Fryslân

Provincie in het noorden van Nederland; 5.341 km2 (land 3.359 km2), 614.729 inw. (1997). Midden-Friesland ligt ingeklemd tussen West-Friesland en Oost-Friesland. Hoofdstad: Leeuwarden. Begrensd door Waddenzee, Groningen, Drenthe, Overijssel en IJsselmeer. Het zuidoosten, de Friese Wouden, is tamelijk gesloten, het noorden en westen zijn open landschappen. Het bosoppervlak is er uiterst gering (ca. 90 km2), het wateroppervlak extreem groot (436 km2), met kanalen, meren en zee. De waddeneilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog, Rottumerplaat, Borkum, Juist, Norderney, Baltrum, Langeoog, Spiekeroog, Wangeroog en Helgoland, vormen het geisoleerde noordelijke deel van Friesland. De meren strekken zich uit van het zuidwesten naar het noordoosten: Morra, Fluessen, Heegermeer, Sneekermeer, Slotermeer en het Tjeukemeer. Basis van de economie was de landbouw, vooral melkveehouderij. Hierdoor kwam er een belangrijke zuivelindustrie, sedert het laatste kwart van de 19de eeuw via coöperaties. Verder vooral scheepsbouw en scheepvaart. Handel, diensten en toerisme vormen nu de hoofdmoot van de productie. Romeinse schrijvers maken duidelijk dat Friezen en Germanen voorname koningen waren, maar feitelijk toch armzalig leven van visvangst, eieren en barnsteen op hun eilanden. Ondanks periodes van onderwerping (Romeinen, Karel de Grote, Albrecht van Saksen) bleef Midden-Friesland vrij en zelfstandig. De 'Friese Vrijheid' gaat over de dienstplicht van de Romeinen. Na de dienstperiode kon men vrij gelaten worden. De daarna geboren kinderen waren dan vrijgeboren ofwel vries. Tijdens de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) vocht Friesland met de overige Noordelijke gewesten tegen het Spaanse juk. Van 1579 tot 1795 maakte het als een soeverein en zelfstandig gewest deel uit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Na de totstandkoming van de Nederlandse eenheid (1798) kwam een einde aan de Friese staatkundige zelfstandigheid. Vanaf 1815 het Koninkrijk der Nederlanden, waar Friesland als provincie deel van werd. Om de eigen identiteit te bewaren, werd in de 19de eeuw de Friese Beweging opgericht, met als politiek orgaan sinds 1966 de Frysk Nasjonale Partij vol met radicale Friese fanatiekelingen. In 1995 besloten de Provinciale Staten van Friesland de officiële naam van hun provincie per 1 januari 1997 te wijzigen in Fryslân met de eigen taal als het belangrijkste wapen. Dit is door de Hollanders enigszins argwanend en schoorvoetend geaccepteerd. Tegenwoordig is vooral Doutzen Kroes het boegbeeld van de Friese beweiging. Wat houdt Fyslân nog meer bezig?

© 2017 F.N. Heinsius