Friese beweging

Gericht op het behoud van de Friese taal en cultuur. Onder invloed van de Romantiek werd in 1827 het Fries genootschap van geschied, oudheid- en taalkunde opgericht en het Selskip for Fryske Tael en Skriftekennisse in 1844. In 1908 volgde het Kristlik Frysk Selskip en in 1917 het Roomsk Frysk Boun. Radicale eisen, zoals gelijkberechtiging van het Fries naast het Hollands, stelde de Jongfryske Mienskip (1915) van voorvechter Douwe Kalma. Anderen, als de 'te voorzichtige opdiener' Geert Lourens van der Zwaag, 'us kenings forlosser' Ferdinand Domela Nieuwenhuis en 'us hege vindicater' Pieter Jelles Troelstra, vinden de positie van de Friese arbeider, te laag. In de jaren twintig en dertig ontstonden allerlei Friese verenigingen en organisaties, zoals de Fryske Akademy (1938). Na de Tweede Wereldoorlog bundelen de Friese krachten zich in de Ried fan de Fryske Biweging. Alle moeite werd beloond. Sinds 1955 mag in de eerste klassen van de basisschool het Fries, als voertaal, worden gebruikt. Sinds de jaren '80 vindt er derhalve in Friesland, in toenemende mate, verfriesing plaats. Dit komt met name tot uitdrukking in een groot aantal topografische namen die in het Fries zijn omgezet en projecten als Proat mar Frysk. Doutzen Kroes heeft de, min of meer permanente campagne, om het gebruik van Fries te stimuleren, ingezet. De boosdoeners zijn vooral de Friezen zelf, die ondanks alle moeite, toch worstelen met de achteruitgang van de trotse gevoelens, bij de eigen cultuur en taal. De Fries ziet zich toch voortdurend gedwongen, als in een keurslijf, tot aanpassing, wanneer men, met Hollanders, in aanraking, komt.

Wrotter Doutzen Kroes prot op Frysk

© 2017 F. N. Heinsius