Debatteren over stellingen in het onderwijs is belangrijk omdat het studenten de vaardigheid geeft actuele kwestie uit te pluizen en te verbinden met de leerstof. Ze leren zwakke van sterke argumenten te onderscheiden en om te reageren moet je eerst kunnen samenvatten en analyseren wat een ander zojuist heeft gezegd. Maar het meest bijzondere: in een debat worden deelnemers at random als voor- of tegenstander ingedeeld. In de speurtocht naar de argumenten voor hun pleidooi – waar ze het persoonlijk dus niet mee eens hoeven zijn - blijkt de kwestie toch minder zwart-wit dan vooraf gedacht.
Bij debatteren komen alle cruciale leervaardigheden aan bod met als belangrijkste:
Er zijn verschillende werkvormen mogelijk zoals:
Lagerhuisdebat
Vooraf
Geef bij voorkeur deze zelfstudie-opdracht in het voorafgaande college.
Laat ze op basis van bepaalde leerstof een aantal stellingen formuleren. De stellingen moeten:
1. controversieel zijn binnen de groep die erover debatteert.
2. meteen duidelijk zijn waar ze over gaat.
3 absoluut geformuleerd zijn.
4. prikkelen, pijn doen en geen nuance bevatten.
5 bestaat uit maximaal tien woorden.
6. positief geformuleerd zijn.
7. mag geen argumenten bevatten.
8. mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn.
9. ondubbelzinnig geformuleerd zijn.
10. De stelling mag geen ‘truism’ bevatten als twistpunt; met andere woorden: je moet voor of tegen kunnen zijn. “Armoede moet de wereld uit” valt niet te bespreken. Goede stellingen zijn ‘Genetische modificatie moet worden verboden’, ‘De stemplicht moet worden ingevoerd’of ‘De Randstad zou één grote provincie moeten worden'.
‘ja’ of ‘nee’-kamp
Verdeel de studenten in twee groepen: het ‘ja’ of ‘nee’-kamp. Zet de beide groepen tegenover elkaar in de ruimte, zie foto. Bij grote groepen kan je ook een jury samenstellen die aan het einde de beste en meeste sterke argumenten heeft ingebracht.
Kies een stelling waarvan je weet dat er voor- en tegenstanders zijn en ruimte voor discussie geeft. Licht deze stelling kort toe en laat deze zichtbaar blijven tijdens de discussie.
De discussieregels van het debat:
Eerst bedenktijd geven
Geef de studenten tijd om zich in te leven in hun rol als voor- of tegenstander en om argumenten te bedenken. Door de groep te verdelen krijg je twee kampen die, ongeacht of ze in, hun stelling moeten verdedigen. Hierdoor worden de studenten gestimuleerd hun mening onder woorden te brengen. Doordat deelnemers misschien tegen hun eigen mening in een standpunt moeten verdedigen, komt er een interessant proces op gang.
Het debat starten
Laat de voor- en tegenstanders hun argumenten inbrengen, er voorbeelden bij geven en op elkaar reageren. Stop wanneer er bijna geen argumenten meer worden genoemd. Jouw rol als debatleider is cruciaal door ze uit te dagen om te reageren en goed te beargumenteren. Aan het einde de discussie samenvatten en een conclusie trekken naar aanleiding van de stelling
Verwerkingopdracht
Na de stellingendiscussie/debat kan je vragen een recensie te schrijven over het gevoerde debat over de argumentatie: