Vanmorgen konden we voor het eerst te voet op pad naar het Aspen Institute. The Aspen Institute is een onafhankelijke denktank die al bestaat sinds 1949. We hebben een afspraak met Mr. Charlie Firestone, hoofd van het Communications and Society Program, en Ms. Amy Garmer, hoofd van de Aspen Institute Dialogue on Public Libraries.
Mr. Firestone begint met kort iets te vertellen over de geschiedenis van het Aspen Institue, dat is ontstaan doordat een aantal intellectuelen bij elkaar kwamen om met elkaar een aantal belangrijke thema's te bespreken: convene, frame and categorize. Het Aspen Institue is gebouwd op het uitwisselen van ideeën, ze noemen zichzelf "a nonpartisan forum for values-based leadership and the exchange of ideas". Sinds die tijd is het behoorlijk gegroeid, net als de hoeveelheid publicaties die zij hebben uitgebracht.
We hebben het om te beginnen over media literacy, en Mr. Firestone benadrukt nogmaals het belang dat in Amerika gehecht wordt aan de first amendment. Amerikanen geloven dat het belangrijk is om zo weinig mogelijk sensuur te hebben. Dat vergroot ook het belang voor het ontwikkelen van de digital en new literacy, want 'if you have better media literacy, you have less pressure to sensure the speaker'. Mr. Firestone heeft het hierbij ook over new literacies in plaats van het specifiek benoemen van de verschillende varianten. Hij stelt dat we opnieuw geletterd moeten zijn of worden, onafhankelijk van het medium.
Ten aanzien van dit onderwerp benoemt hij een aantal publicaties waar het Aspen Insitute aan heeft meegewerkt: Creating Trusted Learning Environments en Learner at the center of a networked world. Daarnaast hebben ze een task force opgericht dat zich bezig houdt met Learning and the Internet. Het idee is dat leren overal plaatsvindt, en dat je een eigen leernetwerk overal uit kunt samenstellen.
Daaraan gerelateerd brengt hij het onderwerp op bibliotheken, iets waar Amy veel mee bezig is geweest waardoor zij het stokje overneemt. Bibliotheken worden genoemd als een lokaal middel met eenvoudige toegang dat daarom goed zou moeten inspelen op de behoefte van de lokale bevolking. Ook hierover hebben zij publicaties uitgebracht: Rising to the Challenge: Re-envisioning Public Libraries en Beyond Connectivity: How California Libraries can Leverage Bandwidth to Advance Community Goals.
De veranderende rol van bibliotheken komt ter sprake, waarbij Amy aangeeft dat librarians worden opgeleid om een bibliotheek te runnen, terwijl zij een rol als civic leaders voor hen weggelegd ziet.
Ik snap de voordelen van lokaal en laagdrempelig toegankelijke bibliotheken, en kan me voorstellen dat zij een rol kunnen spelen in het ontwikkelen van digitale geletterdheid binnen een lokale gemeenschap. Eigenlijk zou ik ik Nederland maar weer eens een wat meer vooruitstrevende bibliotheek op moeten zoeken om eens te zien hoe zo'n rol ingevuld zou kunnen worden, ook naast de rol die bijvoorbeeld de school kan spelen. Het lijkt soms alsof bibliotheken en scholen elkaar op dit gebied eerder in de weg zitten dan versterken, een beeld dat ook geschetst werd over het Amerikaanse model. Mijn beeld van bibliotheken moet misschien ook maar weer eens afgestoft worden, misschien ook samen met hun imago..
Wat we verder nog hoorden was een tweetal oneliners over verandering: "Culture is often the biggest barrier to making change" en "Culture eats strategy for lunch". En er werd nogmaals aangehaald dat de innovatie ook op dit gebied niet vanaf het nationale niveau komt in Amerika, maar juist van initiatieven op het lokale niveau.
Na een afsluitende lunch met de mensen van Meridian, het is tenslotte onze laatste dag in Washington, gaan we op bezoek bij de U.S. Department of State. Leesa noemt de security check bij de ingang een oefening voor de paspoortcontrole op het vliegveld morgen, en dat blijkt geen grapje. Eenmaal binnen in het gebouw wordt er van ons verwacht dat we dan ook geen foto's maken. Op zich is dat niet super uitdagend, want het gebouw is verre van een inspirerende werkomgeving.
We hebben een afspraak met Mr. Andrew Veveiros (die voor de gelegenheid een oranje das om heeft en twee speldjes: van de Amerikaanse en Nederlandse vlag), Mr. Shane Siegel (die een aardig woordje Nederlands heeft geleerd en dat graag met ons oefent voor zijn reis naar Den Haag in augustus), Ms. Nicole Callahan en Mr. Matt Jacobs.
In dit gesprek komt naar voren dat het in een decentralized system best moeilijk kan zijn om iets nieuws van de grond te krijgen. Daarbij benoemt Matt dat "Gouvernments hate disruption", en technologie heeft eigenlijk vrijwel altijd een vrij disruptief karakter gehad. De Ameriaanse overheid is daarom niet echt cutting edge bezig op het gebied van technology, iets wat in Nederland ook niet helemaal (helemaal niet) het geval is in mijn beleving. Natuurlijk proberen ze ook bij de Amerikaanse overheid wel stappen te zetten. Dit gebeurt dan weer meer op staatsniveau of zelfs op lokaal niveau, en het gaat meestal ook niet heel snel. Soms lijkt het zelfs beter mogelijk om bij te dragen aan ontwikkelingen die in het buitenland plaatsvinden dan in eigen land.
Het belang van digitale geletterdheid wordt wel door verschillende ministeries erkend. Er wordt daarom ook zeker wel gewerkt aan ontwikkelingen, bijvoorbeeld in de vorm van het toekennen van beurzen om invloed uit te oefenen en door het delen van expertise via het buitenland beleid.
Ik werd al bijna ongeduldig van de uitleg van het proces, ik zou zelf niet blij worden van dit werk. Geef mij maar wat meer praktijk en beter zichtbaar resultaat en impact..