen, schijnen, en verhelpen deed je tot nu toe.

Werp me omver opdat ik recht kan staan, en doe

Je best, om me te breken, blazen, branden, en maak me klaar.

Ik ben als een belegerde stad in de handen van een geweldenaar,

Worstel om je toe te laten, maar oh, ik word moe.

De rede, je onderkoning in mij, vlucht voor dit gedoe,

Blijkt zwak in plaats van mij te verdedigen, en onbetrouwbaar.

Toch bemin ik je zeer, en zou graag alles aan je geven,

Maar nu ben ik gebonden aan je vijand.

Scheid me, maak los, of verbreek die band,

Neem me mee, sluit me op, want ik zal in dit leven

Nooit vrij zijn, tenzij jij me tot slaaf maakt,

Of kuis en zedig, zolang jij me niet schaakt.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XIV


HOLY SONNET XIV - Vertaling door C. W. Schoneveld

(Batter my heart, three person’d God)

Geestelijke sonnetten, 14

Bestorm mijn hart, drie-enig God, omdat

U klopt, blikt, ademt nu slechts met vermaan;

Dat ik gevloerd door u weer op mag staan

Na breuk, dreun, brand door U nieuw aangevat.

Ik die, als een belaagde stad, bezweek,

Bewerk Uw intree, maar ach, zonder zin;

’t Verstand, Uw afgezant, mijn schutsgodin,

Ligt in cachot, en blijkt ontrouw of week.

Toch heb ’k U lief, wil liefde ook van U,

Maar met Uw vijand knelt mijn echtverband.

Scheid mij van hem, verbreek die keten nu;

Neem mij tot U, zet mij gevangen, want,

Tenzij door U geknecht, word ik nooit vrij,

Noch kuis, als U zich niet vergrijpt aan mij.


Uit: Bestorm mijn hart, De beste Engelse gedichten uit de 16de-19de eeuw,

Gekozen en vertaald door Cornelis W. Schoneveld,

Tweetalige editie, Rainbow Essentials, nr. 55, Maarten Muntinga,

Amsterdam, 2008, pp.68-69 (nu iets gewijzigd). ISBN 9789041740588.

>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XIV


HOLY SONNET XV - Vertaling door Frank Despriet

(Wilt thou love God, as he thee! then digest)

Wil je van God houden, zoals hij van jou! Overweeg

Dan, mijn Ziel, en denk er dus eens aan,

Hoe God de Geest, door engelen bijgestaan,

Zijn tempel maakt in je borst, anders leeg,

Terwijl de Vader, die een allerzaligste Zoon kreeg,

En nog altijd krijgt, (want zijn werk is nooit gedaan)

Zich verwaardigd heeft jou te kiezen als erfgenaam

Van zijn glorie, doch dit is iets waarover Satan zweeg.

En als een beroofde man die zijn bezit in duistere holen

Vindt, en het moet verliezen of opnieuw verwerven,

Kwam de Zoon van glorie neder, enkel om te sterven,

En ons te verlossen, omdat we door de duivel zijn gestolen.

Het was veel, dat de mens voorheen als God was gemaakt,

Maar nog veel meer, dat God een mens werd, en onvolmaakt.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XV


HOLY SONNET XVI - Vertaling door Frank Despriet

(Father, part of his double interest)

Vader, vanaf heden ben ik een deelgenoot

Van je koninkrijk, dankzij je Zoons vrijgevigheid.

Zijn aandeel in de verwikkelde Drievuldigheid

Houdt hij, en geeft mij zijn overwinning op de dood.

Dit Lam, wiens lijden de wereld nieuw leven bood,

Werd geslacht van bij de aanvang van de tijd

En volgens de twee Testamenten is het een feit

Dat toen het recht bepaald is van je Zoon als vennoot.

Toch zijn deze wetten zo, dat de mensen discussiëren

Of die statuten van kracht zijn voor heel de natie.

Niemand doet het, maar je geest en helende gratie

Brengen opnieuw tot leven wat wet en woord onteren.

Je laatste gebod, en de betekenis van je naam,

Is niets dan liefde; oh laat die laatste wil bestaan!


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XVI


HOLY SONNET XVII - Vertaling door Frank Despriet

(Since she whom I lov’d hath payd her last debt)

Sinds zij die ik beminde haar laatste schuld heeft betaald

Aan de natuur, en aan zichzelf, en mijn goed is gestorven,

En haar ziel vroeg naar de hemel heeft gezworven,

Wordt mijn geest volledig door hemelse dingen bepaald.

Hier werd mijn geest door haar te aanbidden overgehaald

Om jou te zoeken, God; zo tonen stromen hun bronnen.

Maar al heb ik je gevonden, en al is mijn dorst overwonnen,

Nog voel ik me onverzadigd, alsof geen zege werd behaald.

Maar waarom zou ik haar verloren liefde bezingen,

Wanneer jij mijn ziel beklaagt en mij al het jouwe biedt,

En niet enkel vreest voor toekomstig verdriet

Van heiligen of engelen, goddelijke dingen.

Maar toch ben je bang in je tedere ijver

Dat de wereld, het vlees, ja de duivel je verdrijven.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XVII


HOLY SONNET XVIII - Vertaling door Frank Despriet

(Show me deare Christ, thy Spouse, so bright and clear).

Toon me lieve Christus, je Bruid, zo schitterend en klaar.

Wat! Is zij het, die daar aan de overkant

Rijk geschilderd gaat? Of die hier en in Duitsland

Verscheurd werd door klagend doodsgevaar?

Slaapt ze er duizend om op te duiken voor één jaar?

Is ze waarheid zelf en leugens? Nu nieuw, nu verpand?

Is het zo, en was het zo, en zal ze naderhand

Verschijnen op geen, op zeven, of op gindse heuvel daar?

Vertoeft ze bij ons, of moeten we eerst als een dief

Op strooptocht gaan of ’s nachts de kust verkennen?

Laat ons, liefhebbende echtgenoot, je bruid verwennen,

En laat mijn verliefde ziel flirten met je zachte lief,

Die altijd trouw is en je nooit of nimmer verlaat,

Terwijl ze toch bemint en voor allen openstaat.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XVIII


HOLY SONNET XIX - Vertaling door Frank Despriet

(Oh, to vex me, contraryes meet in one:)

Oh, om mij te kwellen, komen tegenstellingen samen:

Wispelturigheid kwam uiteindelijk neer

Op een blijvende gewoonte; ik zweer

Als het niet past, en roep heilige namen.

Net als verklikkers die plannen beramen

Is mijn berouw oprecht, mijn liefde en mijn eer

Zijn even onvoorspelbaar als het wisselende weer,

Ik heb een warrige geest, nu vloek ik, dan zeg ik amen.

Ik durfde gisteren niet naar de hemel zien, en vandaag

Flirt ik met God in vleiende praatjes en gebed,

Morgen beef ik met ware vrees voor zijn wet.

Zo komt en gaat constant mijn vrome vlaag

Als een fantastische koorts, behalve dat dit

Mijn beste dagen zijn, wanneer ik angstig bid.


>originele Engelse tekst van Holy Sonnet XIX


LOVERS' INFINITENESS - Vertaling door Guido Vanhercke

(If yet I have not all thy love)

Liefdes Oneindigheid

Heb ik niet al je liefde nu, mijn

Lief, ik zal ze nooit al hebben.

Geen zucht wil nog proberen

Geen traan nog wil toch vallen.

En al mijn rijkdommen die je moesten stelen,

Zuchten, tranen, eden, brieven opgebruikt.

Toch kan ik niets méér vragen

Dan wat als koopje was bedoeld.

Zo is je liefde één in stukken,

En krijg ik een stuk en anderen de rest,

Zo, lief, heb ik je nooit helemaal.

En gaf je me toch dat al, dan

Was het slechts het al van toen je gaf.

Maar in je hart daar groeit alweer

Nieuw gezaaide liefde, door andere mannen

Wier rijkdom groter is dan die van mij

Groter hun zuchten, eden en hun brieven.

En nieuwe angsten dan om nieuwe liefde

Want al beloofde jij mij die liefde niet,

Gegeven is totaal en anders niet.

En omdat je hart waarop ze groeit

Van mij is, lief, moet ik ze helemaal hebben.

En dan nog krijg ik haar niet helemaal,

Hij die alles heeft, kan niets méér hebben.

Toch verwacht mijn liefde elke dag weer nieuwe groei,

moet jij mij elke dag opnieuw belonen.

Kan je je hart wel elke keer zo geven?

Maar niet geven betekent nooit gegeven.

Zo erg is liefde raadsel, dat je hart,

Hoewel het weggaat, toch thuisblijft,

En wint als je het verliest.

Maar laten we het vrijer doen:

We ruilen harten en voegen ze bijeen, en

Zo zijn we nu een, en toch elkanders alles


->originele Engelse tekst van Lovers' Infiniteness


LOVERS' INFINITENESS - Vertaling door Arie van der Krogt

(If yet I have not all thy love)

ONEINDIGE LIEFDE

Al heb ik al jouw liefde niet,

Ik krijg die toch nooit helemaal;

Alleen een eerste zucht beroert me, lief,

Mijn tranen rollen nooit een tweede maal;

En al mijn schatten waar ik jou mee won,

Mijn zuchten, tranen, eden, elke brief,

Voor alles wat ik jou ooit zond,

Gold slechts een koopmanschapmotief.

Wordt van jouw liefdesgift iets afgehaald

En wordt dat deel aan anderen betaalt,

Dan krijg ik jou nooit helemaal.

Ook als je mij ooit alles schonk,

Was alles, alles wat je had;

Maar als er nieuwe liefde is of komt

Van andere mannen, dan vult dat jouw hart,

Dan gaan hun zuchten en hun tranenzang,

Hun eden en hun brieven mij te boven,

Die nieuwe liefde maakt mij bang,

Want dat is niet wat jij beloofde.

Toch was het zo, jouw gift ooit was totaal;

Wat ik van jouw grond, jouw hart, binnenhaal,

Die oogst, lief, krijg ik helemaal.

Maar toch krijg ik nooit alles, want

Vervuld is hij die alles heeft;

En er moet ruimte zijn, omdat jouw land

Van liefde daaglijks nieuwe vruchten geeft;

Toch geef jij elke dag jouw hart niet weg,

Ook niet, als jij dat kon, want het geheim

Van liefde is, dat loslaten juist hecht,

Dat ook verloren liefde winst kan zijn.

Ons hart is vrij, en niet een kapitaal

Dat wordt verkocht, niet eenmaal, andermaal,

Nee, één en samen, helemaal.


LOVERS' INFINITENESS - Vertaling door Willem van der Vegt

(If yet I have not all thy love)

Oneindig lief

Heb ik jouw liefde maar ten dele,

dan krijg ik, lief, die nooit compleet.

Mijn adem stokt en niets kan me meer schelen,

als ik zelfs hoe ik huilen moet vergeet.

Mijn schatten, die jou voor me moesten winnen,

zuchten en tranen, brieven vol gevoel,

ik kan er dan niets mee beginnen.

Zo was mijn inzet niet bedoeld.

Als jij je liefde eerst in stukken sneed,

mij gaf, wat je ook aan een ander deed,

dan krijg ik, lief, jou nooit compleet.

Gaf jij je mij, geheel en al,

dan was "al" slechts wat jij toen had.

Maar staat je hart ooit open, stel er zal

weer liefde groeien, wekt een ander dat,

die alles gaaf kan bieden, en met tranen

en zuchten, brieven, mij zo overtreft,

brengt nieuwe liefde nieuwe zorgen aan, al

had jij daarop nooit "ja" gezegd.

Al strooide jij je gaven overal,

ik heb jouw hart. Wat daar ook groeien zal,

hoort, lief, aan mij, geheel en al.

Toch krijg ik het zo niet compleet.

Bij alles kan er niets meer bij.

Omdat mijn lief elke dag ruimte heeft

voor groei, moet er steeds iets te bieden zijn.

Dag in dag uit je hart geven, dat gaat niet.

Geef je het niet, dan was het nooit gegeven.

Nu het geheim: Als je je hart mij aanbiedt,

dan blijft het thuis, verlies tot winst verheven.

De oplossing voor ons is radicaal.

Geen ruil, maar delen, één worden, totaal.

Elkaar tot alles, helemaal.


SATIRE III - Vertaling door C. W. Schoneveld

(Kind pity chokes my spleen; brave scorn forbids)

Satire III (ca. 1620)

Dit hekeldicht door John Donne is geënt op de Latijnse satirische traditie van Horatius en Juvenalis. Maar Donne en zijn volgelingen achtten een ruigere en minder gepolijste stijl dan in zijn voorbeelden beter geschikt voor het uitdrukken van verontwaardiging en kritiek. Via deze weg spoort Donne zichzelf en de lezer aan een eigen bewust overwogen keuze te maken op het gebied van de godsdienst; zulks in een tijd waarin er hevige controversies woedden op dit gebied.

Donne zelf groeide op in een Katholiek milieu maar ontwikkelde zich in de loop van de tijd tot een prediker in de Anglicaanse Kerk. Tegen het eind van het gedicht keert hij zich vooral tegen het idee van het “goddelijk recht” van de vorst, en tegen de tirannie, al distantieerde hij zich eerder (rgl 17-20, 28) van Holland’s euvele “moed” in dit opzicht. De relatie tussen dichtkunst en hofleven, zichtbaar in alle drie de hierboven gekozen gedichten, is hier dan ook niet langer maatgevend, in tegendeel zelfs. De vorm is die van 10-lettergrepige regels met gepaard rijm, maar de zinsconstructies trekken zich hier vaak weinig van aan, soms de gesproken taal benaderend, en ritmische onvolkomenheden en zeer compacte formuleringen vertonend. Ook wordt het betoog vaak geïllustreerd met vergezochte beeldspraak (Donne’s handelsmerk), b.v. religieuze richtingen als beminde vrouwen van allerlei soort, een vergelijking die als een rode draad door het hele gedicht loopt.

C.W.S.

Meelij stopt mijn gal, ferme hoon verhoedt

Dat ’t zwellend oog zich van zijn traan ontdoet;

Lach, schuldbesef, noch wijsheid zijn mijn deel;

Maakt spotten dan mijn oude zeer weer heel?

Is niet ons lief, de schone Religie,

Even zeer heel onze ziels devotie

Waard, als in de eerste blinde eeuw de Deugd?

Wordt lust niet zo gedempt door hemelvreugd

Als door aardse eer? Ah, is ’t zo dat zij

Met minder hulp, in ’t eind meer zijn dan wij?

En zal je vaders geest daar ’n blinde wijsgeer zien

Wiens strikt gedrag geldt als geloof, misschien?

En van hem horen, schoon hij jou ’n weg wees

Die zo begaanbaar leek, zijn grote vrees

Dat je verdoemd bent? Ducht dit, als je ’t waagt!

Het is een vrees die^om moed en daadkracht vraagt.

Steun je Hollands opstand? Met als lijkkist

’n Houten schip, ten prooi aan stuurmanstwist,

Aan stormgeraas, aan honger, of ’t kanon?

Waag je een duik in zee, spelonk of bron?

Ontvlamt je moed voor dooiwerk aan het ijs

Ver bij de Noordpool, op ontdekkingreis?

Of word je kikkerkoel, bij schroeigevaar

In ovens, brandstapels, of de evenaar

Die ’t lijf verdampt, als dreef ’t in een retort?

Lijd je graag voor baat? Wie ’t aan eerbied schort

Voor je “hemelse” vriendin wacht die het zwaard,

Of taal vol gif? Oh, moed, geen strohalm waard!

Lafaard der wanhoop, ben je dus zo koen

Werk voor Vijanden van jou^en Hem te doen,

Zijn perk mijdend, voor strijd zonder fatsoen,

Wiens schildwacht je was in ’t aards garnizoen?

Vijand één: de duivel; je bent bereid

Hem te vleien; voor liefde niet, maar nijd

Verkwist hij aan jou gretig heel zijn staat.

En, daar elk aards deel verwelkt en vergaat,

Is de aarde zelf je Vijand nummer twee,

Want, hoe vervallen ook, je dweept ermee,

Verliefd ben je op die afgeleefde hoer.

Drie: vlees (zelf dood), fijn middel, smaakvol voer,

Staat je aan, maar je ziel, die ’t vlees krachten gaf

Voor ’t smaken van de vreugd, die val je af.

Zoek ware godsdienst. Maar o, waar dan? Pieter

Denkend dat ze ’t huis is uitgezet, ziet ’er

Hier niet, en zoekt in Rome omdat hij las

Dat zij daar duizend jaar geleden was;

Hij mint haar lompen, zoâls wij hangen aan

’s Konings machtsmantel gister afgedaan.

Johannes gruwt van zulk trouw liefdeswerk;

Hij houdt alleen maar van Genèves Kerk,

En zij is jong, gewoon, mismoedig, dom,

Minachtend, toch onknap; zoals alom

Het oordeel onder geil geaarden geldt

Dat slechts een boerenmeid als smakelijk telt.

Erastus gaat nooit eens van huis, en daar

Een preker hier, een vuige huichelaar

Of nieuwlichter ginds, verdedigen

Dat slechts die vrouw hem kan bevredigen

Die hier woont, wordt dus zij voor hem besteld

Door zijn peetvaders, want voor hem geldt

Dat als pupil hij die vrouw nemen zal,

Of boet. Wantrouwig hekelt Thomas al

Die lieden, want elk sluit de ander uit.

Wie velen hoer weet, waagt zich aan geen bruid.

Hugo vindt allen één, en zoâls hij weet

Dat elke vrouw per land zich anders kleedt,

Zo kent hij hen toch steeds als één van soort,

Zo kleedt, zo kent zich Godsdienst ook; en voort-

Brengt deze blindheid te veel licht; het gaat

Er dwingend om dat je er slechts één toelaat,

En zij de juiste; vraag je vader wie,

Hij de zijne; waar en vals zijn twee, die

Als druppels zijn, maar waarheid is toch één;

Zoek haar met vlijt; geloof van mij alleen

Dat niet de slechtste is, wie ’t beste zoekt.

Wie protesteert, een beeld eert of vervloekt,

Kan slecht zijn; twijfel wijs; een vreemd geluid:

Recht op navorsing staan, sluit dwaling uit,

Slapen of fout gaan is verkeerd. Op ’n berg

Ruw en steil staat de Waarheid; hij die erg

Graag haar kent, moet rondom en rondom gaan,

Om steile abrupte weerstand te verslaan.

Maar breng je ziel, voordat doodsschemer wacht,

Tot rust, want werken kan niet in de nacht.

Willen houdt uitstel in, handel dus thans;

Zwaar werk sterkt ’t lijf, maar ook ’t verstand is mans

Genoeg voor ’n zwaar karwei, en ’n wonderwerk

Springt zeer in ’t oog, al verblindt ’t nog zo sterk.

Bewaar de waarheid die je vond; ’t gaat zo ver niet

Dat God de vorst volmacht tot doden biedt

Al wie hij haat. Benoemd is hij niet tot

Vicaris, maar scherprechter van het lot.

Stakker, gedoog je dat je ziel zich hecht

Aan mensenwet, die haar heus niet berecht

Bij ’t Laatste Oordeel? Ach, helpt zeggen dus

Dat Philips, Maarten of Gregorius,

Of Hendrik dit jou onderwezen had?

Is ’t meer niet dan excuus voor loos debat,

Gelijk opgaand, met elk zijn winnaars wens?

Macht billijken vergt kennis van haar grens;

Te ver gaan schaadt haar naam en aard; daarbij

Wordt onderdanigheid afgoderij.

Macht is als ’n wilde stroom; een bloem, die groeit

In kalmte aan zijn bron, gedijt en bloeit,

Maar heeft zij eens haar wortels losgerukt,

Dan, snel in stroom door ’t molenrad gedrukt

En tiranniek langs bos en rotsen wordt,

Al bijna weggerot, ze in zee gestort.

Zo^ook sterft de ziel, die kiest voor valse macht

Van God geëist, en op Gods trouw niet wacht.

Uit: Klankrijk en vol furie, 27 Verhalende en beschouwende Engelse gedichten uit de 16e-19e eeuw,

Gekozen, vertaald en toegelicht door Cornelis W. Schoneveld, Geïllustreerd, nieuwe nu tweetalige uitgave,

1001 gedichten.nl, 2012, pp. 42-49. ISBN 9789461934789.

->originele Engelse tekst van Satire III


SONG: Go and catch a falling star - Vertaling door Guido Vanhercke

Lied: Ga en grijp een ster die valt

Ga ja, grijp een ster die valt

Neem kinderhand voor toverkruid

Zeg mij wie de vele jaren haalde

Verklap wie kloof de duivelspoot

Leer mij zeemeermingezangen

Verweer mij tegen afgunstklachten

En vind

Die wind

Die eerlijkheid doet verwachten.

Zijn vreemde zichten je gegeven

Onzichtbaarheden die jij ziet

Rij duizend dagen, duizend nachten

Word grijs en oud, en kom je weer

Leer mij dan al die wonderen, al die tooi

Maar zeg

Met klem

Geen vrouw is eerlijkheid, geen is mooi.

En vind je haar, zeg het mij toch

Geen zoeter zoektocht toch dan deze,

Nee, zeg mij niets, gaan zal ik niet

Al is ze maar één deur van mij verwijderd

Al was ze trouw toen jij haar vond

Al bleef ze trouw bij elke brief

Nog voor

Ik kom

Steelt ze weer harten als een dief.


->originele Engelse tekst van Go and catch a falling star


SONG: Go and catch a falling star - Vertaling door Arie van der Krogt

Lied: Ga en vang een ster

Ga en vang een ster en laat dan

Een aluintak kinderen baren;

Wie doorklieft de hoef van Satan,

Zeg me, waar blijven de jaren.

Laat de zeemeerminnen zingen,

Laat geen afgunst ín mij dringen,

En leer

Mij weer

Opgaan in een geest van eer.

Heb je helderziende krachten,

Neem je wat ons vreemd is waar?

Rijd tienduizend dagen, nachten

Tot de tijd sneeuwt in je haar;

Als je ooit terug zult keren,

Met verhalen, zul je zweren:

Nooit zou

Een vrouw

Eerlijk kunnen zijn en trouw.

Vind je haar ooit, zeg het mij,

t Zou een zoete zoektocht wezen,

Nee, zeg niets, want ook als zij

Van hiernaast is, ik zou niet gaan

Al wás ze trouw, toen jij haar vond,

En ook toen zij die liefdesbrief zond

Dan nóg

Komt toch,

Vóór ik haar tref, haar bedrog.


SONG: Sweetest love, I do not go - Vertaling door Guido Vanhercke

Lied: Liefste lief, dat ik nu ga

Lied: Liefste lief, dat ik nu ga

Is niet omdat je me verveelt

Niet dat ik in deze wereld

Een beter beeld van liefde zoek,

Maar dat ik toch ooit

Dood moet gaan en dus

Mezelf als oefening wil plagen

Te leren sterven aan vergeefse liefde.

Gisteravond zonk weer de zon

Vandaag schijnt ze opnieuw

Zonder verlangen of gevoel

En kort is haar baan:

Dus vrees mij niet

Maar geloof dat ik

Nog vlugger reis, met meer

Vleugels en sporen dan zij kon.

Hoe zwak is mensenkracht

Als geluk het op wil geven

Geen uur wordt toegevoegd

Geen uur, verloren, weergebracht.

Maar komt de tegenslag,

Wij voegen geluk en ongeluk bijeen

Leren hen kunst en duur

Tot beider kracht.

Als jij zucht, het is geen wind die zucht,

Jij zucht mijn ziel uiteen.

Als jij weent, hardvochtig wezen,

Verstilt het merg van mijn leven.

Hoe kan het dat

Jij mij lief hebt, zo zeg je toch,

En mijn leven vergooit met het jouwe,

Jij bent het beste dat ik heb.

Laat je goddelijk hart

Mij van niets kwaads verdenken.

En zoekt het lot je, wil het

Je angsten uit doen komen,

Denk dan dat wij

Zij aan zij te slapen liggen.

Die elkaar het leven geven,

Worden nooit gescheiden.


->originele Engelse tekst van Song: Sweetest Love, I do not go


SONNET: THE TOKEN - Vertaling door Willem van der Vegt

(SEND me some tokens, that my hope may live)

Het teken

Stuur me toch tekens, dat mijn hoop mag leven,

dat mijn onrustig denken slaap vindt, rust,

Stuur honing, om mijn korf iets zoets te geven,

ik hoop het best, mijn passie me bewust.

Ik vraag geen lint, gebreid met eigen handen,

liefde en jeugd een wonderlijk verbond,

ik vraag geen ring, die toont wat ons ‘t verband is

van de genegenheid, zo vlak en rond,

zo raken onze liefdes zich in eenvoud,

ik vraag je niet om de koralen streng,

waarmee je congruent alles bijeen houdt,

en zo onze gedachten samen brengt,

niet om je afbeelding, zo vol genade,

het meest gevraagd, want uiteraard het best,

niet om geestige regels, overladen

is wat jij schrijft daarmee, aan mijn adres.

Stuur me dit niet, dat niet. Genoeg. Maar zweer

dat je weet dat ik van je houd. Niets meer.


->originele Engelse tekst van The Token


THE SUN RISING - Vertaling door Arie van der Krogt

(BUSY old fool, unruly Sun)

Zonsopgang

Jij, dwaze zon, seniele man,

Wat doe je hier!

Kom jij mij wakker maken door een kier?

Bepaalt jouw ritme of ik minnen kan?

Pedante frik, bewaar je praat

Voor schoolknapen en winkelstand;

Zeg ‘t stalvolk dat de koning jagen gaat,

Roep maaimieren te oogsten op het land;

Liefde wordt niet door een seizoen gekleurd,

Waar uur, dag, maand de tijd aan flarden scheurt.

Dat jouw gestraal zo heilig is,

Wie zegt dat nou?

Eén kleine wenk en ik verduister ik jou,

Was het niet dat ik dan mijn liefste mis.

Verblindde zij niet eerder jou?

Kijk goed en zeg dan morgen mij

Of de twee Indiën van kruid en goud

Zijn waar ze waren, of hier aan mijn zij.

De vorsten die je gisteren daar zag:

Zijn beiden hier in één bed saamgebracht.

Elk rijk is zij, ik ben het die

Daar straks regeert;

Die vorsten doen ons na, hun trotse eer

Is namaak en hun weelde alchemie.

Zon, jij kan delen in ons licht,

Daar wij de hele wereld zijn;

Want lichter is, op jouw leeftijd, de plicht

Die te verwarmen, als je ons beschijnt.

Schijn hier op ons, dan straal je overal,

Ons bed als centrum, rond ons het heelal.


->originele Engelse tekst van The Sun Rising


THE SUN RISING - Vertaling door Arie Sonneveld

(BUSY old fool, unruly Sun)

De zon komt op

Nijvere ouwe dwaas, ongezeglijke zon,

Wat win je hiermee?

Ben je content met je gordijngezeefde, matineuze entree?

Dacht je dat jouw ommegang de liefdestijd bestieren kon?

Brutale pedante vlerk, ga ze een beetje plagen,

De spijbelaars, de zeurende gezellen,

Meld hondendrijvers dat de koning wil gaan jagen,

Zeg luie varkentjes hun taken niet nog langer uit te stellen,

Liefde, welke ook, kent geen klimaat, seizoen, respijt,

Geen uren, dagen, maanden, al die lorren van de tijd.

Jouw stralen, vol eerbied en kracht –

Zou ‘t echt zo zijn?

Ik kan ze in een oogwenk verduisteren en je verdwijnt,

Maar ik doe het niet, omdat ik naar haar aanblik smacht;

En als jouw ogen naast de hare durven stralen,

Zie toe, en vertel dan morgen eens aan mij,

Of beide Indiën, hun kruiden en metalen,

Zijn waar je ze achterliet, of hier liggen naast mij.

En als je naar die koningen vraagt – je zag ze zonet –

Dan krijg je ten antwoord: hier zijn ze, hier in dit bed.

Zij is alle staten, alle vorsten ben ik, zie

Daarbuiten is niets.

En vorsten doen ons slechts na; in dit licht bezien

Is alle hulde imitatie, alle weelde alchemie.

En Zon, sinds de wereld zo is geslonken,

Verdien je wel een beetje erbarmen.

Ouderdom vergt rust, en sinds jou als taak is geschonken

De wereld te warmen, dien je dus ons te verwarmen.

Schijn hier voor ons, en het heelal is waar je bent;

Dit bed is jouw centrum, dit vertrek jouw firmament.


THE TRIPLE FOOL - Vertaling door Guido Vanhercke

(I am two fools, I know)

Driedubbel zot

Dubbelzot ben ik, ik weet het,

Dat ik liefheb, en daarover janken moet

In poëzie.

Maar wie van wijsheid wordt niet als ik

Als zij koppig weigeren blijft?

Zoals aardes nauwe kromme aderen

Het scherpe zout van zee weer lozen,

Zo, dacht ik, kon mijn pijn, gevangen

In plagerij van rijm, weer tot bedaren komen.

Smart die je kunt tellen, is niet zo scherp,

Wie ze telt in verzen, heeft haar getemd.

Dat is wat ik toen deed, maar iemand,

Als om zijn kunst en stem te tooien,

Vindt nu en zingt mijn pijn

En, tot verrukking van zovelen, laat weer

De smart los die toch was gekooid.

Van liefde en droefheid zijn de verzen zangers,

Al zijn ze anders dan waarmee lezen ons bekoort,

Toch worden beide groter als men ze hoort,

Twee keer een overwinning die zich toont.

En ik, dubbelzotte ik, zo word ik drie keer zot.

De beste zotten zijn de kleinste wijzen.


->originele Engelse tekst van The Triple Fool


A VALEDICTION FORBIDDING MOURNING - Vertaling door Willem van der Vegt

(AS virtuous men pass mildly away,)

Een afscheidsrede die rouwen verbiedt

Gaan goede mensen, die hun ziel

toefluisteren te gaan, zacht heen,

dan zeggen vrienden vol verdriet

“Zijn adem stopt.” Of men zegt: “Nee.”

Dan smelten we, spreken niet meer,

geen tranenvloed, zucht vol geweld,

’t Doet aan de vreugde af, wanneer

ervan aan leken wordt verteld.

Als aarde beeft komt schade, vrees,

men zoekt naar een betekenis.

Maar als de hemel zich beweegt

weet men dat dat onschuldig is.

Liefde, saai in het ondermaanse,

zal, ziel als zin, afwezigheid

ontkennen, immers de gedaante

ervan raakt door dat weg zijn kwijt.

Wij die door liefde, zo verfijnd

dat we niet weten hoe dat kan,

vast van elkaar verzekerd zijn,

missen minder oog, lip of hand.

Onze twee zielen, één zijn zij.

Als ik ga, ondergaan ze niet

een breuk, ze worden uitgebreid,

zoals je dat met bladgoud ziet.

Want als ze twee zijn, zij die twee

de tweelingbenen van een passer.

Jouw ziel, het vaste deel, beweegt

mee met de ander, zit zelf vaster.

Het zit vast als het middelpunt,

en zwerft de ander soms ver weg,

dan volgt het, leunend, kantelend,

maar komt hij thuis, dan staat het recht.

Zo moet jij zijn voor mij. Ik moet

als ander been vaak schuin marcheren.

Jouw vast staan maakt mijn cirkel goed,

laat me bij het begin weerkeren.


->originele Engelse tekst van A Valediction Forbidding Mourning


WOMEN'S CONSTANCY - Vertaling door Guido Vanhercke

(Now thou hast loved me one whole day)

Vrouwelijke standvastigheid

Eén lange dag heb je me liefgehad.

Wat zal je zeggen, morgen, als je gaat?

Zal je je jongste eed toch ouder maken?

Of beweren

Dat we anders zijn dan toen je me zag?

Of dat liefdesadoratie, liefdestoorn

Een mensenmond zo makkelijk doen zweren?

Of zo waar als dood elk huwelijk ontbindt

Ook liefdesbanden, als een beeld daarvan,

Slechts duren tot de slaap, die kleine dood, hen vindt?

Of verwikkeld in rechtvaardiging

Van leugen en verandering, kan jij

Alleen nog leugen zien die waarheid is?

Schimmenjaagster, als ik wou, bond ik de strijd

Aan tegen jou, en ik zou van de schimmen winnen.

Maar ik doe het niet

Want morgen, misschien, ben ik je ook ontrouw.


->originele Engelse tekst van Woman's Constancy