eennietzogoudeneeuw
Een niet zo gouden eeuw
Oorlog op het platteland
Bij de belastingontvanger
Volksspelen: ganstrekken
Van 1648 tot 1795: een vergeten periode
In de geschiedenisboekjes wordt de 17de eeuw eeuw beschreven als 'de gouden eeuw', waarin handel en nijverheid bloeiden en zorgden voor grote welvaart. Daarbij wordt vergeten dat dit eigenlijk alleen maar gold voor het stedelijke Holland en helemaal niet voor Noord-Brabant.
De periode 1648 tot 1795 is eigenlijk een “vergeten” periode in de geschiedenis van Noord-Brabant. Veel mensen weten wel het een en ander over de roemrijke tijd van het hertogdom Brabant in de middeleeuwen – denk aan hertog Jan – en ook nog over de 19de en 20ste eeuw, maar weinig over de tijd er tussen. De anderhalve eeuw tussen 1648 en 1795 wordt nog vaak gezien als een duistere tijd, de periode dat “wij” onder de knoet van de protestanten zaten, generaliteitsland waren en uitgebuit werden.
Deze opvatting is inmiddels achterhaald. Tegenwoordig denken we toch wel enigszins genuanceerder over Brabant in de 17de en 18de eeuw. Niet dat het allemaal rozengeur en maneschijn was: er wás veel armoede, er bestónd veel onveiligheid, er waren oorlogen en brandschattingen waren aan de orde van de dag. Maar aan de andere kant, het is wel het tijdperk geweest, waarin onze provincie vorm gekregen heeft, waarin de kiem is gelegd voor het moderne Noord-Brabant.
Toen Noord-Brabant in 1648 definitief een deel werd van Noord-Nederland werden de katholieke inwoners van Brabant geconfronteerd met de calvinistisch protestantse cultuur van het noorden. Dit ging niet zonder problemen, maar geleidelijk aan leerden, misschien uit de nood geboren, beide partijen elkaar steeds beter kennen en groeiden zo langzaam naar elkaar toe (= accommodatie), totdat, in de tijd van de Bataafse revolutie na 1795 Noord-Brabant gelijkwaardig werd en zich begon te emanciperen. Dit emancipatie proces was in 1813 nog niet voltooid, maar wel goed op gang gekomen.
In deze lezing vertel ik deze geschiedenis aan de hand van talloze afbeeldingen, gezien vanuit het perspectief van de regio Zuidoost Noord-Brabant, het oude Kempen- en Peelland. Bovendien benader ik het verhaal zoveel mogelijk vanuit de mensen die hier woonden en werkten. Hoe zagen en beleefden zíj hun wereld en hun tijd?