jongens en meisjes

Scienceguide, 20 juni 2012 - Jongens kunnen wel degelijk beter presteren op school. De aanpak daarvan moet dan wel doordacht en omvattend zijn, zo laat UvA-onderzoek zien. Scholen waar hun schoolloopbanen echt beter gaan door minder zittenblijvers, uitval en ‘afstroom’ blijken een pragmatische benadering te kiezen, zonder specifieke aandacht voor sekseverschillen.

Het gaat niet goed met de jongens in het onderwijs, in ons landmarkant, maar ook elders. Maar niet gewanhoopt, laten Amsterdamse onderzoekers zien. Pedagogisch-didactische aanpakken gericht op verhoging van schoolse motivatie en het aansluiten bij en verbeteren van meta-cognitieve vaardigheden lijken schoolloopbanen van jongens succesvoller te laten verlopen.

Dit blijkt uit onderzoek dat het Kohnstamm Instituut - in opdracht van het ministerie van OCW - uitvoerde in samenwerking met de afdeling Pedagogiek en Onderwijskunde van de UvA. Scholen waar de schoolloopbanen van jongens bovengemiddeld verlopen (minder zittenblijvers, voortijdig schoolverlaters en 'afstromers'), blijken voor een pragmatische benadering te kiezen, zonder specifieke aandacht voor sekseverschillen.

Het boy problem

Er is de laatste jaren veel aandacht voor het zogenoemde boy problem. Jongens zouden in de afgelopen decennia een achterstand hebben opgelopen ten opzichte van meisjes wat betreft leerprestaties, deelname aan onderwijstypen, en schoolloopbanen. Onderzoekers Irma Heemskerk, Edith van Eck, Els Kuiper en Monique Volman richtten zich op de vraag wat volgens de (inter)-nationale literatuur in het onderwijs succesvolle aanpakken zijn voor jongens. Het blijkt dat wordt voortgeborduurd op de aloude ideologische tegenstelling nature-nurture, waardoor suggesties voor succesvolle onderwijsaanpakken soms lijnrecht tegenover elkaar staan.

De onderzoekers keken vervolgens naar scholen (vwo, havo en vmbo-t) waar jongens het relatief goed doen, en of deze positieve resultaten terug zijn te voeren op gerichte pedagogische en/of didactische aanpakken op die scholen. De onderzochte scholen blijken te kiezen voor een pragmatische benadering, waarin sekseverschillen in het algemeen geen specifieke aandacht krijgen. De terugkerende elementen in de onderwijsopvattingen van de onderzochte scholen zijn: het belang van structuur, regels en duidelijkheid, van een veilig pedagogisch klimaat en persoonlijke aandacht voor leerlingen, en van een goede begeleiding en zorgstructuur voor leerlingen.

Kiezen binnen stof

Het nature-nurture debat wordt niet gevoerd op de onderzochte scholen, maar op deze scholen bestaan wel ideeën over welke pedagogisch-didactische aanpakken gunstig kunnen zijn voor jongens. Centraal staat hierbij de aandacht voor het verhoging van schoolse motivatie van leerlingen en het aansluiten bij en ontwikkelen van meta-cognitieve vaardigheden.

Zo proberen de scholen bijvoorbeeld aandacht te besteden aan de verschillende interesses van leerlingen en bieden zij vaak de mogelijkheid om inhoudelijke keuzes te maken binnen de lesstof. Ook wordt sterk ingezet op het verbeteren van plannen en organiseren van schoolwerk, overzien van keuzes, zelfsturing, samenwerken en reflectie op eigen (leer)gedrag en vaardigheden en het ondersteunen van deze vaardigheden door veel structuur en duidelijkheid te bieden.

Houdt rekening met diversiteit leerlingen

De onderzoekers concluderen dat pedagogisch-didactische aanpakken in het onderwijs vooral rekening moeten houden met diversiteit van leerlingen. Jongens stimuleren in hun onderwijsloopbaan vereist een breder perspectief dan het vaststellen van sterke en zwakke kenmerken als onveranderlijke eigenschappen van jongens. Het onderwijs daarop inrichten, leidt tot ongewenste beperkingen en stereotyperingen.

Denken in groepskenmerken kan wel helpen om meer oog te ontwikkelen voor diversiteit. Het onderwijs draait niet alleen om aansluiten bij leerlingen (jongens én meisjes), maar ook om het verder ontwikkelen van hun capaciteiten.

Het ministerie van OCW gaat scholen in het voortgezet onderwijs helpen om beter om te gaan met de verschillende leerstijlen tussen jongens en meisjes. Een aantal scholen stemt het onderwijs al heel gericht af op de verschillen in de klas. Vanaf volgend jaar moet er een platform komen waar scholen hun ervaringen kunnen delen met