Sermons
Het zijn vooral Donnes "sermons", zijn preken, die hem hebben gemaakt tot een van de grootste meesters van het Engelse proza. In zijn tijd was John Donne zo bafaamd om zijn preken dat mensen van allerlei komaf en uit alle lagen van de bevolking naar hem kwamen luisteren. In zijn sermoenen etaleert Donne zijn grote eruditie, zijn kennis van de Schrift, de kerkvaders, de rooms-protestantse geschilpunten, maar ook van de wetten, de geneeskunde en de wetenschap van zijn tijd. Zijn toehoorders bracht hij in vervoering met de kracht van zijn geest en zijn verbeelding, en de passie waarmee hij sprak is nog steeds terug te vinden in de gedrukte sermoenen.
In tegenstelling tot veel andere prekers van de anglicaanse kerk, die voor de vuist, "extempore" spraken, bereidde Donne zijn preken zorgvuldig voor. Gods woord moest gebracht worden in een stijl die recht deed aan de stem die uit de Schrift sprak:
"So the Holy Ghost hath spoken in those Instruments, whom He chose for the penning of the Scriptures, and so he would in those whom he sends for the preaching thereof: he would put in them a care of delivering Gods messages, with consideration, with meditation, with preparation; and not barbarously, not suddenly, not occasionally, not extemporarily, which might derogate from the dignity of so great a service."
- XXVI Sermons, preached at Whitehall, 12 Feb 1618
Hij las zijn preken niet voor, maar maakte uitgebreide notities. Wanneer hem dan later door vrienden en bewonderaars werd gevraagd om een sermoen uit te schrijven, moest hij zich op zijn geheugen en notities verlaten om de tekst te reconstrueren.
Volgens zijn biograaf, Walton, sprak hij minstens een keer per week, zodat hij meteen na afloop van een sermoen begon aan een nieuwe tekst. Donnes geheugen was uitstekend, zodat hij in korte tijd zijn tekst kon memoriseren.
Donnes faam als predikant en kanselredenaar was groot, maar hij was niet zo populair bij extreme puriteinen die hun afkeuring soms ook in de kerk lieten blijken.