degelukkigeklas

De gelukkige klas

Leesplankje van Hoogeveen

Schoolklas, begin 20ste eeuw, op een broederschool

Schoolplaat: Jezus onderricht de schriftgeleerden in de tempel

De Engelbewaarder, het succesvolle jeugdblad van het RK Jongensweeshuis in Tilburg

Onderwijs in de eerste helft van de 20ste eeuw

Van 19 oktober tot medio november 2007 werd voor de tweede keer in Nederland de actie `Nederland Leest` gehouden. Een maand lang kregen de leden van de openbare bibliotheken het boek 'De gelukkige klas' van Theo Thijssen cadeau. De hoofdpersoon, meester Staal (Theo Thijssen zelf) beschrijft hierin de belevenissen van hemzelf en de kinderen van zijn klas. De relatie tussen de onderwijzer en zijn leerlingen staat centraal. Staal bekijkt zijn leerlingen met een liefdevol oog en een warm hart. Hij ziet hun persoonlijke zwaktes en talenten en kent hun achtergrond, die doorgaans niet zo florissant is.

De Amsterdammer Theo Thijssen (1879-1943) begon zijn carrière als onderwijzer in 1898. Hij werkte tot 1933 in het onderwijs, werd daarna 2de kamerlid voor de 'rode' SDAP. In zijn tijd vonden grote veranderingen plaats in het onderwijs. Er kwamen nieuwe pedagogische ideeën, meer kindgericht en minder theoretisch dan in de 19de eeuw. Tegelijkertijd gingen er na de invoering van de leerplicht (1900) méér kinderen, ook uit de laagste volksklasse, naar school. Omdat de ouders van die kinderen dat niet betalen konden, werden, vooral in de grote steden, armenscholen opgericht. Daar was het onderwijsgratis. De bekendste voorvechter van deze onderwijsvernieuwing was Jan Ligthart (1859-1916), schoolhoofd in de Schilderswijk te Den Haag. Ook Theo Thijssen behoorde, hoewel hij op een aantal punten met Ligthart van mening verschilde, tot de onderwijsvernieuwers.

Theo Thijssen was als socialist een voorstander van openbaar onderwijs. Hij zal met lede ogen hebben aangezien dat in zijn tijd, vooral na 1920, overal in Nederland juist het bijzondere onderwijs veld won. Dat betekende dat in protestantse streken protestantse scholen ('scholen met de bijbel'), in katholiekestreken katholieke scholen werden opgericht. In Noord-Brabant werden bijna overal de bestaande openbare scholen veranderd in katholieke. Waar dat niet gebeurde, kwam naast de openbare school een nieuwe katholieke jongensschool, want in de meeste plaatsen was al eerder een katholieke meisjesschool gekomen onder leiding van religieuzen (meestal zusters van Liefde). De openbare school was altijd gemengd geweest en bleef dat in de regel.

De lezing 'De gelukkige klas' gaat, met de opvattingen van Theo Thijssen als rode draad, over het onderwijs in de eerste helft van de 20ste eeuw. Er zal hierbij ook een relatie gelegd worden met enkele algemene maatschappelijke ontwikkelingen uit die tijd zoals de industrialisering, het probleem van de kinderarbeid, de armoede, het opkomend socialisme.

In de tweede helft van de lezing wordt nader ingegaan op de omzettingen van de openbare scholen in Noord-Brabant in katholieke jongens- en een meisjesscholen. Hierbij komt ook de rol van de geestelijkheid en de lokale overheid ter sprake. Tot slot wordt aandacht besteed aan de katholieke pedagogiek, die met name tot uitdrukking kwam in de uitgaven van het RK Jongensweeshuis van de fraters van Tilburg (later uitgeverij Zwijsen) en in de pedagogische opvattingen van frater Sigebertus Rombouts. Tevens zal even worden stilgestaan bij de betekenis van de religieuze onderwijscongregaties, met name de fraters van Tilburg, de broeders van Maastricht en de zusters van Liefde, voor het emancipatieproces van de Noord-Brabantse katholieken.