Situatie:
Ik moest mijn taak uitvoeren maar was te druk met andere dingen bezig.
Taak:
Ik moest verder gaan werken aan het prototype en aan het begin van de les heb ik inplaats van werken aan het prototype, andere dingen gedaan of juist niks.
Actie:
Ik ben begonnen met het prototype (samen met susan) en ookal is hij niet echt mooi geworden, je kan ons idee er wel in zien.
Resultaat:
Ik ben zelf tevreden met het resultaat dat susan en ik hebben opgeleverd. Hij is niet heel mooi geworden maar ons idee is erin te zien.
Reflectie:
Ik heb wat meer geleerd over samenwerken en het luisteren naar mijn teamgenoten, maar ik moet nog wel veel veranderen want mijn teamgenoten waren volgens mij niet echt tevreden over mijn werk. En ik moet veel serieuzer te werk gaan en de competenties van mijn P.O.P moet ik ook gaan leren om te beheersen.