deongeletterdeboer

De ongeletterde boer

Schrijfoefening van een leerling






De geteisterde schoolmeester. Schilderij van Jan Steen





Een straffende schoolmeester en een schrijvende leerling uit de 17de eeuw. Schilderij van Jan Steen.

Volksonderwijs in de 16de en 17de eeuw

In de bestaande literatuur over het onderwijs op het platteland van het oostelijk Noord-Brabant in de 17de en 18de eeuw komen de schoolmeesters van die tijd er in het algemeen niet zo best van af. Zij zouden volgens velen onbekwaam zijn en slecht onderwijs geven, regelmatig dronken voor de klas staan en bovendien, omdat zij protestant waren, door de dorpsgemeenschap worden gemeden.

Inderdaad wijzen objectieve onderzoeken uit dat in de eerste helft van de 19 eeuw de Brabantse boerenbevolking het hoogste aantal analfabeten telde van heel Nederland: ca. 50% van de mannen en ca. 65% van de vrouwen konden toen hun naam niet schrijven. Dit percentage zal in de 17de en 18de eeuw niet veel beter zijn geweest.

De vraag is echter of deze achterstand in ontwikkelingspeil van de Brabantse bevolking te wijten is geweest aan het slechte onderwijs en de onbekwame schoolmeesters of aan mogelijke andere factoren.

Om deze vraag te beantwoorden zal de inleider allereerst nagaan of het gangbare beeld over de schoolmeester wel klopt met de historische werkelijkheid. Waren de toenmalige schoolmeesters wel zo onbekwaam en hoe waren de resultaten van hun inspanningen? Waren die trouwens wel zo slecht?

Hierbij zal aan de orde komen wat de schoolmeester in die tijd deed in de klas, hoe het onderwijssysteem in elkaar zat en wat de kinderen eigenlijk leerden of geacht werden te leren en hoe de leerstof werd bijgebracht.

Tenslotte wordt aandacht besteed aan de vraag wat de mensen zelf verwachtten van het onderwijs en hoe de onderwijsgevenden daar toen aan tegemoet kwamen.

Daarbij worden enkele verrassende conclusies getrokken die een nieuw licht zullen werpen op de veronderstelde “achterlijkheid” van de Brabander en die bovendien van belang kunnen zijn voor het beoordelen van de situatie in het onderwijs van vandaag.

De lezing wordt geïllustreerd met een groot aantal dia’s, die samen een goed beeld geven van het onderwijs, de manier waarop en de omstandigheden waaronder lesgegeven werd.